Lees verder
Biomassa uitsluitend gebruiken voor de opwekking van elektriciteit, is onrendabel. Het helpt om de CO2-doelstellingen te halen, maar de businesscase is alleen sluitend te krijgen dankzij overheidssubsidies. 'In de toekomst zal dit beschouwd worden als verspilling', verwacht Roger Miesen, CEO van RWE. 'Daarom moeten energiecentrales onderdeel worden van veel bredere waardeketens in de biobased economie.'
Pierre Gielen

Om daarover te spreken, heeft RWE een reeks netwerksessies opgezet onder de noemer Energieveld: bijeenkomsten op het niveau van directies en besturen, waarbij diverse partijen aanschuiven uit de ketens die te maken hebben met biomassa, biomaterialen of bio-chemicaliën. In een vertrouwelijke setting bespreken ze openlijk hun dilemma’s, kansen en knelpunten.

Volgens Miesen is dit nodig om de biobased economie in Nederland van de grond te krijgen. ‘Afzonderlijke innovaties zijn nauwelijks rendabel te maken, Die kunnen namelijk niet concurreren met 100 jaar optimalisatie in de petrochemie, zeker bij relatief lage olieprijzen. We moeten dus nieuwe ketens inrichten, waarin het verbouwen en importeren van biomassa wordt gekoppeld aan een groene chemie. Via bio-raffinage worden zuivere bouwstenen, zoals suikers, aan de grondstoffen onttrokken en geschikt gemaakt voor talloze toepassingen in alledaagse producten. Het restproduct kan dan worden gebruikt voor het opwekken van energie. Zo krijgt zelfs de afvalstroom van biobased ketens waarde. En dragen biomassacentrales eraan bij dat de businesscases van deze ketens positief worden.’

Hoger niveau

Energieveld onderscheidt zich volgens Miesen van de bestaande netwerken in de biobased chemie, doordat de gesprekken op een hoger strategisch niveau plaatsvinden, aan de top van bedrijven. ‘Het gaat ons in eerste instantie om een meer abstracte, overkoepelende visie, de bereidheid van bedrijven om samen te werken in de keten en de mogelijkheden, kansen en beperkingen te onderzoeken. Samen moeten we werken aan het creëren van een groene economie. Pas in een later stadium schuiven de techneuten aan. Die lijn hebben we bewust gekozen.’

Om de sessies concreet te houden, is er altijd inhoudelijke inleiding door een expert aan het begin. De deelnemers krijgen vooraf een gedegen informatiepakket toegestuurd, met recente publicaties. Een goed voorbereide onafhankelijke moderator (Meike de Jong van RTL-Z) houdt structuur in de discussies en zorgt voor inhoudelijke diepgang.

Ontspannen sfeer

Desondanks is de sfeer doorgaans ontspannen. De discussie vindt plaats ‘met de das los’, tijdens een diner aan het eind van de dag en in een aangename ambiance, bijvoorbeeld bij De Munt in Utrecht of Kasteel Groeneveld in Baarn. Dankzij de vertrouwelijkheid van de sessies kunnen deelnemers meer open zijn dan elders en zijn kwetsbaarheden bespreekbaar. ‘Zo bieden we mensen de ruimte om op directieniveau onderwerpen te verkennen, die anders niet op tafel komen. Op deze manier creëren we een voorland voor concrete projecten en trajecten die de partijen zelf kunnen initiëren.’

De reacties van deelnemers zijn positief. Sommigen hebben al meerdere keren meegedaan aan uiteenlopende sessies. Ook worden er volop vervolgafspraken gemaakt, over toekomstig in Energieveld te bespreken onderwerpen of voor bilaterale gesprekken tussen de bedrijven die aan tafel zitten. De Energieveld-organisatie heeft niet de behoefte om daar regie op te voeren. ‘Het belangrijkste is dat het netwerk van partijen die elkaar door het Energieveld-initiatief vinden hechter en fijnmaziger wordt. We hopen hiermee de eerste dominosteentjes om te duwen, voor het vormen van de ketens die we nodig hebben om in Nederland echt een groene economie op gang te brengen. Want er liggen kansen genoeg, maar we moeten ze wel grijpen.’

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met RWE