9 januari 2009

Effecten van de kredietcrisis op klimaat- en energiebeleid

Planbureaus PBL en CPB onderzoeken effecten kredietcrisis op klimaat- en energiebeleid

Persbericht
Nieuw stimuleringsbeleid voor investeringen in energie en klimaat is weinig effectief om de huidige recessie als gevolg van de kredietcrisis het hoofd te bieden. De meeste maatregelen zullen namelijk pas over enkele jaren effect hebben.

Als het kabinet stimuleringsmaatregelen zou willen treffen, zou het naar voren halen van investeringen in energiebesparing in woningen en kantoren wel soelaas kunnen bieden. Dit leidt tot een investeringsimpuls, waarmee bovendien de kabinetsdoelen op het gebied van energiebesparing en klimaat dichter bij komen.

Dat blijkt uit een analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB). In deze analyse verkennen de planbureaus de effecten van de kredietcrisis op het klimaat- en energiebeleid. Zij hebben deze analyse uitgevoerd op verzoek van de minister van VROM, naar aanleiding van haar toezegging tijdens het kameroverleg over het beleidsprogramma 'Schoon en Zuinig' van begin november 2008.

Halen Kyoto-doelstelling voor 2008-2012 eenvoudiger door kredietcrisis
Als gevolg van de kredietcrisis zal de Nederlandse economie in 2009 krimpen en de wereldwijde groei fors afnemen. Ook in 2010 zal de groei lager uitvallen. De lagere economische groei zal het eenvoudiger maken de Kyoto-doelstelling voor de uitstoot van broeikasgassen in de periode 2008 tot 2012 te behalen door de afname van economische activiteit, vooral in de sectoren handel, diensten en transport. De uitstoot van de sectoren die tot het Europese Emissiehandel Systeem behoren (zware industrie en elektriciteitsproducenten) is begrensd door een emissieplafond, dat door de recessie niet verandert.

Gevolgen kredietcrisis voor 'Schoon en Zuinig'-doelstellingen 2020 niet eenduidig
Het is onzeker of het kabinet de 'Schoon en Zuinig'-doelstellingen door de recessie gemakkelijker of moeilijker zal halen. Deze onzekerheid komt doordat er tegengestelde effecten zijn. Enerzijds leidt de afname van economische activiteit als gevolg van de kredietcrisis tot een lagere uitstoot van broeikasgassen in 2020. Anderzijds zal het kabinet zijn doelstellingen voor broeikasgasemissies in 2020 en energiebesparing (gemiddeld 2% per jaar tot 2020) vermoedelijk moeilijker kunnen halen omdat investeringen teruglopen. Bovendien zullen energiebesparing en het gebruik van hernieuwbare energie minder aantrekkelijk worden door lagere energieprijzen. Ook bij hernieuwbare energie zijn er tegengestelde effecten.

Meeste stimuleringsmaatregelen in energie en klimaat hebben niet snel genoeg effect om de recessie te verminderen
Stimuleringsmaatregelen om de terugval van werkgelegenheid en economische groei tegen te gaan, moeten aan drie voorwaarden voldoen: ze moeten op tijd effect hebben, tijdelijk zijn en doelgericht zijn. Veel stimuleringsmaatregelen voor investeringen in energie en klimaat hebben pas over enkele jaren effect en helpen dus niet om de huidige recessie te verminderen. Dit geldt mogelijk niet voor de bouwsector. In geval van overcapaciteit kunnen versnelde investeringen in energiebesparing in woningen en kantoren kansen bieden voor een impuls aan de werkgelegenheid en de kabinetsdoelen op het gebied van energiebesparing en klimaat.

Langetermijnklimaatbeleid blijft noodzakelijk
Naar aanleiding van de kredietcrisis spreekt men wereldwijd over een 'Green New Deal'. Daarbij wordt de economische recessie als argument gebruikt voor een investeringsimpuls in duurzame technologie. Uit de analyse blijkt echter dat het veelal niet zinvol is de economie op deze manier te stimuleren (met uitzondering van de bouw). Omdat de effecten van de kredietcrisis op de 'Schoon en Zuinig'-doelstellingen voor 2020 onzeker zijn, is het ook onduidelijk of de gevolgen van de kredietcrisis aanleiding zijn om het klimaat- en energiebeleid voor de langere termijn aan te passen. Om de ambitieuze langetermijndoelen van het kabinet te kunnen realiseren, blijft het nodig de emissies verder omlaag te brengen. Klimaat- en energiebeleid voor de lange termijn is daarom noodzakelijk.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Deze notitie bespreekt de effecten van de kredietcrisis op de economie (vraag 1) en in het bijzonder op het halen van de Nederlandse doelen voor 2020 voor klimaat- en energiebeleid zoals vastgelegd in het beleidsprogramma 'Schoon en Zuinig' (vraag 2).

Hierbij moet onderscheid gemaakt worden in de effecten op de korte termijn (gedurende de recessie) en op de langere termijn (de jaren daarna) (vraag 5). Tevens wordt ingegaan op het halen van de Kyoto-doelstelling voor 2008-2012 (vraag 3) en verkend of de overheid investeringen in klimaat en energie kan stimuleren die op korte termijn kunnen bijdragen aan het economische herstel (vraag 4). 

In deze verkennende analyse worden mogelijke structurele effecten op sectoraal energiegebruik en sectorale emissies niet beschouwd. Ook worden de effecten op luchtbeleid hier niet besproken. Over de mogelijke gevolgen van de crisis voor de internationale onderhandelingen over post-2012 klimaatbeleid valt op dit moment ook nog weinig te zeggen.