Lees verder
Als Europese hotspot voor groene chemie krijgt het Chemical Cluster Emmen de komende jaren te maken met zeer ambitieuze doelstellingen in het Klimaatakkoord. Eénderde van de landelijke CO2-reductie zou in Groningen en Drenthe moeten worden gerealiseerd, berekende de Industrietafel Noord-Nederland in juli: een reductie van 9 Mton. Hoe gaan de chemiebedrijven in Emmen daaraan bijdragen?
Pierre Gielen

Volgens Cor Kamminga (KNN), als coördinator Taskforce Groene Chemie actief in de regio Emmen, moet een groot deel van CO2-reductie uit de energietransitie komen. ‘Dat neemt niet weg dat er ook een duidelijke rol is voor de chemiebedrijven. De CO2-reductie uit producten en materialen halen, is voor Emmen momenteel het belangrijkste spoor.’

Betekent dit dat de bijdrage die groene chemie kan leveren aan een CO2-vrije toekomst nu eindelijk serieus wordt genomen? ‘Dat zou wel een stap voorwaarts zijn’, zegt Kamminga. ‘Als er kwantitatieve doelstellingen worden gekoppeld aan CO2 en daarmee aan producten en materialen, stimuleer je de marktvraag en dat maakt de circulaire en bio-economie een stuk aantrekkelijker.’

De vraagkant is volgens Kamminga essentieel om de productie ook daadwerkelijk grootschalig en kosteneffectief op gang te brengen. ‘Dat is op dit moment namelijk een bottleneck: investeringen zijn lastig, omdat we op dit moment nog geen volledige bezetting van het machinepark kunnen waarmaken.’

MKB-kracht

De kracht van het mkb mobiliseren door samenwerken is volgens Kamminga een belangrijke voorwaarde om de nodige schaalvergroting wél te kunnen realiseren. ‘Daarvoor hebben we natuurlijk ook SUSPACC in het leven geroepen, een samenwerkingsverband van mkb-bedrijven in de groene chemie en maakindustrie. Anderzijds zou de overheid een actievere rol kunnen spelen in het formuleren van de vraag naar biobased en circulaire producten.’

Volgens Bart Labrie, voorzitter van SUSPACC en CEO van HP Moulding, is de acceptatie van biomaterialen inderdaad een heikel punt. ‘We kijken in Emmen nu al op diverse gebieden naar het ontwikkelen materialen die een bijdrage leveren aan de CO2-reductie, mits ze op grote schaal worden toegepast. Maar als ik tegen een van mijn afnemers zeg dat ik plastic maak uit zetmeel, vraagt die in eerste instantie heel sceptisch: “Ja, en?” We moeten meer aandacht besteden aan de vermarkting.’

Een andere kwestie is dat individuele ondernemers de reductie van CO2 niet specifiek op het netvlies hebben. Zeker als het gaat om energie. ‘Natuurlijk is CO2 een onderdeel van het totale duurzaamheidsplaatje, maar dan praat je over de hele keten, niet alleen over Emmen of Noord-Nederland. Bovendien maakt het dan niet uit of je gewoon plastic maakt of bioplastic, alle processen gebruiken energie. Dat kost nu eenmaal geld. En zaken als emissierechten zeggen de mkb’er weinig. Die zien we namelijk nog niet terug in de energieprijs.’

EMMTEC services

Toch is dat ook een kwestie waar in Emmen volop aandacht voor is. Zo is EMMTEC services, dat bedrijven op het emmtec Industry & Businesspark bij de bedrijfsprocessen ondersteunt, actief op zoek naar vergroening van de activiteiten. De utilities op het park zijn helemaal geïntegreerd; dit zorgt al per definitie voor een CO2-besparing ten opzichte van allerlei standalone faciliteiten. Daarnaast is EMMTEC nauw betrokken bij de waterstof-ontwikkelingen in Noord-Nederland. Als er waterstof op het emmtec Industry & Businesspark komt, worden meteen stappen gemaakt in de vergroening van het park en het verkleinen van de CO2-footprint.

Waterstof kan worden geproduceerd op het terrein van de voormalige gaszuiveringsinstallatie (GZI) van de NAM in Emmen. Hiervoor hebben de gemeente Emmen, provincie Drenthe, NAM, EMMTEC services, Gasunie en New Energy Coalition inmiddels een intentieverklaring ondertekend. Daarnaast vinden er gesprekken plaats met producenten van groen gas, dat als brandstof voor de energievoorziening op het park kan worden gebruikt.

Tenslotte is EMMTEC services met de gemeente Emmen ‘vergaand’ in gesprek over de mogelijkheid om een stadswarmtenet te bouwen, waarin restwarmte uit de fabrieken op het park wordt gebruikt. Daarmee wordt een stap gemaakt in het realiseren van de CO2-doelstellingen van de gemeente.

Wat duidelijk wordt, is dat CO2-uitstoot verminderen vooral een zaak is van vele initiatieven, maar ook van samenwerken. Om met Bart Labrie te spreken: ‘Kijk naar het grotere geheel. Anders zou je misschien kunnen uitkomen op de conclusie dat het noorden het niet haalt, terwijl we dankzij onze duurzame producten hier wel zorgen voor reductie elders in het land en in de ketens.’

De Industrietafel Noord-Nederland telt 26 deelnemers met vertegenwoordigers van onder meer milieu-organisaties, de provincies Drenthe en Groningen, Chemport Europe (de chemieclusters van Delfzijl en Emmen, in totaal zo'n 15% van de Nederlandse chemiesector), de grote energiebedrijven die in de regio actief zijn en een aantal grote bedrijven, zoals Avebe, Suikerunie, NedMag, Gasunie, de papierindustrie en PPG).