Een kwalijk luchtje in de werkomgeving

De laatste 3 jaar kreeg GGD Fryslân driemaal een melding van huisartsen over patiënten met een zeer waarschijnlijk arbeidsgerelateerde campylobacterinfectie. Alle patiënten werkten  in pluimveeslachterijen of werkten met slachtafval ( bij 3 verschillende bedrijven). Ook een aantal Regionaal Arts Consulenten (RAC’ers)van het RIVM en Regionaal Veterinair Consulenten (RVC’s)  van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) werd besmet tijdens een bedrijfsbezoek aan een pluimveeslachterij. Uit onderzoek bleek dat zij zeer waarschijnlijk aërogeen besmet waren geraakt. Het is zorgelijk dat de werkomgeving in pluimveeslachterijen en in bedrijven waar men in aanraking komt met slachtafval niet veilig is waardoor werknemers kunnen worden blootgesteld aan biologische agentia. (1,2)

Achtergrond

Uit onderzoeken blijkt dat er een structurele onderrapportage is van beroepsziekten.(3) Zo kunnen werknemers van pluimveeslachterijen of mensen die werken met slachtafval, worden blootgesteld aan biologische agentia, zoals Campylobacter jejuni, in aërosolen en kunnen daardoor ziek worden. In Nederland zijn naar schatting 250 000 mensen die werken met dieren en/of dierlijke producten in de voedingsindustrie en landbouw, die werken met afval, of in contact komen met afvalwaterrioolwater en/of proceswater.       

Campylobcteriose is een verzamelnaam voor infectieziekten die worden veroorzaakt door de Gram-negatieve bacteriën van het genus(geslacht) Campylobacter. De bacterie is een bekende verwekker van zooönotische infectieziekten. Mensen die besmet raken met Campylobacter kunnen klachten krijgen van diarree, buikpijn, krampen, malaise, koorts, misselijkheid en braken. Als zij daarnaast een gestoorde/incomplete antistofproductie tegen Campylobacter hebben, kan de bacterie in de bloedbaan komen en langdurige gastro-intestinale klachten veroorzaken. Besmetting van mens-op-mens komt vrijwel niet voor.

Campylobacteriose is een meldingsplichtige ziekte groep B2 indien de patiënt behoort tot een groep van 2 of meer patiënten die binnen 24 uur hetzelfde hebben gegeten of gedronken en dezelfde symptomen hebben of bij wie de infectie door laboratoriumonderzoek is bevestigd. (4)

Casus 1

Ongeveer 3 jaar geleden kreeg de GGD een melding binnen over een man die binnen ruim 1 jaar 2 keer gediagnosticeerd was met campylobacteriose door Campylobacter jejuni. Het werk van de man was het reinigen van ruimtes met (pluimvee)slachtafval met een hogedrukspuit. Hij had in de betreffende periode tenminste 3 keer klachten van gastro-enteritis gehad, waarbij 2 keer een kweek was ingezet. Hij had enige tijd niet kunnen werken. Tijdens zijn werk droeg de man een schort, handschoenen, laarzen en een beschermbril. De geadviseerde persoonlijke beschermingsmiddelen in de Arbocatalogus pluimvee (5) zijn adembescherming, handschoenen, overmouwen, schort en een beschermbril. De man had enige bedenkingen om contact te hebben met de GGD omdat hij geen klokkenluider wilde zijn. Hij vermoedde dat er een relatie was tussen zijn infecties met Campylobacter jejuni en het werk dat hij deed. Een ex-werknemer van dit bedrijf meldde dat het gebruikelijk was dat nieuwe medewerkers gastro-enteritisklachten ontwikkelden.

Casus 2

Ongeveer 1 jaar geleden kwam bij de GGD een melding binnen over een patiënt met campylobacteriose door Campylobacter jejuni. De man werkte via een detacheringsbedrijf als monteur van machines voor kippenslachtbedrijven. Hij gaf aan altijd last te hebben van moeheid en brijige ontlasting nadat hij in slachtruimtes had gewerkt. Tijdens zijn werk als monteur droeg hij een overall en handschoenen en betrachtte naar eigen zeggen goede handhygiëne. Vanwege zijn ziekte was hij tijdelijk gestopt met zijn werk als monteur en had administratief werk gedaan totdat hij was hersteld. Het detacheringsbedrijf zou contact opnemen met het kippenslachtbedrijf om maatregelen te bespreken ter voorkoming van nieuwe besmettingen.

Casus 3

Ongeveer een half jaar geleden werd een patiënt gemeld met campylobateriose door Campylobacter jejuni. De man werkte bij een pluimveeslachtbedrijf en was mogelijk al eerder besmet geweest. Hij had toen ook klachten van diarree maar er was geen fecesonderzoek gedaan. De man werkte op verschillende afdelingen van de slachterij. Het bedrijf deed er volgens hem alles aan om een veilige werkomgeving te creëren. Hij gaf niet aan welke maatregelen hiervoor werden gehanteerd.

Casus 4

9 van 14 artsen-consulenten en veterinair consulenten van het RIVM en de NVWA kregen gastro-enteritisklachten 2-4 dagen na een bedrijfsbezoek aan een vleeskuikenslachterij. Tijdens het bezoek waren zij niet in contact geweest met met levende of dode kippen. Bij 4 patiënten werd fecesonderzoek gedaan en werd Campylobacter jejuni aangetoond. Alle 4 patiënten waren waarschijnlijk aërogeen besmet. Alle patiënten droegen tijdens het bezoek een wegwerpoverall, een haarnet en plastic schoenhoezen en een snoetje voor degenen met snor of baard.

Besmettingsroute van alle casussen

Vermoedelijk werden alle patiënten uit bovenstaande 4 casussen aërogeen besmet. Deze besmettingsroute blijkt echter niet in alle campylobacterrichtlijnen te worden genoemd. Zo staat hij niet in de richtlijn van het RIVM en ook niet - althans niet met betrekking tot Campylobacter - in de verplichte risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) voor werkgevers (5) Daarentegen staan in de Arbocatalogus Pluimvee wel richtlijnen om aërogene besmetting met Campylobacter te voorkomen.

Acties van de GGD

  • Casus 1. De GGD heeft 2 keer telefonisch contact gehad met de patiënt over onder andere zijn gezondheidssituatie en persoonlijke beschermingsmaatregelen. De GGD heeft de arbo-arts en de kwaliteitsmedewerker van het bedrijf geïnformeerd over besmettingsroutes van Campylobacter. Ook heeft de kwaliteitsmedewerker advies gekregen over passende beschermingsmaatregelen bij het werken met biologische agentia en het voorlichting te geven aan de medewerkers. RI&E zou binnen een half jaar worden uitgevoerd. 
  • Casus 2. De patiënt zou zelf met zijn leidinggevende en eventueel arbo-arts overleggen wat te doen om een besmetting met Campylobacter te voorkomen.
  • Casus 3. Na éénmalig mailcontact wilde de patiënt geen contact meer hebben  met de GGD. De GGD heeft hem geadviseerd contact op te nemen met de arbo-arts over  maatregelen om een besmetting te voorkomen.
  • Adviseren LCI over het aanvullen van de richtlijn Campylobacter met de aërogene transmissieroute.

Knelpunten

Alle campylobacterbesmettingen in de 4 casussen waren aan arbeid gerelateerd. Ze waren niet meldingsplichtig omdat ze niet gerelateerd waren aan het consumeren van besmet voedsel. De besmettingen werden wel gemeld aan de GGD, maar die kon vanwege het ontbreken van een meldplicht, weinig doen. Ook was er vanuit de patiënten zelf weinig bereidheid om mee te werken aan een oplossing om nieuwe besmettingen te voorkomen. Arbo-artsen zien niet alle werknemers met Campylobacteriose waardoor zij geen goed beeld hebben van de omvang van het probleem.

Conclusie

  1. Casuïstiek is suggestief voor aërogene transmissie
  2. Aërogene transmissie blijkt risico voor de gezondheid
  3. Risicobedrijven zijn bedrijven die met biologische agentia werken zoals pluimveeslachterijen

Aanbevelingen

  1. Voorlichting over beroepsrisico en veilig werken is nodig.
  2. Voer structureel een RI&E uit met betrekking tot aanwezigheid en verspreiding van biologische ziekteverwekkers.
  3. Werk aan bewustwording van medewerkers op mogelijke klachten passend bij Campylobacteriose.
  4. Werk aan bewustwording van huisartsen en GGD’en met betrekking tot beroepsgerelateerde infecties.

Auteur

G. Broekman, GGD Fryslân

Correspondentie

g,broekman@ggdfryslan.nl

Literatuur

  1. Posch J, Feierl G, Wuest G, et al. Transmission of Campylobacter spp in a poultry slaughterhouse and genetic characterisation of the isolats by pulsed-field gel electrophoresis. British Poultry Science. 2006 Jun; 47(3) 286-93
  2. Marie A de Peiro , R. Todd Niemeier, Seth J. Levine, Karen Gruszynski and John D. Gibbins Campylobacter Infection in Poultry-Processing Workers, Virginia, USA, 2008-2011.  CDC-EID journal-Volume 19-Number 2-February 2013
  3. Infectieziekten en werk. Hoe pak ik dit aan? Preventie van beroepsziekten. Folder RIVM, Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, TNO, 2017                                                                                                                           
  4. Richtlijn Campylobacter-infecties LCI RIVM
  5. Arbocatalogus Pluimvee van Sociale Zaken Pluimvee Industrie   

 

Infectieziekten Bulletin, jaargang 29, nummer 6, juni 2018