Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Natuur doet het beter zonder exotische planten: bijen en vlinders komen tevoorschijn

Hoe houd je een ecosysteem vrij van indringers?

Een ecosysteem leeft spectaculair op als je het ontdoet van niet-inheemse planten, blijkt uit een studie op de Seychellen. Vraag is alleen: hoe houd je het gebied vrij van indringers?

Als exotische planten in natuurgebiedjes worden verwijderd, komen er meer bijen en vlinders tevoorschijn en verbetert de bestuiving van de oorspronkelijke, inheemse flora. Dat leidt tot een verbeterde voortplanting en meer kansen voor natuurherstel dan wanneer exotische planten aanwezig blijven.

Dit lijkt een gerechtvaardigde conclusie na uitgebreide analyse van de structuur van ecologische netwerken in acht van elkaar geïsoleerde bosgebiedjes. Het onderzoek vond plaats op het bergachtige granieteiland Mahé op de Seychellen, een eilandengroep ten noorden van Madagaskar. De studie onder leiding van ecologen van de Technische Universiteit van Darmstadt verscheen vandaag in het tijdschrift Nature.

De onderzoekers verdeelden de acht gebiedjes van elk driekwart tot anderhalve hectare in twee groepen van vier. In het ene kwartet verwijderden ze alle exotische heesters en bomen. In totaal gingen bijna 40.000 exoten voor de bijl. Daaronder waren bekende tropische planten als de aardbeiguave, de ikakopruim en de kaneelboom.

De andere vier proefvelden lieten ze ongemoeid. Om de ontwikkeling zo zuiver mogelijk te observeren, selecteerden de onderzoekers de proefvelden geïsoleerd van elkaar en langs de klippen van het eiland.

Ze lieten het slagveld een half jaar met rust en volgden daarna de groei en bloei in de acht proefvakken gedurende acht maanden. De ecologen maakten een analyse van tientallen netwerken tussen de inheemse planten en de tienduizenden bloemenbezoekjes die ze ontvingen van bestuivers als bijen, wespen, kevers, motten en vlinders.

Zelfs ruim een jaar na de ingreep noteerden de onderzoekers nog bijna 22 procent meer bestuivers in de herstelde ecosystemen

En wat bleek? In de vier proeflocaties waar de exoten waren verwijderd, turfden de wetenschappers 17,4 procent meer bloemen en 22,9 procent meer visite van bestuivers. Zelfs ruim een jaar na de ingreep noteerden ze nog bijna 22 procent meer bestuivers in de herstelde ecosystemen dan in de proefvakken met exoten. Vooral een drietal inheemse palmsoorten profiteerden van het herstel.

Spectaculair herstel

Een heel stoere studie, zegt Merel Soons, ecoloog aan de Universiteit Utrecht. "Het moet een enorme klus zijn geweest om 40.000 planten te verwijderen. En vervolgens is het indrukwekkend te zien hoe snel de netwerken van inheemse bestuivers zich herstellen."

Soons zou het spannend vinden een soortgelijke studie in onze streek uit te voeren, al waagt ze op voorhand te betwijfelen of hier een dergelijk spectaculair herstel zal optreden.

"Belangrijke bestuivers als de algemeen voorkomende bijensoorten zoeken hun voedsel ook bij exotische planten", zegt Soons. "Als je die planten weghaalt in een situatie met te weinig of te veel van elkaar geïsoleerde inheemse waardplanten is er geen winst. Zeldzame inheemse bestuivers blijven het dan moeilijk houden, exoten of niet."

'Belangrijke bestuivers als de algemeen voorkomende bijensoorten zoeken hun voedsel ook bij exotische planten'
Merel Soons, ecoloog

Op Wageningen University & Research is ook plantonderzoeker Bert Lotz onder de indruk van de studie. "Dat al die inheemse netwerken binnen acht maanden zo'n sprong vooruit maken, getuigt van een enorme veerkracht", zegt Lotz.

Het is mooi als dit het gevolg is van het weghalen van exoten, maar het is de vraag hoe lang de omgehaalde exoten wegblijven. "Veertig jaar geleden haalden we de Amerikaanse vogelkers massaal weg uit de Veluwse bossen", aldus Lotz. "De openvallende plaatsen werden echter al snel ingenomen door... de Amerikaanse vogelkers. Intussen hebben we deze exoot geaccepteerd."