Direct naar artikelinhoud

Afrika kan in 2050 niet genoeg voedsel produceren voor bevolking

Afrika zal in 2050 niet in staat zijn voldoende voedsel voor de eigen bevolking te produceren, tenzij de opbrengst van de landbouw drastisch omhoog gaat. Als dat niet lukt zal het continent steeds afhankelijker worden van voedselimporten. Dat concludeert een internationaal onderzoeksteam dat onder meer bestaat uit wetenschappers van de Wageningen Universiteit.

Een boer tijdens de oogst in Ivoorkust.Beeld afp

Momenteel voorzien de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara grotendeels (voor 82 procent) in hun eigen behoefte aan graan. Om dit niveau van zelfvoorziening de komende decennia te behouden zal er veel meer graan moeten worden geproduceerd dan nu. In 2050 zal de bevolking ten zuiden van de Sahara volgens schattingen niet alleen zijn gegroeid van 800 miljoen nu tot 2,1 miljard, maar ook iets welvarender zijn geworden.

Om in de toegenomen voedselbehoefte te voorzien zal er 3,4 keer meer graan moeten worden geproduceerd. Dat is een opgave die volgens de onderzoekers niet gehaald zal worden door verhoging van de opbrengst van bestaande landbouwgronden alleen. Er moet meer gebeuren, zoals het telen van meerdere gewassen per jaar, verbetering van de graanrassen en het uitbreiden van irrigatie.

Trendbreuk nodig

De opbrengsten van de Afrikaanse landbouw per hectare zijn laag. Ter illustratie: een maïsoogst levert slechts 20 procent op van het maximaal haalbare, dat wil zeggen als de gewasverzorging optimaal zou zijn, er geen ziektes uitbreken en er voldoende water beschikbaar is voor irrigatie. In Nederland ligt de opbrengst op 80 procent van het maximaal haalbare.

'In Afrika is een trendbreuk nodig', zegt Martin van Ittersum, hoogleraar plantaardige productiesystemen aan de Wageningen Universiteit en eerste auteur van de publicatie in PNAS. 'Als je alle mogelijkheden benut op de huidige landbouwgrond dan zou je in de buurt kunnen komen van zelfvoorziening. De kans dat dat lukt is niet groot. Daarom moet er ook gekeken worden naar het telen van meerdere gewassen in een jaar en uitbreiding van irrigatiesystemen.'

In Afrika is een trendbreuk nodig
Martin van Ittersum, hoogleraar plantaardige productiesystemen

Als dat allemaal niet lukt voorziet Van Ittersum grootschalige uitbreiding van het landbouwareaal in gebieden waar het voldoende regent. 'In sommige landen is dat er niet en in andere landen zal het ten koste gaan van de biodiversiteit. Het zal ook leiden tot extra emissie van broeikasgassen.'

Als de opbrengsten achterblijven zal Afrika afhankelijk worden van de import van granen (maïs, gierst, rijst, sorghum en tarwe). Terwijl een krachtige landbouwsector onmisbaar wordt geacht voor lage-inkomenslanden die de stap naar industrialisatie willen maken. Volgens Van Ittersum moeten andere delen van de wereld Afrika met kennis, kunde en investeringen helpen bij het versterken van de landbouw. 'Het gaat de hele wereld aan. Als er massaal honger uitbreekt komen mensen in beweging.'

Concurrentiestrijd

Erwin Bulte, hoogleraar ontwikkelingseconomie aan de Universiteit Wageningen (niet betrokken bij de publicatie), denkt dat sommige conclusies van de onderzoekers nog aan de optimistische kant zijn. 'Als boeren niet verwachten dat ze zelf beter worden van een hogere opbrengst dan is het rationeel om de bestaande situatie te laten voortbestaan. Zonder investeringen die het risico van droogte wegnemen door de beschikbaarheid van nieuwe droogtetolerante gewassen of door goede verzekeringen kiezen boeren ervoor weinig te investeren in intensivering van de landbouw.'

Om geopolitieke redenen is Afrika erbij gebaat zoveel mogelijk zijn eigen voedsel te verbouwen, zegt Ton Dietz, directeur van het Afrika Studiecentrum in Leiden. 'Voorspeld wordt dat door klimaatverandering in de loop van deze eeuw de grote graangebieden in de VS en Zuid-China zullen verdrogen. China zal een grotere claim gaan leggen op de wereldgraanproductie. Als er een concurrentiestrijd ontstaat om voedsel zal Afrika aan het kortste eind trekken. Omdat Afrika financieel en geopolitiek nog geruime tijd geen krachtige speler op het wereldtoneel zal zijn.'

Als er een concurrentiestrijd ontstaat om voedsel zal Afrika aan het kortste eind trekken
Erwin Bulte, hoogleraar ontwikkelingseconomie

Uitbreiding van het voedselpakket

Invoer van graan is op zich niet onwenselijk, stelt Bulte. Maar er zijn volgens hem weinig voorbeelden van geslaagde economische ontwikkeling die niet hun oorsprong vinden in de ontwikkeling van de landbouw. 'Hoe gaat Afrika betalen voor de voedselrekening?'

Door zich te richten op granen missen de onderzoekers een deel van het Afrikaanse dieet, zegt Dietz. Graan maakt ongeveer de helft uit van het Afrikaanse menu. Het voedselaanbod in Afrika is de afgelopen jaren door toegenomen welvaart aanzienlijk verbreed. Het menu bestaat voor een groot deel uit (kweek)vis, vlees, eieren, fruit, groenten, cassave, zoete aardappelen en bakbananen. 'De onderzoekers kijken onvoldoende naar de uitbreiding van het voedselpakket. De productie van kippen en eieren is geëxplodeerd ten opzichte van een jaar of dertig geleden. Ze worden op een relatief kleine oppervlakte en agro-industrieel geproduceerd.'

De onderzoekers kijken onvoldoende naar de uitbreiding van het voedselpakket
Ton Dietz, directeur Afrika Studiecentrum

De toegenomen consumptie van niet-granen, volgens Dietz gunstig voor de voedselsituatie in Afrika, blijft grotendeels buiten de statistieken. Afrikaanse statistieken zijn vaak gebrekkig. 'Er bestaat discrepantie tussen landbouwcijfers en gezondheidscijfers. Vooral in steden is de gezondheid veel beter dan je op grond van de officieel gemelde voedselconsumptie zou verwachten.'

Van Ittersum denkt dat voor producten als cassave en peulvruchten min of meer hetzelfde geldt als voor granen. Bovendien wijst hij erop dat voor een intensieve veehouderij ook veel graan of ander veevoer nodig is. 'Voor een kilo dierlijk eiwit heb je drie, vier of vijf keer zoveel plantaardige producten nodig.'