Hoogwaardige grondstoffen afval
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Hoogwaardige grondstoffen afval

  • 15 april 2014
  • Door: Ria Besseling

Het loont voor voedingsfabrikanten om uit rest- en zijstromen van het productieproces maximale waarde uit grondstoffen te halen. En echt niet alleen omdat het tegengaan van voedselverspilling en verduurzaming zo hoog op de agenda staan. Wat levert het op?

De voedingsindustrie, maar ook de farmaceutische industrie, heeft toenemend behoefte aan hoogwaardige ingrediënten en voedingsstoffen als zetmeelderivaten, plantaardige en dierlijke eiwitten, vetten, en geur- en smaakstoffen voor allerlei toepassingen. Met het opwaarderen van reststromen tot producten, ingrediënten en energie is voor voedingsfabrikanten nog steeds efficiencywinst te behalen en omzet te genereren, zeker omdat de inkoopprijzen van agrarische grondstoffen in hoog tempo stijgen.

Koolzaad en meer

TCEGoFour ontwikkelde voor de verwaarding van reststromen een mobiele processor; de ‘Bio Product Processor’ (BPP). Deze processor is ontstaan vanuit onderzoek naar de verwerking van visafval tot biodiesel. De zoektocht resulteerde in het ontwikkelen van een enzym dat oliehoudende gewassen op een biologische manier omzet in hoogwaardige eiwitten voor de voedings- en farmaceutische industrie en biodiesel. Wageningen UR en Rijksuniversiteit Groningen doen momenteel onderzoek naar een verdere verwaarding van reststromen.

Hele agrifoodketen

De BPP wordt bij agrarische bedrijven nog voornamelijk ingezet voor koolzaad. Eigen oogst wordt verwerkt tot onder meer koolzaadwortel, biodiesel en glycerine. Dat zijn producten voor eigen elektriciteit en warmte, plus biologische brandstof voor landbouwvoertuigen. Koolzaad levert daarnaast perskoek op, dat als veevoer dient, maar ook tot onder voedingsstoffen en eiwitten voor de voedingsindustrie kan worden verwerkt. ,,Boeren hebben met eigen verwerking van grondstoffen tot halffabrikaten en biomassa meer invloed op de waarde in de keten”, ziet Peter van der Klok, directeur van TCEGoFour. ,,Maar de Bio Product Processor is ook interessant voor andere schakels in de agrifoodketen. Ook processtromen als slachtafval, oud vet en vet uit rioolputten kunnen met duurzaam verwerken meer waarde krijgen. De mobiele processor kan bij voedingsproducenten op locatie worden ingezet voor bijvoorbeeld het verwerken van zij- en reststromen tot eiwitten, of van algen en rioolslib voor energievoorziening.”

Hoe werkt het?

De processor werkt volgens het cascaderingsprincipe en bestaat uit vier afzonderlijk te plaatsen containers: voor glycerol, peptiden, raffinaderij en APPO (Advanced Pure Plant Oil, biologische brandstof).  Het enzymatisch proces bestaat uit plantaardige olie plus bio-methanol of bio-ethanol waaraan een enzym, een lipase van diverse soorten micro-organismen, wordt toegevoegd. De glycerolcontainer fermenteert industriële ontvetters, en levert nutriënten als medische glycerine en zepen. De peptidencontainer heeft als output antimicrobiële peptiden, voedings- en smaaknutriënten, veevoer en een stroom overig. Uit de raffinagecontainer komt organisch materiaal, veevoer, varkensvoer, fosfaten en kalium. De output van de APPO-unit bestaat uit perskoek, APPO, elektriciteit, warmte en glycerol; een zoetmaker voor onder meer de bakkerijindustrie. Van der Klok: ,,De BPP moet regelmatig worden gevuld met restproduct om de enzymen actief te houden en kan op afstand worden bediend. Een container van 20 foot kan naar verwachting per jaar 100.000 liter biologische brandstof produceren. Iedere container kan, afhankelijk van de te verwerken processtroom en grondstoffen, op locatie worden geplaatst. We starten nu met de Bio Energy container waarmee bedrijven perskoek, biobrandstof en glycerine kunnen produceren. Spoedig volgen de drie andere containers waarmee de overige grondstoffen kunnen worden gemaakt.”

Investeringskosten

De kostprijs van de biobrandstof is momenteel ongeveer 50 cent onder de gangbare prijs voor reguliere biodiesel. Deze schommelt tussen 30 en 60 cent, afhankelijk van processtroom en volume. De investering voor de installatie is 200.000 tot 300.000 euro.

TCEGoFour verkoopt de BPP-installatie niet, maar houdt de units in eigen beheer. Nadat een voedingsproducent zich heeft gekwalificeerd, plaatst het bedrijf de installatie bij de gebruiker en wordt er een afrekenmodel vastgelegd. ,,Deze werkwijze heeft met het aanvragen voor vergunningen te maken. Dit is de snelste manier om de processor op een locatie operationeel te krijgen.”

Nutriënten en peptiden

Met duurzaam verwaarden in eigen beheer heeft de voedingsindustrie niet alleen meer grip op stijgende grondstofprijzen; bedrijven kunnen er ook zelf elektriciteit en warmte mee opwekken voor directe toepassing op de eigen locatie. Van der Klok: ,,In heel veel waste-stromen blijken, na analyse, veel nutriënten en peptiden te zitten. Door speciaal te ontwikkelen enzymen in te zetten, kunnen we op een biologische manier deze grondstoffen uit de waste-stromen halen en opwaarderen naar hoogwaardige en dure voedingsstoffen.”

Samenwerken loont

,,In de nabije toekomst zal de raffinage zich verplaatsen van de fabriek naar de boerderij,” voorspelt Van der Klok. ,,Degene die de grondstoffen in handen heeft, bepaalt straks wat ermee gaat gebeuren. Voedingsfabrikanten zullen dan meer gaan samenwerken met boeren als directe toeleverancier van niet alleen basisgrondstoffen, maar ook van hoogwaardige ingrediënten. Samenwerken loont: het optimaliseert de productkwaliteit en continuïteit voor de fabrikant, verbetert de prijzen voor boeren en is goed voor de leefbaarheid van het platteland. En dat is uiteindelijk positief voor de totale agrifoodketen,” redeneert Peter van der Klok.

www.bioproductprocessor.com

Bron: TCE