Lees verder
Noord-Nederland is bij uitstek de plaats waar aan groene chemie wordt gewerkt, dankzij krachtige chemie- en kunststoffenclusters rond Emmen, Groningen en Delfzijl, goede zeehavens en ondernemende kennisinstellingen. Chemport Europe (zie kader) zet dit gebied op de kaart. En dat trekt ook nieuwe bedrijvigheid aan.
Redactie

Twee relatief jonge bedrijven kozen voor Chemport Europe vanwege de goede infrastructuur en netwerkmogelijkheden: BioBTX en Enerpy.

‘Vruchtbare omgeving’

BioBTX is voor lezers van Agro&Chemie een goede bekende. Het bedrijf zet biomassa en reststromen om naar chemische bouwstenen, zoals die ook in de petrochemische industrie worden gebruikt: benzeen, tolueen, xyleen en andere aromaten. In juni dit jaar opent BioBTX een pilotplant in het nieuwe ZAP-gebouw op het Zernike-park in Groningen.

‘We zijn erg op Noord-Nederland georiënteerd’, zegt Pieter Imhof van BioBTX. ‘Dit is een vruchtbare omgeving om biobased technologie te ontwikkelen en op te schalen. We werken nauw samen met de Universiteit van Groningen en Syncom, en ook onze labs zijn gevestigd op het Zernike Park. Nu we een pilotplant gaaan opereren in ZAP, wordt de hele infrastructuur daaromheen voor ons geregeld. Provincie en gemeente zorgen bovendien voor een grondige, maar ook soepele afhandeling van vergunningen.’

Van afval naar bouwstenen

In de pilotplant gaat BioBTX in eerste instantie bouwstenen winnen uit vloeibare biomassa, en later ook uit verontreinigde of samengestelde plastics. Imhof: ‘Oorspronkelijk waren we erg biomassa-georiënteerd, nu richten we ons ook op end-of-life materials, die anders niet meer verder te verwerken zijn. Pure plastics kunnen en moeten eenvoudig worden gerecycled en opnieuw gebruikt. Maar als het verontreinigd is, in een composiet is verwerkt of er zijn meerdere lagen op elkaar, dan is plastic moeilijk te scheiden. Meestal rest dan alleen nog dumpen of verbranden. Met onze technologie kunnen wij de plastics toch weer omzetten naar basisbouwstenen, op dezelfde manier als we met biomassa doen. In die zin dragen wij echt bij aan de circulaire economie.’

Op gram- en kilogramschaal is al bewezen dat de technologie werkt, wat onder andere heeft geleid tot eerste bio-based cosmeticadoosje (in samenwerking met Sunoil, Syncom en Cumapol). ‘Maar deze schaal is te beperkt om meteen commercieel de stap te maken. Vandaar dat we deze pilotplant bouwen. Hiermee kunnen we uitgebreidere proeven gaan doen en batches draaien voor potentiële klanten. De plant heeft een capaciteit van 10kg/uur aan feed en enkele kilo’s materiaal aan output.’

Volgens Imhof is de technologie ook nu al commercieel haalbaar. ‘We zijn met een aantal geïnteresseerde partijen in gesprek. Het gaat daarbij om het bouwen van wat kleinere fabrieken, die precies passen bij de grootte van afvalverwerking. Dan praat je over 10 tot 50 kton materiaal. De resulterende producten kunnen verder verwerkt worden in bestaande installaties.’

Radiolyse demoplant

Enerpy is een nieuwkomer in het Noorden. Het bedrijf uit het landelijke Renswoude (Utrecht) verhuist dit voorjaar naar de Eemshaven met zijn demoplant voor radiolyse. Deze technologie is verwant aan de pyrolyse, maar dan met een hoger rendement doordat de energieslurpende convectie en conductie grotendeels worden uitgesloten. ‘Wij maken gebruik van een hoogfrequente golf, waardoor onze installatie met een behoorlijke energielading moleculen kraakt’, zegt Jos Koopmans van Enerpy. Het resultaat: olie, carbon en gas. .

In 2015 bouwde het bedrijf al een demoplant. ‘Dat was voor ons een innovatieproject om van proof of concept te komen tot industriële schaal. Daarmee gingen we in capaciteit ineens omhoog van 80 naar 500kg/uur. We zijn tevreden over de resultaten, hebben ze gedeeld met verschillende partijen en zijn nu bereid om onze installatie te professionaliseren en groter te maken. En dat niet in een boerenschuur, maar op een locatie waar we onze kennis kunnen delen en ons netwerk kunnen uitbreiden.’

‘Wij passen in het netwerk’

In eerste instantie was het plan te verhuizen naar de haven van Rotterdam, maar daar was op korte termijn geen goede locatie beschikbaar. Via iTanks, het kennis- en innovatieplatform voor havengerelateerde industrie, kwam Koopmans terecht in Delfzijl. ‘In overleg met Seaport Delfzijl hebben we een locatie gevonden waar we graag naartoe willen. Niet dat wij een haven nodig hebben, maar daar staan wel vaak meerdere chemiebedrijven en dat zijn onze partners voor de komende jaren. We werken samen met ECN en de Rijksuniversiteit Groningen en zien dat in de omgeving warmte, stoom en koolstoffen worden gevraagd. Wij passen prima in dat netwerk.’

Enerpy gaat op deze locatie ook met Renewi (het fusiebedrijf van Shanks en Van Gansewinkel), proeven doen met verschillende afvalstromen. ‘Zo verwacht ik dat we over een paar jaar een plant hebben die op industriële schaal organische reststromen kan opwerken naar aromaten voor de chemische industrie. Want dat is ons doel. We kijken dan met name naar reststromen die nu nog niet kunnen worden gerecycled, net zoals BioBTX doet. Mogelijk gaan we daarvoor een consortium vormen, waarin de RUG, Renewi en Port of Groningen potentiële partners zijn waar we graag mee zouden samenwerken. Op die manier zoeken we aansluiting bij het Gronings netwerk.’

Chemport Europe is een initiatief dat ten doel heeft de ontwikkeling van de groene economie te versnellen en de chemische sector in Groningen en Drenthe wereldwijd op de kaart zetten, door te focussen op biobased chemie. Binnen Chemport Europe moet bestaande bedrijvigheid een krachtige impuls krijgen, worden nieuwe (inter)nationale ondernemingen aangetrokken en krijgen veelbelovende start-ups een kans. Chemport Europe wordt gesteund door de provincie Groningen, provincie Drenthe, NOM, Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE), Groningen Seaports, Economic Board Groningen, de gemeenten Emmen, Delfzijl en Eemsmond. Ook de Noordelijke kennisinstellingen (RuG, Hanze, Van Hall) en de Zernike Campus Groningen zijn erbij betrokken.