Publicaties

Hernieuwing voor de vergunning voor import en verwerking van genetisch gemodificeerde maïs Bt11

Adviezen | 11.02.2019 | CGM/190211-01

De COGEM is gevraagd om te adviseren over de hernieuwing van de vergunning voor import en verwerking van de genetisch gemodificeerde (gg-) maïslijn Bt11. In deze lijn komt het pat gen tot expressie waardoor de plant tolerant is voor herbiciden met als werkzame stof glufosinaat-ammonium. Daarnaast komt het cry1Ab gen tot expressie waardoor de plant resistent is tegen vraat door bepaalde plaaginsecten die behoren tot de vlinderachtigen.
De vergunning voor de import van Bt11 maïs is in 1998 afgegeven en in 2010 voor een periode van 10 jaar hernieuwd. De COGEM heeft eerder over beide vergunning-aanvragen positief geadviseerd.
Verwildering van maïsplanten is in Nederland nooit waargenomen. Maïsplanten uit gemorst zaad (opslagplanten) worden hier nauwelijks aangetroffen. Bovendien komt de wilde verwant van maïs (teosinte) in Nederland niet in maïsvelden of in de natuur voor, waardoor de ingebrachte sequenties zich niet naar andere soorten kunnen verspreiden.
De voorliggende hernieuwingsaanvraag bevat onder meer een geactualiseerde moleculaire karakterisering, een recente literatuurstudie, en de resultaten van de verplichte ‘post-market environmental monitoring’ die vanaf 2009 is uitgevoerd. Hieruit komen geen nieuwe inzichten over mogelijke risico’s voor mens en milieu naar voren.
Concluderend acht de COGEM de risico’s van import en verwerking van maïslijn Bt11 voor mens en milieu verwaarloosbaar klein. Omdat een voedselveiligheidsbeoordeling door andere instanties wordt uitgevoerd, heeft de COGEM bij deze vergunningaanvraag de risico’s van incidentele consumptie niet beoordeeld.

Download publicatie