INFECTIEZIEKTEN Bulletin

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INFECTIEZIEKTEN Bulletin"

Transcriptie

1 INFECTIEZIEKTEN Bulletin Nummer 5 mei 2007 Ja argang 18 Een selectie van de onderwerpen Tuberculose bij een manenrob Reizen naar exotische bestemmingen tijdens de zwangerschap Elke partij vaccins wordt dubbel en onafhankelijk gecontroleerd Kinkhoest in Nederland na de veranderingen in het vaccinatieschema Epidemiologie van seksueel overdraagbare aandoeningen in Amsterdam

2 Het Infectieziekten Bulletin is een uitgave van het Centrum Infectieziektebestrijding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), in samenwerking met de GGD en, de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie, de Vereniging voor Infectieziekten en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Het Infectieziekten Bulletin is een medium voor communicatie en informatie ten behoeve van alle organisaties en personen die geïnformeerd willen zijn op gebied van infectieziekten en infectieziektebestrijding in Nederland. De verantwoordelijkheid voor de artikelen berust bij de auteurs. Overname van artikelen is alleen mogelijk na overleg met de redactie, met bronvermelding en na toestemming van de auteur. COLOFON Hoofdredactie Eindredactie Redactiesecretariaat Redactieraad Ontwerp en layout Productie Mw. W.L.M. Ruijs, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM P. Bijkerk, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM Postbus 1, 3720 BA Bilthoven Telefoon: (030) Fax: (030) Mw. M. Bouwer, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM Telefoon: (030) Fax: (030) G.R. Westerhof, namens de Inspectie voor de Gezondheidszorg B. Mulder, namens de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie C.A.J.J. Jaspers, namens de Vereniging voor Infectieziekten H.C. Rümke, namens de Interfacultaire Werkgroep Pediatrische Infectiologie Mw. A. Rietveld, namens het Landelijk Overleg Infectieziektebestrijding van de GGD en Mw. T.D. Baayen, namens de V&VN verpleegkundigen openbare gezondheidszorg Mw. A. Suijkerbuijk, namens Epidemiologie en Surveillance, CIb, RIVM W. Luytjes, namens het Nederlands Vaccin Instituut J.H. Richardus, namens afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC B. Wilbrink, namens het Laboratorium voor Infectieziekten en Screening, CIb, RIVM Mw. J. Rahamat, namens Epidemiologie en Surveillance, CIb, RIVM Uitgeverij RIVM Reprocentrum RIVM Het Infectieziekten Bulletin op Internet: ISSN-nummer: X 154

3 G e s i g n a l e e r d Deze rubriek belicht binnen- en buitenlandse signalen op infectieziektegebied. De berichten zijn afkomstig uit 3 bronnen: het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (LCR), Inf@ct en het signaleringsoverleg. Het LCR brengt risico s voor reizigers in kaart en adviseert hen over preventieve maatregelen. Inf@ct is de elektronische berichtenservice van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM. In het signaleringsoverleg wordt wekelijks op het RIVM-CIb gesproken over toename van bestaande of opkomst van nieuwe infectieziekten. Hieronder volgt een overzicht van de signalen tot en met 3 mei Binnenland Meervoudig resistente schimmel Onderzoekers van het referentielaboratorium voor schimmels in Nijmegen hebben in het New England Journal of Medicine (NEJM) een Aspergillus fumigatus beschreven die resistent bleek voor veelgebruikte azolen. Sinds 2002 is deze schimmel bij 9 patiënten die op de ic s van verschillende ziekenhuizen verbleven aangetoond. Vóór 2002 was deze meervoudig resistente Aspergillus fumigatus nog niet gevonden. De onderzoekers pleiten voor adequate diagnostiek met resistentiebepaling en internationale surveillance om eventuele verdere verspreiding te kunnen volgen (Bron: NEJM 356;14: ). Hoog percentage besmette teken In de afgelopen maand is er veel media-aandacht geweest voor de uitkomsten van onderzoek naar de besmettingsgraad van teken met Borrelia burgdorferi. Het percentage teken dat drager is van de bacterie varieert sterk van plaats tot plaats en is gemiddeld 23,6%, met een uitschieter naar 50%. Teken worden het hele jaar aangetroffen, vooral in bossen, maar ook opvallend vaak in tuinen. Tuiniers en wandelaars lopen daardoor de meeste tekenbeten op. Dit blijkt uit het tussenrapport Teken, tekenbeten en Borrelia-infecties in Nederland (Bron: Wageningen Universiteit en Researchcentrum). Buitenland Invasieve pneumokokkenziekte door nietvaccintypen bij gevaccineerde kinderen in Alaska Een artikel in de Journal of the American Medical Association (JAMA) beschrijft een toename van invasieve pneumokokkeninfecties bij kinderen in Alaska, ondanks een hoge vaccinatiegraad van het heptavalente geconjugeerde pneumokokkenvaccin (PCV7). Na de invoering van PCV7-vaccinatie in 2000 daalde de incidentie aanvankelijk van 403,2 per kinderen tot 2 jaar in naar 134 per kinderen tot 2 jaar in In de periode was er echter een significante stijging naar 244,6 per kinderen tot 2 jaar. De meerderheid van de infecties werd veroorzaakt door serotypen die niet in het vaccin zijn opgenomen (circa 30% van alle infecties werd veroorzaakt door serotype 19A). Dit is de eerste studie die na invoering van de PCV7-vaccinatie een stijging van invasieve infecties beschrijft onder gevaccineerde kinderen als gevolg van vervanging door niet-vaccintypen. Autochtone kinderen in Alaska zijn meer kwetsbaar voor een pneumokokkeninfectie, zoals blijkt uit een hoge prevalentie van kolonisatie met pneumokokken en invasieve pneumokokkenziekte. Desalniettemin wijzen de auteurs op het belang van surveillance van pneumokokkeninfecties en de ontwikkeling van nieuwe vaccins voor kinderen (Bron: JAMA. 2007; 297: ). Uitbraak van bof in Canada In de 4 Canadese provincies Nova Scotia, Ontario, New Brunswick en Prince Edward Island is een uitbraak van bof. Op 11 mei 2007 bedraagt het aantal bevestigde patiënten 271. Een groot deel van de patiënten is adolescent en student aan een universiteit. De nauwe sociale contacten en de mobiliteit van de studenten draagt bij aan de transmissie van het bofvirus. Daarbij hebben in Canada personen in de leeftijdsgroepen tussen 12 en 40 jaar of tussen 17 en 40 jaar (afhankelijk van de provincie) slechts 1 BMR-vaccinatie gehad. De uitbraak heeft in Canada nog niet geleid tot een vaccinatiecampagne voor deze leeftijdsgroep. Aan de patiënten is gevraagd om, na aanvang van symptomen, een periode van 9 dagen van isolatie in acht te nemen. Het bofvirus is geïdentificeerd als genotype G. Dit is dezelfde stam die in in Nova Scotia, in 2006 in de VS en in Groot-Brittannië tot uitbraken leidde (Bron: Public Health Agency of Canada). Humane infecties met aviaire influenza In de afgelopen maand heeft het Ministerie van Gezondheid in Egypte 2 nieuwe patiënten met aviaire influenza bekend gemaakt. Het totale aantal bevestigde patiënten in Egypte bedraagt nu 34, waarvan 14 patiënten zijn overleden. Daarnaast is bij 15 patiënten uit Indonesië bij wie een infectie met aviaire influenzavirus H5N1 vermoed werd, alsnog de diagnose door de WHO bevestigd. Het gaat om 15 mensen uit verschillende delen van Java en Sumatra, met een eerste ziektedag variërend van 25 januari tot en met 3 mei 2007; 155

4 13 van hen zijn overleden. Het totale aantal patiënten met aviaire influenza in Indonesië komt hiermee op 96, waarvan 76 met een fatale afloop (Bron: WHO). A.W.M. Suijkerbuijk a a n k o n d i g i n g Symposium Sectie Levensmiddelenmicrobiologie van de NVvM De eeuwige wapenwedloop tussen microbioloog en microbe? Ontvangst met koffie/thee Dr. Dik Mevius (CIDC, WUR). Antibioticaresistentie Dr. ir. Mariel Pikkemaat (RIKILT-Instituut voor voedselveiligheid, WUR). Het gebruik van microbiologische methoden voor de screening van levensmiddelen op aanwezigheid van antibioticaresiduen Koffie/thee Ir. Janneke Wijman (TiFN). Diversiteit in Bacillus cereus biofilmvorming Dr. Rijkelt Beumer (Levensmiddelenmicrobiologie, WUR). Listeria, reiniging, biofilms, snijapparatuur Lunch Dr. Steven Hagens (EBI Food Safety). Biological warfare: Bacteriophages against Listeria monocytogenes Dr. Wouter Moorman (Purac). Melkzuur als een natuurlijke interventietechniek voor karkasdecontaminatie Koffie/thee Dr. Joan Poulis (JohnsonDiversey). De wapenafspraken bij de wedloop tussen microbioloog en microbe: de DPB (Biocidal Product Directive) Dr. Marc Vissers (NIZO food research). Ketenanalyse van kuil tot kaas en van maïs tot melk Borrel Datum: Donderdag 21 juni Locatie: WICC, Wageningen. Kosten: 55 voor leden van de NVvM en 65 voor niet-leden. Meer Informatie: Secretariaat Sectie LMM-NVvM (Nederlandse Vereniging voor Microbiologie), p/a Gerda van Laar-Engelen, Telefoon: , Office.FHM@wur.nl. 156

5 b e r i c h t e n Voorlopige soacijfers: Stabilisatie van seksueel overdraagbare aandoeningen In 2006 lijkt het percentage mensen dat positief getest is voor een soa bij GGD en en soapoliklinieken niet meer toe te nemen. Dit blijkt uit tussentijdse soacijfers over Sinds 2006 zijn er binnen de openbare gezondheidzorg in Nederland 8 regionale soacentra, elk gecoördineerd door een GGD. Zij richten zich met name op de soabestrijding bij risicogroepen, zoals jongeren, mannen die seks hebben met mannen (MSM) en prostituees. De registratie van hun consulten gebeurt in de internetapplicatie SOAP. Vóór 2006 bestond er een soapeilstation (sp) van 9 curatiefwerkende GGD en en 5 soapoliklinieken: deze groep kan binnen de huidige, grotere soacentra nog geïdentificeerd worden voor langetermijntrends. De data in dit bericht zijn, met uitzondering van de langetermijntrends, gebaseerd op cijfers van de 8 soacentra. Daarnaast worden ook data van de Stichting HIV Monitoring (SHM) beschreven, waar hiv-geïnfecteerden worden geregistreerd door hiv-behandelcentra, en data over hepatitis B uit Osiris, de registratie van wettelijk verplichte infectieziektemeldingen. Nieuwe consulten In 2006 zijn nieuwe consulten geregistreerd, een toename van 10% (sp: +5%) ten opzichte van 2005 (n=62.744). Vergelijkbaar met eerdere jaren was 52% (35.625) van de bezoekers man (waarvan 27% MSM (n=9.759)); 32% jonger dan 25 jaar (n=27.626) en had 81% (n=55.518) een Nederlandse herkomst. Seksueel overdraagbare aandoeningen Chlamydia Chlamydia was de meest voorkomende soa in 2006, zowel bij mannen als vrouwen, en werd gediagnosticeerd bij personen (sp: 5.677). Het absolute aantal gevallen van chlamydia nam in vergelijking met 2005 toe met 18% (sp: +10%). Chlamydia kwam het meest voor bij heteroseksuele personen, bij hen was de toename in aantal 18%. Bij MSM steeg het aantal met chlamydia met 17% tot 945 gevallen. Het percentage positief getesten voor chlamydia is in zeer geringe mate toegenomen bij heteroseksuele mannen (van 10,5% naar 10,6%) en MSM (van 9,9% naar 10,1%); bij vrouwen was er een lichte stijging van 10,4% naar 10,8%. Over de lange termijn is er nog wel een stijging te zien van absolute aantallen chlamydia (zie figuur 1 en 2), maar lijkt de trend in het percentage positief vanaf 2005 bij MSM en heteromannen te stabiliseren (zie tabel 1). Gonorroe Het absolute aantal gevallen van gonorroe steeg met 9% tot gevallen in 2006 (sp: +2%). De landelijke stijging kan grotendeels worden toegeschreven aan een stijging bij MSM (11%) tot 984 en bij vrouwen (13%) tot 380 gevallen gonorroe chlamydia syfilis HIV Figuur 1: Aantal gevallen van soa bij heteroseksuele mannen en vrouwen. Bron: soapeilstation gonorroe chlamydia syfilis HIV Figuur 2: Aantal gevallen van soa bij mannen die seks hebben met mannen. Bron: soapeilstation

6 Tabel 1: Percentage positief van soa in , opgesplitst in heteroseksuele mannen en vrouwen en MSM. Bron: soapeilstation. Soa Risicogroep Chlamydia Heteroman 9,3 9,7 10,5 10,5 Gonorroe 3,0 2,9 2,1 1,8 Syfilis 0,4 0,4 0,5 0,3 Hiv 0,3 0,3 0,3 0,2 Chlamydia Vrouw 9,2 9,4 10,3 10,5 Gonorroe 1,5 1,4 1,3 1,2 Syfilis 0,2 0,3 0,2 0,2 Hiv 0,2 0,2 0,2 0,1 Chlamydia MSM 10,2 10,3 10,1 10,4 Gonorroe 11,1 11,0 11,1 10,5 Syfilis 6,3 7,0 6,2 5,5 Hiv 3,2 4,2 5,0 3,3 Bij de heteroseksuele mannen steeg het iets met 3% tot 433 gevallen. Het percentage gonorroepositieven bij MSM daalde van 10,8% naar 10,2%, en bij heteroseksuelen van 10,6% naar 10,4%. Tot 2004 was er in het peilstation een stijging te zien van het absolute aantal gonorroe bij heteroseksuelen (zie figuur 1). Bij MSM was het absolute niveau van 2005 naar 2006 licht gestegen (zie figuur 2). Het percentage positief is in beide groepen stabiel gebleven tot licht gedaald sinds 2004 (zie tabel 1). Syfilis Het totale aantal gevallen van syfilis is iets afgenomen met 2% (sp: -7%) tot 639 (sp: 546) gevallen in Bij heteroseksuele mannen was de daling 12% (n=75), bij MSM bleef het aantal min of meer gelijk (-1%) met 509 gevallen en bij vrouwen steeg syfilis met 9% tot 49 gevallen. Syfilis kwam in Nederland veel vaker voor bij MSM dan bij heteroseksuele groepen. De langetermijntrend laat een duidelijke stijging zien in zowel aantallen als percentage positief tot en met Daarna is een geleidelijke daling te zien (zie figuur 1 en 2). Het percentage positief van syfilis is voor zowel heteroseksuelen als MSM in 2006 verder gedaald. en achtergrondgegevens (9.808 mannen en vrouwen). In 2005 werden personen met hiv gediagnosticeerd. In 2006 zijn dit er vooralsnog 750, maar dit aantal zal naar verwachting nog toenemen als de rapportagevertraging is verwerkt. Het aandeel mannen is de laatste 3 jaar gestegen van 71% (2003) tot 81% (2006). Hoewel de gegevens van 2006 nog niet compleet zijn - en dus met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden - lijkt het aandeel van MSM opnieuw toe te nemen: 2003: 43%, 2004: 49%, 2005: 52% en 2006: 59%. Het aandeel van heteroseksuelen is daardoor gedaald van 44% in 2003 naar 32% in Ook is opnieuw het aandeel personen van Nederlandse herkomst gestegen: 47% (2003), 53% (2004), 54% (2005) en 59% (2006). Hepatitis B Het aantal in Osiris gemelde acute HBV-infecties is in vergelijking met 2005 afgenomen met 25% tot 240 gevallen in De meest gerapporteerde transmissieroutes zijn besmetting door homoseksueel (32%) en heteroseksueel contact (32%). In 2006 was in vergelijking met 2005 een daling te zien van zowel het aantal besmettingen door homoseksueel contact (-25%), als door heteroseksueel contact (-10%). Hiv-infecties Het aantal nieuwe diagnoses van hiv bij de soacentra is afgenomen met 20% (sp: -18%) tot 255 gevallen in De afname was sterker bij heteroseksuele mannen (-33%) tot 33 en bij vrouwen (-24%) tot 31 gevallen. Bij MSM was de daling 16% tot 191 gevallen en minder sterk dan bij heteroseksuelen. Het percentage positief getesten was zowel bij heteroseksuelen (van 0,2 tot 0,1%) en MSM (van 4,5 tot 3,1%) gedaald. Op de lange termijn is voor beide groepen een stijging te zien in absolute aantallen en percentage positief tot In 2006 zijn beiden gedaald (zie figuur 1 en 2 en tabel 1). Op 1 maart 2007 waren er hiv-geïnfecteerde personen geregistreerd door de behandelcentra en de SHM, waarvan personen met een bekende diagnosedatum Lymphogranuloma venereum In 2004 is een uitbraak van Lymphogranuloma venereum (LGV) onder overwegend hiv-positieve MSM geconstateerd. Het ging om voornamelijk anorectale infecties met Chlamydia trachomatis serovar L2 die onder anderen ernstige ulceratieve proctitis veroorzaakten. In april 2004 is een geïntensiveerde surveillance van LGV gestart. Op 1 januari 2007 waren 219 bevestigde gevallen van LGV gemeld: in 2002/2003 werden 65 gevallen retrospectief bevestigd, in , in en in gevallen. Uit retrospectief onderzoek van GGD Amsterdam bleek dat de infectie al in 2000 aanwezig was in Nederland. Door dit onderzoek werd het aannemelijk dat de ziekte zich binnen het MSMnetwerk heeft kunnen verspreiden. 158

7 In 2005 leek de LGV-epidemie over zijn hoogtepunt heen te zijn in Nederland, maar halverwege 2006 was er weer een stijging te zien. Vaak hebben de patiënten proctitisklachten, maar asymptomatische presentaties kwamen ook voor. Het is daarom van belang dat men alert blijft op deze infectie bij MSM. In 2007 zijn inmiddels 19 nieuwe gevallen gemeld (zie ook het bericht over LGV van Koedijk et al. elders in dit nummer). Voorlopige conclusies Trendvergelijking blijft lastig door verschillen in registratie en beleid, daardoor is het moeilijk te bepalen wat de oorzaak is van een stijging of daling. Het aantal consulten en het percentage personen gediagnosticeerd met een soa blijft hoog, bij 22% van de MSM en bij 12% van de heteroseksuelen die getest werden, werden 1 of meer soa gediagnosticeerd. Er lijkt een einde te zijn gekomen aan de stijging van de afgelopen jaren in syfilis-en hiv-gediagnosticeerden onder met name MSM, zowel in absolute aantallen als in het percentage positief getesten. Het absolute aantal gevallen van chlamydia en gonorroe is opnieuw gestegen. Bij gonorroe lijkt een daling in het percentage positief ingezet, bij chlamydia zou de trend in percentage kunnen gaan stabiliseren. Wel is er weer een toename in aantallen LGV-diagnoses bij MSM. Bij heteroseksuele transmissie blijft chlamydia de meest voorkomende soa, gediagnosticeerd bij ruim 10% van deze groep. Daarnaast werd bij 2% gonorroe, bij 0,2% syfilis en bij 0,1% hiv vastgesteld. Bij MSM werd zowel chlamydia als gonorroe bij ruim 10% van de geteste personen vastgesteld. Verder werd bij ruim 5% syfilis gediagnosticeerd en bij 3% hiv. Bij de soacentra is het aantal nieuwe hiv-diagnosen bij MSM licht gedaald. Deze daling is vooralsnog niet zichtbaar in de landelijke SHM-registratie van bij behandelaars geregistreerde hiv-gediagnosticeerden bij de SHM. Met dank aan: de soacentra, de SHM en de GGD en voor het ter beschikking stellen van hun gegevens. Meer informatie via: I.M. de Boer, epidemioloog, Epidemiologie en Surveillance (EPI), RIVM, Centrum Infectieziektebestrijding, e- mail: marion.de.boer@rivm.nl, E.L.M. Op de Coul, F.D.H. Koedijk en M.A.B. van der Sande. I B Aanhoudende LGV-uitbraak in Nederland In dit bericht wordt een actueel overzicht gegeven van de Lymphogranuloma venereum (LGV)-uitbraak in Nederland. Alertheid op LGV blijft noodzakelijk. Lymfogranuloma venereum (LGV) is een soa die wordt veroorzaakt door Chlamydia trachomatis-serovars L1, L2 of L3 en de diverse genovarianten van het L-type en komt endemisch voor in tropische gebieden. Sinds de uitbraak in Rotterdam in 2004, wordt LGV ook in Nederland onderkend als een volksgezondheidsprobleem. 1,2 Deze uitbraak in 2004 werd ontdekt bij merendeels hiv-positieve mannen die seks hebben met mannen (MSM), vaak onbeschermd, met veel wisselende partners en met verschillende sekstechnieken. Veel voorkomende klachten bij een LGV-infectie zijn rectale en bloederige afscheiding, pijn, jeuk, obstipatie en algehele malaise. Een LGV-infectie kan transmissie van hiv, soa en andere bloedoverdraagbare infecties, zoals hepatitis C, vergemakkelijken. 3,4 LGV is in Nederland geen meldingsplichtige ziekte, evenmin als andere soa- en hiv-infecties. Om de LGV-uitbraak in Nederland te kunnen volgen, is daarom in 2004 een geïntensiveerde surveillance gestart. Voor een uitgebreide beschrijving van deze dataverzameling zie Van de Laar et al. 1 Toename Tot januari 2006 werden in Nederland 179 bevestigde LGVpatiënten gerapporteerd. 1 Het aantal meldingen van LGV leek in 2006 af te nemen, maar er is sinds de zomer van 2006 weer een toename te zien (figuur 1). Vanaf januari 2006 tot en met maart 2007 werden 60 nieuwe LGV-patiënten gerapporteerd, de meesten vanuit de regio Amsterdam (73%, n=44). De eerste resultaten laten zien dat alle patiënten MSM zijn en de meesten bekend hiv-positief (78%, n=47). Dit is vergelijkbaar met de resultaten uit Alle patiënten hadden een anorectale LGV-infectie. Tot nu toe is van een subset van patiënten (19/60) aanvullende informatie beschikbaar. Hieruit blijkt dat 75% van de 159

8 patiënten afkomstig is uit Nederland; de overige patiënten kwamen uit verschillende (vooral Europese) landen. De mediane leeftijd voor de patiënten was 44 jaar (range 27-65) en vaak werden coïnfecties met andere soa s gevonden. Van 12/19 patiënten zijn ook klinische gegevens en informatie over seksueel gedrag beschikbaar. Proctitissymptomen kwamen het meest voor en rectale afscheiding (78%), rectale pijn (66%) en bloederige, rectale afscheiding (89%) werden het meest gerapporteerd. Van de patiënten uit Amsterdam is op dit moment nog geen klinische informatie beschikbaar, maar eerste resultaten daar laten zien dat asymptomatische patiënten ook voorkomen. De gegevens die tot nu toe gerapporteerd zijn over seksueel gedrag zijn vergelijkbaar met eerder gerapporteerde resultaten. 1 De meeste (8/12) patiënten rapporteerden onbeschermde anale seks (zowel insertief als receptief), alle patiënten rapporteerden orale seks zonder condooms en 7/12 patiënten gaven aan sekstoys te gebruiken zonder bescherming of zonder deze tussendoor schoon te maken. Het mediane aantal sekspartners in de afgelopen 6 maanden was 9. Acht patiënten rapporteerden deel te hebben genomen aan groepsseks; een aantal hiervan gaf aan tussendoor geen condooms te wisselen. Twee van de 8 hiv-positieve patiënten gaf aan zijn partner niet altijd in te lichten over zijn hiv-status voordat seksueel contact plaatsvond. Extra alertheid Hoewel het erop leek dat de LGV-uitbraak vanaf 2005 aan het afnemen was, is sinds half 2006 weer een stijging te zien. Het lijkt erop dat de LGV-uitbraak in dezelfde risicogroep blijft circuleren, omdat eerste resultaten laten zien dat de nieuwe patiënten qua risicoprofiel en risicogedrag overeenkomen met de patiënten uit In maart 2007 werd in het soacentrum in Den Haag echter ook een swinger met LGV gerapporteerd: deze man had een vaste vrouwelijke partner (waarbij geen chlamydia werd gevonden) en gaf aan parenclubs te bezoeken waar hij ook homoseksuele contacten had. Ook in Amsterdam zijn in LGV-patiënten gezien die seksueel contact hadden met zowel mannen als vrouwen. Omdat de LGV-uitbraak zich op deze manier ook naar de heteroseksuele populatie kan verspreiden, is extra alertheid van belang. Door het ulcererende karakter van LGV maakt het de overdracht van hiv, soa en bloedoverdraagbare aandoeningen gemakkelijker. Daarom is actieve surveillance belangrijk en zal deze ook gecontinueerd moeten worden om, indien nodig, snel actie te kunnen ondernemen. Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling zijn te vinden op: lgv_richhtlijnen_nvdv en trachomatis.jsp aantal patiënten jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt Figuur 1. Aantal bevestigde LGV-patiënten naar consultdatum, januari 2004 maart 2007 (Bron: RIVM). 160

9 Bij de soapolikliniek in Amsterdam is naar aanleiding van het veelvuldige voorkomen van asymptomatische LGVpatiënten, de diagnostiek verder aangescherpt. 5,6 Hun beleid is nu als volgt: 1. bij elke MSM met passief anale seks: anale chlamydia uitsluiten. 2. bij elke MSM met bewezen anale chlamydia: LGVproctitis uitsluiten door middel van serovartypering. 3. bij elke MSM met een genitaal ulcus: inguinale LGV uitsluiten met behulp van chlamydiadiagnostiek op een ulcusuitstrijk. 7 Het is voor clinici en instanties op het gebied van gezondheidszorg van belang om alert te blijven op de asymptomatische presentatie van LGV in de MSM-gemeenschap, in het bijzonder de hiv-positieve MSM. F.D.H. Koedijk 1, I.M. de Boer 1, H.J.C. de Vries 2,3, H.F.J. Thiesbrummel 3, A.P. van Leeuwen 4, M.A.B. van der Sande 1 1. Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven, 2. AMC, afdeling Dermatologie, Amsterdam, 3. GGD Amsterdam, afdeling Infectieziekten, Amsterdam, 4. Soa Centrum Den Haag. femkle.koedijk@rivm.nl. Literatuur 1. Van de Laar M, Koedijk F, Götz H, de Vries H,. A slow epidemic of LGV in the Netherlands in 2004 and Euro Surveill 2006;11(9): Available online: 2. Nieuwenhuis RF, Ossewaarde JM, Götz HM et al. Resurgence of lymphogranuloma venereum in Western Europe: an outbreak of Chlamydia trachomatis serovar l2 proctitis in The Netherlands among men who have sex with men. Clin Infect Dis 2004;39(7): Perenboom RM. Lymphogranuloma venereum proctitis: An emerging sexually transmitted disease in HIV-positive men in the Netherlands. Drugs Today (Barc) 2006;42 Suppl A: Van Agtmael MA, Perenboom RM. [Two HIV-positive men with anorectal lymphogranuloma venereum and hepatitis C: emerging sexually transmitted diseases] In Dutch. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148(51): Van der Bij AK, Spaargaren J, Morré SA, Fennema HSA, Mindel A, Coutinho RA, de Vries HJC. Anorectal lymphogranuloma venereum in men who have sex with men: diagnostic and clinical implications. A retrospective case-control study. Clinical Infectious Diseases 42: , de Vries HJ, Fennema JS, Morre SA : Lymphogranuloma venereum among men having sex with men; what have we learned so far? Sexually Transmissible Infections 82:344, Wolkenstorfer A, de Vries HJC, Spaargaren J, Fennema JSA, van Leent EJM: Inguinale lymphogranuloma venereum bij een man die seks heeft met mannen ; welicht een voorbeeld van de ontbrekende schakel ter verklaring van de transmissie bij de recent vastgestelde anorectale epidemie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 148 (51):2544-6, a a n k o n d i g i n g Eurosurveillance Eurosurveillance, volume 12, nr. 4, april 2007 Stagnating influenza vaccine coverage rates among high-risk groups in Poland and Sweden in 2003/4 and 2004/5 Influenza antiviral susceptibility monitoring activities in relation to national antiviral stockpiles in Europe during the winter 2006/2007 season Experiences with the new genetic variant of Chlamydia trachomatis in Örebro county, Sweden - proportion, characteristics and effective diagnostic solution in an emergent situation Hepatitis B reactivation in an Irish dialysis unit, 2005 Cross-border investigation of a Shigella sonnei outbreak in a group of Norwegian tourists after a trip to Russia An Easter outbreak of Salmonella Typhimurium DT 104A associated with traditional pork salami in Italy Sentinel Surveillance: an option for surveillance of infectious intestinal disease 161

10 i n t e r v i e w Centrum Infectieziektebestrijding nog niet echt op de proef gesteld Op 24 januari 2005 was er op het RIVM een conferentie over de taken van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb). Inmiddels zijn we ruim 2 jaar verder. Tijd voor een tussenstand : hoe verloopt de ontwikkeling van het Centrum? Wat is er al gedaan en waar werkt het Centrum nu aan? Directeur Roel Coutinho: De ontwikkeling loopt naar verwachting, maar we zijn nog niet echt op de proef gesteld. Met name de regiefunctie van het CIb riep tijdens de conferentie nogal wat discussie op. Hoe zou het Centrum dat oppakken? Hoe verdeel je taken en verantwoordelijkheden? Velen waren huiverig dat het Centrum de lakens zou gaan uitdelen. Die huiverigheid is er nog steeds, weet Coutinho. Het was te voorzien dat daar spanningen zouden ontstaan. Je hebt immers te maken met organisatiebelangen en met ego s. Daarnaast hebben we een dubbele rol: aan de ene kant doen we zelf onderzoek, aan de andere kant zijn we subsidieverstrekker aan allerlei instanties en beroepsgroepen op het gebied van infectieziekten. Toch blijft Coutinho er nuchter onder. Spanningen vindt hij niet zo erg. Want het geeft wel discussie. Daardoor ga je goed kijken naar wat je wilt. Zo hebben we over de rolverdeling een stevige discussie gevoerd met de Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB). Die heeft al heel veel geregeld voor het antibioticabeleid. En dat gaat goed, maar we moeten samen nog meer een stevige basis vormen. Je ziet het nu ook in het soa- en hiv-beleid. Dat was lange tijd gedecentraliseerd, maar nu moet het Centrum ook daarin een coördinerende rol gaan vervullen. Risico Discussie over rolverdeling is dus goed, zolang partijen maar met respect met elkaar omgaan. Aan de andere kant kleeft aan de discussie ook het risico dat het belang van een organisatie gaat overheersen. Dat mag niet gebeuren. We werken met z n allen aan een publieke taak. We moeten altijd nagaan of taken zinvol zijn en of we iets kunnen verbeteren. Dat alles neemt niet weg dat een regisseur ook wel eens de touwtjes in handen moet nemen. Heeft het CIb al eens met de vuist op tafel moeten slaan? Nog niet, en dat willen we het liefst voorkomen. Ik kan me voorstellen dat je zoiets wel doet bij een crisis, als er iets moet gebeuren en je merkt dat men het niet doet. Verder vind ik dat je zeer voorzichtig moet omgaan met macht. Het is goed om met elkaar in gesprek te blijven, zolang het maar over de inhoud gaat. Maar ik ben niet van het poldermodel van eindeloos overleggen, want dan gebeurt er niets. Samenwerking Het Centrum werkt de komende tijd verder aan het versterken van samenwerkingsverbanden. Samenwerking is geen eenrichtingsverkeer, maar komt van beide kanten. Partijen moeten open staan voor elkaar, vindt Coutinho. Regio s moeten ook invloed hebben op ons. Wij nodigen regelmatig mensen uit, onder meer om van hen te horen wat wij goed doen en wat wij niet goed doen. De winst daarvan zie je dan bijvoorbeeld bij de aanpak van de legionella-uitbraak in 2006 in Amsterdam. Daarbij was er een heel goede samenwerking tussen de GGD Amsterdam en het CIb. Ook bij het probleem van MRSA bij varkensboeren hebben wij veel steun kunnen geven. Onder meer door de juiste mensen bij elkaar te krijgen. Men is het dan misschien nog niet met elkaar eens, maar men zit wel bij elkaar aan tafel. Daarnaast zullen CIb-medewerkers ook steeds meer de regio s in trekken. Meer het veld in, om zelf te ervaren wat daar allemaal gebeurt. Ik blijf het een bezwaar vinden dat we zo ver van de praktijk af zitten, verklaart Coutinho. De aansluiting met het veld kost veel inspanning. Communicatie Een belangrijke taak van het Centrum is communicatie, zowel naar professionals als naar het publiek. Bij bovengenoemde voorbeelden van de legionella-uitbraak en de MRSA heeft de communicatie vanuit het CIb een goede rol kunnen spelen. Coutinho: Als er snel relevante informatie beschikbaar is, voorkomt dat een hoop gedoe. Inmiddels is ook de CIb-website in de lucht, die een belangrijke bijdrage kan leveren aan snelle en betrouwbare informatie. Hoewel 162

11 Ook aan de onderzoekstaak van het CIb wordt gewerkt. Zo wil het Centrum de relatie met universiteiten versterken door mensen aan te stellen, bijvoorbeeld hoogleraren, die zowel bij een universiteit als bij het CIb werken. Bijvoorbeeld Coutinho zelf, die ook hoogleraar is aan de Universiteit van Amsterdam. Ook Marion Koopmans, viroloog van het Laboratorium voor Infectieziekten en Screening, die onlangs is aangesteld als bijzonder hoogleraar virologie bij het Erasmus MC in Rotterdam. En verder Hajo Grundmann, microbioloog bij Epidemiologie en Surveillance en hoogleraar medische microbiologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. En er zitten nog enkele andere hoogleraarschappen in de pijplijn. Zo kun je beter nagaan wat je samen kunt doen en hoe je taken kunt verdelen. Puur fundamenteel onderzoek hoort eigenlijk niet thuis bij het Centrum. Maar als een onderzoeker goed is en zijn of haar onderzoek dient de public health, dan kunnen we die onderzoeker misschien toch binnenhalen. Verder kunnen we meer profiteren van wetenschappelijke fondsen. Niet alles hoeft van intern te komen. Entadministraties Een ontwikkeling die recent plotseling is stopgezet, is de overgang van de Entadministraties naar het CIb. Dat geeft maar weer eens aan dat je zelfs met goede plannen nooit alles in de hand hebt. Het proces was al vergevorderd maar is gestopt om een puur politieke reden: bezuinigingen bij de overheid, zoals die in het nieuwe regeerakkoord zijn voorgesteld. De nieuwe minister zal opnieuw over de integratie moeten beslissen. Coutinho vindt de opschorting van het proces erg ongelukkig: Iedereen is ervan overtuigd dat dit moet gebeuren. Vergelijk het met de bloedbanken, die vroeger allemaal zelfstandig waren, maar nu allemaal samen zijn gegaan in Sanquin. Zo hoort het bij het Rijksvaccinatieprogramma ook. Ik hoop dat we straks gewoon verder kunnen gaan met de integratie en dat er nu geen kink in de kabel is gekomen. Naar verwachting Roel Coutinho de site voor iedereen toegankelijk is, is de informatie vooral gericht op professionals. Richting publiek moeten we de communicatie nog verstevigen. We zijn daar nu hard mee bezig, laat Coutinho weten. Hij voegt er aan toe dat de media het Centrum steeds vaker weten te vinden. We zijn er in geslaagd om onszelf als kenniscentrum neer te zetten. Onderzoek Coutinho kijkt al met al met tevredenheid terug op de afgelopen 2 jaar. De ontwikkeling van het Centrum gaat naar verwachting. Dat komt ook omdat er nog geen grote crisis is geweest: We zijn nog niet echt op de proef gesteld. We hebben tot nu toe voldoende tijd en middelen gehad om het Centrum goed op te zetten. Toch zou Coutinho op sommige onderdelen meer snelheid willen: We hebben nu eindelijk in alle regio s artsen-infectieziektebestrijding en medisch microbiologen, maar ik had dat liever nog eerder gewild. Ik dacht dat het sneller zou gaan, maar dat heb ik onderschat. Er is veel overleg voor nodig geweest. Je merkt dan weer eens dat Nederland vele bestuurslagen kent. Er ligt de komende jaren nog veel werk voor het CIb. Het jaar 2006 was een voorbereidend jaar. De komende tijd zal gewerkt worden aan een beter onderzoeksbeleid, aan een stevigere samenwerking met de regio s, meer contact met universiteiten en andere kennisinstituten, aan heldere regels voor subsidieverstrekking en aan communicatie met het publiek. Ik zit hier zelf nog maximaal 4 jaar, besluit Coutinho. Als ik wegga, moet het CIb stevig staan. Ik streef ernaar om dan een Centrum te hebben dat 25 jaar zonder kleerscheuren kan draaien. K. Vermeer, communicatiemedewerker, RIVM, Centrum Infectieziektebestrijding, kees.vermeer@rivm.nl. 163

12 u i t h e t v e l d Salmonellose door ei in loempia De meldkamer van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) ontving een melding van gastro-enteritis bij een aantal personen werkzaam in eenzelfde bedrijf. In het volcontinubedrijf was het de gewoonte om op zondag loempia s te halen bij een afhaalrestaurant. Omdat alle personen met ziekteverschijnselen van de loempia s hadden gegeten werd deze snack al snel verdacht als de mogelijke bron. Na de melding van de uitbraak op 27 september 2006 werd direct een onderzoek ingesteld door de GGD Zuid-Limburg en de VWA. Omdat de betrokken personen geen andere maaltijd gezamenlijk hadden gebruikt, ging bij het opsporen van de besmettingsbron de aandacht vooral uit naar de leverancier van de genuttigde loempia s. Patiëntenonderzoek Door de GGD werd een vragenlijst gedistribueerd bij zieke en enkele niet-zieke medewerkers van het bedrijf. In totaal waren 14 personen ziek geworden. Alle personen met ziekteverschijnselen hadden loempia gegeten terwijl 4 collega s die ook van de loempia s hadden gegeten, niet ziek waren geworden. Alle patiënten hadden last van diarree, 11 patiënten hadden tevens buikkrampen, 10 hadden een misselijk gevoel en bij 4 was sprake van braken. Verder gaven 4 personen aan koorts te hebben gehad. De verdachte loempia s waren op 24 september 2006 gegeten. De ziekteverschijnselen begonnen 10 tot 65 uur later, met een mediaan van circa 30 uur. De ziekteduur varieerde van 1 tot 4 dagen. Van 4 zieke personen werd feces onderzocht. De fecesmonsters bleken negatief voor norovirus, maar in 2 monsters werd de aanwezigheid van Salmonella aangetoond. Bij typering van de 2 Salmonella-stammen door het RIVM (Laboratorium voor Infectieziekten en Screening, LIS) bleken beide stammen een Salmonella Enteritidis faagtype Pt4. Bedrijfs- en productonderzoek Door de VWA werd een inspectie uitgevoerd bij het restaurant waar de loempia s waren gekocht. Ook werden monsters van loempia s en loempia-ingrediënten genomen. In de monsters werden geen pathogene bacteriën in relevante hoeveelheden aangetroffen, met uitzondering van een monster van gebakken ei dat positief bleek voor Salmonella. Typering van het Salmonella-isolaat door het RIVM-LIS gaf Salmonella Enteritidis faagtype Pt4 als resultaat. Op het microbiologische laboratorium van de VWA regio Oost werden de Salmonella-stammen afkomstig van de patiënten en de Salmonella-stam afkomstig uit het monster gebakken ei met elkaar vergeleken met behulp van de Pulsed Field Gel Electroforese (PFGE)-techniek. Daarbij bleken de geteste Salmonella-stammen niet van elkaar te onderscheiden. De stammen bleken gevoelig voor 12 geteste antibiotica en het resistentiepatroon van de Salmonella-stammen was identiek. Het Salmonella-positieve monster bestond uit stukjes gebakken ei die voor de vulling van loempia s worden gebruikt. Het monster was afkomstig uit een werkvoorraad die zich in een plastic doosje in de koelkast bevond. De stukjes gebakken ei waren bereid door circa 25 eieren gedurende korte tijd in een wok te verhitten, af te laten koelen en daarna in kleine stukjes te snijden. De gebruikte eieren waren van slechte kwaliteit; een gedeelte van de eieren uit dezelfde partij was bedorven. Hoewel de herkomst van de eieren niet tot een pakstation en pluimveehouder kon worden getraceerd, ging het zeer waarschijnlijk wel om Nederlandse eieren. Na het bekend worden van de resultaten van het monsteronderzoek werd bij het betreffende restaurant opnieuw een inspectie uitgevoerd en werd een vijftal eieren bemonsterd. Deze bleken Salmonella-negatief. Bij fecesonderzoek van enkele medewerkers van het restaurant werd evenmin Salmonella aangetoond. Conclusies In de hier beschreven uitbraak lijkt een duidelijke relatie aanwezig tussen de consumptie van met Salmonella besmet ei en de opgetreden ziekteverschijnselen. De eieren zijn waarschijnlijk onvoldoende verhit geweest om aanwezige salmonella s af te doden. In de periode van afkoelen, snijden en vermoedelijk te lange verblijftijd bij keukentemperatuur kon vervolgens vermeerdering van het aantal salmonella s optreden. Ook bij verwerking van de eieren in de loempiavulling was er kans op vermeerdering door onvoldoende koeling. Bij verhitting van de (grote) loempia s in frituurolie zal niet altijd een voldoende hoge interne temperatuur wor- 164

13 den bereikt om aanwezige salmonella s volledig af te doden, zeker niet wanneer bij een bestelling van 25 loempia s de verblijftijd in de frituurolie vermoedelijk wordt bekort en/of de temperatuur van de olie te laag wordt. Salmonella wordt incidenteel aangetroffen in en op eieren. Bij onderzoek van de VWA in 1999 bleken minimaal 14 (0,03%) van eieren Salmonella-positief. 1 Momenteel wordt dit onderzoek herhaald en voorlopige resultaten wijzen op een lager besmettingspercentage dan gevonden in het onderzoek van Ondanks de zeer lage prevalentie zullen voedselbereiders er vanuit moeten gaan dat eieren besmet kunnen zijn met Salmonella. Uitbraken van salmonellose gerelateerd aan consumptie van gerechten die met rauwe eieren zijn bereid worden nog steeds gerapporteerd. 2 E. de Boer, levensmiddelenmicrobioloog Voedsel en Waren Autoriteit, Regio Oost, enne.de.boer@vwa.nl, H. Frantzen, sociaal-verpleegkundige GGD Zuid-Limburg, J. Bosch, arts-infectieziekten GGD Zuid-Limburg, F.J.G.M. van der Zanden, teamleider microbiologie VWA Regio Zuid. Literatuur 1. de Boer, E, Wit, B. Salmonella in eieren. Tijdschrift voor Diergeneeskunde 2000 (125) 4: Götz, H.M., van den Broek, M, van de Graaf, M, Stevens, M. Eén ei als Salmonellabom. Infectieziekten Bulletin 2003 (14) 8: I B Tuberculose bij Lima de manenrob In september 2006 komt er bij de GGD een verzoek van de bedrijfsarts van een dierentuin om het personeel te screenen op tuberculose omdat een manenrob overleden is aan tuberculose. Lima, een Patagonische zeeleeuw, ook wel manenrob genoemd, is in Frankrijk in 2001 in gevangenschap geboren uit ouders die in het wild gevangen zijn. In 2002 komt ze in een dierenpark in Nederland. Vanaf 2005 is ze niet fit. In juni 2006 heeft ze een verminderde eetlust en ze vermagert. Ze knapt weer wat op, maar blijft te mager. Begin september zit er oud bloed in de feces, ze wordt kortademig en suf. Kort daarop overlijdt ze. Er wordt, zoals bij alle dieren die in dit dierenpark overlijden, obductie gedaan in Utrecht bij de Faculteit voor Diergeneeskunde, afdeling Veterinaire Pathologie. Daar worden in diverse organen en lymfklieren uitgebreide tuberkels met centrale necrose en verkazing gevonden. Vanuit Utrecht wordt longweefsel naar het Centraal Instituut voor DierziekteControle (CDIC) in Lelystad gestuurd. Daar constateert men in het weefsel zeer veel zuurvaste staven en granulomateuze ontstekingen. De PCR voor Mycobacterium pinnipedii blijkt positief. M. pinnipedii komt voornamelijk voor bij vinvoetigen (pinnipedii). De bacterie is nauw verwant aan M. bovis en valt dan ook onder het M. tuberculosis-complex. Gevolgen De diagnose heeft grote gevolgen voor het dierenpark: Alle 28 manenrobben worden getest met een vergelijkende huidtest met aviaire- en bovinetuberculine, tevens wordt bloed afgenomen voor een ELISA-test op Mycobacteria. Dit gebeurt onder narcose. De huidtest wordt met een verrekijker afgelezen. Bij een aantal dieren wordt een positieve huidreactie gevonden. Omdat het niet mogelijk is de dieren te behandelen met medicijnen, besluit men ze te euthanaseren. Bij obductie blijkt de bul ook tuberculose te hebben, al is hij niet besmettelijk geweest. De 94 andere zoogdieren die in de directe omgeving van het bassin van de manenrobben verblijven worden ook getest. Dit kan deels zonder verdoving. Bij hen worden geen besmettingen gevonden Het park is onder toezicht geplaatst van de veterinaire inspectie en er mag tot nader order geen zoogdier meer levend het park in of uit. 165

14 Twee jonge manenrobbullen, die naar een ander park zouden verhuizen, worden geëuthanaseerd omdat er binnen de groep geen plaats meer is. Deze dieren zijn belangrijk voor de eerste screening van mogelijke verspreiding. De voedershows, waarbij het publiek de manenrobben vis voert, worden afgelast. Het personeel moet een FFP2-mondmasker dragen tijdens het reinigen van het nachtverblijf. De manenrobben produceren daar namelijk veel ontlasting. Het is een donkere, vochtige ruimte die dagelijks met een hogedrukspuit wordt gereinigd. Avondrondleidingen waarbij bezoekers in kleine groepen in de nachtverblijven van de manenrobben kunnen kijken worden afgelast. Er mogen geen stagiaires meer werken bij de manenrobben. De pers wordt geïnformeerd. Het personeel moet worden gescreend. Contactonderzoek Screening van het personeel gebeurt door de afdeling tuberculosebestrijding van de GGD. In totaal wordt bij 55 personen een tuberculinehuidtest gedaan. De eerste ring bestaat uit 25 personen. Zij hebben allen contact gehad met de manenrobben. Eén persoon komt voor het maken van een longfoto in aanmerking, 24 personen krijgen een tuberculinehuidtest (THT) en bij 3 personen wordt een positieve reactie gevonden. Bij 3 andere personen wordt een kleine huidreactie gevonden en zij doen mee aan de tweede ronde van het onderzoek. Op grond van de bevindingen wordt besloten om het onderzoek uit te breiden naar de overige dierverzorgers, tuinmannen, medewerkers van de technische dienst en een aantal vrijwilligers die in de avonden rondleidingen achter de schermen geven. Er worden in deze groep geen nieuwe besmette personen gevonden. Alleen bij de 3 personen uit de eerste ring worden in de tweede ronde besmettingen vastgesteld. Bij geen van de in totaal 6 besmette personen wordt een afwijking op de longfoto gevonden. Ze krijgen een halfjaar profylactisch isoniazide voorgeschreven. Bij 1 persoon ontwikkelen zich 2 ½ maand na de start van de medicamenteuze behandeling leverfunctiestoornissen als bijwerking van de isoniazide. De behandeling wordt gestaakt. Laatste bericht Omdat het testen van de manenrobben een tijdrovend karwei is, wordt dat in kleine groepen gedaan. In de tweede ronde van het onderzoek worden er meer besmettingen vastgesteld. Al deze dieren worden geëuthanaseerd en gaan voor onderzoek naar het CIDC in Lelystad. Op 17 april 2007 komt een bericht in de krant dat het onderzoek er uiteindelijk toe heeft geleid dat de hele populatie manenrobben moest worden geëuthanaseerd. Het is met name voor het personeel een grote klap dat zoveel dieren in de loop van de periode moesten worden geëuthanaseerd. Een kleine bacterie, grote gevolgen! Met dank aan: drs A. Klarenbeek, dierenarts, dr. A. Kiers, longarts GGD Fryslân, dr. G.H. Koëter, longarts GGD Groningen. Manenrob (Foto: Bas Meelker, 2006). B. Mendelts, sociaal-verpleegkundige tuberculosebestrijding, GGD Groningen, berthe.mendelts@hvd. groningen.nl. 166

15 a r t i k e l e n RIVM/BMT - Rijkscontrolelaboratorium voor Biologische Geneesmiddelen: Elke partij vaccins wordt dubbel en onafhankelijk gecontroleerd Dr. J. Bergers, Dr. C. Wassenaar en Dr. R. Bos. Centrum voor Biologische Geneesmiddelen en Medische Technologie, RIVM, Bilthoven, rogier.bos@rivm.nl. Samenvatting: Hoe veilig zijn onze vaccins? Jaarlijks worden honderdduizenden gezonde kinderen en volwassenen gevaccineerd in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma en bijvoorbeeld het Nationaal Programma Grieppreventie. De overheid stimuleert het vaccineren en houdt toezicht op de kwaliteit van de vaccins. Omdat bij het vervaardigen van vaccins gebruik wordt gemaakt van biologische productieprocessen is er bij elke partij een risico op afwijkingen, zoals een verminderde werkzaamheid of contaminatie met micro-organismen of pyrogenen. Hoe is de controle hierop geregeld en hoe groot is de kans dat er een ondeugdelijke partij op de markt komt? Tot midden jaren tachtig van de vorige eeuw werd elke ampul van een goedgekeurde partij vaccin verzegeld met een rijkscontrolemerk, een zegeltje met datum en onderzoekscode. Een arbeidsintensief systeem dat een vals gevoel van veiligheid kon oproepen, omdat het zegeltje suggereerde dat elke ampul was gecontroleerd. Tegenwoordig wordt het zegeltjes plakken niet meer gedaan, maar nog steeds mag een partij pas op de markt worden gebracht als de overheid een onafhankelijke controle heeft verricht en een vrijgiftecertificaat heeft verstrekt. Het Rijkscontrolelaboratorium voor biologische geneesmiddelen, onderdeel van het centrum voor Biologische Geneesmiddelen en Medische Technologie (BMT) van het RIVM, controleert namens de overheid vaccins en houdbare bloedproducten. In 2005 ontstond er in het veld enige verwarring toen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bij een producent een Good Manufacturing Practice (GMP)-inspectie uitvoerde met een negatief resultaat, terwijl de kwaliteit van de inmiddels verspreide vaccins door het BMT was gecontroleerd en de partijen waren vrijgegeven door het verstrekken van een vrijgiftecertificaat. Wat wordt er nu eigenlijk gecontroleerd voordat een vrijgiftecertificaat wordt afgegeven? Hoe betrouwbaar is het Nederlandse systeem voor de kwaliteit en veiligheid van vaccins? Onafhankelijke controle wettelijk verplicht De overheid, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is er verantwoordelijk voor dat er werkzame en veilige geneesmiddelen op de markt zijn. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) besluit over de toelating van geneesmiddelen op de Nederlandse markt, terwijl een Europese handelsvergunning kan worden verkregen na een positief advies van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik (CHMP) van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA). Is de vergunning eenmaal verstrekt, dan kunnen de geneesmiddelen vrijelijk op de markt worden gebracht. Ook vaccins worden door het CBG en de CHMP beoordeeld. Na toelating zijn er echter extra controles. Net zoals bij andere geneesmiddelen is het essentieel dat partijen vaccins consistent worden geproduceerd overeenkomstig de partijen die klinisch zijn onderzocht op werkzaamheid en veiligheid. Bij vaccins is deze productconsistentie echter moeilijker te bereiken en te waarborgen dan bij chemische geneesmiddelen omdat het productieproces inherent variabel is en het eindproduct heterogeen is en slecht karakteriseerbaar. Deze variabiliteit wordt veroorzaakt door de biologische aard van het uitgangsmateriaal (zoogdiercellen, virussen of bacteriën) en het productieproces (fermentatie). Bovendien zijn de benodigde testen om een vaccin te controleren veelal complex en vertonen een grote variatie. Hierdoor bestaat er bij elke geproduceerde partij meer risico op afwijkingen, zoals een verminderde werkzaamheid of contaminatie met virussen, bacteriën of toxines, dan bij chemische geneesmiddelen. Komt een ondeugdelijke partij op de markt, dan kunnen de gevolgen groot zijn, zowel voor het individu als voor de volksgezondheid. Bovendien onderscheiden vaccins zich van andere geneesmiddelen omdat ze worden toegediend aan een groot aantal gezonde personen, met name aan baby s en kinderen. Een onafhankelijke controle van elke geproduceerde partij is derhalve wettelijk verplicht gesteld in het Besluit immunologische farmaceutische producten: een partij mag alleen op de markt worden 167

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN APRIL 213 INHOUD Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 212 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de soa-centra, aangiftecijfers,

Nadere informatie

APRIL 2014. Pagina 1 van 9

APRIL 2014. Pagina 1 van 9 APRIL 214 Inhoud Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 213 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de centra seksuele

Nadere informatie

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Juni 2013 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid

Nadere informatie

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( ) 10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2012) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties

Nadere informatie

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.

Nadere informatie

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag epidemiologisch bulletin, 9, jaargang, nummer 1 Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag A.P. van Leeuwen, M.P.H. Berns Eind is het Regionaal soa-centrum Den Haag 1 geopend op het terrein van het Medisch

Nadere informatie

9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )

9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( ) 9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2012) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

Regionaal soa-centrum Den Haag

Regionaal soa-centrum Den Haag Regionaal soa-centrum Den Haag Epidemiologisch jaarverslag 212 D. Spitaels, arts infectieziektebestrijding GGD Den Haag J.M. Brand, soa-arts GGD Den Haag M. Keetman, epidemiologisch onderzoeker GGD Den

Nadere informatie

What s hot and what s not? Paul Bijkerk Epidemiologie en Surveillance Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM

What s hot and what s not? Paul Bijkerk Epidemiologie en Surveillance Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM What s hot and what s not? Paul Bijkerk Epidemiologie en Surveillance Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM 1 RIVM - 1909 Opgericht in Utrecht - 1953 Verhuizing naar Bilthoven - 2016 +- 1500 medewerkers

Nadere informatie

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014)

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014) Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2014) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties

Nadere informatie

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel 6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn infectieziekten die door intiem seksueel contact kunnen worden overgedragen. Omdat iemand een SOA kan hebben, zonder

Nadere informatie

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ?

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ? SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ? De afdeling seksuele gezondheid heeft als taken het bestrijden van soa, bevorderen van seksuele gezondheid onder jongeren onder

Nadere informatie

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals Karin Heimeriks, Arbeidshygiënist, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM 1 14 april 2011 Wat kunnen jullie verwachten? Infectieziektebestrijding

Nadere informatie

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013)

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013) Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 6 november 29, week 45 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) wederom

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09

NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2008/09 Een uitgave van: Nationaal Influenza Centrum (NIC): Rotterdam (Erasmus MC), Bilthoven (RIVM); Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL); Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ April 2014 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en

Nadere informatie

Monitoringrapport 2012

Monitoringrapport 2012 Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ 1 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid,

Nadere informatie

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( ) Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2016) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten Het Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten (EPI) bewaakt en analyseert de staat van infectieziekten voor de publieke gezondheid.

Nadere informatie

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie Het centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie (Z&O) doet onderzoek naar microbiële risico s veroorzaakt door besmet voedsel, door pathogenen (ziekteverwekkers)

Nadere informatie

Influenza surveillance

Influenza surveillance Influenza surveillance Tijdens de pandemie Hoe het begon in 2009 Begin april eerste infecties Verenigde Staten/Mexico In Nederland 1 e infectie 30 april 11 juni : WHO pandemie Interpandemische fase Laag

Nadere informatie

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 Wat bespreken Iets over meldingscriteria De nieuwe ziekten (2 minuten per ziekte!) - Wat is de reden om het te melden -

Nadere informatie

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg

Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg Toelichting aanvullende regeling Seksuele Gezondheidszorg Per 1 januari 2012 worden de regelingen Aanvullende Curatieve Soa-bestrijding (ACS) en de Aanvullende Seksualiteitshulpverlening (ASH) geïntegreerd

Nadere informatie

O onbekend. Hulpvraag seksualiteit:

O onbekend. Hulpvraag seksualiteit: Demografie onb Uniek ID Locatie. Datum consult (dd mm jj) Postcode cliënt (4-cijfers) O Geen vast verblijfadres O Wonend in buitenland Geslacht O Man O Vrouw O Transgender Indien Transgender: Voelt zich

Nadere informatie

Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek

Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek 22 juni 2015 De GGD Hart voor Brabant voerde dit onderzoek uit in samenwerking met AMPHI de academische werkplaats van het Radboud universitair medisch

Nadere informatie

Seksueel overdraagbare aandoeningen in Den Haag

Seksueel overdraagbare aandoeningen in Den Haag 2 epidemiologisch bulletin, 23, jaargang 38, nummer 1 Seksueel overdraagbare aandoeningen in 1994-21 Trendmatige ontwikkelingen op de Soa-poliklinieken E.J.M. de Coster, A.P. van Leeuwen, M.P.H. Berns

Nadere informatie

SoaSense. Thermometer 2010 GGD en Oost-Nederland

SoaSense. Thermometer 2010 GGD en Oost-Nederland SoaSense Thermometer 1 GGD en Oost-Nederland Risicogroepen steeds beter bereikt Met genoegen bieden wij u de tweede SoaSense Thermometer van Oost- Nederland (Gelderland en Overijssel) aan. Dit jaar met

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD2013 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD2013 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/ Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD213 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/24.6.214 24.6.214 cijfers infectieziekten in beeld213 West- 1/31 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers infectieziekten

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 ANTWERPEN infectieziektebestrijding /

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 ANTWERPEN infectieziektebestrijding / / Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 213 ANTWERPEN infectieziektebestrijding /24.6.214 24.6.214 cijfers infectieziekten in beeld 213 Antwerpen 1/33 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers

Nadere informatie

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag 1 Mei 2016 Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag Inhoudsopgave Jaarverslag 2015 Fout! Bladwijzer

Nadere informatie

Tuberculose & risicogroepen

Tuberculose & risicogroepen Tuberculosebestrijding Tuberculose & risicogroepen Themadag De Tweede MIJL Maria Knapen Sociaal verpleegkundige tuberculosebestrijding 11 oktober 2014 Programma Introductie Ziektebeeld tuberculose Bron

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/ / Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 213 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/24..214 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers infectieziekten Oost- 213 3 Cijfers infectieziekten 213 1

Nadere informatie

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid

Naar een meer doelmatig soa-testbeleid Naar een meer doelmatig soa-testbeleid Subtitle Inhoud 1. GGD soa-poliklinieken 2. Stijging uitgaven soa-testen 3. Effect nieuwe maatregel 4. Bevorderen doelmatigheid 5. Tot slot 3 Soa-zorg in Nederland

Nadere informatie

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) 8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2012) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Disclosures Gilead, Pfizer, ViiV Eliminatie van infectie: Incidentie

Nadere informatie

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING FACTSHEET 2016 VOORWOORD WIE ZIJN WIJ? De afdeling algemene Infectieziektebestrijding (IZB) van GGD Hollands Noorden houdt zich bezig met het opsporen van infectieziekten om verspreiding

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 VLAAMS-BRABANT Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 VLAAMS-BRABANT Infectieziektebestrijding/ / Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 213 VLAAMS-BRABANT Infectieziektebestrijding/24..214 24..214 cijfers infectieziekten in beeld 213 Vlaams-Brabant 1/32 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers

Nadere informatie

Het hepatitis B -virus is heel besmettelijk en wordt overgedragen door seksueel contact, door bloed-op-bloed contact of bij de geboorte.

Het hepatitis B -virus is heel besmettelijk en wordt overgedragen door seksueel contact, door bloed-op-bloed contact of bij de geboorte. Hepatitis B CWZ is één van de door de NVMDL erkende hepatitis behandelcentra in Nederland. Op de polikliniek Maag-, darm- en leverziekte (MDL) werken meerdere MDL-artsen en een verpleegkundige specialist

Nadere informatie

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening Het centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening (IDS) doet microbiologisch onderzoek, (bijzondere) humane diagnostiek en laboratoriumsurveillance

Nadere informatie

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes

De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes Naam presentator 1-12-2016 De meerwaarde van regionale soa-surveillance op basis van laboratoriumdiagnostiek. Het opsporen van regionale hotspots en lacunes Anne koldenhof Charlie van de Weijden Wim Niessen

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 1 Seksuele Gezondheid Thermometer Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 2 Nog volop werk aan de winkel! Dit is alweer de zesde Thermometer Seksuele Gezondheid voor Oost-Nederland

Nadere informatie

Leerdoel. Huisje, boompje, testje Soa-testen in de huisartsenpraktijk Wie, wat, hoe en waarom? 19 april 2012

Leerdoel. Huisje, boompje, testje Soa-testen in de huisartsenpraktijk Wie, wat, hoe en waarom? 19 april 2012 Leerdoel Huisje, boompje, testje Soa-testen in de huisartsenpraktijk Wie, wat, hoe en waarom? 19 april 2012 Bert-Jan de Boer en Arienne Pameijer 2 INHOUD 1. Het soa consult: introductie 2. Interactieve

Nadere informatie

Jaaroverzichten Incidentie van meldingen van acute hepatitis B in 2011 lager dan ooit

Jaaroverzichten Incidentie van meldingen van acute hepatitis B in 2011 lager dan ooit Jaaroverzichten Incidentie van meldingen van acute hepatitis B in 2011 lager dan ooit F.D.H. Koedijk, M.A.B. van der Sande, S.J.M. Hahné In 2011 werden in Nederland 157 patiënten met een acute hepatitis

Nadere informatie

15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant 15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant Kamervragen van het lid Thieme aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Nieuwe strategieën voor soa-testing in België IRITH DE BAETSELIER

Nieuwe strategieën voor soa-testing in België IRITH DE BAETSELIER Nieuwe strategieën voor soa-testing in België IRITH DE BAETSELIER Epidemiologie België KCE richtlijnen Nieuwe strategieën Overzicht presentatie Pooling strategie Point of care, rapid, zelftest en e-sti

Nadere informatie

SOAP 2018 Demografie

SOAP 2018 Demografie Demografie onb Uniek ID Locatie. Datum consult (dd mm jj) Postcode cliënt (4-cijfers) O Geen vast verblijfadres O Wonend in buitenland Geslacht O Man O Vrouw O Transgender Indien Transgender: Voelt zich

Nadere informatie

Gezondheidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gezondheidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Uw kenmerk : - Bijlagen : - Geachte minister, Gezamenlijk volgen Gezondheidsraad en RIVM/CIb de internationale en nationale ontwikkelingen met betrekking

Nadere informatie

Soa in Noord-Holland Noord. Risicogroepen en trends 2003-2009

Soa in Noord-Holland Noord. Risicogroepen en trends 2003-2009 Soa in Noord-Holland Noord Risicogroepen en trends 2003-2009 Colofon Auteur: Anne Dekker Begeleiding: Bettina de Leeuw den Bouter (epidemioloog GGD) Sector GBO Ingrid Steenhuis (Vrije Universiteit Amsterdam)

Nadere informatie

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2013) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Kan gebeuren SOA QUIZ Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent

Kan gebeuren SOA QUIZ Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent Een eigen SOA spreekuur Over Natjes en Watjes en de rol van de Praktijkassistent Janny Dekker, huisarts Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent Anita Watzeels, onderzoeker GGD Rotterdam Waar gaat deze

Nadere informatie

Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat?

Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat? Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat? Alje van Dam, arts-microbioloog, Amsterdam UMC en Streeklaboratorium, GGD René Vork, relatiebeheerder, Streeklaboratorium, GGD Amsterdam 18 december 2018 Fecal swab

Nadere informatie

Voedselinfectie, versie 6. Voldoet de melding aan het bovenstaande meldingscriterium. Wat is de reden dat u toch wilt melden?

Voedselinfectie, versie 6. Voldoet de melding aan het bovenstaande meldingscriterium. Wat is de reden dat u toch wilt melden? Voedselinfectie, versie 6 lblvoedcontact1 lblmeldcrit lblvoed1 Contactpersoon: Ingrid Friesema Ingrid.Friesema@rivm.nl Meldingscriterium Voedselinfectie(inclusief voedselvergiftiging): Twee of meer patiënten

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht meldingsplichtige infectieziekten in het kader van de Wet Publieke Gezondheid

Kwartaaloverzicht meldingsplichtige infectieziekten in het kader van de Wet Publieke Gezondheid DB /103 Kwartaaloverzicht meldingsplichtige infectieziekten in het kader van de Wet Publieke Gezondheid Hierbij ontvangt u het overzicht van de gemelde infectieziekten die bij de afdeling I&H van de GGD

Nadere informatie

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016 SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2016 WIE ZIJN WIJ? De afdeling Seksuele Gezondheid onderzoekt en behandelt seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Deze GGD-voorziening is aanvullend op die van de huisartsenzorg.

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 27 november 29, week 48 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) afgenomen

Nadere informatie

Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013

Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013 Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013 De achtergrond van de overgang naar het nieuwe inentingsschema met 1 prik minder Waarom is het niet meer nodig

Nadere informatie

Tuberculose Kernpunten 2015 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb

Tuberculose Kernpunten 2015 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb Tuberculose Kernpunten 2015 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 2015 werden 867 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (814 in 2014). De incidentie in 2015 was 5,1 per 100.000 inwoners. Van de

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 11 december 29, week 5 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) afgenomen

Nadere informatie

Jaarcijfers 2014. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2014. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ April 2015 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en

Nadere informatie

Locatie. O heteroseksueel O homoseksueel O biseksueel O onbekend. Hiv Hepatitis B

Locatie. O heteroseksueel O homoseksueel O biseksueel O onbekend. Hiv Hepatitis B SOAP 2019 Demografie Uniek ID Locatie Consultnummer Datum consult (dd mm jj) Postcode cliënt (4-cijfers) O Geen vast verblijfadres O Wonend in buitenland Geslacht O Man O Vrouw O Transgender Indien Transgender:

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2010 Betreft Stand van zaken Q-koorts

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2010 Betreft Stand van zaken Q-koorts > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Prins Clauslaan 8 2595 AJ Den Haag Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.minlnv.nl

Nadere informatie

SOA-SURVEILLANCE IN AIDS REFERENTIECENTRA IN BELGIË

SOA-SURVEILLANCE IN AIDS REFERENTIECENTRA IN BELGIË SOA-SURVEILLANCE IN AIDS REFERENTIECENTRA IN BELGIË Jaarrapport 2007 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel België www.iph.fgov.be Epidemiologie september 2008 Brussel, België Intern

Nadere informatie

Communicatieprotocol boviene tuberculose

Communicatieprotocol boviene tuberculose Communicatieprotocol boviene tuberculose Tuberculose is een infectieziekte die zowel bij mens als dier voorkomt en wordt veroorzaakt door een bacterie van het Mycobacterium tuberculosis complex. De term

Nadere informatie

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Achtergrond Het RIVM en Vernet Verzuimnetwerk B.V. hebben een onderzoek uitgevoerd onder ziekenhuismedewerkers naar de relatie tussen de influenza vaccinatiegraad

Nadere informatie

Advies ad-hoc commissie CPT ten aanzien van de binnenkomstscreening asielzoekers

Advies ad-hoc commissie CPT ten aanzien van de binnenkomstscreening asielzoekers Advies ad-hoc commissie CPT ten aanzien van de binnenkomstscreening asielzoekers D A T U M 19 september 2015 U W R E F. O N Z E R E F. 21.201/CoE/u.15.0050 O N D E R W E R P Aanleiding Sinds enige weken

Nadere informatie

1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) 1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2016) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

SOA-spreekuur. in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen. Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent

SOA-spreekuur. in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen. Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent SOA-spreekuur in de Academische Huisartsenpraktijk Groningen Alie van der Heide, SOA-praktijkassistent TRIAGE Verzoek Soa test/vraag SOA Klachten Geen Klachten Huisarts Soa spreekuur assistente Het SOA-consult

Nadere informatie

Hans Houweling. Commissie Rijksvaccinatieprogramma Gezondheidsraad

Hans Houweling. Commissie Rijksvaccinatieprogramma Gezondheidsraad Hans Houweling Commissie Rijksvaccinatieprogramma Gezondheidsraad Vasteprik-dag 26 april 2011 Advies: algemene vaccinatie tegen hepatitis B achtergrond implementatie Lage prevalentie, maar grote impact:

Nadere informatie

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa)

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa) Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2017) Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) zijn naast luchtweg-, maag-darm- en urineweginfecties de meest

Nadere informatie

Deze informatie is bestemd voor mensen die mee willen doen aan het AMPrEP project.

Deze informatie is bestemd voor mensen die mee willen doen aan het AMPrEP project. Deze informatie is bestemd voor mensen die mee willen doen aan het AMPrEP project. U kunt deze informatie ook vinden op de website van de soa poli van de GGD Amsterdam. Wat is het AMPrEP project? AMPrEP

Nadere informatie

Nieuwe behandelingsopties HCV. Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam

Nieuwe behandelingsopties HCV. Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam Nieuwe behandelingsopties HCV Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam Disclosure Sophie Willemse (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Wat gaat

Nadere informatie

OPVOLGVRAGENLIJST HIV-NEGATIEVE MAN

OPVOLGVRAGENLIJST HIV-NEGATIEVE MAN Pagina van 6 AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Laat de onderzoeksdeelnemers om de tot 6 maanden een opvolgvragenlijst invullen. Let erop dat je de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten

Nadere informatie

Rundertuberculose. (Boviene tuberculose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor dierhouders

Rundertuberculose. (Boviene tuberculose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor dierhouders Rundertuberculose (Boviene tuberculose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor dierhouders Rundertuberculose bij dieren De tuberculosebacterie Mycobacterium bovis veroorzaakt tuberculose

Nadere informatie

Bescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma Bescherm je kind tegen infectieziekten Rijksvaccinatieprogramma Bescherm je kind tegen ernstige infectieziekten Bijna alle kinderen in Nederland worden gevaccineerd tegen ernstige infectieziekten. Daarom

Nadere informatie

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken Nr. 2018/05 Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken pagina 2 van 6 Veel mensen dragen pneumokokken bij zich zonder ziek te worden. De pneumokok kan echter ernstige

Nadere informatie

Hiv in België, hiv-tests, HelpCenter Eerste bilan nieuwe hiv-patiënt

Hiv in België, hiv-tests, HelpCenter Eerste bilan nieuwe hiv-patiënt Hiv in België, hiv-tests, HelpCenter Eerste bilan nieuwe hiv-patiënt Kristien Wouters Instituut voor Tropische Geneeskunde Cursus hiv en aids, de multi-disciplinaire aanpak Les 3 4 maart 2008 www.itg.be

Nadere informatie

BASELINE QUESTIONNAIRE - HIV NEGATIVE MAN

BASELINE QUESTIONNAIRE - HIV NEGATIVE MAN Pagina van 7 BASELINE QUESTIONNAIRE - HIV NEGATIVE MAN AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Vraag de onderzoeksdeelnemers na hun aanmelding om deze basisvragenlijst in te vullen. Let erop dat je de

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport Gemeenteblad Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport Nummer Publicatiedatum Agendapunt initiatiefvoorstel 19.04.2017 Onderwerp Initiatiefvoorstel van de raadsleden

Nadere informatie

BASISVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE MAN

BASISVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE MAN AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Vraag de onderzoeksdeelnemers na hun aanmelding om deze basisvragenlijst in te vullen. Let erop dat u de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten

Nadere informatie

Humane salmonellose overgedragen door reptielen

Humane salmonellose overgedragen door reptielen Humane salmonellose overgedragen door reptielen Feiten en cijfers Lapo Mughini-Gras, DVM, PhD Wilfrid van Pelt, PhD 1 2 december 2014 Salmonella en reptielen - basics Salmonella is een natuurlijke darmbewoner

Nadere informatie

Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie. Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam

Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie. Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie Thijs van de Laar Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam 19 januari 2010 19 januari 2010 Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie 2 Risicogroepen Injecterende drugsgebruikers

Nadere informatie

Seksueel overdraagbare infecties SOI. Artsen-microbioloog Kraan/van der Linden 29 mei 2018

Seksueel overdraagbare infecties SOI. Artsen-microbioloog Kraan/van der Linden 29 mei 2018 Seksueel overdraagbare infecties SOI Artsen-microbioloog Kraan/van der Linden 29 mei 2018 Inhoud Terminologie Epidemiologie seksueel overdraagbare infecties (SOI) SOI gerelateerde syndromen en differentiaal

Nadere informatie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie C.J. Leemrijse M.Bongers M. Nielen W. Devillé ISBN 978-90-6905-995-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax

Nadere informatie

Patiëntenversie Richtlijn seksueel overdraagbare aandoeningen voor de tweede lijn

Patiëntenversie Richtlijn seksueel overdraagbare aandoeningen voor de tweede lijn Patiëntenversie Richtlijn seksueel overdraagbare aandoeningen voor de tweede lijn Soorten soa s Soa s zijn seksueel overdraagbare aandoeningen. Die kun je krijgen als je zonder condoom vrijt. Er zijn verschillende

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht meldingsplichtige infectieziekten in het kader van de Wet Publieke Gezondheid

Kwartaaloverzicht meldingsplichtige infectieziekten in het kader van de Wet Publieke Gezondheid Kwartaaloverzicht meldingsplichtige infectieziekten in het kader van de Wet Publieke Gezondheid Hierbij ontvangt u het overzicht van de gemelde infectieziekten die bij de afdeling I&H van de GGD Haaglanden

Nadere informatie

Humira bij psoriasis. Behandeling met. Poli Dermatologie

Humira bij psoriasis. Behandeling met. Poli Dermatologie 00 Humira bij psoriasis Behandeling met Poli Dermatologie Om Humira goed te gebruiken, is het belangrijk dat u een aantal dingen weet. Lees daarom deze folder goed door. Heeft u na het lezen nog vragen,

Nadere informatie

BASISVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE MAN

BASISVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE MAN Pagina van AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Vraag de onderzoeksdeelnemers na hun aanmelding om deze basisvragenlijst in te vullen. Let erop dat je de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

HBV-vaccinatieprogramma voor risicogroepen

HBV-vaccinatieprogramma voor risicogroepen HBV-vaccinatieprogramma voor risicogroepen Hans van den Kerkhof Paul van Beek Anouk Urbanus Landelijke Coördinatie Infectieziekte (LCI) Centrum Infectieziektebestrijding RIVM 1 Disclosure belangen Hans

Nadere informatie

BASISVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE VROUW

BASISVRAGENLIJST HIV-POSITIEVE VROUW Pagina van AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Vraag de onderzoeksdeelnemers na hun aanmelding om deze basisvragenlijst in te vullen. Let erop dat je de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten

Nadere informatie

Bescherm je kind tegen infectieziekten

Bescherm je kind tegen infectieziekten Bescherm je kind tegen infectieziekten Bijna 95% van alle kinderen in Nederland is gevaccineerd tegen infectieziekten. Door betere hygiëne, een betere gezondheidszorg én door vaccinaties komt sterfte door

Nadere informatie

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( ) Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2015) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties

Nadere informatie

OPVOLGVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE VROUW

OPVOLGVRAGENLIJST - HIV-NEGATIEVE VROUW AANWIJZINGEN VOOR ONDERZOEKSMEDEWERKERS: Laat de onderzoeksdeelnemers om de tot maanden een opvolgvragenlijst invullen. Let erop dat u de juiste vragenlijst uitdeelt. De ingevulde vragenlijsten moeten

Nadere informatie

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waar tegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland

Nadere informatie

Testen op Locatie Resultaten

Testen op Locatie Resultaten Testen op Locatie Resultaten Kristien Wouters Tom Platteau Overzicht presentatie Medische resultaten Risicofactoren volgens seksueel gedrag Risicofactoren volgens hiv-status Conclusies The way forward...

Nadere informatie