De Levende Natuur | september 2019 | 123 Sinds de term natuurinclusieve landbouw voor het eerst werd gebruikt in 2014, in de natuurvisie van de toenmalige regering, lijkt het erop dat natuurinclusieve landbouw een serieuze plek heeft veroverd in de transitie naar duurzame landbouw. De initiatieven en investeringen volgen elkaar in rap tempo op: afgelopen herfst werd in de noordelijke drie provincies een regiodeal natuurinclusieve landbouw gesloten voor 10 miljoen euro. Ook de provincies Noord Holland, Gelderland en Noord- Brabant voeren actief beleid om natuurinclusieve landbouw te stimuleren. Verder werd afgelopen januari een zogenaamde Green Deal Natuurinclusieve landbouw in het groene onderwijs gesloten. Hieraan nemen 27 organisaties uit het hoger en middelbare onderwijs deel, met als doel om natuurinclusieve landbouw een vaste plek binnen het curriculum van de opleidingen te geven. Tenslotte zijn terreinbeherende organisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten gestart met het ondersteunen van boeren die grond bij deze organisaties pachten en natuurinclusief willen worden. Deze initiatieven zijn in lijn met de visie van minister Schouten op Landbouw, Natuur en Voedsel en ook met het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. De ambities zijn vergelijkbaar: landbouw en natuur moeten weer verbonden zijn, niet tegen de natuur in maar met de natuur mee boeren waardoor de biodiversiteit zich weer kan herstellen.