Koppert zet biologische bestrijding wereldwijd op de kaart
Koppert Biological Systems, met het hoofdkantoor in Berkel en Rodenrijs, zette de afgelopen decennia biologische bestrijding in bedekte teelten wereldwijd op de kaart. Inmiddels richt het bedrijf zich ook steeds meer op de open teelten. De onderneming groeide in vijftig jaar uit van een experimenterende komkommerteler met zijn zoon tot een wereldwijde onderneming met meer dan 1.200 werknemers, vestigingen in 25 landen op nagenoeg alle continenten, en export naar 90 landen.
Op 14 september opende niemand minder dan Koning Willem-Alexander vanwege het 50-jarig bestaan het Experience Centre van Koppert in Berkel en Rodenrijs. Dat Koppert succesvol opereert op de internationale markt bewijzen ook de groeicijfers. Tussen 2005 en 2016 nam de netto-omzet toe van € 50 miljoen tot € 182 miljoen. Er zijn wereldwijd 400 adviseurs in dienst die klanten helpen met het introduceren van biologische plaagbestrijdingen – met onder meer sluipwespen en roofmijten, met natuurlijke bestuiving door hommels en biologische gewasbescherming.
Dat Koppert een toonaangevend Nederlands exportbedrijf is, blijkt ook uit het feit dat sales en marketingmanager Peter Maes in 2008 werd verkozen tot Nederlands exportmanager van het jaar. En in 2012 won het bedrijf de eerste DHL Export Trophy voor toonaangevende exportbedrijven. “De winnaar bewijst al jaren een gedegen exportbeleid te voeren waarbij alle facetten van strategisch exportmanagement belicht worden. Tegen de economische ontwikkelingen in opende het dit jaar een vestiging in Griekenland en in groeimarkt Zuid-Afrika. Ook betrad het de Braziliaanse markt door de overname van Itafort BioProduto. Koppert is een voorbeeld voor vele bedrijven in Nederland”, staat in het juryrapport uit 2012.
Niche-markt
“We zijn in 1967 begonnen vanuit de biologische plaagbestrijding met insecten. Dat bleek een niche-markt in de hoogwaardige kassenteelt”, vertelt business development manager Martin Koppert. “Begin jaren tachtig zijn we de grens over gegaan, eerst naar Engeland en al snel ook naar onder meer Frankrijk en Spanje. Begin jaren negentig volgde Noord-Amerika met de eerste buitenlandse productielocatie en landen als Korea en Japan. Die ontwikkeling is steeds doorgegaan. Ons productportfolio breidde ook steeds verder uit. Er kwamen hommels bij voor natuurlijke bestuiving en later microbiologische middelen. Dat bracht ook nieuwe exportmogelijkheden met zich mee.”
Pioniersdrift is het familiebedrijf niet vreemd, maar marktontwikkelingen hielpen zeker een handje mee. “Dat de eerste dochteronderneming in Engeland kwam, is geen toeval”, legt Peter Maes uit. “Daar viel een aantal chemische middelen weg en enkele gewassen ontwikkelden resistentie tegen chemische middelen. Daar konden wij met biologische middelen mooi op inspringen. In Frankrijk gebeurde iets soortgelijks. Het is dus voor een deel follow the flow.”
Intensieve banden
Een ander sterk punt van Koppert is volgens Maes dat het bedrijf 400 consultants in dienst heeft die de boeren en tuinders begeleiden die producten afnemen van het bedrijf. “We zitten heel dicht bij de ondernemers die onze klanten zijn en kunnen goede oplossingen aandragen voor de problemen waar ze tegenaan lopen. Die intensieve band met de klant werkt erg goed.”
Een andere verklaring voor de succesvolle expansie van het bedrijf is volgens Martin Koppert dat de vestigingen in het buitenland veel vrijheid en vertrouwen krijgen. “Wij vertrouwen op het lokale ondernemerschap en de creativiteit van de mensen die bij onze dochterondernemingen werken. Zij weten als geen ander wat er in zo’n land speelt en welke strategie je moet volgen om daar succesvol te zijn.”
Netwerken
Daarnaast gelooft Koppert ook in de kracht van netwerken. “We hebben samenwerkingsverbanden met onderzoeksstations, met partners uit het bedrijfsleven en de kennisinstellingen. En we willen graag een ketenpartner zijn; integrale oplossingen bieden en daarvoor samenwerken met andere partijen in de keten. Dat blijkt goed te werken.”
Overnames zijn in beginsel niet de manier van Kopert om expansie vorm te geven, maar soms doet het bedrijf dat wel. “De belangrijkste overname was wel het Braziliaanse Itafort BioProduto in 2012. Dat had vooral te maken met het feit dat dat land zeer complexe regelgeving heeft voor de registratie van middelen. Door de overname kregen we makkelijker markttoegang tot Brazilië. Verder gaat onze groei vooral organisch, maar wel vanuit een gezonde ambitie om onze producten wereldwijd zo goed mogelijk te vermarkten”, legt Koppert uit.