Een koud kunstje
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Een koud kunstje

  • 30 juni 2015
  • Door: Judith Witte

Nekovri is de belangrijkste organisatie in Nederland op het gebied van logistiek van temperatuurgevoelige producten. ‘Een zichzelf respecterende branchevereniging als Nekovri moet over de horizon durven kijken,’ stellen ze op hun website. Wat daar te ontdekken valt? Aloys Putmans, algemeen secretaris van Nekovri, vertelt over ontwikkelingen in de branche, de trends en toekomstverwachtingen.

Leden van Nekovri zijn koel- en vriestransportbedrijven en koel- en vrieshuizen die dienstverlening verzorgen voor derden. De organisatie heeft 135 leden, en vertegenwoordigt daarmee 95 % van de sector. Het bestuur telt 6 leden, in de portefeuille van algemeen secretaris Aloys Putmans vinden we onder andere Energie commissie, Veiligheid, Communicatie, Europese ontwikkelingen en ECSLA - Europese aangelegenheden.

Veranderingen in de voedingsbranche hebben direct invloed op de koel- en vriesbranche. Wat zijn de belangrijkste trends van de afgelopen 15 jaar?

“Koel- en vrieshuizen zijn ontstaan door groei van de volumemarkt, vooral van seizoensgebonden producten. De afgelopen tien, vijftien jaar is onze productkennis enorm toegenomen. Zo weten we hoe we de groei in bijvoorbeeld bloembollen kunnen stoppen tot precies het moment dat wij willen dat ze gaan bloeien. En waren er vroeger teveel appels, dan werd er appelmoes of appelsap van gemaakt. Was het fruit ook daarvoor te slecht, dan werden hele partijen doorgedraaid. Nu zijn we in staat om, dankzij de koelhuizen, appels meer dan 12 maanden te bewaren. Als ze het koelhuis uitkomen, is het alsof ze vers geplukt zijn. Wat ik wil zeggen is dat waar het vroeger bij een vrieshuis slechts ging om het regelen van de temperatuur, er nu enorm veel productkennis is; we weten wat de invloed is van factoren als luchtsamenstelling (verhouding zuurstof-stikstof) en vochtgehalte, van de invloed van licht en donker én van de temperatuur, en dat productspecifiek. Want voor appels is het anders dan voor bananen, tomaten, vlees of vis. Ook de snelheid van invriezen heeft invloed op het product, op de structuur, de smaak en de kleur. Te snel invriezen van vlees bijvoorbeeld maakt de cellen kapot, en dat wil je niet. Wij weten hoe je vlees gecontroleerd invriest, zodat de kwaliteit behouden blijft. De zorg voor de kwaliteit van het product staat centraal.

“Een andere belangrijke trend is dat de leden van Nekovri zich meer en meer hebben ontwikkeld tot de logistieke partner van producenten, importeurs, groot- en detailhandel”, vervolgt Aloys. “Wij doen meer dan alleen producten opslaan. Voor een voedselproducent in Rotterdam verzorgen we bijvoorbeeld ook de contacten in het buitenland, de douane-afhandeling, de contacten met NVWA en het transport naar afnemers.”

Welke positie neemt Nederland in binnen Europa?

“We zijn een klein landje, maar dankzij Rotterdam en Schiphol, de toename van de genoemde ‘waarde-toevoegende handelingen in opdracht van de klant’, en het feit dat we op allerlei manieren proberen de kosten te drukken, is Nederland de grootste in Europa op het gebied van logistiek van temperatuurgevoelige producten.

Historisch gezien gingen bananen bijvoorbeeld altijd naar Antwerpen; omdat ze daar een retourvracht hadden. Zo simpel ligt het soms. Vorig jaar is het binnenhalen van het fruit van Antwerpen naar Vlissingen verhuisd: omdat wij ook retourvrachten kunnen aanbieden, en omdat er een hypermodern koelhuis is gebouwd. Daar zijn complete cellen ingericht met geconditioneerde koelkamers en met een optimale lucht- en lichtsamenstelling. Zo structureren we het rijpingsproces’’.

“Koelen en vriezen is een vak. Wij zien natuurlijk graag dat bedrijven die overwegen een eigen koel- of vrieshuis neer te zetten, in hun sommetje meenemen wat het hen oplevert als ze dit outsourcen. Door gezamenlijk de kosten te drukken, kunnen we scherpere prijzen hanteren voor klanten. Bovendien brengen we kennis en waarde in; dat levert klanten rendement op.

“In een vrieshuis voor friet wordt bijvoorbeeld met nieuwe technieken zoveel zuurstof uit het gebouw gehaald, dat er geen ontbranding meer kan plaatsvinden: voor vuur is zuurstof nodig. Dat levert een flinke reductie op van de kosten voor de brandverzekering. Andere projecten zijn het gezamenlijk inkopen heftrucks, en van energie. Nekovri heeft een centrale energie-inkoop in samenwerking met Powerhouse . Onderzoek heeft aangetoond dat vrieshuizen goedkoper stroom inkopen door gebruik te maken van deze mogelijkheid. De besparing kan oplopen tot boven de 30%. De meeste Nekovri leden hebben al energie ingekocht voor de komende jaren en kijken nu naar de inkoop van 2019.”

Ook duurzaamheid is een belangrijk thema. Wat is jullie visie hierover?

“De Nederlandse koel- en vrieshuizen zijn al vanaf de eerst fase deelnemer in het convenant Meerjarenafspraken Energie-efficiency (MJA) in samenwerking met RVO. Na MJA1 en MJA2 loopt nu het MJA3 convenant. Deelnemende bedrijven uit de koel- en vriesbranche leveren een bijdrage aan de verbetering van de energie-efficiency binnen de branche.”  

'Koelen is een vak, de zorg voor de kwaliteit van het product staat altijd centraal'

“In het kader van duurzaamheid zijn we in het najaar van 2014 gestart met de campagne  ‘Het is een koud kunstje’. Doel van de campagne is om ondernemers en werknemers bewust te maken van ingesleten gedragspatronen, waardoor we energie verliezen. Als we de werkvloer op een positieve manier aanspreken, is dat niet alleen goed voor het milieu, maar het levert ook zo een paar procent rendement op. De tijd is rijp om de verbetertrajecten tussen de oren van de mensen te krijgen, de werkvloer ervan bewust te maken dat ook zij door duurzamer bezig te zijn, een paar % van de kosten kunnen drukken; door bijvoorbeeld lampen uit te doen, deuren te sluiten, een betere afvalscheiding en zuinig om te gaan met materieel.”

Vanaf januari 2015 mag R22 niet meer bijgevuld worden, en ook de Europese regelgeving voor fluoriserende gassen is onlangs gewijzigd*. Welke consequenties heeft dat voor bedrijven?

De tekst ‘Verordening (EU) Nr. 517/2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen’ is gepubliceerd in het officiële publicatieblad van 20 mei 2014, en heeft  Verordening (EG) nr. 842/2006 op 1 januari 2015 vervangen.

“De focus in onze branche ligt bij het opslaan van landbouwbouw- en visserijproducten.  Landbouwbeleid wordt grotendeels in Brussel bepaald; het is dus belangrijk om juist het Europese beleid goed te volgen en er dicht bovenop te zitten. We praten mee op hoog, bijna politiek niveau. In 2025 moeten we helemaal van de F-gassen af zijn. Dat is een flinke klus, want op dit moment werkt zeker 75% van huidige installaties in Nederland op F-gassen. Als je je installatie goed onderhoudt, gaat hij wel 25 tot 30 jaar mee, dus er zijn er nog heel veel van. We steunen Brussel in hun beleid, mits we de mogelijkheid krijgen de transitie gefaseerd aan te pakken en er goede financieringsmogelijkheden zijn.”

Waarom moeten de F-gassen verdwijnen en wat is het alternatief?

“F-gassen zijn bijzonder schadelijk voor het milieu vanwege de enorme CO2 uitstoot. Dat er toch zoveel installaties op dit koudemiddel werken, valt te verklaren uit de historie. Het natuurlijke koudemiddel ammoniak heeft het imago kankerverwekkend te zijn. Als je er zorgvuldig mee omgaat, is het volledig beheersbaar, maar juist in de tijd dat er een hoos was in de bouw van koel- en vrieshuizen, stond de overheid heel sceptisch tegenover het gebruik ervan. Er werd dus gekozen voor de veel energiezuinigere fluoriserende gassen.”

“Vervangen van de installatie in een vrieshuis doe je niet zomaar even. Heb je een auto met airco op F-gassen, dan kun je die in een dag laten ombouwen. Maar zet je de koeling uit in een vrieshuis, waar het 30 jaar lang op -30 graden Celsius was, dan scheuren de muren, en moet je eigenlijk een heel nieuw gebouw neerzetten. Een bijkomend probleem bij vervangen is het financieren; banken willen niet investeren in de ombouw van een installatie die minder energiezuinig is. We moeten als branche echt nadenken hoe we dit gefaseerd aanpakken. Er zijn goede alternatieven, zoals natuurlijke koudemiddelen (ammoniak) of een cascade-systeem.”

Innovaties volgen elkaar snel op, de uitbreiding van de Maasvlakte is een feit, thema’s als voedselverspilling, duurzaamheid en het wereldvoedselvraagstuk staan hoog op de agenda. Hoe ziet u de toekomst van de branche?

“We verwachten dat binnen nu en 10 jaar 40 procent van de volumemarkt zal plaatsvinden in gesloten ketens, met retail als eindstation. Albert Heijn kiest voor vaste leveranciers. Dat levert kleinere marges op voor de leverancier, maar hij heeft wel de zekerheid van afname en geen zorgen om acquisitie. De retailer krijgt zekerheid van leveringen, er zijn duidelijke afspraken over de kwaliteit van het product, het betekent reductie van de inkoopkosten. Op deze veranderende markt zullen we als branche moeten inspelen.”

“Monitoringssystemen zijn niet meer weg te denken uit onze branche, en ze worden steeds geavanceerder. Je móet de kwaliteit van de producten kunnen garanderen, ook in het kader van tracking en tracing. Dus investeren wij ook hier in nieuwe ontwikkelingen en in onderzoek, onder meer in samenwerking met Wageningen Universiteit. Deze activiteiten worden ondersteund door diverse interne expertteams; we hebben teams bestaande uit leden die zich verdiepen in voedselveiligheid, Arbo, energie.

“Ten slotte verwacht ik dat netwerken steeds belangrijker wordt. Het is het tegenovergestelde van verkopen; bij netwerken geeft je wat weg, bij verkopen wil je wat binnenhalen. Die twee moet je goed scheiden, vind ik. De investering van echt netwerken komt vanzelf terug, daarvan ben ik overtuigd. Er staat een nieuwe generatie aan het roer, die ervoor open staat om kennis te delen, om kennis weg te geven. Het gaat uiteindelijk over de kwaliteit van de héle keten. Daarom willen we de bestaande expertteams gaan uitbreiden met leveranciers; met ondernemers die mee willen denken en een aandeel willen leveren aan het ontwikkelen van een toekomstvisie. Er zijn zoveel raakvlakken, er is zoveel kennis. Ik ben ervan overtuigd dat we die kennis met elkaar moeten delen. Onze hoofden zijn te klein om alles alleen te doen.”

www.nekovri.nl

Bron: Portretfoto: ©Annie van Schaik Fotografie, Haven: ©iStock/pidjoe