Lees verder
Pyrolyse heeft de toekomst. In Moerdijk is men daarvan overtuigd. Deze technologie is bij uitstek geschikt om uiteenlopende rest- en afvalstromen, van biomassa tot ‘moeilijke’ fossiele plastics te verwerken tot olie, gas en koolstof. Uit onderzoek van Avans Hogeschool blijkt dat met pyrolysetechniek een enorme CO2 besparing gerealiseerd kan worden (zie ook Agro&Chemie 2018/3). Daarom liggen er grote (commerciële) kansen. In dit artikel laten we twee experts aan het woord: Joop Groen van Viride en Paul de Wild van ECN part of TNO. Samen maakten zij een eerste tussenrapport voor het project Pyrolyseproeftuin Zuid-Nederland.
Pierre Gielen

We wilden geen academisch, bespiegelend verhaal’, zegt Joop Groen van Viride. Samen met Paul de Wild van ECN part of TNO maakte hij de tussenbalans op. ‘We wilden een werkvorm die voor de deelnemers iets toevoegt. Daarom hebben we intensief gesproken met de vier technologiepartijen die meedoen in het Proeftuin-project. Zij houden zich bezig met sterk uiteenlopende waardeketens.’

Teknow Systems BV van Laurens Trebes bijvoorbeeld, heeft in de Pyrolyseproeftuin een pilot opstelling met een proces dat is gericht end-of-life plasticstromen afkomstig uit o.a. sorteerlijnen van zowel huishoudelijk als bedrijfsafval. Paul de Wild: ‘Ze hebben een intelligent in elkaar gestoken technologie, waarmee ze plastic residustromen in situ kunnen omzetten tot een bruikbare grondstof, waarmee weer maagdelijke kunststoffen en alternatieve brandstoffen worden geproduceerd. Dat is een megagrote markt met een toenemende waarde, kijk maar naar de huidige prijzen van o.a. diesel en scheepsbrandstoffen. Vele partijen hebben al interesse in de technologie en eindproducten getoond.’

Een tweede kansrijke waardeketen wordt gevormd door het concept van Nettenergy van Rob Vasbinder. Het gaat daarbij om een mobiele installatie voor de verwerking van uiteenlopende houtige biomassastromen. De Wild: ‘Ze rijden gemakkelijk van de ene plek naar de andere, om bij tuinders of fruittelers op locatie reststromen zoals snoeiafval te verwerken. Dat wordt in de machine omgezet naar een olie-achtig product, geschikt als brandstof en/of als grondstof voor chemicaliën, houtazijn en biochar . De houtazijn is een mild, milieuvriendelijk en biologisch afbreekbaar alternatief voor synthetische pesticiden en de biochar is een bodemverbeteraar. Beide toepassingen worden door partner Delphy verder onderzocht. In samenwerking met het Biopolymeer Applicatie Centrum van Avans wordt de toepassing van biochar in bioplastic onderzocht. Biochar, mits toegepast in de grond, is een veelbelovende CO2-negatieve oplossing; 1 kg biochar is equivalent aan 3 kg CO2 opslag.’

Waste4Me van Onno Meijerink en Vincent Toepoel richt zich vooral op kunststof-mengstromen met een hoge calorische waarde. Die nemen in standaard verbrandingsovens te veel capaciteit in beslag. Waste4Me kan deze afvalstromen wel de baas. ‘Feitelijk kraken ze het afval bij hele hoge temperaturen. Je houdt weinig restproduct over en krijgt een gas dat zich makkelijk laat verbranden of een olie voor de petrochemische industrie. Daarmee kun je warmte produceren voor bijvoorbeeld de stadsverwarming en/of direct uit het gas elektriciteit. Een leuke spin-off is bovendien dat Waste4Me nu al is betrokken bij een project dat is gericht op de verwerking van PU-schuim; een omvangrijke, slecht recyclebare afvalstroom.’

CharcoTec van Joep van Doorn en Jacques Poldervaart heeft een geheel ander proces, gebaseerd op langzame pyrolyse, waarmee biomassa wordt verkoold. ‘Met deze installatie is op een vrij eenvoudige manier een mooie kwaliteit vaste brandstof (kool) te maken uit laagwaardige biomassa-reststromen, zoals gras.’ Oorspronkelijk was de installatie ontworpen voor ontwikkelingslanden, maar inmiddels draait er in Groningen een pilot, waarbij 10 ton uit bermgras gemaakte duurzame barbecue-briketten (graskool) wordt gemaakt, die kan concurreren met ‘gewone’ houtskool. Delphy ziet in de graskool een mogelijke bodemverbeteraar en onderzoekt ook alternatief het product als hernieuwbare vervanger van turf in potgrond te gaan gebruiken. Pokon heeft de marktintroductie van de groene graskool op zich genomen als alternatief voor de met fossiele brandstoffen geïmporteerde houtskool uit landen als Polen, Baltische Staten of soms zelfs nog van op nog grotere afstand van Nederland gelegen delen van de wereld.

Ruimte om te experimenteren

De Pyrolyseproeftuin biedt men ruimte om te experimenteren en te werken aan opschaling. Moerdijk biedt daarnaast ook vele mogelijkheden om door te groeien naar commerciele schaal. . De Wild: ‘Je ziet dat er allerlei vragen komen uit de markt, zoals: ik heb niet feedstock A, maar B, werkt dat ook? Dat wil je natuurlijk uitproberen en liefst weer in grotere hoeveelheid. Aan de andere kant heb je afnemers die je vragen om te demonstreren dat je installatie 1.000 uur non-stop goede kwaliteit kan maken, wat in de markt wordt gezien als een criterium voor de betrouwbaarheid. Dat kan hier prima.’

‘De kracht van de Pyrolyseproeftuin is dat je samenwerking stimuleert’, vindt De Wild. ‘Je creëert een omgeving waarin partijen elkaar tegenkomen die bezig zijn met gelijksoortige activiteiten, in een gelijksoortig marktsegment, met technologieën die verschillen, maar wel overeenkomsten hebben. Op die manier versterk je elkaar. Dat is nodig, want het concurrentieveld is internationaal en je moet echt op topniveau presteren, wil je succesvol zijn. Dan helpt het als je de krachten bundelt en open samenwerkt.’

‘Deze manier van innoveren en samenwerken zal nog decennia lang waardevol zijn’, beaamt Joop Groen. ‘De interesse voor pyrolyse vanuit de markt groeit namelijk, vanwege de noodzaak om tot circulaire oplossingen te komen. Je ziet dan ook inmiddels de eerste commerciële successen, bijvoorbeeld de verkoop van Nederlandse pyrolysefabrieken in Finland.’

Ideale locatie

Dat brengt ook interesse met zich mee vanuit andere partijen. Diverse partijen uit andere regio’s tonen interesse om zich in Moerdijk te vestigen, De Wild: ‘Moerdijk is een ideale locatie, er zijn heel veel reststromen beschikbaar, er is een goede logistiek, de grootste chemische complexen van Europa zitten vlakbij. Dus ik zie er wel muziek in dat het verder kan uitgroeien tot een echte Nederlandse hotspot voor pyrolyse.’

Groen vult aan: ‘Er is nog heel veel mogelijk bij het uitbreiden en het complementair sterk maken van de technologie-portfolio van de Pyrolyseproeftuin. Om het ecosysteem te versterken, kun je samenwerken met upstream partijen die een afvalstroom hebben en andere partijen die een technologie hebben die aanvullend is op de signatuur van de Proeftuin, denk aan conversieprocessen en vergassing. Aan de afnemerskant kun je ook kijken naar partijen die geïnteresseerd zijn in die pyrolyse-oliën, gassen en char en daar bodemverbeteraars, energie of chemicaliën van maken. Op al die manieren kun je het ecosysteem versterken. Beschouw dit maar als een uitnodiging aan de lezers van Agro&Chemie die geïnteresseerd zijn in een van die vlakken om contact met de Pyrolyseproeftuin Zuid-Nederland op te nemen.’

 

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Port of Moerdijk.