Suikerbietsignalen

Page 31

Planten tellen Als de opkomst tegenvalt, is overzaai soms noodzakelijk. Hoe eerder u die keuze maakt, hoe geringer de schade door een korter groeiseizoen. Het is belangrijk dat u goed zicht houdt op de opkomst. Zet daarom diagonaal over het perceel telstroken van tien meter uit in twee naast elkaar gelegen rijen. Neem per telstrook steeds andere zaaielementen. Tel vanaf het moment dat de eerste bieten boven staan elke vier of vijf dagen hoeveel plantjes er op die tien meter staan. Tel niet alleen de slechte delen, maar doe dat op willekeurige plekken op het perceel. Noteer de plantaantallen en beoordeel het gemiddelde. Door de vori-

ge telling eraf te trekken weet u hoeveel er bij gekomen zijn. Vermenigvuldig het aantal planten dat u per telstrook telt met 2 en dan met duizend. Stel dat u bij de eerste telling 34 planten op tien meter telt, dan is het plantaantal per hectare: 34 x 2 x 1000 = 68.000. Het opkomstverloop geeft u een goed beeld van de standdichtheid van het gewas en of er nog veel planten bij zullen komen. Op de website www.irs.nl kunt u met ‘Betakwik zaaiverloop en opkomstontwikkeling’ een voorspelling zien van de datum waarop de bieten boven zullen staan.

Om de opkomst bij te houden kunt u verspreid over het perceel per twee rijen telstroken uitzetten van 10 meter. Noteer vanaf de opkomst het plantaantal per strook of zet streepjes bij elk plantje dat boven staat. Vooral bij vroege zaai is het belangrijk om het aantal planten te volgen.

Hoofdstuk 3

|

Opkomst en beginontwikkeling

Als er planten missen, probeer

dan de oorzaak te achterhalen. In dit geval was het een terugkerend patroon. Waarschijnlijk werkte een van de zaaielementen niet goed.

31


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.