Kansen voor de kwabaal in Gelderland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kansen voor de kwabaal in Gelderland"

Transcriptie

1 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Kwaliteit leefgebieden en geschikte herstelmaatregelen Frank Spikmans, Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin

2

3 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Kwaliteit leefgebieden en geschikte herstelmaatregelen Frank Spikmans, Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin

4 Colofon Status uitgave: eindrapport Rapportnummer: Datum uitgave: Titel: Subtitel: Kansen voor de kwabaal in Gelderland Kwaliteit leefgebieden en geschikte herstelmaatregelen Wijze van citeren: Samenstellers: Foto s omslag: Spikmans, F., J. Kranenbarg & A. de Bruin, Kansen voor de kwabaal in Gelderland. Kwaliteit leefgebieden en geschikte herstelmaatregelen, RAVON, 98 p. Frank Spikmans, Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin Jelger Herder Aantal pagina s incl. bijlagen: 98 Projectnummer: Projectleider: Naam en adres opdrachtgever(s): Frank Spikmans Provincie Gelderland Postbus GX Arnhem Ordernummer opdrachtgever(s): (zaaknummer ) 2017 Stichting RAVON, Nijmegen

5 Stichting RAVON Inhoud Samenvatting 2 1 Inleiding Aanleiding Vraagstelling Leeswijzer 6 2 Ecologie en knelpunten kwabaal Ecologie Veranderingen en knelpunten in het leefgebied 9 3 Werkwijze gegevensverzameling en bewerking In beeld brengen verspreiding Bepaling kwaliteit leefgebied Bepaling potenties voor herstel 17 4 Verspreiding en actuele kwaliteit leefgebieden Verspreiding kwabaal in Gelderland Historische verspreiding Actuele habitatkwaliteit in Gelderland Beken en kleine rivieren Grote rivieren Potenties herstel leefgebieden Prioritering maatregelen per gebied 32 5 Mogelijke herstelmaatregelen Herstel overstromingsvlakten Herstel vismigratiemogelijkheden Creëren koudwaterhabitats Herintroductie en bijplaatsing 36 6 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen 39 7 Dankwoord 41 8 Literatuur 42 Bijlage I. Gebiedsbeschrijvingen 45 1 Achterhoek (Waterschap Rijn en IJssel) 45 1a Oude IJssel 45 1b Boven Slinge 46 1c Grote Beek 48 1d Baakse beek & Veengoot 50 1e Berkel 52 1f Schipbeek & Buurserbeek 54

6 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 1g Oude Rijn (Rijnstrangen) 55 2 Gelderse Vallei en Veluwse beken (Waterschap Vallei en Veluwe) 57 2a Voorsterbeek Lage Leiding 57 2b Hierdensche beek 58 2c Heelsumse beek 60 2d Renkumse beek 62 3 Rivierenland (Waterschap (Rivierenland) 64 3a Linge 64 3b Ooijpolder - Het Meertje & Buiten Ooij 66 4 Grote rivieren Waal (Rijkswaterstaat) 68 4a Uiterwaarden bij Loevestein e.o. 68 4b Nevengeul Gameren & Crobsche Waard 70 4c Nevengeulen Opijnen en Hurwenen 71 4d Afferdensch en Deestsche waard 73 4e Uiterwaarden Waal Millingerwaard en Erlecom 74 4f Gendtsche waard 76 4g Klompenwaard 76 4h Lobberdensche waard en Bijland 77 4i Passewaaij 79 4j Beneden Leeuwen 80 5 Grote rivieren - IJssel (Rijkswaterstaat) 81 5a Rhederlaag en Vaalwaard 81 5b Cortenoever 82 5c Uiterwaarden Zutphen - Deventer 83 5d Uiterwaarden Deventer Veessen 84 5e Hoenwaard 86 Bijlage II. Watertemperatuurgegevens 88 Bijlage III. Debiet Rijn Lobith Bijlage IV. Strategie soortbescherming 96 Bijlage V. Waterkwaliteitsscores KRW waterlichamen 97

7 Stichting RAVON

8 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Samenvatting De kwabaal is een bijzondere vissoort, het is de enige kabeljauwachtige die voorkomt in zoetwater. De soort is sterk achteruitgegaan en is daarom in de nieuwe Natuurwet aangewezen als een beschermde soort. Gelderland is door de aanwezigheid van rivier- en beeksystemen, en de bijbehorende (voormalige) overstromingsvlakten, van relatief groot belang voor de kwabaal in Nederland. Voor de provincie Gelderland is het een prioritaire soort voor haar natuurbeleid. Voor de bescherming van leefgebieden en populaties van de kwabaal, is het noodzakelijk om een beter inzicht te krijgen in de huidige verspreiding en de kwaliteit van de mogelijke leefgebieden in Gelderland. Op basis daarvan kunnen beheer- en inrichtingsmaatregelen bepaald worden die voor behoud en uitbreiding van de soort kunnen zorgen. Deze studie heeft zicht daarom gericht op het in beeld brengen van: historische en actuele waarnemingen van de kwabaal, de kwaliteit van (potentiële) leefgebieden en de noodzakelijke maatregelen voor het in stand houden van de populaties. De verspreiding is in beeld gebracht door bestaande gegevens te raadplegen. De kwaliteit van de leefgebieden is beoordeeld op basis van de aanwezigheid van paai- en opgroeihabitat (overstromingsvlaktes) en habitat voor (sub)adulten. De kwabaal was in Gelderland een veel voorkomende soort maar is nu zeer zeldzaam geworden: in de beken is hij helemaal verdwenen, in de rivieren is nog een relictpopulatie aanwezig. Belangrijke oorzaken zijn de normalisatie van beken en rivieren en de regulatie van het waterpeil ten behoeve van landbouw, scheepvaart en veiligheid. De actuele habitatkwaliteit voor de kwabaal is in veel gebieden beperkt. Overstromingen van de oevers in beekdalen en uiterwaarden langs de rivieren doen zich in de huidige situatie niet of onvoldoende lang voor waardoor paai- en opgroeihabitats zijn verdwenen. Door normalisatie zijn beken ook structuurarmer geworden, waardoor schuilplekken en fourageerhabitat is verdwenen. Koudwaterhabitats zijn belangrijk om de zomers te overleven. Daarvoor prefereert de kwabaal een watertemperatuur lager dan 18 o C. De meeste Gelderse beken warmen in de zomer te sterk op. Nader onderzoek is nodig om vast te stellen of er in beken en rivieren nog voldoende koudwaterhabitats zijn in de vorm van diepe kommen, locaties met kwelinvloed, beschaduwing of diepe zandwinplassen. De vismigreerbaarheid is in de grote rivieren geen knelpunt voor de kwabaal. De optrekbaarheid van zijbeken is op veel plaatsen onvoldoende, waardoor paai, foerageeren overzomeringshabitat niet goed bereikbaar zijn. Er is een onvolledig beeld van het actuele voorkomen en de levensvatbaarheid van kwabaalpopulaties in Gelderland. Soortgericht onderzoek op recente en oude vindplaatsen wordt daarom aanbevolen. Aanbevolen wordt om het herstel van de kwabaal in Gelderland te richten op die gebieden waarvan aannemelijk is dat de soort er nog voorkomt: in het IJsseldal met enkele zijbeken en in de Gelderse Poort. Per gebied dient daarvoor een plan uitgewerkt te worden voor de toepassing van maatregel zoals in dit rapport besproken. 2

9 3 Stichting RAVON

10 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De kwabaal (Lota lota) is uniek, omdat het de enige kabeljauwachtige is die in zoet water leeft. De soort is sterk afhankelijk van de overstromingsvlakten in riviersystemen. In veel beken en plassen in Nederland is de kwabaal in de vorige eeuw uitgestorven. De resterende populaties zijn klein en kwetsbaar. Zonder maatregelen dreigt de soort in Nederland uit te sterven. Op de nieuwe Rode Lijst van zoetwatervissen is het de enige soort met de status ernstig bedreigd. Vanwege deze status is de soort ook opgenomen in de nieuwe Wet natuurbescherming die in 2017 van kracht is. Ook in veel andere Europese landen is de kwabaal een Rode Lijst soort met een status van kwetsbaar tot ernstig bedreigd. In het Verenigd Koninkrijk en Wallonië is de soort uitgestorven (figuur 1). Figuur 1. Verspreiding en rode Lijststatus van de kwabaal in Europa. Door de aanwezigheid van rivier- en beeksystemen, en de bijbehorende (voormalige) overstromingsvlakten, is Gelderland binnen Nederland van relatief groot belang voor de kwabaal. De soort kwam voor in de grote rivieren en de daarmee verbonden beeksystemen. De hier langs gelegen overstromingsvlakten vervulden een belangrijke rol als opgroeigebied. Tegenwoordig lijkt er binnen Gelderland alleen in de IJssel nog sprake van een populatie te zijn. Een groot probleem bij het beschermen en behouden van de kwabaal is dat er onvoldoende kennis is over het actueel voorkomen van de soort en daarmee het inzicht in de meest geschikte plaatsen voor herstelmaatregelen. Om de kwabaal in Gelderland voor de toekomst veilig te stellen is het van belang om de nog aanwezige populaties in beeld te brengen en om te onderzoeken waar middels welke maatregelen er kansen liggen om het leefgebied te herstellen. 4

11 Stichting RAVON Portret van de kwabaal De kwabaal is een zoetwatervis uit de familie van de kabeljauwachtigen (Gadidae). Kenmerkende uiterlijke eigenschappen zijn een langgerekt lichaam, groenbruine kleur, gemarmerde tekening, twee rugvinnen, een brede kop en één enkele lange bekdraad in het midden van de onderkaak. In Nederland wordt de soort ongeveer 70 cm omdat de groei voor deze koudwatersoort in de zomer beperkt is, in koude buitenlandse meren worden exemplaren tot 150 cm gevangen. Volwassen kwabaal (foto Blikonderwater) 5

12 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 1.2 Vraagstelling Van oorsprong kwam de kwabaal veel voor in de beek- en rivierdalen van Gelderland. Gedurende de laatste eeuw hebben de aanleg van dijken, ruilverkavelingen, ontginningen en aanpassingen in het waterpeilregime, verslechtering van waterkwaliteit en opwarming van het water de leefgebieden sterk aangetast. Dit heeft geleid tot een sterke achteruitgang van de soort. De beschermde status van de kwabaal (Wet natuurbescherming) en de aanwijzing als prioritaire soort binnen de Provincie Gelderland creëert draagvlak voor het nemen van herstelmaatregelen voor de soort. Tevens is de kwabaal onderdeel van de maatlat voor de visstand van de grote rivieren bij Kaderrichtlijn Water beoordelingen. Behoud en versterking van het huidige kwabaalbestand is daarom van groot belang. Om leefgebieden en populaties te kunnen beschermen binnen Gelderland, is het noodzakelijk om een beter inzicht te krijgen in de huidige verspreiding en de kwaliteit van de mogelijke leefgebieden. Op basis hiervan kan vervolgens middels beheer- en inrichtingsmaatregelen gezorgd worden voor behoud en uitbreiding van deze inmiddels zeer zeldzaam geworden soort. De Provincie Gelderland heeft RAVON daarom opdracht gegeven om: o De historische en meer actuele waarnemingen van de kwabaal binnen Gelderland in beeld te brengen. o De kwaliteit van het leefgebied voor de soort op kansrijke locaties te bepalen. o De noodzakelijke beheer- en herstelmaatregelen voor het in stand houden van de populaties te beschrijven. In de voorliggende rapportage worden de resultaten hiervan beschreven. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een beknopte beschrijving van de ecologie van de kwabaal en de knelpunten voor de soort die er optreden in het huidige Gelderse landschap. In hoofdstuk 3 wordt de werkwijze met betrekking tot het in kaart brengen van de populaties van de soort in Gelderland en de kwaliteit van het leefgebied beschreven. Hoofdstuk 4 beschrijft de resultaten hiervan op hoofdlijnen. De toestand per gebied en de mogelijke inrichtingsen beheermaatregelen worden beschreven in bijlage 1. Hoofdstuk 5 geeft vervolgens een overzicht van de maatregelen waarmee de leefomstandigheden voor de soort verbeterd kunnen worden. Ten slotte gaat hoofdstuk 6 in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen met betrekking tot de instandhouding van de soort in Gelderland. 6

13 Stichting RAVON 2 Ecologie en knelpunten kwabaal 2.1 Ecologie Habitat In Europa komt de kwabaal voor in rivieren, beken, meren en soms in estuaria op plaatsen met koel en zuurstofrijk water. Wereldwijd bezet de soort het hele Holarctische gebied. Van oorsprong kwam de kwabaal in Gelderland voor in de overstromingsvlakten van de rivieren en de beken die op deze rivieren uitmonden. De paaigronden van riviergebonden populaties liggen in de zijbeken van rivieren of in stroompjes die door de uiterwaarden lopen. Het paaisubstraat in meren bestaat vaak uit ondiep, nabij de oever gelegen grove kiezel-, grind- of zandbodems. Soms vindt paai in meren plaats in de diepe delen. Figuur 2. Schematische weergave van de deelhabitats in het leefgebied van de kwabaal (aangepast naar Brackwehr et al., 2016).Volwassen kwabaal leeft in de hoofdstroom en zijbeken waar koel, zuurstofrijk water en schuilplekken aanwezig zijn. Eieren worden afgezet in zijbeken en wateren in de uiterwaarde die (tijdelijk) met de hoofdstroom in verbinding staan. Larven groeien op tot jonge kwabaal die leven in de hoofdstroom. Voortplanting en voedsel De voortplanting vindt plaats in de maanden januari tot maart en kan met name in riviersystemen voorafgegaan worden door een stroomopwaartse migratie vanaf november. De paaitrek kan enkele tot tientallen kilometers lang zijn (Brackwehr et al., 2016). De paai vindt plaats in paren of groepen, waarbij enkele vrouwtjes worden omgeven door enkele tot wel tientallen mannetjes. Vrouwtjes leggen miljoenen kleine eitjes (ca kg/lichaamsgewicht). De eitjes komen na circa 1 maand uit; in Nederland waarschijnlijk in de periode februari maart. In stromende wateren groeien de larven op in ondiepe overstromingsvlakten, in meren in de bovenste waterlaag en de oeverzone. Voor de groei van larven, die aan het einde van de winter uit de eitjes komen, is zoöplanktonrijk water essentieel. In riviersystemen vinden zij dit in de ondiepe snel opwarmende overstromingsvlakten in de uiterwaarden (figuur 2). Het is van groot belang dat dergelijke plaatsen op voor de larven overbrugbare afstanden stroomafwaarts van de paaiplaatsen aanwezig zijn. Na de ontwikkeling van vinnen schakelen de juveniele kwabaaltjes over op een dieet van macrofauna en vis en 7

14 Kansen voor de kwabaal in Gelderland worden nachtactief (lichtschuw). Vanaf deze levensfase is de aanwezigheid van beschutting en schuilplekken zoals stenen, boomwortels, holtes of vegetatie belangrijk. Adulten zijn eveneens nachtactief en verschuilen zich overdag in oeverholten of tussen stenen. Door hun vroege voortplanting vermijden kwabalen concurrentie met andere vissoorten. Watertemperatuur De kwabaal heeft een voorkeur voor koud water. Niet voor niets heeft de soort een arctische verspreiding en is hij met name in de wintermaanden actief, dit in tegenstelling tot de meeste andere zoetwatervissen in Nederland. De volwassen dieren prefereren een watertemperatuur lager dan 12 o C, terwijl jonge kwabaal temperaturen tot 21 o C verdragen. Bij een temperatuur hoger dan o C eet een volwassen kwabaal bijna niet meer en teert dan op opgebouwde vetreserves. Volwassen dieren zijn daardoor slecht bestand tegen langdurige periodes met een hoge watertemperatuur. Een watertemperatuur hoger dan 25 o C wordt gezien als dodelijk. Maar ook bij een temperatuur tussen de 18 en 25 o C verslechtert de conditie van een kwabaal al. De mate waarin ze hiermee om kunnen gaan is ook afhankelijk van de opgebouwde reserves. Bij de herintroducties die in Nordrhein Westfalen in Duitsland worden uitgevoerd, gaat men er vanuit dat in geschikt leefgebied voor de kwabaal de watertemperatuur niet langer dan één maand hoger is dan 18 o C. Brackwehr et al. (2016) stellen dat de watertemperatuur in de zomer niet langer dan een tot twee maanden hoger dan 18 tot 20 o C mag zijn. De voortplanting vindt plaats bij lage temperatuur (0-5 C). Dit hangt samen het temperatuursoptimum voor de beweeglijkheid van kwabaalsperma tussen de 2 en 5 C. Bij temperaturen hoger dan 5 C wordt het sperma onbeweeglijk (Lahnsteiner et al., 1997). Waterkwaliteit De ph is van grote invloed op het voortplantingssucces. Bij een ph lager dan 6 wordt de voortplanting verstoord en komt de instandhouding van de populatie in gevaar. Effecten van een lagere ph zijn afhankelijk van de blootstellingduur (Dillen et al., 2005). De kwabaal heeft een voorkeur voor zuurstofrijk water. In de Bar (Noord-Frankrijk leeft de soort bij zuurstofgehalten van 10 mg/l, 92% verzadiging (Dillen et al., 2005). Een hoge belasting met stikstof en fosfaat is ongunstig voor kwabaal. Dillen et al. (2005) geven aan dat de NH4/N concentratie bij voorkeur lager is dan 0,5 mg/l. 8

15 Stichting RAVON Zwarte Water in de winter. De uiterwaarden staan hier lange tijd onder water in de winter en het voorjaar. Het is een van de weinig bekend plekken in Nederland waar nog jonge kwabaal wordt waargenomen (foto: Blikonderwater). Samenvatting belangrijke habitateisen kwabaal: o o o o o o o o o Leefgebied: rivieren, beken en meren Paai in winter bij watertemperatuur rond 4 o C Paai in rivieren/beken op stromingsluwe zijwateren Paai in meren op grind/zandbodem in oeverzone Opgroei ei/larve in ondiepe, relatief warme delen: o Rivieren/beken: overstromingsvlakten o Meren: oeverzone en zijwateren (polders?) Schuilplekken (dood hout, stenen, holtes, holle oevers) In warm (>18 o C) water verslechterd de conditie o Langdurige warme perioden zijn dodelijk Koudwaterrefugium (in gematigd klimaat) belangrijk voor overzomering Deelhabitats zijn met elkaar verbonden Rivieren / beken / meren Ondiep water voor opgroei Koud water Beschutting Verbondenheid habitats 2.2 Veranderingen en knelpunten in het leefgebied Oorzaken van de achteruitgang van de kwabaal zijn met name het verdwijnen van voortplantingshabitat en versnippering en isolatie van leefgebieden. Daarnaast speelt verhoging van de watertemperatuur en het verdwijnen van overzomeringshabitats waarschijnlijk ook een rol. Deze factoren worden hier nader toegelicht. 9

16 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Waterkwaliteit De waterkwaliteit in Nederlandse wateren was in de 20 ste eeuw lange tijd bijzonder slecht door lozingen vanuit industrie, landbouw en bebouwing. Er waren nog geen of weinig RWZI s en veel van het afvalwater van industrieën en huishoudens, met daarin zware metalen, PCB s en organische vervuiling, werd ongezuiverd geloosd. Deze slechte waterkwaliteit zal zeker aan de afname van de kwabaal hebben bijgedragen. De waterkwaliteit is inmiddels in veel wateren sterk verbeterd. Zo is er in Oost-Gelderse beken sprake van een afname van stikstof en fosfaat (Lenssen et al., 2011). Dillen et al. (2005) bespreken de waterkwaliteitsvereisten van 16 locaties waar de kwabaal voorkomt. Daaruit blijkt dat op deze locaties de ph 7 tot 8 bedraagt en de zuurstofverzadiging meestal tussen de 90 en 100% ligt en dat de kwabaal voorkomt bij fosforconcentraties (P totaal) die variëren van 0,1 tot 0,6 mg/l en stikstofconcentraties (N totaal) van 3 tot 6 mg/l. Deze vereisten van de kwabaal vallen ruim binnen de KRW normen voor bijvoorbeeld langzaam stromende benedenlopen op zand (R5) (ph 5,5-8,5, zuurstof %, fosfor 0,11 mg/l, stikstof 2,3 mg/l). Hieruit kan opgemaakt worden dat de KRW beoordelingen van deze aspecten in goede overeenstemming zijn met vereisten van de kwabaal. Veel beken voldoen momenteel ten dele aan de Kaderrichtlijn Water normen voor de waterkwaliteit. Bijlage 5 geeft informatie over enkele belangrijke waterkwaliteitsaspecten voor kwabaal (zuurstof, ph, fosfor en stikstof) in Gelderse KRW-waterlichamen. Op deze afzonderlijke aspecten scoren de meeste wateren goed. Door invloed van landbouw zijn er nog altijd wateren waar de nutriëntenbelasting te hoog is, wat ook voor kwabaal nadelig is. Aanpassingen hydromorfologie Kwabaal leeft in rivieren, beken en meren. Al deze watersystemen zijn ingrijpend veranderd. De eerste ingrepen aan rivieren vonden al 1000 jaar geleden plaats. Ingrepen bestaan uit bedijking, aanleg van kribben, bochtafsnijding en de aanleg van kanalen. Laag gelegen komgebieden werden ontwaterd door middel van drainagesloten, windmolens en gemalen. Overlaten zijn verdwenen. Het doel hiervan was om overstromingen te voorkomen en land geschikt te maken voor bewoning en agrarisch gebruik. Uiteindelijk zijn de rivieren volledig bedijkt geraakt. Tot slot zijn in de 20 ste eeuw in de Nederrijn Lek ook stuwen aangelegd en werden de Delta werken voltooid. Door de riviernormalisatie werd het zomerbed van de rivier smaller en dieper (door kribben), het verhang groter (door bochtafsnijding) en nam de stroomsnelheid toe. Dit leidt tot erosie van de rivierbodem en insnijding van de rivier, die lokaal wel twee meter kan bedragen (Ten Brinke, 2004). De insnijding van de rivier, ofwel de bodemverlaging in het zomerbed, is het sterkst in de bovenloop van de Rijn (Lobith Tiel), Pannerdens kanaal en de Door sedimentatie van slib zijn de uiterwaarden opgehoogd (uit: Ten Brinke, 2004). IJssel tot Deventer (Reeze et al., 2017) Bij hoogwater wordt sediment in de uiterwaarden afgezet. Slib dat tijdens hoogwater in de uiterwaarden is bezonken, worden bij een volgend hoogwater zelden opnieuw door het water opgenomen, daarvoor is de erosieve kracht van het water te gering (Reeze et al., 2017). Gevolg is dat de uiterwaarden in de 10

17 Stichting RAVON afgelopen 150 jaar zo n 1,5 meter zijn verhoogd (Ten Brinke, 2004). Doordat de rivierloop dieper is ingesneden en piekafvoeren versneld worden afgevoerd, is de overstromingsfrequentie en duur van de uiterwaarden sterk afgenomen. Zo traden overstromingen van de uiterwaarden langs de Rijn bij Lobith in het voorjaar in de afgelopen twee decennia slechts op in 20% van de jaren, en waren deze in de meeste jaren korter dan 10 dagen. In de periode vonden overstromingen van de deze uiterwaarden plaats in ongeveer 75% van de jaren en duurden deze regelmatig langer dan 20 dagen (Reeze et al., 2017). Het gevolg voor de kwabaal is dat er zich in het rivierengebied geen langdurige overstromingen meer voordoen en zijn paai- en opgroeihabitat in belangrijke mate is verdwenen. De normalisatie heeft ook geleid tot homogenisatie van de rivierbodem, waardoor diepe kommen in buitenbochten (belangrijk als koudwaterhabitat) zijn verdwenen. Figuur 3. Overstromingen van het riviergebieden deden zich in het verleden nog regelmatig voor, maar behoren door aanpassingen in het watersysteem (o.a. aanleg stuwen & gemalen en verbetering van dijken). Voor de kwabaal is hierdoor veel van zijn paai- en opgroeihabitat verdwenen (uit: Ten Brinke, 2004). Ook beken zijn sterk veranderd, waarbij vergelijkbare ingrepen zijn gepleegd als in het rivierengebied: bedijking, normalisatie en kanalisatie. Beken zijn rechtgetrokken en breder gemaakt zodat de waterbergende capaciteit toenam en water sneller kon worden afgevoerd. Beboste oevers werden omgevormd tot intensief gebruikte weilanden en akkers. Stuwen zijn geplaatst om het waterpeil te reguleren, waarna het peilbeheer gericht was op de agrarische functies van het omliggende land. Water wordt sneller afgevoerd en overstromingen doen zich nauwelijks meer voor (figuur 3). Voor de kwabaal had dit ook hier tot gevolg dat het paai- en opgroeihabitat is verdwenen. Hiernaast verdwenen ook structuurrijke plaatsen (holle oevers met boomwortels) en diep uitgesleten kommen die van belang zijn als schuilplaats. Tot slot zijn ook meren en polders sterk veranderd. In meren- en poldergebieden in laag Nederland zijn boezems ingepolderd en wordt het waterpeil sterk gereguleerd door stuwen en bemaling. Hierdoor is er een onnatuurlijk peilverloop (figuur 4). De genoemden stuwen, gemalen, sluizen en trajecten met ongeschikt leefgebied verhinderen eveneens de migratie van kwabaal. De kwabaal migreert tussen zijn deelhabitats; van overzomeringshabitat naar paaiplaatsen. Migratie is ook van belang voor de genetische uitwisseling tussen populatie en om nieuwe leefgebieden te koloniseren. 11

18 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Figuur 4. Het waterpeil in polderwateren wordt tegenwoordig sterk gereguleerd, waardoor in de winter en het voorjaar er niet langer sprake is van een hoge waterstand, met overstroomde oeverlanden. Verhoging van watertemperatuur Door lozing van koelwater, effluent van rioolwaterzuiveringen, door klimaatverandering en veranderingen in het landschap (verdwijnen beboste beekoevers) is de temperatuur van het water gestegen. De gemiddelde watertemperatuur van de Rijn bij Lobith nam in honderd jaar tijd met zo n 3 graden toe. Ook is het aantal dagen, dat de watertemperatuur boven de 23 graden stijgt toegenomen (figuur 5, Reeze et al., 2017). De kwabaal heeft een voorkeur voor koud water (zie 2.1). Geschikte leefgebieden voor kwabaal bieden voldoende koele plaatsen waar de kwabaal de zomer kan doorbrengen. Het water mag niet langer dan een tot twee maanden warmer zijn dan 18 tot 20 o C, boven de 25 o C treedt er sterfte van kwabaal op. Ook voor de paai geldt een optimum van tussen de 0 en 4 o C en zal een hogere temperatuur ongunstig voor het voortplantingssucces. 12

19 Stichting RAVON Baakse beek voormalig leefgebied kwabaal Oorspronkelijk bijschrift 1927: "De Baaksche beek, die zich door de Achterhoek kronkelt, ondergaat dankzij het Waterschap een enorme verbetering. De beek toch is een schrik voor verschillende plaatsen, als Winterswijk, Aalten e.a., daar ze in perioden van zware regenval de landerijen en dorpen op verraderlijke vlugge wijze inundeert. Binnen afzienbare tijd hoopt men de beek ook bij hoge waterstand binnen haar oever te houden, door een vlugge afwatering." Bron: Nationaal Archief (gahetna.nl) <1921 Aastrang (Oude IJssel) voormalig leefgebied kwabaal Door kanalisatie van de waterloop in de Aastrang is de morfologische variatie sterk afgenomen, wordt water sneller afgevoerd en doen inundaties zich minder vaak en minder lang voor. >1921 Werkzaamheden Aastrang 1958 Foto: Nationaal Archief (gahetna.nl) Oude IJssel voormalig leefgebied kwabaal Links: Oude IJssel bij Doesburg (jaar onbekend) met natuurlijke oevers. Foto: Nationaal Archief (gahetna.nl) Onder: Oude IJssel bij Doesburg 2017 gekanaliseerd met rechte, structuurloze oevers. Bron: Google streetview 13

20 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Berkel - voormalig leefgebied kwabaal In de jaren 60 van de vorige eeuw is de Berkel gekanaliseerd. Hier zijn de werkzaamheden zichtbaar in 1968 bij Eibergen. Door deze normalisatie heeft de beek al zijn morfologische variatie verloren. Plaatsing van vele stuwen en sterke regulering van het waterpeil leidde tot het verdwijnen van paai- en opgroeihabitat van kwabaal. Foto: Nationaal Archief (gahetna.nl) Barneveldse beek voormalig leefgebied kwabaal Uitvoering werkzaamheden beeknormalisatie en vastlegging van de oever met stortstenen en houten beschoeiing. Foto: Nationaal Archief (gahetna.nl) Esvelder beek - voormalig leefgebied kwabaal <1974 Door kanalisatie is het oorspronkelijke morfologische karakter sterk aangetast, de habitatstructuur is verminderd, water wordt sneller afgevoerd en inundaties doen zich minder vaak en minder lang voor. >

21 Stichting RAVON 3 Werkwijze gegevensverzameling en bewerking 3.1 In beeld brengen verspreiding Van oorsprong kwam de kwabaal in Gelderland voor in beek- en rivierdalen. Om effectieve maatregelen voor het behoud en de instandhouding te kunnen nemen is het van belang om vast te stellen waar de kwabaal nog voorkomt. Hiervoor is de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) geraadpleegd. In deze databank is ook het waarnemingenarchief van RAVON opgenomen. Tevens zijn aan de NDFF historische waarnemingen uit oude rapporten en tijdschriften toegevoegd (Kranenbarg & Spikmans, 2013). Er is onderscheid gemaakt in drie perioden: , en Bepaling kwaliteit leefgebied De kwaliteit van de leefgebieden in Gelderland is in beeld gebracht op basis van de bestaande literatuur over gebieden, de bij de waterbeheerders aanwezige meetgegevens en middels interviews met waterbeheerders (Waterschappen en Rijkswaterstaat). Hierbij is gekeken naar variabelen die van invloed zijn op het voorkomen van de soort zoals het watertype, connectiviteit, peilregime, overstromingskans, waterdiepte, watertemperatuur en aanwezigheid van migratiebarrières. Op basis hiervan is ingeschat wat de kwaliteit is van het beschikbare paai- en opgroeihabitat en habitat voor (sub)adulten en in welke mate dit beschikbaar is. De geschiktheid van paai- en opgroeihabitat voor eieren en larven is beoordeeld op basis van de aanwezigheid van overstromingsvlakten die in verbinding staan met de beek of rivier. De geschiktheid van habitat voor (sub)adulten is beoordeeld op basis van de aanwezigheid van schuilplaatsen en temperatuurgegevens. Bij beoordeling van de connectiviteit is onderscheid gemaakt in longitudinale en laterale connectiviteit. De eerst betreft de mogelijkheid te migreren tussen bovenloop, benedenloop en de rivier. De tweede betreft de verbinding tussen de beek/rivier en naastgelegen wateren. De kwaliteit van een gebied als leefgebied voor de kwabaal is als volgt bepaald: o goed, als zowel de kwaliteit als de kwantiteit van geschikt habitat hoog is. Er is in het betreffende gebied veel hoogwaardig leefgebied beschikbaar; o matig, als de kwaliteit en/of de kwantiteit van de habitat beperkend zijn. Er is in het betreffende gebied weinig hoogwaardig leefgebied beschikbaar; o slecht, als de kwaliteit en/of de kwantiteit van de habitat zeer beperkend zijn. Er is in het betreffende gebied zeer weinig hoogwaardig leefgebied beschikbaar. 15

22 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Beoordeling habitatkwaliteit overstromingsvlakten buitendijks rivierengebied Voor de beoordeling van de habitatkwaliteit van het rivierengebied is een analyse uitgevoerd in GIS. Rijkswaterstaat heeft hiervoor inundatiekaarten van de Rijntakken ter beschikking gesteld welke gebaseerd zijn op de hoogteligging (Actueel Hoogtebestand Nederland) en debiet van de rivier (Lobith). Er is hierbij onder verschillende debietscenario s berekend welke delen van de uiterwaarde inunderen en hoe vaak dat in een jaar gebeurt (tabel 1). Er is daarbij tevens onderscheid gemaakt in wateren die in contact staan met de rivier en geïsoleerde wateren. Om inzichtelijk te maken waar overstromingsvlakten ontstaan in de juiste periode van het jaar voor de kwabaal, zijn debietgegevens uit de periode 1 februari tot en met 15 mei van de jaren bekeken. Aangenomen wordt dat in deze periode de paai plaatsvindt en de eieren en larven zich ontwikkelen. De debietgegevens van de periode zijn opgenomen in bijlage 3. Het minimale en maximale debiet per jaar is weergegeven in bijlage 3. Hieruit blijkt dat het jaargemiddelde debiet tussen 1 februari en 15 mei varieert van 1617 tot 4255 m 3 /s is. In de jaren is er slechts één jaar geweest (2009) waarin het debiet de hele periode (1 februari 15 mei) hoger is geweest dan 1981 m 3 /s. Het debiet is frequent (7 van de 12 jaren) hoger dan 1600 m 3 /s. Op basis hiervan hebben we bij de beoordeling van gebieden gekeken naar gebiedsdelen die bij een debiet van 1016 tot 1981 m 3 /s geïnundeerd zijn. In GIS zijn vervolgens gebieden geselecteerd die voldoende frequent en voldoende lang inunderen. In de kaarten in bijlage 1 zijn uitsluitend gebieden weergegeven die inunderen bij een debiet van 1016 t/m 3036 m 3 /s, omdat debieten hoger dan dat zich nauwelijks langdurig voordoen. Op expert judgement is ingeschat of de overstromingsvlakten voldoende oppervlak hebben. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt welke buitendijkse gebieden langdurig (maar tijdelijk) overstromen en zodoende mogelijk geschikt zijn als opgroeihabitat voor de kwabaal. Tabel 1. Gehanteerde debietgegevens en de daaraan verbonden inundatiekansen in de uitgevoerde GIS-analyse. Debiet bij Lobith m 3 /s Overschrijding (% van de tijd dat gemiddelde afvoer hoger is) Legendakleur in kaarten bijlage % % % % niet weergegeven % niet weergegeven Bepaling aanwezigheid permanente wateren in buitendijks rivierengebied Naast de aanwezigheid van periodiek overstroomde uiterwaarden is het van belang dat er in dergelijke uiterwaarden permanente wateren aanwezig zijn, waarin de nuljarige kwabalen bij het opdrogende van de uiterwaard verder in op kunnen groeien. Om de aanwezigheid van permanent water te bepalen is gebruik gemaakt van de ecotopenkaart van Rijkswaterstaat (Houkes & Buiks, 2011). Daartoe zijn de volgende ecotopen geselecteerd: zeer diep rivierbegeleidend water (> 20 d/j overstroomd), diepe eenzijdig aangetakte nevengeul en diepe nevengeul. Vervolgens zijn de gebieden geïdentificeerd die in potentie langdurig kunnen overstromen en waarbinnen permanente wateren aanwezig zijn. 16

23 Stichting RAVON 3.3 Bepaling potenties voor herstel De potenties voor herstel van kwabaalpopulaties zijn gebaseerd op basis van drie aspecten: o kwaliteit van het leefgebied (watertype, connectiviteit, peilregime, overstromingskans, waterdiepte, watertemperatuur en aanwezigheid van migratiebarrières); o aanwezigheid kwabaal populaties; o mogelijkheden /kansen voor de uitvoering van herstelmaatregelen in het gebied. 17

24 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 4 Verspreiding en actuele kwaliteit leefgebieden 4.1 Verspreiding kwabaal in Gelderland Voor de instandhouding van de kwabaal in Gelderland is het van belang te weten waar de soort voorkwam en waar de soort nu nog aanwezig is. In deze paragraaf wordt de historische en actuele verspreiding in Gelderland beschreven. Indien mogelijk wordt hierbij ook een inschatting gemaakt van de omvang van de populaties. Kennisleemtes in het actuele verspreidingsbeeld worden besproken Historische verspreiding Voor een reconstructie van de omvang van het historische leefgebied van kwabaal is gebruik gemaakt van verspreidingsgegevens uit de periode Uit de periode van voor 1850 zijn nauwelijks documenten over de verspreiding van vissoorten in Nederland voor handen. Om de achteruitgang van de kwabaal inzichtelijk te maken is onderscheid gemaakt tussen de periodes en De verspreidingsgegevens zijn verkregen uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Aanvullende historische gegevens zijn verzameld middels literatuuronderzoek (artikelen, boeken, rapporten) en interviews met beroeps- en sportvissers. Verspreiding in Nederland In de periode kwam de kwabaal nog talrijk voor in ons hele land. (figuur 5). Redeke (1941) vermeld dat kwabaal in het gehele land met uitzondering van de Waddeneilanden en het Hollands Noorderkwartier wordt aangetroffen. In de Friese meren, Zuid- Hollandse plassen en de plassen ten oosten van de Utrechtse Vecht kwam de soort veelvuldig voor. Rond 1950 kwam de kwabaal in tenminste 186 uurhokken (5x5km) voor in Nederland (Kranenbarg & Spikmans, 2013). Er zijn weinig gegevens over de populatieomvang in de vorige eeuw. In Friesland, de Maas en Limburgse beken, het Kromme Rijngebied en de Linge wordt de kwabaal talrijk en algemeen voorkomend genoemd (Broersma (1968), Steenvoorden (1970), Dogterom (1973), Van Wijck (1971). Ook uit interviews met beroepsvissers (Kapelle, 2003) blijkt dat de kwabaal in de vorige eeuw talrijk Figuur 5. Reconstructie van de historische verspreiding ( ) van kwabaal in Nederland. 18

25 Stichting RAVON voorkwam: toen ik een jaar of acht was heb ik met ouwe Kees van der Tol eens 60 pond onder het ijs gevangen (Jan Hoogeveen beroepsvisser te Tienhoven, Utrecht). Uit diezelfde interviews blijkt ook dat de kwabaal aan het einde van de periode al aanzienlijk minder talrijk is en dan nog nauwelijks wordt gevangen. Van de jaren van de vorige eeuw wordt de kwabaal steeds zeldzamer. In de Waal is het een zeldzame verschijning geworden (Oomen & Van Wijck, 1978). Verspreiding in Gelderland De kwabaal wordt gemeld uit de grote rivieren: Waal, IJssel, Nederrijn en Maas. Zo vond Den Hollander (1900) in het vroege voorjaar in de slootjes in de uiterwaarden langs de Waal bij Zaltbommel meer dan eens bezet met tal van jonge kwabaaltjes. Ook is de soort aanwezig in veel van de kleinere rivieren en grotere beken: Linge, Oude IJssel, Boven Slinge, Baakse beek, Berkel, Grift/Vallei kanaal, Ruurlose beek, Barneveldsche beek en Esvelder beek. Van Wijck (1971) geeft aan dat de soort nog vrij algemeen in het begin van de jaren 70. Verspreiding in Gelderland In de periode na 1970 neemt de soort sterk af. Uit de beken en kleine rivieren lijkt de kwabaal nagenoeg te verdwijnen. Er zijn nog enkele meldingen uit de Boven Slinge en Berkel. Ook in de grote rivieren wordt de soort zeldzaam. In de meeste riviertakken zijn er alleen incidentele waarnemingen. De meeste waarnemingen komen uit de IJssel. Actuele verspreiding ( ) De kwabaal is tegenwoordig zeer zeldzaam in Gelderland (figuur 2). Het aantal bezette kilometerhokken is niet meer dan 2% van het totaal aantal km-hokken dat op vissen onderzocht is (Van Kessel & Kranenbarg, 2012). Recente waarnemingen zijn uitsluitend gedaan in de grote rivieren, met name in de IJssel en in beperkte mate ook in Waal, Nederrijn en Maas. In de Gelderse beken is de soort overal verdwenen. De soort is uitgestorven in: o Linge o Oude IJssel o Boven Slinge o Baakse beek o Berkel o Ruurlose beek o Grote Wetering bij Teuge o Barneveldse beek o Esvelder beek o Grift/Valleikanaal Hieronder wordt dieper ingegaan op de bekende gegevens ut de periode na 2000 waar de kwabaal nog wel is aangetroffen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat er geen gericht onderzoek naar de soort wordt uitgevoerd. Vroeger werd kwabaal door beroepsvissers bijvoorbeeld vooral in de wintermaanden gevangen, terwijl de huidige monitoring juist buiten de winter plaatsvindt. 19

26 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Figuur 6. Waarnemingen van kwabaal in Gelderland (gegevens NDFF). De soort wordt nog uitsluitend in of nabij de grote rivieren gevonden en is niet meer aanwezig in beken. 20

27 Stichting RAVON IJssel In de IJssel tussen Arnhem en Deventer is de kwabaal tot 2010 regelmatig waargenomen. Waarnemingen zijn met name afkomstig van de beroepsvisser die hier actief is. Het gaat om zowel vangsten met fuiken, welke geregistreerd worden in het kader van de passieve monitoring (MWTL, Meetnet Waterstaatkundige Toestand des Lands) en om losse waarnemingen middels electrovisserij. Het aantal waarnemingen in de IJssel ligt beduidend hoger dan in andere riviertrajecten als Nederrijn/Lek, Waal en Maas (Figuur 7). Figuur 7. Aantal gevangen kwabalen in de grote rivieren in de periode CPUE = Cath per unit effort; het aantal gevangen kwabalen per fuiketmaal. Gegevens zijn gebaseerd op de passieve MWTLmonitoring (Bosveld et al., 2014). Sinds 2010 loopt het aantal waarnemingen terug, wat waarschijnlijk verklaart wordt door extensivering van de passieve monitoring. Sinds 2011 worden er geen fuiken meer in de IJssel geplaatst. In de benedenloop van de IJssel (IJssel-Vecht Delta in Overijssel) is sinds 2006 sprake van een toename van het aantal waarnemingen van kwabaal. Deze is mogelijk te verklaren door de uitzetting van kwabaal en in de bovenloop van de Vecht in Duitsland (Bosveld et al., 2014). Waal In de Waal zijn waarnemingen van kwabaal bekend vanuit de passieve monitoring (MWTL) Boven-Leeuwen. Hier zijn in de jaren (periode mei oktober) zes waarnemingen gedaan van telkens één kwabaal in een fuik. Deze fuikenmonitoring is sinds 2010 sterk geëxtensiveerd, zodat er van de jaren nadien geen gegevens zijn. Uit een interview met een beroepsvisser is bekend dat er in het voorjaar van 2005 tientallen jonge kwabalen met een lengte rond de 9 cm zijn aangetroffen tijdens een electrobevissing van de Waaloever nabij Erlecom (Bosveld, 2009). In oktober en november 2014 zijn in een schietfuik in de Rijn bij de grens met Duitsland twee kwabalen gevangen. In de actieve monitoring, waarbij jaarlijks in het voorjaar met boomkor en electrovisserij in de Waal en zijwateren wordt gevist, zijn nooit kwabalen gevangen. Hierbij plaatsen we de kanttekening dat er niet specifiek gericht op de soort gevist wordt. In de uiterwaarden van de Waal bij Boven Leeuwen is op 18 juni 2010 één juveniel exemplaar gevangen (Felix, 2010). De beschikbare gegevens over kwabaal in de Waal wijzen niet op de aanwezigheid van een grote populatie. Het aantal waarnemingen is beperkt en slechts incidenteel worden er grotere aantallen gezien. Mogelijk slaagt de kwabaal er in om zich zo nu en dan succesvol voort te planten, waarbij de larven opgroeien in uiterwaardwateren. Nederrijn / Lek Waarnemingen van de kwabaal in deze Rijntak beperken zich tot vangsten in fuiken tijdens de passieve monitoring (MWTL). Er is in de jaren op 17 verschillende dagen in de maanden april-september) telkens één kwabaal gevangen met een schietfuik, 21

28 Kansen voor de kwabaal in Gelderland wat ten opzichte van de IJssel een beduidend lager aantal is (Bosveld et al., 2014). Deze fuikenmonitoring is sinds 2011 sterk geëxtensiveerd en wordt sindsdien ook in de Nederrijn en Lek niet meer voortgezet (Van Keeken et al., 2011), waardoor er van de jaren nadien geen gegevens zijn. In de actieve monitoring, waarbij jaarlijks in het voorjaar met boomkor en electrovisserij in de Nederrijn en zijwateren rond Arnhem wordt gevist, zijn recent geen kwabalen gevangen. De beschikbare gegevens over kwabaal in de Nederrijn en Lek wijzen niet op de aanwezigheid van een populatie. De kwabaal komt er incidenteel voor en gebruikt de rivier mogelijk als migratieroute. Er zijn geen aanwijzingen dat de soort er zich ook voortplant. Maas In de Maas zijn uitsluitend waarnemingen van kwabaal bekend vanuit de passieve monitoring (MWTL). In de Maas bij Lith (grens Gelderland Noord-Brabant) zijn in de jaren elf waarnemingen gedaan van telkens één kwabaal in een ankerkuil (visnet bevestigd aan een raamwerk dat in de stroming wordt geplaatst en stroomafwaarts zwemmende vissen vangt). Deze waarnemingen zijn gedaan in de periode mei tot en met oktober. Deze monitoring is sinds 2011 sterk geëxtensiveerd en wordt sindsdien ook in de Maas niet meer voortgezet (Van Keeken et al., 2011), waardoor er van de jaren nadien geen gegevens zijn. In de actieve monitoring, waarbij sinds 2008 in het voorjaar met boomkor en electrovisserij in de Zandmaas (grens Gelderland Noord-Brabant) en zijwateren wordt gevist, zijn geen kwabalen gevangen. De beschikbare gegevens over kwabaal in het Gelderse deel van de Maas wijzen niet op de aanwezigheid van een populatie. De kwabaal komt er incidenteel voor en gebruikt de Maas als migratieroute. Er zijn geen aanwijzingen dat de soort er zich ook voortplant. 22

29 Stichting RAVON 4.2 Actuele habitatkwaliteit in Gelderland In deze paragraaf wordt de actuele habitatgeschiktheid voor de kwabaal in de Gelderse wateren beknopt beschreven voor de verschillende watertypen en voor de verschillende levensstadia. Een meer gedetailleerde beschrijving van de gebieden is opgenomen in bijlage Beken en kleine rivieren Hydromorfologie Alle beoordeelde beken zijn in hun huidige toestand als matig of ongeschikt beoordeeld voor de kwabaal (figuur 8). Gebieden die in huidige staat als matig geschikt beoordeeld zijn, zijn de Hierdensche beek en de monding van de Voorsterbeek. In deze gebieden doen zich nog wel in beperkte mate overstromingen voor waardoor geschikt paai en opgroeihabitat kan ontstaan. De omvang daarvan is echter beperkt en geschikte omstandigheden doen zich niet jaarlijks voor. Het verdwijnen van robuuste overstromingsvlaktes die gedurende lange periode in het voorjaar nat blijven en daarbij in contact staan met de beek is er de oorzaak van dat in de andere beken geen geschikt habitat voor paai en opgroei van jonge kwabaal aanwezig is. Watertemperatuur De watertemperatuur is, net als in de grote rivieren, ook in kleine wateren in Nederland gestegen, hoewel deze stijging minder sterk is (CLO, 2017). Aan de hand van beschikbare watertemperatuur gegevens is bepaald of Gelderse beken en kleine rivieren op dit aspect nog geschikt zijn voor kwabaal. Beschikbare gegevens van de watertemperatuur in Gelderse beken en kleine rivieren zijn opgenomen in bijlage 2. In de Berkel (langzaam stromend genormaliseerd riviertje) is de temperatuur in de meeste zomers lange tijd hoger dan 20 o C, maar wordt de 25 o C niet overschreden. In de Oude IJssel (langzaam stromende middenloop/benedenloop op zand) is de temperatuur in de meeste zomers hoger dan 20 o C, maar zijn er geen overschrijding van 25 o C. In de Schipbeek (sterk genormaliseerd en gekanaliseerd riviertje op zand/klei) was de temperatuur in de zomer van 2016 lange tijd boven de 20 o C, maar werd niet hoger dan 25 o C. In de Oude beek en Koppelsprengen (beide nabij Apeldoorn) is de watertemperatuur in de zomer van 2013 geruime tijd boven de 20 o C, in de Koppelsprengen zelfs regelmatig boven de 25 o C. In de Hierdensche beek zijn metingen verricht in de zomer van Hieruit blijkt dat in de beboste middenloop van deze beek de temperatuur meestal ruim onder de 20 o C blijft. Ter vergelijking is ook gekeken naar de watertemperatuur in nabijgelegen beken elders. In Nederland zijn er diverse beken aanwezig waar de watertemperatuur aanmerkelijk lager ligt dan de hierboven genoemde Gelderse beken, zoals in de Kendel (Limburg) en het Springendal (Overijssel). Metingen uit 2013 laten zien dat de temperatuur hier ook in de zomer onder de 20 o C blijft (bijlage 2, figuur II.9). In de bovenloop van de Lippe, een Duitse rivier waar de kwabaalpopulatie succesvol is herstelt, blijft de temperatuur bijna jaarrond onder de 18 o C. Geconcludeerd wordt dat de meeste beken in Gelderland momenteel te warm zijn voor de overzomering van kwabaal. De Hierdensche beek laat zien dat sterk beboste oevers een gunstig effect hebben op de watertemperatuur. In de huidige situatie zijn goed functionerende verbindingen met koele habitats elders daarom van belang om overzomering mogelijk te maken. 23

30 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Connectiviteit Door waterbeheerders zijn al veel maatregelen genomen om de mogelijkheden voor vismigratie te verbeteren. Historische of potentiële leefgebieden voor de kwabaal die vrij optrekbaar zijn en in verbinding staan met de grote rivieren zijn de Oude IJssel, Baakse beek (benedenloop), Berkel (benedenloop), Grote beek, Schipbeek, Hierdensche beek en Heelsumse beek. De Beneden Linge is tot aan Tiel optrekbaar voor vissen vanuit de Merwede, maar niet vanuit de Waal. Beken die beperkt optrekbaar zijn, zijn de Voorsterbeek (vispassage niet effectief) en de Renkumse beek (kort traject optrekbaar). wateren die momenteel nog niet optrekbaar zijn, zijn de Oude Rijn, Boven Slinge en de Barneveldse beek. De laterale connectiviteit betreft de verbinding tussen de hoofdstroom en naastgelegen wateren. Doordat er in de meeste beekdalen geen sprake meer is van de aanwezigheid van overstromingsvlakten, is er ook van deze verbinding geen sprake. Figuur 8. Actuele habitatgeschiktheid van beken en rivieren voor kwabaal in Gelderland. De meeste beken en riviertrajecten zijn in huidige staat ongeschikt voor de kwabaal. Echt geschikte leefgebieden zijn in de huidige situatie afwezig. Geschikt: Matig: Ongeschikt: kwaliteit & kwantiteit habitat hoog; veel hoogwaardig leefgebied beschikbaar. kwaliteit en/of kwantiteit habitat beperkend; weinig hoogwaardig leefgebied beschikbaar. kwaliteit en/of kwantiteit habitat zeer beperkend; zeer weinig hoogwaardig leefgebied beschikbaar. 24

31 Aanwezigheid kwabaal populatie Actuele geschiktheid voor paai- en opgroei Actuele geschiktheid voor (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Stichting RAVON Tabel 2. Actuele habitatgeschiktheid van Gelderse beken en rivieren voor de kwabaal. Gebied BEKEN & RIVIERTJES Achterhoek (Waterschap Rijn en IJssel) Oude IJssel Boven Slinge (midden- en bovenloop) Boven Slinge (benedenloop) Grote beek Baakse beek (midden- en bovenloop) Baakse beek (benedenloop) Berkel benedenloop Berkel midden- en bovenloop Schipbeek & Buurserbeek Oude Rijn (>2018) Gelderse Vallei en Veluwse beken Voorsterbeek & Lage Leiding Voortsterbeekmonding: Uitvliet Hierdensche beek Heelsumse beek Renkumse beek Rivierenland Beneden Linge Ooijpolder het Meertje GROTE RIVIEREN Waal Loevestein - - +? + + Gameren & Crobsche Waard - - +? + + Opijnen en Hurwenen - - +? + + Passewaaij - - +? + + Beneden Leeuwen - - +? + + Afferdensch en Deestsche waard - - +? + + Millingerwaard en Erlecom ? + + Gendtsche waard Klompenwaard - - +? + + Lobberdensche waard en Bijland - - +? + - IJssel Rhederlaag en Vaalwaard - - +? nvt + Cortenoever nvt + Uiterwaarden Zutphen Deventer? +- +? nvt + Uiterwaarden Deventer Veessen? +- +? nvt + Hoenwaard - - +? nvt - 25

32 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Beekmondingen bij de IJssel, zoals hier de Grote beek bij Bronkhorst zijn kansrijke locaties voor het herstel van paai- en opgroeihabitat voor kwabaal. In de huidige situatie inunderen oevers nog wel, maar houdt deze inundatie meestal niet lang genoeg aan. Verhoging van de beekbodem of verlaging van de oevers zijn noodzakelijk voor het herstel van kwabaal. 26

33 % oppervlakte overstroomd Stichting RAVON Grote rivieren Hydromorfologie Uiterwaarden met potenties voor de kwabaal zijn beoordeeld op de habitatkwaliteit voor deze soort (bijlage 1). In tabel 2 zijn de beoordeelde aspecten samengevat. De aanwezigheid van langdurig overstroomde oevers is hierbij een belangrijk aspect. Geconstateerd wordt dat deze zich niet of nauwelijks nog voordoen in het riviergebied. In de periode dat kwabaal paait en de larven opgroeien (februari mei) is het debiet (in Lobith) gemiddeld 1600 m 3 /s. Figuur 9 laat zien dat dan slechts een beperkt deel <<5% van de uiterwaarden langs de IJssel, Waal en Nederrijn inundeert. Grootschalige overstromingen van de uiterwaarden doen zich pas voor bij een debiet boven de 3000 m 3 /s. Een dergelijk debiet doet zich echter nooit langdurig voor. Gevolg is dat inundaties zich in de actuele situatie te beperkt en te kort voordoen. Met het zakken van het waterpeil in de rivier, vallen ook ondergelopen laagtes snel weer droog. Hierdoor is er in het rivierengebied in de huidige situatie nauwelijks paai- en opgroeihabitat voor kwabaal. Diepe wateren en stortstenen oevers bieden in het hele rivierengebied schuilmogelijkheden voor (sub)abulte kwabalen IJssel Waal Nederrijn debiet Lobith (m3/s) Figuur 9. Oppervlakte met de rivier verbonden geïnundeerde uiterwaarde (% van totaal) per Rijntak in relatie tot het debiet bij Lobith. Gebaseerd op gegevens Rijkswaterstaat Oost- Nederland (zie kaart begrenzing betreffende deel van het rivierengebied). 27

34 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Watertemperatuur rivieren Sinds 1910 is de gemiddelde watertemperatuur in de Rijn met bijna 3 o C gestegen en die in de Maas met 2 o C (figuur 10). In deze periode nam ook het aantal dagen met een temperatuur boven de 20 o C sterk toe, van ongeveer 25 in 1910 naar bijna 85 dagen nu. Een eeuw geleden was de watertemperatuur in de Rijn nooit hoger dan 25 o C, terwijl dit tegenwoordig ( ) gemiddeld 6 dagen per jaar het geval is. In 2006 was de temperatuur in de Rijn zelfs 27 dagen hoger dan 25 o C. Eenzelfde trend zien we ook in de Maas. Het aantal dagen dat 's winters de temperatuur beneden de 5 o C komt, neemt sterk af. In sommige winters wordt deze lage temperatuur niet meer bereikt. In dezelfde periode is de gemiddelde temperatuurstijging van de lucht 1,7ºC. De stijging van de watertemperatuur in de rivieren wordt voor 2/3 deel verklaard door lozing van koelwater (van o.a. elektriciteitscentrales) en voor 1/3 deel door stijging van de luchttemperatuur (klimaateffect). Het is de verwachting dat het lozingenbeleid van koelwater zal leiden tot een afzwakking van de stijgende trend (Reeze et al., 2017). Het effect van deze temperatuurstijging op kwabaal is dat de grote rivieren ongeschikter zijn geworden als leefgebied. Bij een watertemperatuur hoger dan 18 o C verslechtert zijn conditie, hoger dan 25 o C is lethaal voor de soort. Wanneer er binnen het leefgebied geen koude plekken aanwezig en bereikbaar zijn, kan er binnen het rivierengebied geen sprake zijn van een duurzame populatie. De afname van het aantal koude dagen in de rivieren heeft een nadelig invloed op de voortplanting van de soort die bij voorkeur rond de 4 o C plaatsvindt. Een mogelijke verklaring voor de aanwezigheid van een (relict)populatie in de IJssel is dat deze wordt gevoed door koel kwelwater uit de Veluwe (Wolters et al. 2001). Dit kan lokaal, in geïsoleerde of beperkt aangetakte plassen, mogelijk resulteren in geschikte koudwaterhabitats. Figuur 10. Temperatuur van het water in de Rijn in de periode (bron: CLO, 2017). 28

35 Stichting RAVON Koudwaterhabitats zijn in het rivierengebied mogelijk nog aanwezig in diepe kommen van de rivieren, op locaties met kwelstromen en diepe zandwinplassen in de uiterwaarden. Diepe wateren die in verbinding staan met de IJssel en daardoor mogelijk van belang zijn als koudwaterhabitat voor kwabaal zijn de Rhederlaag, plas in Ravenswaard, diverse plassen in de uiterwaarde tussen Zutphen en Deventer, diverse diepe(re) zandwinputten (Olburgen, Havikerwaard, Ravenswaard en de diverse havens langs de IJssel. In de Gelderse Poort gaat het hierbij om de Kaliwaal (Millingerwaard) en Bijland. Connectiviteit Binnen de Waal en IJssel is vrije migratie voor de kwabaal mogelijk. Bij de stuwen in de Nederrijn wordt deze door vispassages mogelijk gemaakt. Optrek van een groot aantal beken is mogelijk gemaakt door de aanleg van vispassages (zie 4.2.1). De laterale connectiviteit betreft de verbinding tussen de hoofdstroom en naastgelegen wateren in de uiterwaarden. Deze connectiviteit verslechtert echter: de overstromingsvlakten in de uiterwaarden zijn door insnijding van de rivier en ophoging van de uiterwaarden in afnemende mate verbonden met de rivier. Voor het grootste deel van de Rijntakken geldt dat zomerkades de uiterwaarden isoleren van de hoofdgeul. Alleen daar waar nevengeulen en aangetakte strangen aanwezig zijn, is de laterale connectiviteit beter. 4.3 Potenties herstel leefgebieden De potentie van de beoordeelde gebieden is weergegeven in figuur 11. De meest kansrijke gebieden voor herstel van leefgebied van kwabaal zijn aanwezig in en rond de IJssel: Baakse beek, Berkel, Voorsterbeek en de uiterwaarden van de IJssel. Deze kunnen voor kwabaal een samenhangend leefgebied vormen. De actuele aanwezigheid van kwabaal in de IJssel, zij het in lage dichtheid, geeft al aan dat het gebied in principe geschikt is voor bepaalde levensstadia. Langs de IJssel zijn ten opzichte van andere riviertakken ook relatief veel laagtes aanwezig die kunnen overstromen (figuur 9). Daarnaast bieden beekmondingen potenties voor herstel van leefgebied. Ook de uiterwaarden van de Waal in de Gelderse poort bieden kansen voor herstel van kwabaalleefgebied. Zowel de Rijnstrangen, de Millingerwaard, Erlecom en Bijland hebben een hoge potentie. Deze gebieden kunnen voor kwabaal een samenhangend leefgebied vormen. Actuele waarnemingen zijn hier schaarser, maar de soort is mogelijk nog wel aanwezig. Bovenstrooms in de Rijn in Duitsland is een populatie kwabaal aanwezig in de Lippe. Hier wordt succesvol gewerkt aan uitbreiding van deze populatie, wat de kans op kolonisatie van Nederlandse wateren vergroot. Door lopende en geplande herinrichtingsprojecten in uiterwaarden van de Waal ontstaan er meer laagtes en neemt de dynamiek van de rivier in de uiterwaarden toe. Dit is gunstig voor de kwabaal, mits daarbij langdurig overstroomde overstromingsvlakten ontstaan. Daarnaast laat de Hierdensche beek in huidige toestand zien dat de aanwezigheid van beboste oevers een belangrijk effect heeft op de watertemperatuur. Ook is hier door middel van beekbodemverhoging weer sprake van inunderende oevers, wat kan leiden tot paai- en opgroeihabitat. Door de beperkte grootte van dit potentiële leefgebied, de 29

36 Kansen voor de kwabaal in Gelderland geïsoleerde ligging en afwezigheid van andere leefgebieden in de nabijheid is de kans op kolonisatie en ontstaan van een duurzame populatie beperkt. In de Beneden Linge en uiterwaarden van de Waal in de omgeving van de Lingemonding liggen op de langere termijn potenties voor het herstel van een samenhangende leefgebied voor kwabaal. Belangrijke herstelmaatregelen zijn hier het creëren van overstromingsvlakten, en het verbeteren van de vispasseerbaarheid. 30

37 Stichting RAVON Figuur 11. Potenties voor het herstel van leefgebied voor kwabaal in Gelderland. 31

38 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 4.4 Prioritering maatregelen per gebied Om prioritering te stellen aan de maatregelen maken we gebruiken van de strategie van Lenders (1996) (bijlage 4), waarbij de aandacht eerst moet uitgaan naar het veiligstellen van de resterende populaties, vervolgens naar het versterken en verbinden van populaties en tot slot naar het realiseren van nieuwe leefgebieden (verbreiden). Binnen Gelderland zijn er vier gebieden met actuele en/of potentiële waarde voor de kwabaal: IJsseldal (uiterwaarden en beken), Gelderse Poort, Beneden Linge en Waaluiterwaarden en de Hierdensche beek (figuur 12). Vanwege de actuele aanwezigheid en de meest kansrijke herstelmogelijkheden ligt de hoogste prioriteit voor het nemen van maatregelen bij het IJsseldal en de Gelderse Poort. Hier wordt de kwabaal nog wel waargenomen, maar niet frequent en slechts in lage dichtheid. Er is een gerede kans dat de soort verdwijnt wanneer hier niet op korte termijn maatregelen worden genomen. Zowel in de Uiterwaarden van de IJssel als in de beekmondingen en benedenlopen van de Voorsterbeek, Baakse beek en Berkel liggen er mogelijkheden voor het herstel van kwabaalleefgebied. Herstel is hier ook kansrijk vanwege de aanwezigheid van andere relictpopulaties buiten de provincie Gelderland: Vecht / Zwarte Water in Overijssel en in de Duitse Lippe. Elders in Gelderland is de urgentie voor het nemen van maatgelen lager. In de Beneden Linge komt de soort momenteel niet voor en de kans op herkolonisatie is vanuit andere gebieden is beperkt. De Hierdensche beek biedt al enigszins geschikt leefgebied, maar is in omvang beperkt en geïsoleerd gelegen. Maatregelen hier dragen mogelijk wel bij aan het behoud van de soort op de langere termijn. Figuur 12. Prioritering maatregelen voor behoud en herstel van kwabaal in Gelderland. Per gebied zijn de potenties voor herstel van kwabaalleefgebied weergeven (groen: hoog, oranje: matig, rood: laag).weergegeven is de actuele verspreiding van kwabaal ( ). 32

39 Stichting RAVON 5 Mogelijke herstelmaatregelen In onderstaande paragrafen wordt ingegaan op de verschillende mogelijkheden die er zijn om het leefgebied van de kwabaal te herstellen. Het is van belang om te realiseren dat ten allen tijde uitgegaan moet worden van maatwerk, gebaseerd op de lokale situatie, rekening houdend met andere (gevoelige) soorten. De beschreven maatregelen dienen gezien te worden als generieke handreikingen ten behoeve van het behouden en versterken van de kwabaal. In bijlage 1 zijn per gebied het noodzakelijke beheer- en inrichtingsmaatregelen beschreven. Vaak komt dit neer op relatief ingrijpende maatregelen die voor veel gebieden van toepassing zijn. Een overzicht van de maatregelen per gebied is gegeven in tabel Herstel overstromingsvlakten Voor het reproductiesucces in rivier- en beeksystemen is het van cruciaal belang dat er vanaf het einde van de winter (als de eitjes gelegd worden) tot in het voorjaar (als de larven juveniel worden) gedurende een aaneengesloten periode grote arealen aan geïnundeerd gebied stroomafwaarts van de paaiplaatsen aanwezig zijn. De regulering van het waterpeil door de mens zorgt er voor dat piekafvoeren versneld worden afgevoerd waardoor er minder snel en minder lang inundaties optreden. Dit vormt een belangrijke oorzaak voor de achteruitgang van de kwabaal. Herstel overstromingsvlakten in beekdalen In beken kan de inundatiefrequentie en inundatieduur van oeverlanden verbeterd worden door: o overgedimensioneerde trajecten versmallen en verontdiepen (hermenadering. beekbodemverhoging); o verwijderen van stuwen; o verlaging van de oeverlanden (afgraven) zodat inundatievlakten ontstaan; o verminderen bemaling; o toelaten van dood hout (zorgt voor opstuwing); o toelaten van beverdammen. In Duitsland is een succesvol herstelprogramma voor de kwabaal uitgevoerd in de Lippe, een zijrivier van de Rijn. Hier is mede door beekbodemverhoging de waterstand in oeverlanden verhoogd waardoor de kwabaal daar weer succesvol kan opgroeien (figuur 13). 33

40 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Figuur 13. Uitgevoerde herstelmaatregelen in de Lippe (Duitsland). Linksboven- en onder: Lippe (bij Klostermersch) voor en na bodemophoging en verbreding van het stroombed. Rechtsboven: Lippe (bij Hamm) met nieuw aangelegde aangetakte zijwateren. Rechtsonder Lippe (bij Rijnmonding) compleet nieuw ingericht met leefgebied voor jonge kwabaal. (bron: Brackwehr et al., 2016). Herstel overstromingsvlakten in rivierengebied Net als in beekdalen zijn de frequentie, de duur en de omvang van inundaties sterk verminderd in de uiterwaarden langs de grote rivieren. Hoogwater in het voorjaar doet zich, gezien vanuit kwabaalperspectief, onvoldoende vaak en onvoldoende lang voor (zie 4.2.2). Grote economische en maatschappelijke belangen (scheepvaart en veiligheid) verhinderen de realisatie van een veel van de maatregelen die een natuurlijk peilverloop in de rivieren zouden kunnen bewerkstellingen (verwijderen stuwen, hermeandering, ophoging van de rivierbodem). Maatregelen die in het rivierengebied wel realiseerbaar zijn betreffen met name het verlagen van de uiterwaarden en verbinden van de rivier met (tijdelijke) uiterwaardwateren. Maatregelen die het rivierengebied bijdragen aan het herstel van kwabaalleefgebied in het rivierengebied zijn: o verlagen van de uiterwaarden, creëren van overstromingsvlakten; o aanleg van nevengeulen en oevergeulen met inunderende oeverzones; o verwijderen of verleggen van zomerkades; o aanleg natuurvriendelijke oevers met dood hout; o behoud laag dynamische wateren (zoals slootjes) in uiterwaarden. Deze maatregelen zijn en worden in het rivierengebied deels al toegepast, met name de aanleg van geulen langs de Waal en IJssel. De inbreng van dood hout wordt sinds enige tijd vaker toegepast. Positieve effecten hiervan op kwabaal zijn nog niet aangetoond. 34

41 Stichting RAVON 5.2 Herstel vismigratiemogelijkheden Stuwen, gemalen, waterkrachtcentrales en sluizen vormen een migratiebarrière voor kwabaal. Doordat de soort afhankelijk is van verschillende habitats (paaigebied, overzomeringsgebied, foerageergebied) is de verbinding daarvan belangrijk voor de soort. Het is het beste om migratiebarrières tussen de voor de kwabaal belangrijke habitats te verwijderen. Als dat niet mogelijk kunnen vispassages worden aangelegd. De aanleg van vispassages zorgt voor de mogelijkheid om te migreren binnen en tussen beken en rivieren. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de effectiviteit van verschillende vispassages specifiek voor kwabaal, maar het is aannemelijk dat de meest gangbare type vispassages (bypass, V-vormige bekkenpassage, vertical slot, De Witpassage) allen efficiënt kunnen werken voor de soort. We gaan hier niet uitgebreid in op de wijze waarop vismigratievoorzieningen gerealiseerd kunnen worden, omdat daar al veel over gepubliceerd is, onder meer in het Handboek voor herstel van vismigratie in Vlaanderen en Nederland (Kroes & Monden, 2005). 5.3 Creëren koudwaterhabitats Koudwaterhabitats zijn van groot belang voor de overzomering van kwabaal (paragraaf 2.1). Ontwikkeling van een beboste oeverzone leidt tot beschaduwing van de beek, waardoor de watertemperatuur lager blijft. Een beboste oever leidt daarnaast ook tot verminderde groei van watervegetatie, verbeterde zuurstofhuishouding, versterking van de oever en biedt schuilplaats aan organismen. Beboste oevers leiden ook tot de aanwezigheid van dood hout en organische materiaal in een beek en dragen in belangrijke mate bij aan de stromingsvariatie structuur in een beek. Er ontstaat meer afwisseling De Boven Slinge bij Winterswijk is morfologisch nog intact. De beek is structuurrijk met holle oevers, diepere kommen en dood hout (foto: Blikonderwater). 35

42 Kansen voor de kwabaal in Gelderland tussen snel stromende, dynamische habitats waar grind en zandbanken zich vormen en stromingsluwe delen waar detritusafzetting kan plaatsvinden. Dood hout kan ook zorgen voor lokale waterpeil verhoging, door verhoging van de stromingsweerstand (opstuwing) en het ontstaan van kommen (uitgespoelde dieptes). Realisering van beschaduwing en dood hout in een beek kan op diverse manieren. De meest natuurlijke is het laten ontwikkelen van een brede bosstrook op de oevers. In natte oevers gedijen wilgen en elzen goed, op drogere delen eiken en beuken. In de grote rivieren kan een verbetering (verlaging) optreden van de watertemperatuur door koelwaterlozingen te verminderen of stoppen en het verwijderen van stuwen. Mogelijk zijn ook diepe plassen van belang voor de soort als koud water habitat. Aanbevolen wordt om bij het verondiepen van (kwelrijke) diepe plassen rekening te houden met de mogelijk waarde ervan als koudwaterhabitat, door deze deels diep te laten. 5.4 Herintroductie en bijplaatsing Wanneer een soort is uitgestorven en natuurlijke herkolonisatie van het herstelde leefgebied niet spontaan optreedt, kan herintroductie een geschikte maatregel zijn om een populatie van de soort te herstellen. Bijplaatsing kan nuttig zijn wanneer een soort dreigt uit te sterven en met de inbreng van individuen de genetische vitaliteit een boost gegeven kan worden (genetic rescue). In Nordrhein-Westfalen is momenteel een herintroductieprogramma gaande, waarbij gekweekte kwabalen worden uitgezet in de Lippe en Ruhr (Brackwehr et al., 2016). In Vlaanderen was de soort volledig uitgestorven en wordt gekweekt met ouder dieren uit Noord-Frankrijk. Opgekweekte kwabaal wordt sinds 2005 uitgezet in het stroomgebied van de Grote Nete (Coeck, et al., 2008), waarbij er sinds 2010 ook sprake is van natuurlijke reproductie (INBO, 2010). In de Beerze in Noord-Brabant is in de periode een herintroductieproject uitgevoerd (Beelen, 2010). Hoewel hier gedurende dit project wel kwabalen werden terug gevangen, is er in de Beerze nog niet vastgesteld dat de soort er zich op natuurlijke wijze voortplant. Herintroductie is alleen zinvol als een zorgvuldige afweging is gemaakt over de haalbaarheid en nut ervan. Hierbij dient ondermeer in overweging genomen te worden wat de noodzaak is voor een herintroductie, of het leefgebied van voldoende kwaliteit is, of natuurlijke herkolonisatie van het herstelde leefgebied mogelijk is, of er een geschikte bronpopulatie voorhanden is en of er uitzicht is op herstel van een duurzame populatie. 36

43 Hermeandering Ontwikkelen van moerassige oeverzones Verlaging (afgraven) oeverlanden / uiterwaarden Verwijderen stuwen Verminderen bemaling Toelaten dood hout Overgedimensioneerde trajecten versmallen en verontdiepen Verwijderen of verleggen van zomerkades Ontwikkeling beboste oevers Verbeteren vispasseerbaarheid Stichting RAVON Tabel 3. Maatregelen per gebied voor kwabaal in Gelderland. Gebied BEKEN EN RIVIERTJES Achterhoek Oude IJssel Boven Slinge (bovenloop) Boven Slinge (benedenloop) Grote beek Baakse beek (midden- en bovenloop) Baakse beek (benedenloop) Berkel benedenloop Schipbeek & Buurserbeek Oude Rijn Gelderse Vallei en Veluwe Voorsterbeek & Lage Leiding Hierdensche beek Heelsumse beek Renkumse beek Rivierenland Beneden Linge Ooijpolder het Meertje GROTE RIVEREN Waal Loevestein Gameren & Crobsche Waard Opijnen en Hurwenen Afferdensch en Deestsche waard Millingerwaard en Erlecom Gendtsche waard Klompenwaard Lobberdensche waard en Bijland IJssel Rhederlaag en Vaalwaard Cortenoever Uiterwaarden Zutphen Deventer Uiterwaarden Deventer Veessen Hoenwaard

44 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 6 Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies o o o o o o In de periode kwam de kwabaal voor in alle Gelderse rivieren en in vrijwel alle riviertjes en grotere beken. Hierna nam de soort sterk af. De soort is tegenwoordig zeer zeldzaam in Gelderland. Recente waarnemingen zijn uitsluitend gedaan in de grote rivieren, met name in de IJssel. In de Gelderse beken is de soort overal verdwenen. De belangrijke oorzaken van de huidige slechte situatie voor de kwabaal in Gelderland zijn de normalisatie van beken en rivieren en het afvlakken van afvoerpieken ten behoeve van de landbouw, scheepvaart en de bescherming van steden en landelijk gebied tegen hoog water. De actuele habitatkwaliteit van de Gelderse rivieren en beken is hierdoor slecht voor de kwabaal door de afwezigheid van paai- en opgroeiplaatsen (overstromingsvlaktes), overzomeringshabitats met relatief koud water, structuurrijk foerageerhabitat (holle oevers en dood hout) en de connectiviteit tussen deze habitats. De kwabaal plant zich in riviersystemen voort in zijbeken of in stroompjes die door de uiterwaarden lopen en waarbij er in stroomafwaartse richting overstromingsvlaktes aanwezig zijn. Voor het herstel van de reproductiemogelijkheden van de kwabaal in Gelderland is het belangrijk dat het areaal aan overstromingsvlaktes die vroeg in het jaar gedurende langere tijd inunderen toeneemt. De beste mogelijkheden voor het creëren van paaigebieden en opgroeihabitat van de larven zijn aanwezig in het IJsseldal in de monding en benedenloop van de Voorsterbeek, Baakse Beek en Berkel en de IJsseluiterwaarden. In de Gelderse Poort liggen deze kansen in en rond de Millingerwaard. De kwabaal is een koudwatersoort die de zomers in het Nederlandse klimaat alleen kan overleven als er plaatsen met kouder water in het leefgebied aanwezig zijn. Hiervoor is het van belang dat beektrajecten voldoende beschaduwd zijn. Veel beken warmen in de zomer te sterk op. Het is onduidelijk of er nog beken zijn die geschikt zijn voor de overzomering van kwabaal. In de grote rivieren is er onvoldoende bekend over de aanwezigheid van koudwaterhabitats die aanwezig kunnen zijn in de vorm van kwelstromen (vooral langs de IJssel) en in diepe zandwinputten. Dit vraagt om nader onderzoek. De kwabaal is een nachtactieve soort die zich in riviersystemen overdag verschuilt in holle oevers, tussen boomwortels, dood hout of stenen. Omdat andere vissen een belangrijk onderdeel van het menu vormen is het van belang dat er voldoende andere vissoorten en in voldoende hoge dichtheden aanwezig zijn. Potentieel foerageerhabitat voor de kwabaal is aanwezig in de grote rivieren en in grotere beken en kleine riviertjes als Berkel en Baakse beek. 38

45 Stichting RAVON o o o De longitudinale connectiviteit binnen de meeste grote rivieren (Waal, IJssel, Nederrijn) in Gelderland lijkt geen knelpunt voor de kwabaal, omdat er weinig migratiebarrières aanwezig zijn. De aanwezige stuwen in de Nederrijn zijn voorzien van vistrappen. De verbinding tussen de grote rivieren en beeksystemen is op veel plaatsen onvoldoende. Hierdoor zijn de hier mogelijk aanwezige paai-, foerageer- en overzomeringshabitat niet goed bereikbaar. Vanuit de voor de kwabaal aanwezige potenties is het vooral van belang om de connectiviteit van de Voorsterbeek, Oude Rijn (Rijnstrangen) en Beneden Linge met de grote rivieren te verbeteren. Belangrijk voor het herstel van de kwabaal is de realisatie van grote arealen aaneengesloten leefgebied met zowel opgroeigebied (overstromingsvlakten) en overzomerings- en foerageergebied (structuurrijke koudwater habitats met voldoende voedsel voor de kwabaal). Hierbij moet gedacht worden aan meerdere kilometers lange beek- en riviertrajecten. Gebieden waar dit ontwikkelt kan worden zijn in dit rapport aangegeven. Als binnen die gebieden alleen kleine maatregelen genomen worden, leidt dat tot kleine geschikte deelgebiedjes, wat zeer waarschijnlijk niet tot het herstel van de kwabaal zal leiden. 6.2 Aanbevelingen o o o Op basis van onderhavig onderzoek wordt aanbevolen om het herstel van de kwabaal in Gelderland te richten op die gebieden waarvan aannemelijk is dat de soort er nog voorkomt. Het gaat hierbij om het IJsseldal (met enkele zijbeken) en de Gelderse Poort. Per gebied dient een plan opgesteld te worden waarin de in dit rapport besproken maatregelen verder uitgewerkt worden. Bij voorkeur vormt regelmatige monitoring van de gecreëerde habitats (voldoen ze voor kwabaal) en de aanwezigheid van kwabaal onderdeel van dit plan. Als blijkt dat de habitatkwaliteit voldoende is maar dat er onvoldoende kwabalen in het systeem resteren voor het opbouwen van een populatie kan herintroductie/bijplaatsen van dieren overwogen worden. Het actuele voorkomen van de kwabaal in Gelderland is niet goed bekend meer, mede doordat sinds 2010 een groot aantal van de monitoringslocaties vanuit de passieve monitoring (Meetnet Waterstaatkundige Toestand des Lands) niet langer onderzocht worden. Om in beeld te brengen hoe levenskrachtig de bestaande populatie nog is, zou het goed zijn om de wateren waar de soort relatief recentelijk is aangetroffen (sinds 1999) te onderzoeken op verschillende levensstadia (nuljarigen nabij overstromingsvlaktes en adulten nabij structuurrijke plaatsen met relatief koud water) en middels verschillende methoden (electrovisserij, fuiken, lichtvallen en/of edna). Deze actualiseringslag is ook nodig om adequate bescherming van de resterende leefgebieden mogelijk te maken. 39

46 Kansen voor de kwabaal in Gelderland o o Er is onvoldoende inzicht in de actuele geschiktheid van beken en rivieren ten aanzien van de watertemperatuur. Overschrijdt de opwarming de kritische grenzen van kwabaal in Nederland? Zijn de winters nog voldoende koud voor een succesvolle paai? Zijn er habitats waar de kwabaal de zomer kan overleven? Welk belang hebben diepe plassen in het rivierengebied voor de kwabaal? Waar zijn kwelzones gelegen in beken en rivieren? Aanbevolen wordt om nader onderzoek te doen naar dit aspect om op basis van deze kennis herstelmaatregelen te kunnen nemen in de meest kansrijke leefgebieden voor de soort. Er is onvoldoende kennis over de levensvatbaarheid van de aanwezige relictpopulaties. Aanbevolen wordt door middel van genetisch onderzoek te kijken naar de genetische variatie van populaties en de rol die uitzettingen van kwabalen in Duitsland speelt op de genetisch integriteit van Nederlandse populaties. 40

47 Stichting RAVON 7 Dankwoord De waterbeheerders hebben bijgedragen aan deze studie door hun input over de gebieden en toekomstige plannen en het beschikbaar stellen van meetgegevens. Hiervoor danken we Matthijs de Vos (Waterschap Rijn en IJssel), Bjorn Prudon (Waterschap Rivierenland), Ykelien Damstra en Peter van Beers (Waterschap Vallei en Veluwe) en Margriet Schoor en Luc Jans (Rijkswaterstaat Oost-Nederland). Ralf Verdonschot danken we voor het beschikbaar stellen van temperatuurgegevens van de Hierdensche beek. 41

48 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 8 Literatuur Arntz, J., R. Schreuders & B. Bakker, Ruim baan voor vis in Rivierenland. Tauw i.o.v. Waterschap rivierenland. 143 p. Beelen, P., Kansen voor kwabaal in Nederland, Mogelijkheden tot herstel van de populatie. Sportvisserij Nederland, Bilthoven. 112 p. Beelen, P., Kwabaal in de Beerze. RAVON 12(3): Bosveld, J., De zoetwater-erfenis van een mariene kabeljauwfamilie bedreigd. Verspreiding, achteruitgang en vooruitzichten voor het herstel van de kwabaal (Lota lota) in Nederland. Radboud Universiteit Nijmegen, verslagen Milieukunde nr. 340 Bosveld, J. Kranenbarg, J. & H.J.R. Lenders, Recente toename van Kwabaal in de IJssel- Vechtdelta: goed of slecht nieuws voor herstel van relictpopulaties? De Levende Natuur 115(4): Brinke, W. ten, De beteugelde rivier. Veen magazines, Diemen. Broersma, J., Het voorkomen van de kwabaal. Natura 1968, jaargang 65. Brackwehr, L., M. Bunzel-Drüke, U. Detering, G. Jacobs, M. Kühlmann, S. Kuss, K.P. Lampert, M. Möhlekamp, B. Peinert, A. Peitruck, M. Scharf, V. Schulz, T. Seume & O. Zimball, Die Quappe (Lota lota) im Einzugsgebied der Lippe: Ökologie, Schutzmaßnahmen, Zucht und Wiederansiedlung. Landesfischereiverband Westfalen und Lippe e.v., 104 p. CLO (Compendium voor de Leefomgeving), Website: nl0566-temperatuur-oppervlaktewater, geraadpleegd 3 mei Coeck, J., A. Dillen, D. De Charleroy, I. Vught & K. De Gelas, Soortherstelproject Kwabaal: nieuwe kansen voor een verdwenen vissoort in Vlaanderen. De Levende Natuur 109(3): Den Hollander, C.J., Het zoetwateraquarium. Schillemans & Van Belkum, Zutphen, 199p.. Dillen A., Martens S., Baeyens R. & Coeck J., Onderzoek naar de biologie van de kwabaal (Lota Lota L.), ter voorbereiding van het herstel van de soort in het Vlaamse Gewest. Rapport van het Instituut voor Natuurbehoud IN.R , Brussel. Dogterom, N., Onderzoek naar de visfauna in het Kromme Rijn gebied. K.R.P. rapport 22. Felix, R.P.W.H., Beschermde natuur in de Drutensche Waarden. Resultaten van een inventarisatie van beschermde flora, fauna en habitattypen in Natuurbalans Limes Divergens BV, Nijmegen. 42

49 Stichting RAVON Houkes, G. & J. Buiks, Ecotopenkartering Rijntakken-Oost 3e cyclus ( ). Biologische monitoring zoete rijkswateren. Rijkswaterstaat-Data-ICT-Dienst, 54p. INBO, Persbericht: Kwabaal terug na meer dan 40 jaar afwezigheid. 29 juni Jong, B. de, Flexibel peilbeheer voor de KRW. Witteveen + Bos, in opdracht van Waterschap Rivierenland, 136 p. Kapelle, Vissers van de wal. Gesprekken met beroepsvissers. Keeken, O.A. van, J.A.M. Wiegerinck &, J. van Willigen, Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Imares Wageningen UR, rapportnummer C161/11. Kessel, N van & J. Kranenbarg, Vissenatlas Gelderland. Ecologie en verspreiding van zoetwatervissen in Gelderland. Uitgeverij Profiel, Bedum. Kranenbarg, J. & F. Spikmans, Achtergronddocument Rode Lijst Vissen Zoetwatervissen. Stichting RAVON. Rapportnr Kroes, M.J., S. Monden., Handboek voor herstel van vismigratie in Vlaanderen en Nederland. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap AMINAL, afdeling Water. Brussel. Lahnsteiner, F. B. Berger, T. Weismann & R. Patzner, Sperm motility and seminal fluid composition in the burbot, Lota lota. J. Appl. Icht.,13: Leenman, P., E. Dorsman & B. Botman, Zomerbedverlaging Beneden-IJssel, passende beoordeling. Programmadirectie Ruimte voor de Rivier, 156 p. Lenders, R., Poelenplannen: RAVON en pragmatische soortbescherming in Nederland. De Levende Natuur 97 (5): p. Lenssen, J., B. Klutman, R. Nijboer & G. Boedeltje, Veranderingen in macrofauna door schoner water in beken van Oost-Gelderland. De Levende Natuur, 112(6): Oomen, H.C.J. & C.J.A. van Wijck De visfauna in de Waal boven Nijmegen. De Levende Natuur, 81 (7-8): Osté, A., N. Jaarsma, F. van Oosterhout, Een heldere kijk op diepe plassen. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, Amersfoort. STOWA-rapportnummer p. Provincie Gelderland, 2016, Effecten en mogelijkheden van rivierverruimende maatregelen in het splitsingspunten gebied van Rijn-Waal-IJssel. Bestuurlijk Platform Delta Rijn, 71 p. Redeke, H.C De visschen van Nederland. Leiden. Reeze, B., A. van Winden, J. Postma, R. Pot, J. Hop en W. Liefveld, Watersysteemrapportage Rijntakken Ontwikkelingen waterkwaliteit en ecologie. Bart Reeze Water & Ecologie, Harderwijk, in opdracht van Rijkswaterstaat Oost-Nederland. 43

50 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Rijkswaterstaat Oost-Nederland, Zwemwaterrapportage 2009 van het beheergebied van Rijkswaterstaat Oost-Nederland. Rijkswaterstaat Oost-Nederland, afdeling Meet- en Informatiedienst en Calamiteiten-organisatie (WSM), rapportnummer , 80 p. Steenvoorden, J.H.A.M Onderzoek naar de achteruitgang van de visstand in ZuidLimburgse beken en de gestuwde Maas ten gevolge van waterverontreiniging. Verslag Natuurbeheer 52, Landbouw Hogeschool Wageningen, 110 pagina s. Van Wijck, Onderzoek naar de visfauna in de omgeving van Nijmegen. Zoologisch laboratorium afdeling dierecologie. Katholieke Universiteit Nijmegen. Waterschap Rijn en IJssel, Waterkwaliteitsopgave Uitwerking voor de waterlichamen Factsheets, september p. Verdonschot, R.C.M., A.M. van Oosten-Siedlecka, C.J.F. ter Braak, P.F.M. Verdonschot, Macroinvertebrate survival during cessation of flow and streambed drying in a lowland stream. Freshwater Biology 60: Vos, M. de., Beekprik en beekdonderpad in de Berkel; grensoverschrijdend of grensoverspoelend? RAVON 37: Wolters, H.A., Platteeuw, M. Schoor, M.M., Richtlijnen voor inrichting en beheer van uiterwaarden : ecologie en veiligheid gecombineerd. RIZA rapport: , Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling, pp

51 Stichting RAVON Bijlage I. Gebiedsbeschrijvingen 1 Achterhoek (Waterschap Rijn en IJssel) 1a Oude IJssel De Oude IJssel is een traag stromend riviertje dat meer het karakter heeft van een kanaal. Op de Oude IJssel vindt scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) plaats. De oevers zijn over grote lengte bekleed met stortsteen. Langs de beek zijn op enkele locaties natuurvriendelijke oevers (stapstenen) aangelegd volgens het model winde. Er zijn geen langdurig overstroomde oeverlanden aanwezig langs de Oude IJssel. Watertemperatuurgegevens (bijlage 2, figuur II.3 en II.4) laten zien dat deze in de winter onder de 5 o C kan komen, maar dat in drie van acht afgelopen jaren de temperatuur in de Oude IJssel bij Doesburg niet onder de 5 o C gekomen is. In de zomer is de Oude IJssel (bij Doesburg) meestal (vijf van de afgelopen zeven jaren) warmer dan 18 o C. In de Oude IJssel zijn drie stuwen aanwezig, waarvan er twee passeerbaar zijn gemaakt. In het kader van het project Blauwe knooppunten wordt de stuw te Doesburg optrekbaar gemaakt door de geplande aanleg van een vispassage (Waterschap Rijn & IJssel, 2015), hierdoor verbeterd de verbinding met de IJssel. Het waterschap heeft voor dit riviertje een laag ambitieniveau en streeft naar een beperkte kwaliteitsverbetering door: verwijderen beschoeiing, bebossing van oevers en passeerbaar maken van de stuw in Doesburg. Uitvoering van deze maatregelen staat gepland voor (KRW-opgave). Geschiktheid voor kwabaal Vanwege het gebrek aan structuur, de beperkte stroming en afwezigheid van natuurlijke, overstromende oevers is de Oude IJssel in de huidige toestand niet geschikt voor kwabaal. Maatregelen Maatregelen om de Oude IJssel geschikt te maken als leefgebied voor kwabaal dienen gericht te zijn op het realiseren van robuuste overstroomde oevers, herstel natuurlijk waterpeil, ontwikkeling van beboste oevers, vergroting habitatdiversiteit en het realiseren van een vispassage bij Doesburg. Oude IJssel bij Hoog Keppel (Google Maps streetview) 45

52 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Kwaliteit habitat Oude IJssel Actuele populatieomvang Afwezig Kennis over populatie n.v.t. Aanwezigheid geschikt paaihabitat Niet of nauwelijks Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Niet of nauwelijks Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Ongeschikt: te warm in zomer Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Onvoldoende gegevens, waarschijnlijk beperkt Connectiviteit binnen gebied Slecht Connectiviteit met grote rivieren Goed; mits aanleg vispassage Doesburg ( ) Eindoordeel actuele geschiktheid Ongeschikt Potenties voor kwabaal Laag Figuur I.1. Oude IJssel (pijl); voormalig leefgebied van kwabaal. Door normalisatie, verstuwing en de afwezigheid van overstromingsvlakten zijn de potenties voor kwabaal laag. 1b Boven Slinge De Boven Slinge is onderdeel van het stroomgebied van de Oude IJssel. In de bovenloop van de Boven Slinge (rond Winterswijk) kwam de kwabaal voor. De soort is hier waarschijnlijk verdwenen door verslechtering van de waterkwaliteit. Bovenloop Boven Slinge In morfologisch opzicht is de bovenloop van deze beek veelal intact gebleven. De beek meandert en is daardoor structuurrijk met holle oevers, diepere kommen, ondiepe binnenbochten en dood hout. De oevers zijn grotendeels bebost. Een deel van de oevers zijn vastgelegd met stortstenen en schanskorven. De beek is jaarrond watervoerend, maar de zijbeken (zoals de Osink-Bemersbeek) kunnen stagneren of deels droogvallen. In de bovenloop zijn zes stuwen aanwezig, waarvan er 5 al vispasseerbaar zijn. Beperkt beschikbare meetgegevens van de watertemperatuur wijzen erop dat de temperatuur in zomers oploopt tot rond de 20 o C (Waterschap Rijn & IJssel, 2015). Langdurige overstromingen van oeverlanden doen zich nauwelijks meer voor, terwijl daar in het verleden wel sprake van was (Beelen, 2009). Kansrijk voor herstel van overstroomde oevers zijn oude, laag gelegen meanders langs de beek. 46

53 Stichting RAVON Het waterschap heeft voor deze beek een hoog ambitieniveau en streeft naar verdere kwaliteitsverbetering in dit deel van de Boven Slinge door: verlaging nutriëntenbelasting, volledige vispasseerbaarheid, hermeandering, verwijdering oeverbeschoeiing, bebossing oevers, extensivering van onderhoud. Deze maatregelen worden in de periode uitgevoerd vanuit de Kaderrichtlijn Water opgaven. Benedenloop Boven Slinge Bij Gaanderen mondt de beek uit in de Oude IJssel. Het benedenstroomse deel, tussen Winterswijk-Miste en de monding in de Oude IJssel, heet ook wel de Bielheimerbeek. Voor regulering van het waterpeil zijn in dit traject van 29 km lengte, 25 stuwen aanwezig. De meeste zijn niet vispasseerbaar (Waterschap Rijn & IJssel, 2015). Het hele traject is gekanaliseerd. In de stuwpanden wordt gestreefd naar een vast waterpeil. In de zomer stagneert de beek en vallen delen regelmatig droog. De waterkwaliteit is door belasting uit de bovenloop, lokale landbouw en effluent van een waterzuivering niet optimaal (hoge stikstofgehaltes). Het waterschap heeft voor deze beek een midden ambitieniveau, maar geeft een lage prioriteit aan het nemen van maatregelen. Het vispasseerbaar maken van een deel van de stuwen is gepland voor de periode Geschiktheid voor kwabaal Hoewel er in de bovenloop van de Boven Slinge potenties zijn voor de kwabaal, is ook hier de habitatkwaliteit voor de soort sterk aangetast. Met name het verdwijnen van langdurige overstroomde oeverlanden betekent een grote beperking. Belangrijker echter is de mate van isolatie van dit beektraject. Vrije migratie van en naar Oude IJssel en IJssel is nu en in de voorziene toekomst niet mogelijk doordat de benedenloop van de Boven Slinge (Bielheimerbeek) onpasseerbaar is. Maatregelen Maatregelen om de Boven Slinge geschikt te maken als leefgebied voor kwabaal dienen gericht te zijn op het realiseren van overstroomde oevers, herstel natuurlijk waterpeil, ontwikkeling van beboste oevers, vergroting habitatdiversiteit en het realiseren van een verbinding met de IJssel. Het wordt echter niet kansrijk geacht om op de korte termijn al deze maatregelen te nemen. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Boven Slinge Afwezig n.v.t. Mogelijk in bovenloop en zijbeken Door peilregulering doen zich geen overstromingen van oeverlanden voor, mogelijk opgroeihabitat in zijbeken. Diepe kommen in bovenloop Onvoldoende gegevens Zeer slecht: veel stuwen en droogval stuwpanden Slecht Ongeschikt Laag 47

54 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Figuur I.2. Boven Slinge; voormalig leefgebied van kwabaal. Door isolatie en beperkte habitatgeschiktheid zijn er zowel in de boven- als benedenloop geen potenties voor kwabaal. 1c Grote Beek De Grote Beek is een traag stromende beek die bij Steenderen uitmondt in de IJssel. De beek is voor een belangrijk deel optrekbaar. Het gemaal nabij de monding van de Grote beek is in 2014 vispasseerbaar gemaakt. Deze passage werkt uitsluitend als het gemaal niet werkt, wat voor de kwabaal beperkend kan werken Het waterpeil wordt gereguleerd door negen stuwen, waarbij er bij vier vispassages zijn aangelegd. Een stuw in de Rode beek is nog niet passeerbaar. Niet alle aangelegde vispassages functioneren optimaal voor vissen. Regulatie van het waterpeil heeft tot gevolg dat er in de huidige toestand geen langdurige overstroming van de oevers plaatsvindt. In de bovenloop is in de zomer sprake van stagnatie, maar geen droogval. De beek is sterk gekanaliseerd en daardoor structuurarm. Op kleine schaal zijn natuurvriendelijke oevers ontwikkeld. Er zijn diverse kleine, smalle zijbeken (Kleine Beek, Leigraaf, Hummelose Beek en Rode Beek), waarvan de laatste twee aangewezen zijn als SED-water. Er zijn geen meetgegevens beschikbaar van de watertemperatuur van de Grote beek. Het is aannemelijk dat deze beek eenzelfde temperatuurregime heeft als nabijgelegen enigszins vergelijkbare beken (Oude IJssel en Berkel) waar sprake is van een te hoge watertemperatuur in de zomer. Geschiktheid voor kwabaal Door waterpeilregulering, afwezigheid van overstroomde oevers, kanalisatie en gebrek aan structuur is de beek in zijn huidige staat niet geschikt voor kwabaal. Maatregelen Door de goede bereikbaarheid vanuit de IJssel biedt de Grote beek goede potenties voor de kwabaal. De habitatkwaliteit moet daarvoor eerst nog in belangrijke mate hersteld worden. Maatregelen daartoe zijn: realisatie natuurlijk waterpeil; realisatie overstromingsvlakten en ontwikkeling beboste oevers. De SED-beken langs de Grote beek bieden potentie voor realisatie paai- en opgroeihabitat. 48

55 Stichting RAVON Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Grote Beek Afwezig n.v.t. Mogelijk in mondingsgebied en zijbeken Door peilregulering doen zich geen overstromingen van oeverlanden voor; beek structuurarm; mogelijk opgroeihabitat in (SED-)zijbeken. Niet aanwezig Geen data, waarschijnlijk te warm Onvoldoende gegevens, mogelijk benedenstrooms van cascades bij stuwen Matig: vispassages wel aangelegd, maar werking onvoldoende Matig: vispassages wel aangelegd, maar werking onvoldoende Ongeschikt Matig Figuur I.3. Grote Beek (bovenste beek): in huidige staat niet geschikt als leefgebied voor kwabaal. Door bereikbaarheid vanuit IJssel en onder voorwaarde van de uitvoering van herstelmaatregelen biedt het voor kwabaal matige potentie. 49

56 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 1d Baakse beek & Veengoot In de Baakse beek worden de boven- midden- en benedenloop onderscheiden. De bovenloop wordt gevoed vanuit het Korenburgerveen en bestaat uit kleine beken rond Lichtenvoorde. Deze zijn beperkt van omvang en ijzerrijk. In de middenloop, tussen Lichtenvoorde en Vorden is de beek door kanalisatie en droogval weinig geschikt voor vissen. De Veengoot en de middenloop van de Baakse beek zorgen voor ontwatering van het omliggende gebied ten behoeve van landbouw. De habitatgeschiktheid voor de kwabaal is hier door gebrek aan stroming en structuur laag. De benedenloop van de Baakse beek, vanaf Vorden stroomafwaarts biedt voor de kwabaal meer potentie. De Baakse beek is voor vissen optrekbaar gemaakt tot aan Ruurlo. In de huidige staat is de beek nog beperkt in morfologische variatie. Een beperkt debiet is hiervan de belangrijkste oorzaak. Er doen zich geen langdurige overstromingen voor. Er zijn geen meetgegevens beschikbaar van de watertemperatuur van de Baakse beek. Het is aannemelijk dat deze beek eenzelfde temperatuurregime heeft als nabijgelegen enigszins vergelijkbare beken (Oude IJssel en Berkel) waar sprake is van een te hoge watertemperatuur in de zomer. Er zijn met name in de benedenloop onder de paraplu van het Gebiedsproces Baakse Beek - Veengoot diverse projecten uitgevoerd of in voorbereiding die ook bijdragen aan het herstel van de beek als leefgebied voor kwabaal: o Nabij de mondig (Bakerwaard) is het gemaal in 2013 vispasseerbaar gemaakt en is een EVZ stapsteen aangelegd die bestaat uit een laagte die kan overstromen. o Tussen Baak en Wichmond is een is een herinrichtingsproject uitgevoerd voor de Baakse beek en Oosterwijkse Vloed. Hierbij zijn onder meer een vispassage en natuurvriendelijke oevers aangelegd. o Verder stroomopwaarts bij de landgoederen Suideras en Hackfort is een herinrichting uitgevoerd, waarbij een vispassage is aangelegd bij de Molen Hackfort, oevers natuurlijker worden ingericht en water langer wordt vastgehouden. o Voor de Baakse beek rond de kern Vorden is een project met vergelijkbare doelstellingen in voorbereiding. Ook verder stroomopwaarts richting Ruurlo en Lichtenvoorden wordt gewerkt aan herinrichting van de beek. Geschiktheid voor kwabaal Door afwezigheid van overstroomde oevers, kanalisatie en gebrek aan structuur is de beek in zijn huidige staat niet geschikt voor kwabaal. Maatregelen Door de goede bereikbaarheid vanuit de IJssel biedt de Baakse beek potenties voor de kwabaal. De habitatkwaliteit moet daarvoor eerst nog in belangrijke mate hersteld worden. Maatregelen daartoe zijn: realisatie natuurlijk waterpeil; realisatie overstromingsvlakten en ontwikkeling beboste oevers. De diverse lopende herinrichtingsprojecten bieden kansen voor realisatie van deze maatregelen, maar vragen wel om speciale aandacht voor de soort. 50

57 Stichting RAVON Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Baakse beek en Veengoot Afwezig n.v.t. Beperkt Beperkt in oeverzones Aanwezig in IJsseldal Geen data, waarschijnlijk te warm Onvoldoende gegevens, waarschijnlijk ongeschikt Goed: vispassage aangelegd Goed: optrekbaar vanuit IJssel Ongeschikt Benedenloop: matig. Bovenloop: laag Figuur I.4. Baakse beek; in huidige staat ongeschikt als leefgebied voor kwabaal. Door bereikbaarheid vanuit IJssel en onder voorwaarde van de uitvoering van herstelmaatregelen is er wel potentie voor de soort. 51

58 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 1e Berkel Het Nederlandse deel van de Berkel vanaf Rekken tot aan de monding in de IJssel is halverwege de vorige eeuw gekanaliseerd (zie ook 4.1.2). De beek is hier breed (25 meter), verstuwd (18 stuwen), in de zomer stagnant en er is een gebrek aan structuur door de afwezigheid van natuurlijke oevers en overstromende oevers. Het waterpeil wordt sterk gereguleerd. In de zomer is er sprake van lage afvoer, maar geen stagnatie, noch droogval. De meeste barrières in de Berkel zijn vispasseerbaar gemaakt. De laatste onpasseerbare stuw is Hoge Weide bij Lochem, waar de aanleg van een vispassage voor 2021 gepland is. De Berkel is dan voor vissen optrekbaar vanuit de IJssel tot in Duitsland. Tussen stuw Besselink en stuw Warken is de Berkel heringericht, waarbij meanders zijn aangelegd. Nabij Almen is een hermeanderingsproject in voorbereiding. De watertemperatuur in de Berkel (gemeten bij Borculo) is in de periode in de zomers jaarlijks langer dan een maand boven de 18 o C (bijlage 2, figuur II.6) en voldoet daarmee niet aan de eisen van kwabaal. Het Duitse deel van de Berkel heeft op veel plekken nog wel zijn oorspronkelijke meanderende karakter en is daardoor nog wel geschikt voor daar voorkomende stroomminnende vissoorten, zoals de beekprik en beekdonderpad (Vos, 2012). Geschiktheid voor kwabaal Door waterpeilregulering, afwezigheid van overstroomde oevers, kanalisatie en gebrek aan structuur is de beek in zijn huidige staat niet geschikt voor kwabaal. Maatregelen Door de goede bereikbaarheid vanuit de IJssel biedt de benedenloop van de Berkel potenties voor de kwabaal. De habitatkwaliteit moet daarvoor eerst nog in belangrijke mate hersteld worden. Maatregelen daartoe zijn: realisatie natuurlijk waterpeil; realisatie robuuste overstromingsvlakten en ontwikkeling beboste oevers. Herinrichtingsprojecten in de benedenloop van de Berkel bieden kansen voor de kwabaal, maar vragen wel om speciale aandacht voor de soort. Herinrichting van de benedenloop van de Berkel (bron Waterschap Rijn en IJssel) 52

59 Stichting RAVON Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Berkel Afwezig n.v.t. Beperkt in huidige toestand benedenloop Beperkt in huidige toestand benedenloop Bereikbaar in IJssel Te warm Ongeschikt Goed Goed Matig Hoog Figuur I.5. Berkel benedenloop; in huidige staat matig geschikt als leefgebied voor kwabaal. Door bereikbaarheid vanuit IJssel en onder voorwaarde van de uitvoering van herstelmaatregelen zijn er goede potenties voor de soort. 53

60 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 1f Schipbeek & Buurserbeek De benedenloop van de Schipbeek is een structuurarme, rechte waterloop die over grote lengte in een smal bed tussen kades ligt. De omgeving van de beek is grotendeels in agrarisch gebruik. Er is weinig stroming, in de zomer kan de beek stagneren. De beek is geheel optrekbaar. Er wordt intensief geschoond. Voor de kwabaal is de Schipbeek in huidige toestand niet geschikt. De bovenloop heeft de naam Buurserbeek. Dit deel van de beek biedt voor vissen meer potentie door de aanwezigheid van meer stroming, de aanwezigheid van dood hout en een structuurrijkere inrichting. Meetgegevens van de watertemperatuur in de Schipbeek laten zien dat deze in de zomer lange tijd warmer is dan 20oC. In de witner is deze geruime tijd lager dan 5oC. (bijlage 2, figuur II.5). Geschiktheid voor kwabaal Door waterpeilregulering, afwezigheid van overstroomde oevers, kanalisatie en gebrek aan structuur is de beek in zijn huidige staat niet geschikt voor kwabaal. Maatregelen De beek biedt beperkte kansen voor herstel van kwabaalleefgebied. De habitatkwaliteit moet daarvoor eerst nog in belangrijke mate hersteld worden. Maatregelen daartoe zijn: realisatie natuurlijk waterpeil; realisatie robuuste overstromingsvlakten en ontwikkeling beboste oevers. Intenties van het waterschap zijn gericht op kwaliteitsverbetering binnen de huidige loop (kades). Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Schipbeek & Buurserbeek Afwezig n.v.t. Afwezig Afwezig Afwezig In de zomer te warm Onvoldoende gegevens, waarschijnlijk ongeschikt Goed, na realisatie vispassage Nieuwe Sluis goed Ongeschikt Laag 54

61 Stichting RAVON Figuur I.6. Schipbeek ligt deels in Gelderland en deels in Overijssel; in huidige staat is d de beek ongeschikt als leefgebied voor kwabaal. Door beperkt debiet, ligging in smal bed en veelal agrarisch gebruik van omgeving zijn de potenties voor kwabaal laag. 1g Oude Rijn (Rijnstrangen) De Rijnstrangen zijn restgeulen van de Rijn. In 1700 was dit gebied nog gewoon de Rijn. Tot 1959 werden de Rijnstrangen als overlaat van de Rijn gebruikt tijdens hoogwater. Doordat de functie als overlaat werd afgeschaft werd het gebied geïsoleerd van de rivieren en steeds intensiever in gebruik te nemen voor landbouw. De oude strangen zijn echter nog steeds in het landschap aanwezig, maar hebben tegenwoordig meer het karakter van een serie aaneengesloten plassen. Bovenstrooms word de Oude Rijn gevoed vanuit het Grenskanaal (De Wild). In de zomer is er sprake van lage afvoer en kan er stagnatie optreden. Het waterpeilbeheer is aangepast op het agrarisch gebruik van het gebied, waardoor een hoge waterstand in het voorjaar zich niet meer voordoet. Aan benedenstroomse zijde vormt gemaal Kandia een vismigratieknelpunt. Deze zal naar verwachting in 2018 passeerbaar gemaakt worden. Aanpassing van het waterpeilbeheer is gemaakt om de ontwikkeling van rietmoeras te stimuleren. Om verruigingen verbossing van het riet tegen te gaan is sinds begin 2016 het waterpeil verhoogd en worden delen eens per vier jaar droog gezet. Verhoging van het waterpeil zal naar verwachting leiden tot het ontstaan van paai- en opgroeihabitat. Meetgegevens van de watertemperatuur zijn niet beschikbaar. De watertemperatuur kan in de zomer hoog oplopen (mondelinge mededeling Arthur de Bruin). Voor de overzomering is het gebied daardoor waarschijnlijk ongeschikt, maar wel voor paai en opgroei van jonge kwabaal. Geschiktheid voor kwabaal In de actuele situatie is het gebied in beperkte mate geschikt voor kwabaal. De isolatie van de strangen is een belangrijk knelpunt. 55

62 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Maatregelen Maatregelen om de Rijnstrangen geschikt te maken als leefgebied voor kwabaal dienen gericht te zijn op het realiseren van overstroomde oevers, herstel natuurlijk waterpeil, vergroting habitatdiversiteit en het verbinden van het gebied met de Waal (doorstroming vanuit bovenloop, verwijderen of verleggen zomerkades, vispasseerbaarheid gemaal Kandia). Kwaliteit habitat Oude Rijn (Rijnstrangen) Actuele populatieomvang Afwezig Kennis over populatie n.v.t. Aanwezigheid geschikt paaihabitat? Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat / Aanwezigheid koudwaterhabitats Na realisatie vispassage Kandia bereikbaar in Waal / Bijland Watertemperatuur Geen data, waarschijnlijk te warm in zomer voor adulten Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Onvoldoende gegevens, waarschijnlijk ongeschikt Connectiviteit binnen gebied Goed Connectiviteit met grote rivieren Slecht: gemaal Kandia vanaf 2018 passeerbaar) Eindoordeel actuele geschiktheid Ongeschikt Potenties voor kwabaal Hoog Figuur I.7. Oude Rijn (Rijnstrangen): in huidige staat niet geschikt als leefgebied voor kwabaal, met name doordat het gebied geïsoleerd is. Na realisatie van een vispassage bij Kandia en onder voorwaarde van de uitvoering van herstelmaatregelen biedt het voor kwabaal wel potenties. 56

63 Stichting RAVON 2 Gelderse Vallei en Veluwse beken (Waterschap Vallei en Veluwe) 2a Voorsterbeek Lage Leiding De Voorsterbeek wordt vanuit de Veluwe gevoed door water vanuit de Beekbergse beek en Klarenbeek. De beek is in het verleden genormaliseerd. Ten behoeve van de agrarische functie zijn de omliggende gebieden sterk gedraineerd en wordt het waterpeil gereguleerd waardoor moerassige laagten en oude meanders langs de beek verdwenen zijn. Langdurige overstromingen van de oevers doen zich tegenwoordig niet meer voor. De midden- en bovenloop van de Voorsterbeek zijn hierdoor ongeschikt geworden voor de voortplanting van de kwabaal. In de benedenloop van de Voorsterbeek zijn herstelmaatregelen uitgevoerd. Deze maatregelen bestaan uit hermeandering, aanleg van natuurvriendelijke oevers, aanleg van een vispassages bij stuwen en gemaal Middelbeek en extensivering van het vegetatiebeheer. Door de waterkerende functie van dit gemaal is een kunstmatige oplossing met een stelsel van kleppen gemaakt. In het voorjaar werkt deze waarschijnlijk onvoldoende effectief om vispassage mogelijk te maken (mondelinge mededeling WS Vallei en Veluwe). De monding van de Voorsterbeek (de Uitvliet) is in huidige toestand geschikt voor de kwabaal voor paai- en opgroei. De bovenloop van de Lage leiding bestaat uit een oude rivierarm, de Oude IJssel. De Lage leiding is een gegraven waterloop die het water uit deze rivierarm afvoert via gemaal Middelbeek naar de IJssel. De omgeving heeft een voornamelijk agrarische functie. De Lage Leiding biedt in huidig staat geen geschikt leefgebied voor kwabaal en heeft matige potenties voor de soort. Maatregelen Potenties voor de kwabaal zijn er met name in het mondingsgebied (Uitvliet) in de uiterwaarden van de IJssel. Herstelmaatregelen voor de kwabaal dienen gericht te zijn op het vergroten van overstromingsvlakten, een betere connectiviteit met de IJssel en ontwikkeling van beboste oevers. Zie verder ook de bijlage Uiterwaarden Zutphen Deventer. Kwaliteit habitat Voorsterbeek en Lage Leiding Actuele populatieomvang Afwezig Kennis over populatie n.v.t. Aanwezigheid geschikt paaihabitat Mogelijk in beekmonding (Uitvliet) Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Door peilregulering doen zich geen langdurige overstromingen van oevers voor, mogelijk opgroeihabitat in beekoever Aanwezigheid koudwaterhabitats Afwezig, maar bereikbaar in IJssel Watertemperatuur Geen data. Waarschijnlijk in zomer te warm Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Onvoldoende gegevens, waarschijnlijk ongeschikt Connectiviteit binnen gebied Matig: vispassage Lage leiding werkt onvoldoende Connectiviteit met grote rivieren Matig: vispassage Lage leiding werkt onvoldoende Eindoordeel actuele geschiktheid Matig (benedenloop en monding) Potenties voor kwabaal Hoog 57

64 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Figuur I.8. Voorsterbeek en Lage Leiding: in huidige staat grotendeels ongeschikt als leefgebied voor kwabaal. Het mondingsgebied van deze beek naar de IJssel heeft echter wel veel potenties voor de soort. 2b Hierdensche beek De Hierdense Beek, heet in de bovenloop ook wel Staverdense en Leuvenumse Beek. De beek ontstaat door afwatering uit het agrarische gebied rond Elspeet en mondt bij Hierden uit in het Randmeer uit. De beek wordt gevoed door regen/ en kwelwater. De beek is in het verleden deels vergraven ten behoeve van watermolens. In de huidige staat is de Hierdensche beek een structuurrijke beek, met veelal beboste oevers. Dit zorgt voor beschaduwing van de beek, waardoor het water niet sterk opwarmt. In de zomer van 2012 bleef de watertemperatuur bijna de hele zomer onder de 18 o C (bijlage 2, figuur II.8). Een herstelmaatregelen die recent is uitgevoerd in de Hierdensche beek betreft de verhoging van de beekbodem door middel van de inbreng van zand (zandsuppletie). Hierdoor wordt de watersafvoer vertraagd en de waterstand in de beek verhoogd, wat mogelijk ook geschikte paai- en opgroeigebieden voor kwabaal zal doen ontstaan. Het is niet bekend of deze overstroomde ook voldoende oppervlak hebben en of het water er voldoende opwarmt om voldoende voedsel te produceren voor jonge kwabaal in het voorjaar. De nabij gelegen Randmeren zijn door de beperkte diepte en afwezigheid van inunderende oevers voor kwabaal niet geschikt. De beek heeft potenties voor kwabaal, hoewel deze door de beperkte omvang van de beek niet hoog zijn. De soort is momenteel afwezig, maar kolonisatie is mogelijk vanuit de meest nabijgelegen bronpopulatie in het Zwarte Water en Zwarte Meer mogelijk. Geschiktheid voor kwabaal Door de natuurlijke inrichting, inunderende oevers heeft de beek mogelijk geschikt habitat voor paai en opgroei van kwabaal, hoewel het oppervlak hiervan waarschijnlijk beperkt is. Door de lage watertemperatuur is de beek geschikt voor adulte dieren. 58

65 Stichting RAVON Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Hierdense beek Afwezig n.v.t. Mogelijk in overstromende oevers Aanwezig in beek en in oeverstromende oevers Aanwezig Laag door beschaduwing Geschikt door lage watertemperatuur, maar in omvang beperkt Matig. Bereikbaar vanuit Zwarte Meer via Veluwe Meer, maar deze warmt sterk op. Matig Matig Figuur I.9. Hierdensche beek: in huidige staat geschikt als leefgebied voor kwabaal. Herstelmaatregelen richten zich op verder verbeteren van overstromende oevers, waardoor de potenties voor kwabaal verder toenemen. De kwabaal is afwezig, maar kolonisatie zou mogelijk kunnen plaatsvinden vanuit het Zwarte Meer. 59

66 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 2c Heelsumse beek De Heelsumse beek is een korte, kwel gevoede, snelstromende beek op de zuidelijke flank van de Veluwe. De beek mondt uit in de Nederrijn. De oevers bestaan plaatselijk uit zandbanken, maar de meeste oevers zijn steil en begroeid met bomen of struiken. Het waterpeil wordt in de bovenloop gereguleerd door stuwen. De monding van de beek in de uiterwaarde van de Nederrijn is heringericht. De beek is meanderend aangelegd en er is een nieuwe vispassage gerealiseerd, waardoor de beek optrekbaar is geworden. Naast de beek is de uiterwaarde verlaagd, waardoor een kleine plas is ontstaan. Door regulering van het waterpeil doen zich hier geen langdurige overstromingen van de beekoevers voor. Recentelijk heeft een bever buitendijks een dam gemaakt in de beek, waardoor de oevers inunderen (mededeling Ykelien Damstra). Doordat er overlast ontstaat (waterpeil bovenstrooms en mogelijkheden voor beheer) wordt deze beverdam waarschijnlijk niet getolereerd en verwijderd. Door de beperkte lengte van de beek en het beperkte oppervlak aan mogelijke paai- en opgroeigebied is de Heelsumse beek niet erg geschikt voor kwabaal. Daarbij speelt ook mee dat de verstuwde Nederrijn weinig mogelijkheden biedt voor de soort. Geschiktheid voor kwabaal Door de afwezigheid van overstromingsvlakten en de beperkte omvang van de beek is de Heelsumse beek in huidige staat ongeschikt voor kwabaal. Maatregelen Een groot deel van de beek biedt weinig kansen voor de kwabaal. De potenties liggen met name in het mondingsgebied van de beek als de omliggende oevers verder verlaagd zouden worden. De vraag is of dit voldoende zal zijn voor de vestiging van een populatie, gezien de lage potenties van de Nederrijn voor de soort. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Heelsumse beek Afwezig n.v.t. Niet of nauwelijks Niet of nauwelijks Via Nederrijn bereikbaar, zomertemperatuur hier mogelijk te hoog Geen data Zeer beperkt Goed Goed Ongeschikt Laag 60

67 Stichting RAVON Figuur I.10. Heelsumse beek (rechtse beekdal) biedt in de huidige staat geen geschikt leefgebied voor kwabaal. De potenties voor kwabaal worden laag ingeschat vanwege de beperkte omvang van het beekdal zelf en de mate waarin de Nederrijn geschikt is voor de soort. Actueel beeld van de herinrichting van de monding van de Heelsumse beek en uiterwaarde van de Nederrijn, welke in 2015 zijn gerealiseerd. 61

68 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 2d Renkumse beek In het Renkumse beekdal liggen drie beken: Oliemolenbeek, Halveradsbeek en de Kortenburgsebeek. De Oliemolenbeek wordt ook wel de Renkumse beek genoemd. De beken worden gevoed door sprengenkoppen op de Veluwe (tussen de A12 en de spoorlijn). De beken komen samen en stromen uiteindelijk door een duiker onder de provinciale weg N225 door de uiterwaarde van de Nederrijn waarin deze uitmondt. De beek heeft een beperkt debiet en valt in de midden en bovenloop wel eens droog. De benedenloop is bij een laag debiet stagnant. De diepte is grotendeels 10 cm, op enkele plekken maximaal 50 cm. De duiker onder de N225 is voor vissen niet passeerbaar, maar wordt op korte termijn vervangen voor een vispasseerbare duiker. Er is langs de beek geen sprake van langdurige overstroomde oevers. Doordat de beek gevoed wordt door koel kwelwater uit de sprengen is het de verwachting dat de watertemperatuur voor kwabaal wel geschikt zal zijn. Geschiktheid voor kwabaal Door de afwezigheid van overstromingsvlakten, de beperkte omvang van de beek is de Renkumse beek in huidige staat ongeschikt voor kwabaal. Maatregelen De beek biedt beperkte kansen voor herstel van kwabaalleefgebied. Natuurontwikkeling in het Renkumse beekdal (onder de noemer de Renkumse Poort) is er op gericht de verbinding tussen Nederrijn en Veluwe te versterken. Potenties voor de kwabaal liggen met name in het mondingsgebied van de beek. Aanpassingen van dit mondingsgebied moeten zich richten op het realiseren van langdurig overstroomde oeverlanden. Noodzakelijke herstelmaatregelen kunnen bestaan uit verhoging van de beekbodem, verlaging van de oevers en verbeteren van de optrekbaarheid voor vissen. De vraag is of dit voldoende zal zijn voor de vestiging van een populatie, gezien de lage potenties van de Nederrijn voor de soort. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Renkumse beek Afwezig n.v.t. Niet of nauwelijks Niet of nauwelijks Via Nederrijn bereikbaar, zomertemperatuur hier mogelijk te hoog Geen data, waarschijnlijk laag a.g.v. kwelvoeding Zeer beperkt Matig, middenloop van beek niet bereikbaar Goed Ongeschikt Laag 62

69 Stichting RAVON Figuur I.11. Renkumse beek (linkse beekdal) biedt in de huidige staat geen geschikt leefgebied voor kwabaal. De potenties voor kwabaal worden laag ingeschat vanwege de beperkte omvang van het beekdal zelf en de mate waarin de Nederrijn geschikt voor de soort. 63

70 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 3 Rivierenland (Waterschap (Rivierenland) 3a Linge De Linge is een riviertje dat loopt vanaf het Pannerdens Kanaal bij Doornenburg door de Betuwe richting Gorinchem. Via op de Linge aansluitende weteringen kan in droge perioden water worden aangevoerd vanuit de grote rivieren en kan water worden verspreid en worden ingelaten in polders. Via gemalen kan overtollig water worden afgevoerd vanaf de Linge naar de Boven-Merwede of de Nederrijn/Lek. Via sluizen kunnen vissen in theorie van en naar de Linge migreren, al is het niet bekend of die mogelijkheden optimaal zijn. De Beneden Linge is vanuit de Merwede optrekbaar tot de meest benedenstroomse stuw. Vanuit de waal is de Linge niet optrekbaar voor vissen. Verbindingen voor vissen naar het achterland zijn veelal afgesloten door gemalen en stuwen die vrije vismigratie belemmeren. Datzelfde geldt voor vismigratie tussen watersystemen in de poldergebieden (Arntz et al., 2009). In de Beneden Linge zijn al diverse vispassages aangelegd bij stuwen en gemalen. Zijwateren die wel bereikbaar zijn voor vissen vanuit de Linge zijn onder meer de Maurikse Wetering / Korne en de Culemborgsche Vliet. De oevers van de Linge zijn divers ingericht. In het westelijk deel zijn grote delen beschoeid. Een deel is natuurvriendelijk ingericht, waarbij een ondiepe oeverzones is aangelegd. In de Benende Linge wordt het waterpeil sterk gereguleerd. Langdurige overstroomde oevers doen zich in de huidige situatie niet voor. Potenties hiervoor zijn wel aanwezig, met name in de benedenloop van de Linge. Door de aanwezigheid van zomerkades zijn (potentiële) overstromingsvlaktes echter geïsoleerd van de Linge. De Linge heeft ook een scheepvaartfunctie (kleine schepen in het traject tot en met de Korne) en er wordt om deze reden gebaggerd om het riviertje voldoende diep te houden. De Beneden Linge is aangewezen als SED-water (specifiek ecologisch doel). De watertemperatuur in de Linge is in de winter rond de 5 o C (bijlage 2, figuur II.10) en voldoet daarmee aan de voortplantingseisen van kwabaal. In de zomer is de gemiddelde watertemperatuur in juli ongeveer 21 o C. In de periode was het elke zomer langdurig (>1 maand) warmer dan 18 o C, zodat er niet voldaan wordt aan de temperatuureisen van de (sub)adulte kwabaal (bijlage 2, tabel II.1). Er is qua watertemperatuur binnen de Linge geen verschil tussen de boven- en benedenloop van de Linge. Er zijn langs de Linge geen aangetakte diepe wateren aanwezig die als thermisch refugium zouden kunnen dienen. Geschiktheid voor kwabaal Door het sterk gereguleerde waterpeil, veelal steile oevers, afwezigheid van overstromingsvlakten en hoge watertemperatuur is de Linge in huidige staat niet geschikt voor kwabaal. Maatregelen Herstelmaatregelen voor de kwabaal in de Linge dienen gericht te zijn op: herstel natuurlijk waterpeil met langdurige overstroomde oevers, verlaging van de watertemperatuur en de bereikbaarheid van diepe/koude habitats. 64

71 Stichting RAVON Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Linge Afwezig n.v.t. Mogelijk in oeverlanden, maar deze inunderen in de huidige situatie niet voldoende lang Afwezig Afwezig langs de Linge, maar mogelijk aanwezig en bereikbaar in Waal/Merwede Te warm in zomer Ongeschikt Goed Matig, op termijn goed; mits aanleg vispassage bij monding Ongeschikt Matig Figuur I.12. De Linge biedt in de huidige staat geen geschikt leefgebied voor kwabaal. De (matige) potenties voor kwabaal zijn wel aanwezig door de bereikbaarheid vanuit de Waal en de aanwezigheid van inunderende oeverlanden. 65

72 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 3b Ooijpolder - Het Meertje & Buiten Ooij Het Meertje ligt naast Nijmegen in de Ooijpolder. Van oorsprong is het een oude rivierstrang in een overstromingsvlakte van de Waal. Wateraanvoer vindt plaats vanuit bovenstrooms gelegen bronnen en beken op de stuwwal en beken rond Groesbeek. Het Wylermeer en het Meertje wateren via het Hollands-Duits gemaal uit op de Waal. Het gemaal is vispasseerbaar gemaakt, evenals een aantal bovenstroomse stuwen. In het gebied wordt een flexibel peilbeheer toegepast, dat meer ruimte geeft aan een natuurlijke waterpeil verloop (De Jong, 2013). Ondanks dit flexpeil doen er zich in de huidige situatie geen langdurige overstromingen van de oevers voor. Hierdoor is het gebied niet erg geschikt voor kwabaal. Potenties zijn er wel, indien robuuste overstromingsvlaktes hersteld worden. Mogelijk zorgt de voeding met water uit de stuwwal voor een lagere watertemperatuur; hierover zijn geen gegevens beschikbaar. In de uiterwaarde van de Waal is recent een eenzijdig aangetakte strang aangelegd. Het areaal inunderende oever is hier beperkt, waardoor de potenties voor kwabaal matig zijn. Geschiktheid voor kwabaal Door de afwezigheid van overstromingsvlakten is het gebied in huidige staat niet geschikt voor kwabaal. Maatregelen Herstelmaatregelen voor de kwabaal dienen gericht te zijn op herstel van een natuurlijk waterpeil (grotere peilfluctuaties) met langdurige overstroomde oevers. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Watertemperatuur Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Ooijpolder Het Meertje Afwezig n.v.t. Mogelijk (?) in oeverlanden Meertje en nieuwe strang, maar deze inunderen waarschijnlijk niet voldoende lang Niet of nauwelijks Afwezig in Ooijpolder, maar bereikbaar in/langs Waal Geen data, waarschijnlijk te warm in zomer Ongeschikt Goed Goed Ongeschikt Matig 66

73 Stichting RAVON Figuur I.13. Ooijpolder Het Meertje en Buiten Ooij biedt in de huidige staat geen geschikt leefgebied voor kwabaal. De (matige) potenties voor kwabaal zijn in het Meertje wel aanwezig door de bereikbaarheid vanuit de Waal en het realiseren van inunderende oevers middels een meer flexibel peilbeheer. Een recent aangelegde eenzijdig aangetakte strang biedt mogleijk op termijn paai- en opgroeihabitat. 67

74 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 4 Grote rivieren Waal (Rijkswaterstaat) 4a Uiterwaarden bij Loevestein e.o. De uiterwaarden langs de Waal, direct bovenstrooms van Slot Loevestein zijn aangewezen als Natura 2000 gebied. In de uiterwaarde is een eenzijdig aangetakte nevengeul aangelegd. Deze nevengeul houdt permanent water en heeft een open verbinding met de Waal. Uit de GIS-analyse blijkt dat de oevers frequent inunderen bij een hoge waterstand in de Waal. Het oppervlak aan overstromingsvlakten dat hierdoor ontstaat is echter beperkt en waarschijnlijk ontoereikend om geschikt opgroeigebied voor jonge kwabaal te laten ontstaan. In de nabijheid zijn diverse diepe wateren aanwezig welke mogelijk geschikt zijn voor de overzomering van kwabaal (Afgedamde Maas, plassen en havens in de uiterwaarde bij Vuren, Gorinchem een Sleeuwijk). De zandwinplas in de uiterwaarde bij Vuren (Hondswaard) wordt tweezijdig aangetakt aan de Waal, waardoor dit diepe water beter bereikbaar wordt voor vissen, en mogelijk een geschikte locatie vormt voor overzomering van de soort. In de actuele situatie is er geen kwabaalpopulatie aanwezig in de Waal. Kolonisatie zou mogelijk kunnen plaatsvinden vanuit de middenloop van de Rijn (Duitsland) en IJssel. Herstelmaatregelen voor de kwabaal in dit buitendijkse gebied bestaan uit: creëren van overstromingsvlakten en behoud en verbindingen diepe wateren. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Uiterwaarden Loevenstein e.o. Afwezig n.v.t. Niet of nauwelijks Niet of nauwelijks Diverse diepe wateren aanwezig Waal te warm, mogelijk zijn diepe wateren geschikt Goed (open verbindingen) Goed (mogelijk vanuit bovenloop Rijn en IJssel) Ongeschikt Matig 68

75 Stichting RAVON Figuur I.14. Uiterwaarden Waal bij Loevestein: in huidige toestand ongeschikt voor kwabaal door de afwezigheid van langdurig overstroomde vlaktes. De potenties voor het creëren van overstromingsvlaktes voor kwabaal zijn matig. 69

76 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 4b Nevengeul Gameren & Crobsche Waard De nevengeul in de uiterwaarde bij Gameren is tweezijdig aangetakt en meestromend. De GIS-analayse laat zien dat bij hoge waterstand in de Waal de oevers van de geul overstromen. Het oppervlak van deze potentiële opgroeihabitats voor kwabaal is beperkt. Voldoende lang aanhoudende overstromingen doen zich pas voor bij een waterstand die in de praktijk nauwelijks gedurende een lange aaneengesloten periode niet voorkomt. De nevengeul is matig diep en warmt in de zomer waarschijnlijk te sterk op om geschikt te zijn voor de overzomering van kwabaal. Aan de overzijde van de Waal, in de Crobsche Waard, zijn diepe zand- en kleiwinplassen aanwezig, welke mogelijk wel geschikt zijn voor overzomering. De meest zuidwestelijke van deze plassen staat in directe verbinding met de Waal. In de Crobsche Waard is weinig geschikt opgroeihabitat voor kwabaal aanwezig. Een groot deel van deze uiterwaarde (ten noorden van de kardam ) staat niet in directe verbinding met de rivier en biedt daardoor voor de kwabaal geen kansen in de huidige staat. Van de kwabaal is in de actuele situatie geen populatie aanwezig in de Waal. Mogelijke herstelmaatregelen voor de kwabaal in dit buitendijkse gebied bestaan uit: creëren van overstromingsvlakten en behoud en verbindingen diepe wateren. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Gameren & Crobsche Waard Afwezig n.v.t. Niet of nauwelijks Niet of nauwelijks In omgeving diverse diepe wateren aanwezig Waal te warm, mogelijk zijn diepe wateren geschikt Goed (open verbindingen) Goed (mogelijk vanuit bovenloop Rijn en IJssel) Ongeschikt Matig Figuur I.15. Uiterwaarden Waal bij nevengeul Gameren en Crobse waard: potentieel leefgebied voor kwabaal, maar de soort is actueel niet aanwezig. 70

77 Stichting RAVON 4c Nevengeulen Opijnen en Hurwenen De meestromende nevengeul bij Opijnen is in de jaren 90 aangelegd. Bij verhoogde waterstand in de Waal overstromen de oevers van de nevengeul. De overstromingsduur van de oevers is echter te beperkt om geschikt opgroeihabitat voor kwabaal te laten ontstaan. Het water zakt na een hoogwater te snel weer weg. In de uiterwaarde van Hurwenen is in 2015 een meestromende nevengeul aangelegd (één van de Waal Weelde projecten). Deze loopt door een aanwezig zandwinplas welke deels verontdiept is. In de huidige toestand is deze diepe plas mogelijk geschikt als overzomeringshabitat voor kwabaal. Van de kwabaal is in de actuele situatie geen populatie aanwezig in de Waal, maar kolonisatie langs natuurlijke weg is mogelijk. Mogelijke herstelmaatregelen voor de kwabaal in dit buitendijkse gebied bestaan uit: creëren van robuuste overstromingsvlakten en verbindingen met diepe wateren. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Opijnen en Hurwenen Afwezig n.v.t. Niet of nauwelijks Mogelijk in nevengeulen, oppervlak beperkt Voormalige zandwinplas in uiterwaarde Hurwenen Waal te warm, mogelijk zijn diepe wateren geschikt Goed (open verbindingen) Goed (mogelijk vanuit bovenloop Rijn en IJssel) Ongeschikt Matig Figuur I.16a. Uiterwaarden Waal bij nevengeul Opijnen en nevengeul Hurwenen: potentieel leefgebied voor kwabaal, maar de soort is actueel niet aanwezig. Kaartbeeld actuele inrichting Hurwenen, zie hieronder. 71

78 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Figuur I.16b. Actueel beeld van de herinrichting uiterwaarde bij Hurwenen, welke in 2015 is gerealiseerd. 72

79 Stichting RAVON 4d Afferdensch en Deestsche waard De uiterwaarde van de Waal bij Afferden en Deest wordt gekenmerkt door een extensief beheer, spontane ooijbosontwikkeling en een groot aantal min of meer geïsoleerde wateren. In de actuele situatie is de uiterwaarde weinig geschikt voor kwabaal, door het ontbreken van opgroeihabitats die in verbinding staan met de Waal. Er vindt momenteel een herinrichting plaats waarbij een meestromende nevengeul wordt aangelegd. Hierdoor zijn er in de toekomst mogelijk wel kansen voor de soort, door het ontstaan van geschikte overstromingsvlakten. Figuur I.17a. Uiterwaarden Waal bij Afferden en Deest: in de oude staat niet geschikt als leefgebied voor kwabaal vanwege de afwezigheid van paai- en opgroeihabitat. Figuur I.17b. Luchtfoto van de Afferdensche en Deestche waard ten tijde van een zomerhoogwater in 2016 (bron: PDOK). Bij een hoge waterstand (>4000 m 3 /s bij Lobith) is zichtbaar dat de plassen in de uiterwaarden verbonden zijn met de rivier en de grazige oevers van deze plassen ondiep overstromen. In de huidige situatie doet een dergelijk debiet zich nooit lang genoeg voor en leidt het dus niet tot geschikt opgroeihabitat voor kwabaal. 73

80 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 4e Uiterwaarden Waal Millingerwaard en Erlecom De Millingerwaard wordt gekenmerkt door een natuurlijke inrichting, spontane ontwikkeling van ooijbos en een groot aantal plassen en moerassige wateren. Momenteel vindt er een herinrichting plaats, waarbij een eenzijdig aangetakte geul wordt aangelegd en tevens oude riviergeulen worden hersteld die als kwelgeul gaan functioneren. Nabij Erlecom zijn enkele uiterwaard plassen aanwezig die bij hoge waterstand in de Waal overstromen en dan langere tijd in direct contact staan met de rivier (zie luchtfoto hieronder). De te ontwikkelen geul in de Millingerwaard en deze overstromende plassen bij Erlecom zijn mogelijk geschikt opgroeihabitat voor kwabaal. Het aanwezig oppervlak van oeverzones dat inundeert bij een debiet van 1981 m3/s is redelijk groot (figuur I.17, 49% van tijd overstroomd). Indien bij de herinrichting van het gebied de invaart van de Kaliwaal wordt gedicht, is dit ongunstig voor de bereikbaarheid van dit diepe water vanuit de Waal. Indien bij de herinrichting de Erlecomse geul wordt verlengd, dan bestaat het risico dat de daar aanwezige plassen aangetast worden en er actueel opgroeihabitat van kwabaal verdwijnt. Geschikte habitats voor de overzomering van kwabaal bestaan mogelijk uit de Kaliwaal en andere diepe (voormalige) zandwinplassen in het gebied. De Waal bij Erlecom is een van de weinig locaties in dit deel van de Rijntakken waar kwabaal in hogere dichtheid is aangetroffen (zie 5.1.2). Hierdoor is er een grotere kans op spontane kolonisatie en herstel van een kwabaalpopulatie in dit gebied. Plannen om de Millingse dam aan bovenstroomse zijde van de uiterwaarde te verlagen, zodat de direct overstroming van de uiterwaarde toeneemt, zijn naar verwachting gunstig voor het ontstaan van paai- en opgroeihabitat van kwabaal. Herstelmaatregelen voor de kwabaal in dit buitendijkse gebied bestaan uit: creëren van robuuste overstromingsvlakten en behoud en verbindingen diepe wateren. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Millingerwaard en Erlecom Aanwezig(?); onregelmatig waargenomen Gebrekkig Ja, maar beperkt in omvang Ja, maar beperkt in omvang Kaliwaal en voormalige zandwinplassen Waal te warm, mogelijk zijn diepe wateren geschikt Goed (open verbindingen) Goed (mogelijk vanuit bovenloop Rijn en IJssel) Matig geschikt Hoog 74

81 Stichting RAVON Figuur I.18. Uiterwaarden Waal bij Millingen en Erlecom: potentieel leefgebied voor kwabaal. De kwabaal wordt er onregelmatig aangetroffen, maar het is onduidelijk of er sprake is van een populatie. Luchtfoto van de Erlecomse waard ten tijde van een zomerhoogwater in 2016 (bron: PDOK). Bij een hoge waterstand is zichtbaar dat de plassen in de uiterwaarden verbonden zijn met de rivier en de grazige oevers van deze plassen ondiep overstromen. 75

82 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 4f Gendtsche waard De Gendtsche waard is grotendeels ingericht als natuurgebied (Staatsbosbeheer). Wateren in deze uiterwaarde zijn door kades meestentijds geïsoleerd van de rivier en overstromen niet vaak (zie ook kaart hierboven van Millingerwaard). Hierdoor heeft het gebied in zijn actuele toestand weinig waarde voor de kwabaal. In het kader van rivierverruimende maatregelen zijn er plannen om de Suikerdam (gelegen aan bovenstroomse zijde van deze uiterwaarde) te verlagen waarmee beoogd wordt overstromingen van de uiterwaarde met een duur van gemiddeld 35 dagen te realiseren (Provincie Gelderland, 2016). Daarnaast bestaan er plannen voor zand- en kleiwinning, natuurontwikkeling en extensieve recreatie. Herstelmaatregelen voor de kwabaal in dit buitendijkse gebied bestaan uit: vergroten invloed rivier en creëren van robuuste overstromingsvlakten. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Gendtsche waard Afwezig n.v.t. Afwezig Afwezig Kaliwaal en voormalige zandwinplassen langs Waal Ongeschikt Slecht, zomerkades aanwezig Slecht Ongeschikt Matig 4g Klompenwaard In de Klompenwaard is in 1999 een nevengeul aangelegd. In de huidige staat heeft de Klompenwaard en de daar aanwezig nevengeul weinig potentie voor kwabaal. Het betreft een eenzijdig aangetakte geul met een opening aan de benedenstroomse zijde. Er is een beperkt areaal overstromende oever aanwezig. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Klompenwaard Afwezig n.v.t. Afwezig Afwezig Kaliwaal en voormalige zandwinplassen langs Waal Ongeschikt Goed Goed Ongeschikt Matig 76

83 Stichting RAVON Figuur I.19. Uiterwaarden Waal bij Doornenburg (Klompenwaard): potentieel opgroeihabitat (overstromingsvlakten) voor kwabaal, maar de soort is actueel niet aanwezig. 4h Lobberdensche waard en Bijland De Lobberdensche waard heeft in zijn actuele toestand weinig waarde voor de kwabaal. Wateren in deze uiterwaarde zijn door kades meestentijds geïsoleerd van de rivier en overstromen niet vaak. Er zijn plannen om kades te verlagen waardoor de overstromingsfrequentie zal toenemen, naar verwachting jaarlijks (Provincie Gelderland, 2016). Dit biedt kansen voor het ontstaan van opgroeigebied voor de kwabaal. In de nabijheid is de Bijland aanwezig, een zeer diepe zandwinplas. Temperatuurgegevens uit 2009 laten zien dat de watertemperatuur in de oever in de zomer maanden oploopt tot bijna 24 o C, maar meestal 2 tot 4 o C lager is dan in de Rijn bij Lobith (grafiek zie bijlage 2, figuur II.1). Het is de verwachting dat de watertemperatuur op grotere diepte enkele graden lager zal zijn (Osté et al., 2010). Het is aannemelijk dat door zijn diepte de Bijland geschikter is voor de overzomering van kwabaal dan de rivier. Herstelmaatregelen voor de kwabaal in dit buitendijkse gebied bestaan uit: creëren van overstromingsvlakten, verbindingen met rivier versterken. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Lobberdensche waard en Bijland Afwezig n.v.t. Afwezig Afwezig Bijland Geschikt Slecht. Zomerkades isoleren uiterwaarde van rivier Goed Ongeschikt Hoog 77

84 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Figuur I.20. Uiterwaarden Rijn bij Lobberdensche waard en Bijland: potentieel leefgebied voor kwabaal, maar de soort is actueel waarschijnlijk niet aanwezig. 78

85 Stichting RAVON 4i Passewaaij De Passewaaij bij Tiel is een natuurontwikkelingsgebied met een aangelegde nevengeul. Sinds kort is deze meestromend gemaakt. In de huidige staat heeft de uiterwaarde en de daar aanwezig nevengeul weinig potentie voor kwabaal. Er is een beperkt areaal langdurig overstromende oever aanwezig. In de directe omgeving zijn nauwelijks diepe delen aanwezig die kunnen fungeren als koudwaterhabitat. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Klompenwaard Afwezig n.v.t. Afwezig Afwezig Beperkt Ongeschikt Goed Goed Ongeschikt Matig Figuur I.21. Passewaaij, uiterwaarden Waal bij Tiel: gebied met matige potenties voor kwabaal, als gevolg van en gebrek aan paai- en opgroeihabitat. 79

86 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 4j Beneden Leeuwen In de uiterwaarde van de Waal bij Beneden Leeuwen is een meestromende nevengeul aanwezig. In de huidige staat heeft de uiterwaarde en de daar aanwezig nevengeul weinig potentie voor kwabaal. Er is een beperkt areaal langdurig overstromende oever aanwezig. Aan bovenstroomse zijde van de nevengeul is een diepe groot water aanwezig dat mogelijk kan functioneren als koudwaterhabitat. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Klompenwaard Afwezig n.v.t. Afwezig Afwezig Aanwezig Ongeschikt Goed Goed Ongeschikt Matig Figuur I.22. Uiterwaarde Beneden Leeuwen: gebied met matige potenties voor kwabaal, als gevolg van en gebrek aan paai- en opgroeihabitat. 80

87 Stichting RAVON 5 Grote rivieren - IJssel (Rijkswaterstaat) 5a Rhederlaag en Vaalwaard Deze uiterwaarde van de IJssel bij Giesbeek bestaat voornamelijk uit het recreatie en zandwingebied Rhederlaag. De vier aangetakte plassen (Lathumse Plas, Westerplas, Gieseplas en Valeplas) hebben een gemiddelde diepte van 5,5 meter en de maximale diepte bedraagt ongeveer 30 meter. Ondiepe overstromende oevers zijn er nauwelijks langs deze diepe plassen. Hiervoor is ook beperkt ruimte beschikbaar. Recent is de Vaalwaard (een smal stuk van de uiterwaarde aan oostzijde van de Rhederlaag) na ontgronding heringericht met daarbij enkele ondiepe plassen. Door zijn diepte biedt de Rhederlaag mogelijkheden voor de overzomering van kwabaal. Metingen aan de watertemperatuur in 2009 laten zien dat deze (in de oever) oploopt tot bijna 24 o C en in de maanden juli-september meestal boven de 20 o C is (bijlage 2, figuur II.2). Het is de verwachting dat de watertemperatuur op grotere diepte tot tien graden lager kan zijn (Osté et al., 2010). Maatregelen Om het als leefgebied te optimaliseren dienen ondiepe, robuuste, langdurig overstromende oevers ontwikkeld te worden. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Rhederlaag en Vaalwaard Aanwezig in IJssel n.v.t. Afwezig Afwezig Ja Geschikt, waarschijnlijk koel water op diepte Paai- en opgroeihabitat ontbreken Goed Ongeschikt Matig Figuur I.23. Uiterwaarden IJssel bij de Rhederlaag en Vaalwaard: potentieel leefgebied voor met name de overzomering van kwabaal. 81

88 Kansen voor de kwabaal in Gelderland 5b Cortenoever De uiterwaarde bij Brummen worden gekenmerkt door agrarisch gebruik (weilanden en akkers) en een lage overstromingsfrequentie. Typisch is de aanwezigheid van veel reliëf dat bestaat uit oude stroomruggen en geulen (kronkelwaard). In de uiterwaarde loopt de monding van de van de Oekensche en Rienderensche beek, ook bekend als De Uitvliet. Deze beken zijn niet optrekbaar door de aanwezigheid van gemaal F.C. Colenbrander. Inundatie van de oude stroomgeulen vindt alleen plaats bij hoge afvoer (debiet bij Lobith >3000m 3 /s). In potentie is hier opgroeihabitat voor kwabaal aanwezig, maar door de lage inundatiefrequentie treden geschikte omstandigheden hier momenteel niet vaak op. Aan de overzijde van de IJssel, in de uiterwaarden bij Zutphen (Stokebrand) ligt een water dat bij hoge afvoer inundeert en potentie heeft als opgroeigebied voor kwabaal. In het gebied zelf zijn geen diepe wateren aanwezig die als overzomeringshabitat kunnen dienen, maar deze zijn wel te vinden in de omgeving langs de IJssel. Recent is een groot deel van de uiterwaarde heringericht, waarbij een hoogwatergeul is aangelegd die eens per 25 jaar mee stroomt. Een dergelijk overstromingsfrequentie biedt echter weinig potentie voor het ontstaan van opgroeihabitat voor kwabaal. Maatregelen Herstelmaatregelen voor de kwabaal in dit buitendijkse gebied bestaan uit: creëren van robuuste overstromingsvlakten, verbindingen met rivier versterken. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Cortenoever Aanwezig in IJssel n.v.t. Niet of nauwelijks Niet of nauwelijks Bereikbaar in / langs IJssel Ongeschikt Paai- en opgroeihabitat ontbreken Goed Ongeschikt Hoog Figuur I.24. Uiterwaarden IJssel bij Cortenoever en Zutphen: actueel leefgebied voor kwabaal, maar over de populatieomvang bestaan geen gegevens. 82

89 Stichting RAVON 5c Uiterwaarden Zutphen - Deventer De uiterwaarde van de IJssel tussen Zutphen en Deventer worden gekenmerkt door agrarisch gebruik (weilanden en akkers), de aanwezigheid van beekmondingen en (geïsoleerde) plassen. Inundaties treden frequent op rond de monding van de Voorsterbeek, rond slot Neijenbeek en de Rammelwaard. Deze overstromingen zijn echter pas omvangrijk bij een debiet >3000 m 3 /s. De GIS-analyse laat onterecht zien dat deze wateren niet verbonden zijn met de IJssel, wat op basis van eigen gebiedskennis wel het geval is. Door de combinatie van de aanwezige inunderende uiterwaarddelen die via de beekmonding in contact staan met de IJssel en het gegeven dat er nog vrij recentelijk kwabaal is waargenomen maakt het gebied rond de Voorsterbeekmonding erg kansrijk als leefgebied voor de soort. De Ravenswaarden worden gekenmerkt door een natuurlijke inrichting en beheer; een groot deel wordt beheert door Staatsbosbeheer. De uiterwaard is reliëfrijk en er zijn enkele (geïsoleerde) plassen Figuur 25. Uiterwaarden IJssel tussen Zutphen en aanwezig. Overstromingsvlakten die in Deventer: actueel leefgebied van de kwabaal, contact staan met de IJssel ontstaan pas bij maar over de populatieomvang bestaan geen een hoog debiet (>3789 m 3 /s); een situatie gegevens. die zich in de actuele toestand niet vaak en lang genoeg voordoet om geschikt opgroeigebied voor kwabaal te laten ontstaan. In de uiterwaarden bij Wilp en aan de overzijde van de IJssel bij Epse zijn er potenties voor de kwabaal, maar ook hier vinden inundaties pas plaats bij een hoog debiet dat zich niet voldoende vaak voordoet. Er zijn in dit traject van de IJssel ook diverse zeer diepe uiterwaardwateren aanwezig, welke ook in directe verbinding staan met de IJssel. De zandwinplas bij Gorssel, dicht bij de monding van de Voorsterbeek wordt momenteel verontdiept door opvulling met licht verontreinigde grond (klasse B baggerspecie). Deze plas die voorheen 20 meter diep was wordt grotendeel 4 meter diep gemaakt met flauwe talud en behoud van een diep deel (info website Dykerhoff Basal). Hiermee gaat mogelijk overzomeringshabitat verloren. Maatregelen Herstelmaatregelen voor de kwabaal in deze buitendijkse gebied bestaan uit: creëren van robuuste overstromingsvlakten, verbindingen met rivier versterken en behoud en verbinding van diepe wateren. 83

90 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Uiterwaarden Zutphen - Deventer Aanwezig in IJssel Gebrekkig Beperkt aanwezig Beperkt aanwezig Bereikbaar in / langs IJssel Ongeschikt Goed Goed Matig geschikt Hoog 5d Uiterwaarden Deventer Veessen Ten noorden van Deventer vormt de IJssel de provinciegrens met Overijssel. De uiterwaarden op de westoever liggen daarbij deels in Gelderland. Dit deel van de IJssel biedt grote potenties voor het herstel van een kwabaalpopulatie door de actuele aanwezigheid van de soort en de nabijheid van de Vecht en Zwarte Water. De uiterwaarden aan beide zijden van de IJssel vormen voor de soort een aaneengesloten leefgebied. Maatregelen voor de soort zouden daarom gezamenlijk ontwikkeld en uitgevoerd moeten worden met de provincie Overijssel. De uiterwaarde bij Terwolde en De Wijk zijn smal en hebben in de actuele situatie geen grote waarde voor de kwabaal. De inundatiefrequentie en -duur zijn niet van dien aard dat er opgroeihabitat voor de soort ontstaat. Vanuit de KRW bestaat er een plan om de geïsoleerde plas in de uiterwaarde bij Terwolde middels een nevengeul aan te takken op de IJssel, wat een verbetering voor de soort zou kunnen betekenen. De uiterwaarde biedt verder ook potenties door de aanwezigheid van lage delen en de monding van het Toevoerkanaal. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Uiterwaarden Terwolde Aanwezig in IJssel Beperkt aanwezig Beperkt aanwezig Bereikbaar in / langs IJssel Ongeschikt Goed Goed Ongeschikt Hoog 84

91 Stichting RAVON Figuur I.26. Uiterwaarden IJssel bij Terwolde en De wijk: potentieel leefgebied voor kwabaal. De uiterwaarden bij Veessen inunderen pas bij een afvoer hoger dan 3000 m 3 /s. In de actuele situatie zijn inundatiefrequentie en -duur te laag / kort om geschikt opgroeihabitat voor kwabaal te laten ontstaan. Overstromingen die bij een hogere afvoer wel plaatsvinden laten zien dat het gebied wel potentie heeft, maar dat maatregelen noodzakelijk zijn. Figuur I.27. Uiterwaarden IJssel bij Veessen: potentieel leefgebied voor kwabaal, maar de soort is actueel waarschijnlijk niet aanwezig. 85

92 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Uiterwaarden Veessen Aanwezig in IJssel Afwezig Afwezig Bereikbaar in / langs IJssel Ongeschikt Goed Goed Ongeschikt Hoog Maatregelen Herstelmaatregelen voor de kwabaal in deze buitendijkse gebied bestaan uit: creëren van robuuste overstromingsvlakten, verbindingen met rivier versterken en behoud en verbinding van diepe wateren. 5e Hoenwaard De Hoenwaard bij Hattem is onderdeel van de Hattemerpoort, een uitvoeringsprogramma dat diverse projecten omvat, gericht op een ecologische verbinding van IJssel en Veluwe. Het Apeldoorns kanaal en de Veluwse Wetering monden via de Hoenwaard uit in de IJssel. In de Hoenwaard zijn drie zomerpolders aanwezig die in de winter kunnen overstromen. Overstromingen vinden gemiddeld in 7 van de 10 jaren plaats (Leenman et al., 2013). De polders worden bemalen door gemaal Hoenwaard, die water naar de Veluwse Wetering pompt. Bij het gemaal zijn geen vismigratievoorzieningen aanwezig. De Veluwse wetering (benedenstrooms van het gemaal) staat in open verbinding met de IJssel. Naast de monding van deze wetering en de Wiessenberger kolk zijn ondiepe inunderende oeverzones aanwezig welke mogelijk geschikt zijn als opgroeihabitat voor kwabaal. De GIS-analyse laat echter zien dat deze pas optreden bij hoge afvoer (>3700 m 3 /s). Het ontstaan van plas-dras situaties in de buitendijkse polder Hoenwaard wordt vooral veroorzaakt door neerslag en in mindere mate door de rivierinvloed. Gunstige plas-dras situaties kunnen zich dan wel voordoen, maar deze zijn door de aanwezigheid van kades nog altijd geïsoleerd van de IJssel en dus onbereikbaar voor de kwabaal. Er is sprake van een plan voor zomerbedverlaging in de IJssel. Hoewel voor weidevogels geconcludeerd wordt dat dit een beperkte kwaliteitsvermindering tot gevolg heeft, kan dit wel erg ongunstig zijn voor de kwaliteit van opgroeihabitat voor kwabaal. In de uiterwaard zijn in het kader van de KRW verlagingen van de uiterwaarden gepland. Dit is een kansrijke maatregel voor herstel van paai- en opgroeihabitat van kwabaal, mits hiermee voldoende langdurige inundatie worden bewerkstelligd. Door de aanwezigheid van kwabaal in IJssel en Zwarte Water/Vecht en het optreden van inundaties biedt de Hoenwaard goede potenties voor herstel van kwabaalleefgebied. 86

93 Stichting RAVON Maatregelen Herstelmaatregelen voor de kwabaal in deze buitendijkse gebied bestaan uit: creëren van robuuste overstromingsvlakten, verbindingen met rivier versterken en behoud en verbinding van diepe wateren. Kwaliteit habitat Actuele populatieomvang Kennis over populatie Aanwezigheid geschikt paaihabitat Aanwezigheid geschikt opgroeihabitat Aanwezigheid koudwaterhabitats Geschiktheid schuilhabitat (sub)adulten Connectiviteit binnen gebied Connectiviteit met grote rivieren Eindoordeel actuele geschiktheid Potenties voor kwabaal Uiterwaarden IJssel Hoenwaard Aanwezig in IJssel n.v.t. Beperkt aanwezig Beperkt aanwezig Bereikbaar in / langs IJssel Ongeschikt Goed Goed Matig geschikt Hoog Figuur I.28. Uiterwaarden IJssel bij de Hoenwaard; potentieel leefgebied voor kwabaal. 87

94 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Bijlage II. Watertemperatuurgegevens Figuur II.1. Watertemperatuur in de Bijland (gemeten in de oever) en Rijn in Gegevens Rijn afkomstig van meetpunt Lobith (ponton), geraadpleegd Gegevens Bijland afkomstig uit zwemwaterrapport (Rijkswaterstaat Oost-Nederland, 2010). Figuur II.2. Watertemperatuur in de Rhederlaag (4 meetpunten, gemeten in de oever) in Gegevens afkomstig uit zwemwaterrapport (Rijkswaterstaat Oost-Nederland, 2010). 88

95 Stichting RAVON Figuur II.3. Watertemperatuur in de Oude IJssel (meetpunt grens, aangepast naar data Waterschap Rijn en IJssel, geraadpleegd 3 mei 2017). Figuur II.4. Watertemperatuur in de Oude IJssel (meetpunt Doesburg sluis, data Waterschap Rijn en IJssel, geraadpleegd 3 mei 2017). 89

96 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Figuur II.5. Watertemperatuur in de Schipbeek (meetpunt A1, aangepast naar data Waterschap Rijn en IJssel, geraadpleegd 3 mei 2017). Figuur II.6. Watertemperatuur in de Berkel (meetpunt Borculo Hoge Brugweg, data Waterschap Rijn en IJssel, geraadpleegd 3 mei 2017). 90

97 Stichting RAVON Figuur II.7. Watertemperatuur in het Twentekanaal (meetpunt Eefde boven, Gegevens Rijkswaterstaat, geraadpleegd 3 mei 2017). Figuur II.8. Temperatuur (gemiddeld dagtemperatuur) in de middenloop van de Hierdensche beek 14 juni 27 augustus 2012 (Gegevens uit Verdonschot et al., 2015 beschikbaar gesteld). 91

98 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Figuur II.9. Watertemperatuur (gemiddelde dagtemperatuur) in Springendal, Kendel, Koppelsprengen en Oude beek 2013 (eigen meetgegevens RAVON). Figuur II.10. Watertemperatuur (gemiddelde, minimum en maximum per maand) in Linge Benedenloop Linge: traject Tiel tot monding. Traject Betuwe: Huissen tot Tiel. Data: waterschap Rivierenland. gemiddelde maandtemperatuur jaar aantal mnd > 18C ,5 19,3 20, ,4 21,0 20, ,5 18,1 22, ,1 21,6 25, ,7 18,7 20, ,9 21,7 21, ,8 25,3 19, ,2 20,7 18, ,1 19,5 20, ,8 23, ,6 22,9 21, ,9 20,9 19, ,2 21,4 22, ,7 21,9 20, ,7 20,2 17, ,9 20,6 19, ,4 21,3 19, Tabel II.1. Watertemperatuur Linge in de zomermaanden; weergegeven is het gemiddelde per maand. Per jaar is het aantal maanden met overschrijding van 20 o C weergegeven.

99 Stichting RAVON Figuur II.11. Watertemperatuur Vinkeveense Plassen op verschillende dieptes (gemiddelde van meerdere jaren, eind jaren 1990) (bron: articles.php?lng=nl&pg=311). 93

100 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Bijlage III. Debiet Rijn Lobith

101 Stichting RAVON Tabel III.1. Minimale en maximale debiet (m3/s) in de Rijn bij Lobith ( ) in de paaitijd van kwabaal en de aansluitende fase waarin de eieren en larven ontwikkelen (feb 15 mei). Debietgegevens zijn in meer detail opgenomen in bijlage 3. jaar minimum maximum gemiddeld

102 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Bijlage IV. Strategie soortbescherming Vier fasen strategie voor pragmatische soortbescherming (naar: Lenders, 1996). 96

103 Fosfor (zomergem.) (mg P/l) Stikstof (zomergem.) (mg N/l) Zuurgraad Zuurstofverzadiging (zomer gem. %) Oordeel Stichting RAVON Bijlage V. Waterkwaliteitsscores KRW waterlichamen Gebied Oude IJssel voldoet aan het GEP en het streefbeeld Boven Slinge (midden- en bovenloop) ± nutriëntenconcentraties vormen een probleem Boven Slinge (benedenloop) + ± + + voldoet niet aan streefbeeld Grote beek voldoet aan streefbeeld Baakse beek (midden- en bovenloop) ± ± - + voldoet niet aan streefbeeld Baakse beek (benedenloop) voldoet aan streefbeeld Berkel benedenloop ± nutriëntenconcentraties vormen een probleem Berkel midden- en bovenloop ± nutriëntenconcentraties vormen een probleem Schipbeek & Buurserbeek + ± + ± voldoet niet aan streefbeeld Oude Rijn voldoet aan streefbeeld Voorsterbeek & Lage Leiding ± Prognose voor 2021: streefbeeld voldoet aan GEP Voortsterbeekmonding: Uitvliet ± Prognose voor 2021: streefbeeld voldoet aan GEP Hierdensche beek ± Eindoordeel fysische chemie : matig Heelsumse beek Eindoordeel fysische chemie : goed + = goed / ± = matig / - = ontoereikend / -- = slecht GEP = Goed ecologisch potentieel (maatlat Kaderrichtlijn Water) Bronnen: 1. Waterschap Rijn en IJssel, Waterkwaliteitsopgave Uitwerking voor de waterlichamen Factsheets, september p. 2. Waterschap Vallei en veluwe, Factsheets KRW waterlichamen. Versie: Werkversie waterbeheerder. Aangemaakt:

104 Kansen voor de kwabaal in Gelderland Figuur V.1 Waterkwaliteits Kaderrichtlijn Water 2015 (zuurstof, fosfor, stikstof, zuurgraad, oordeel chemisch kwaliteit en oordeel fysisch chemische kwaliteit). Bron: Planbureau voor de Leefomgeving, geraadpleegd

105 RAVON Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland Natuurplaza Toernooiveld ED Nijmegen Postbus BK Nijmegen T: (alg.)

Kwabaal Gelderland Kansen voor herstel

Kwabaal Gelderland Kansen voor herstel Kwabaal Gelderland Kansen voor herstel Frank Spikmans Zaltbommel, 7 september 2017 Kwabaal Gelderland Ecologie & verspreiding Oorzaken achteruitgang Actuele toestand leefgebieden Kansen herstel Leefgebied

Nadere informatie

Kwabaal aan een zijden draadje Geschreven door Frank Spikmans (RAVON), Jan Kranenbarg (RAVON) en Anja Baks (Provincie Gelderland)

Kwabaal aan een zijden draadje Geschreven door Frank Spikmans (RAVON), Jan Kranenbarg (RAVON) en Anja Baks (Provincie Gelderland) Kwabaal aan een zijden draadje Geschreven door Frank Spikmans (RAVON), Jan Kranenbarg (RAVON) en Anja Baks (Provincie Gelderland) Samenvatting De kwabaal is de enige zoetwaterkabeljauw en tevens de meest

Nadere informatie

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO 4.5 Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO (erwin.winter@wur.nl) De toestand van veel riviervissen is verbeterd sinds het dieptepunt in de jaren zeventig, maar de visstand is nog ver verwijderd van de situatie

Nadere informatie

De kwabaal. Kabeljauw van het zoete water

De kwabaal. Kabeljauw van het zoete water De kwabaal Kabeljauw van het zoete water Herkenning De kwabaal (Lota lota) is de enige kabeljauwachtige die leeft in zoet water. Kenmerkend zijn de platte, brede kop en één enkele lange bekdraad in het

Nadere informatie

Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen. Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck

Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen. Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck Vissennetwerk 7 september 2017 Indeling Levenscyclus Situatie in Vlaanderen

Nadere informatie

Ecologische doelstelling

Ecologische doelstelling Nevengeulen langs de grote rivieren Leren van de praktijk Margriet Schoor Oost Nederland Platform beek- en rivierherstel Vreugderijkerwaard, oktober 2009 14 december 2011 Waarom nevengeulen? Hoofdgeul

Nadere informatie

De grote modderkruiper uitgepeild. Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin

De grote modderkruiper uitgepeild. Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin De grote modderkruiper uitgepeild Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin Karakteristieken grote modderkruiper Lang flexibel lichaam (max lengte circa 30 cm) Darm ademhaling, larven hebben uitwendige kieuwen

Nadere informatie

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water Samen werken aan waterkwaliteit Voor schoon, voldoende en veilig water D D Maatregelenkaart KRW E E N Z D E Leeuwarden Groningen E E W A IJSSELMEER Z Alkmaar KETELMEER ZWARTE WATER MARKER MEER NOORDZEEKANAAL

Nadere informatie

Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen. Tom Buijse

Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen. Tom Buijse Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen Tom Buijse 1 Aanleiding Aanleiding Decembernota 2006 Kaderrichtlijn Water Om vismigratie naar ecologisch waardevolle

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

4.6 Vissen KRW. Joep de Leeuw, RIVO en Tom Buijse, RIZA

4.6 Vissen KRW. Joep de Leeuw, RIVO en Tom Buijse, RIZA 4.6 Joep de Leeuw, RIVO (joep.deleeuw@wur.nl) en Tom Buijse, RIZA Het Nederlandse rivierengebied kan aantrekkelijker voor vissen worden als uiterwaarden een natuurlijker onderdeel vormen van de rivier.

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Verslag 54 e Vissennetwerk: Riviertrekvissen

Verslag 54 e Vissennetwerk: Riviertrekvissen Verslag 54 e Vissennetwerk: Riviertrekvissen 7 september 2017, locatie: De Verdraagzaamheid, Zaltbommel Opening De dag begint met een kort welkomstwoord door Willie van Emmerik (Vissennetwerk / Sportvisserij

Nadere informatie

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren

Nadere informatie

Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken. 18 oktober 2012 Gerben van Geest Deltares

Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken. 18 oktober 2012 Gerben van Geest Deltares Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken 18 oktober 2012 Gerben van Geest Deltares Opbouw presentatie - Achtergrond; - Vergelijking situatie jaren vijftig met recente jaren; - Verschillen in peildynamiek;

Nadere informatie

Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016

Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016 Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016 Overzicht presentatie Overzicht presentatie: 1. Systeem & gebied 2. Wat speelt er

Nadere informatie

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses

Nadere informatie

Help! Het water komt!

Help! Het water komt! Help! Het water komt! Hoog water in Europa Toename aantal overstromingen in Europa De Moldau bedreigt het historische centrum van Praag Wat is er aan de hand? december 1993 Steeds vaker treden Europese

Nadere informatie

Temperatuur oppervlaktewater,

Temperatuur oppervlaktewater, Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gemiddelde watertemperatuur

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2010 Indicator 14 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Oppervlaktewater in Nederland

Oppervlaktewater in Nederland Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft een grote verscheidenheid

Nadere informatie

Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier

Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Frank Spikmans RAVON I.s.m: Nils van Kessel - Natuurbalans Inhoud presentatie Exotische vissen in Nederland Habitatgebruik & trendontwikkeling

Nadere informatie

REACTIENOTA. Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg

REACTIENOTA. Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg REACTIENOTA Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg Juni 2015 INHOUD REACTIENOTA 1. INLEIDING 3 2. GEVOLGDE PROCEDURE 3 3. INGEKOMEN REACTIES 3 4. BEHANDELING REACTIES 4 2 1.

Nadere informatie

Erläuterung Maßnahmen pro Teilgebiet

Erläuterung Maßnahmen pro Teilgebiet Anlage P Erläuterung Maßnahmen pro Teilgebiet Rijn-Noord Tijdvak 2010-2015 Art. 11-3g aanpakken riooloverstorten m3 30 30 verminderen belasting RWZI stuks 6 6 afkoppelen verhard oppervlak ha 61 28 89 saneren

Nadere informatie

Kaderrichtlijn Water. Diederik van der Molen Projectleider KRW DG - Water

Kaderrichtlijn Water. Diederik van der Molen Projectleider KRW DG - Water Kaderrichtlijn Water Diederik van der Molen Projectleider KRW DG - Water 16 maart 2011 Inhoud Introductie KRW Wat is er nieuw door de KRW? Wat heeft de KRW tot nu toe opgeleverd? Lessons learned Proces

Nadere informatie

Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier

Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Aantal soorten Inhoud presentatie Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Habitatgebruik & trendontwikkeling in de grote Actuele verspreiding & Ecologie Risico s voor inheemse

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk

Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van

Nadere informatie

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het

Nadere informatie

Effectiviteit KRW maatregelen. Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen?

Effectiviteit KRW maatregelen. Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen? Effectiviteit KRW maatregelen Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen? 1 Maatregelen Kaderrichtlijn Water Kwaliteit Doelstelling Beleidstekort Maatregelen 2 Welke maatregelen worden

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Kunstmatige structuren als habitat voor vis in stilstaande wateren. Martin Kroes Vissennetwerk 27 september 2012

Kunstmatige structuren als habitat voor vis in stilstaande wateren. Martin Kroes Vissennetwerk 27 september 2012 Kunstmatige structuren als habitat voor vis in stilstaande wateren Martin Kroes (martin.kroes@tauw.nl) Vissennetwerk 27 september 2012 Inhoud Achtergrond herstel van habitatstructuren? Veldstudie kunstmatige

Nadere informatie

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING notitie Witteveen+Bos van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt

Nadere informatie

10.1 10.0. Naar een nieuw 9.90. Schoonebeekerdiep 9.80 9.70. Denk mee, schets mee 9.60 9.50 9.40 9.30 9.20 9.10 9.00

10.1 10.0. Naar een nieuw 9.90. Schoonebeekerdiep 9.80 9.70. Denk mee, schets mee 9.60 9.50 9.40 9.30 9.20 9.10 9.00 Naar een nieuw Schoonebeekerdiep Denk mee, schets mee Waterschap Velt en Vecht wil graag een natuurlijker Schoonebeekerdiep dat meer water kan opvangen. Langs de beek blijft landbouw de belangrijkste bestemming.

Nadere informatie

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer:

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer: Memo Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer: 035.00.03.00.00 Aan: Gemeente Bodegraven Van: Mevrouw drs. A.A. Schwab Onderwerp: Actualisatie natuurwaardenonderzoek Bodegraven-Oost Datum: 13-11-2013

Nadere informatie

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten

Nadere informatie

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 26 april 2011 Nummer 2011-03 Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Nadere informatie

Het verzoek om bijzondere waarnemingen is verstuurd aan de waterschappen zoals weergegeven in tabel 1. Waterschap Reactie Waarnemingen

Het verzoek om bijzondere waarnemingen is verstuurd aan de waterschappen zoals weergegeven in tabel 1. Waterschap Reactie Waarnemingen agendapunt 6 ENW-T-11-13 Aan: ENW-Techniek Van: H. van Hemert - STOWA Betreft: Waarnemingen Hoogwater2011 Datum: 11 maart 2011 Projectnummer: 474.020 Kenmerk: 20110xxx Situatie Naar aanleiding van enkele

Nadere informatie

Herintroductie vissen : van plannen naar uitvoering Vissennetwerk 25 november J. Quak

Herintroductie vissen : van plannen naar uitvoering Vissennetwerk 25 november J. Quak Herintroductie vissen : van plannen naar uitvoering Vissennetwerk 25 november 2010 J. Quak Inhoud Historie, korte terugblik: herintroductie op agenda (beken, riviertjes) Kaders: beleid, ecologie en beheer

Nadere informatie

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O rapportnr.

Nadere informatie

VISSEN IN GELDERSE NATURA 2000. Voorkomen en status van doelsoorten langs rivieren in Gelderland

VISSEN IN GELDERSE NATURA 2000. Voorkomen en status van doelsoorten langs rivieren in Gelderland VISSEN IN GELDERSE NATURA 2000 Voorkomen en status van doelsoorten langs rivieren in Gelderland N. van Kessel M. Dorenbosch F. Spikmans 23 februari 2009 In opdracht van: Provincie Gelderland NATUURBALANS

Nadere informatie

Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna

Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna Rob van Dongen, Waterschap Vechtstromen Met dank aan Pieter Jelle Damsté & Friso Koop Inhoud presentatie 1. Opgave Hagmolenbeek 2. Korte

Nadere informatie

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Auteur: Ir. T.F. Kroon Opdrachtgever: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Datum: 25-07-2013 Autorisator: Drs. E. Nat Status: Eindrapport Registratienummer:

Nadere informatie

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Onderzoek naar kamsalamander, grote

Nadere informatie

Bever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Bever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 3 december 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Dankzij herintroducties (vanaf

Nadere informatie

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW)

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 9 mei 2011 Nummer 2011-05 Waterbeheerders spelen in op actuele situatie Ook in de afgelopen week is

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving Oude Diep

Gebiedsbeschrijving Oude Diep Gebiedsbeschrijving Oude Diep I. HET STROOMGEBIED Het waterlichaam Oude is een langzaam stromende meanderende beek. De oorsprong van deze beek ligt in het natuurgebied Mantinger Bos en Weiden. Het Oude

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Winde. Willie van Emmerik Jochem Koopmans

Winde. Willie van Emmerik Jochem Koopmans Winde Willie van Emmerik Jochem Koopmans Vis van het jaar 2006 Belangrijke vissoort Sportvisserij Waterbeheer Visstandbeheer Visserij Zeer gewilde vis voor de sportvisserij Vroeger ook voor de beroepsvisserij

Nadere informatie

Herintroductie bever,

Herintroductie bever, Indicator 20 december 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Dankzij herintroducties vanaf

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren in Nederland. Het stuwensemble Nederrijn en Lek speelt hierin een

Nadere informatie

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Visseninventarisatie terrein Simon Loos Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel

Nadere informatie

Nieuwsbrief 20 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2016

Nieuwsbrief 20 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2016 Nieuwsbrief 20 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2016 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers

Nadere informatie

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Dit Projectplan gaat over het aanpassen van de Heelsumse beek vanaf de N225 tot aan de

Nadere informatie

Opbouw presentatie. Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken. 15 december 2011 Gerben van Geest Deltares. - Achtergrond;

Opbouw presentatie. Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken. 15 december 2011 Gerben van Geest Deltares. - Achtergrond; Opbouw presentatie - Achtergrond; Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken - Sturende factoren voor waterplanten; - Uitleg KRW-tool. 15 december 11 Gerben van Geest Deltares Achtergrond: Maatregelen

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

Helder water door quaggamossel

Helder water door quaggamossel Helder water door quaggamossel Kansen en risico s Een nieuwe mosselsoort, de quaggamossel, heeft zich in een deel van de Rijnlandse wateren kunnen vestigen. De mossel filtert algen en zwevend stof uit

Nadere informatie

Geschiedenis van de Drentsche Aa

Geschiedenis van de Drentsche Aa Geschiedenis van de Drentsche Aa Ontwikkeling van een beeksysteem gedurende de laatste 500 jaar Marije Langstraat Ronald Leeraar Methodiek Afbakening Gebiedsbeschrijving Ontwikkeling Systeem Stroming Structuur

Nadere informatie

Advies betreffende vrije vismigratie op de Kasteelbeek, West-Vlaanderen

Advies betreffende vrije vismigratie op de Kasteelbeek, West-Vlaanderen Advies betreffende vrije vismigratie op de Kasteelbeek, West-Vlaanderen Nummer: INBO.A.2010.133 Datum: 27 april 2010 Auteur(s): Contact: David Buysse Marijke Thoonen - marijke.thoonen@inbo.be Kenmerk aanvraag:

Nadere informatie

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2018

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2018 Indicator 19 april 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Trekvissen kunnen vanuit zee of

Nadere informatie

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN ANTWOORDEN LAGE WATERSTAND IN DE RIJN Inleiding In de winter kende de Rijn een hoge waterstand door de relatief hoge temperaturen in noordwest Europa. In de zomer van 2018 was relatief warm en er viel

Nadere informatie

RAVON midzomer vissenweekend

RAVON midzomer vissenweekend RAVON midzomer vissenweekend 2010 Overijssel REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Midzomer Vissenweekend 2010 Overijssel RAVON Midzomer Vissenweekend 2010 Overijssel Karin Didderen Juli

Nadere informatie

Kevers van de Habitatrichtlijn,

Kevers van de Habitatrichtlijn, Indicator 19 juni 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het oorspronkelijke areaal van

Nadere informatie

Regionale Implementatie KRW

Regionale Implementatie KRW Regionale Implementatie KRW Bepaling Huidige toestand waterlichamen Dommel Martijn Antheunisse, Vakgroep Ecologie, Ws De Dommel Inhoud Ws. De Dommel - 26 KRW waterlichamen Huidige situatie 2009: Biologische

Nadere informatie

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN LESBRIEF LAGE WATERSTAND IN DE RIJN Inleiding In de winter kende de Rijn een hoge waterstand door de relatief hoge temperaturen in noordwest Europa. In de zomer van 2018 was relatief warm en er viel weinig

Nadere informatie

Verspreiding van exotische vissoorten, bedreigingen en beheersmaatregelen

Verspreiding van exotische vissoorten, bedreigingen en beheersmaatregelen Verspreiding van exotische vissoorten, bedreigingen en beheersmaatregelen Jan Kranenbarg & Frank Spikmans In samenwerking met: Natuurbalans/Limes Divergens, Stichting Bargerveen, Radboud universiteit Nijmegen

Nadere informatie

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren Statencommissie REW 1 februari 2008 Kaderrichtlijn Water in Scheldestroomgebied KRW maatregelen rijkswateren Loes de Jong RWS Zeeland Projectbureau KRW Schelde Rijkswateren Zeeland Inhoud presentatie:

Nadere informatie

Factsheet: NL43_10 Fliert

Factsheet: NL43_10 Fliert Factsheet: NL43_10 Fliert -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150 NL09_26 Basisgegevens Naam Code Status Type Stroomgebied Waterbeheergebied Provincie Gemeente Sloten Overbetuwe NL09_26 Kunstmatig M1a - Zoete sloten (gebufferd) Rijn-West Rivierenland Gelderland Neder-Betuwe,

Nadere informatie

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Maascollege Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Inhoud presentatie kararkteristiek stroomgebied waar komt het water vandaan hoogwater en lage afvoer hoogwaterbescherming De Maas MAAS RIJN

Nadere informatie

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom

Nadere informatie

Enquête waterplanten en sportvisserij

Enquête waterplanten en sportvisserij Sportvisserij Nederland Leijenseweg 115, 37 AD Bilthoven T. -584 www.sportvisserijnederland.nl Rapport (exclusief bijlagen) Enquête waterplanten en sportvisserij Omvang van het probleem en probleemlocaties

Nadere informatie

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK onderzoek aan vier vispassages De waterhuishouding aan de voet van de stuwwal vanaf Ubbergen tot en met Beek is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd.

Nadere informatie

Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen

Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen Aniel Balla, Rob van de Boomen (Wi2eveen+Bos), Marcel Tonkes (provincie Overijssel) Met een afwentelingsonderzoek is in Rijn- Oost

Nadere informatie

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooibossen Definitie Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooi is een oud woord voor nat terrein nabij een rivier Deze bossen worden voortdurend blootgesteld

Nadere informatie

Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad.

Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad. Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad. REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg

Nadere informatie

De otter en de bever zijn terug!

De otter en de bever zijn terug! De otter en de bever zijn terug! Ook in Noord-Holland? Hans Bekker Voorzitter Calutra Haarlem 16 november 2018 Met dank aan Hugh Jansman (WUR) en Vilmar Dijkstra (Zoogdiervereniging) Otter: Bever: vis

Nadere informatie

Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C094/08 1 van 8

Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C094/08 1 van 8 Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november 2008 O.A. van Keeken, J.A.M. Wiegerinck, J. van Willigen, H.J. Westerink & H.V. Winter Rapport C094/08 Vestiging IJmuiden

Nadere informatie

Hydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe"

Hydraulische evaluatie vispassages Meele en Wijhe Hydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe" Project: VA2012_08 Opgesteld in opdracht van: Ploegam noord BV maart 2012 door: Q. de Bruijn & H. Vis Statuspagina Statuspagina Titel: Hydraulische

Nadere informatie

Inschatting van de verandering van de overschrijdingskans als gevolg van hoogwaterverlagende maatregelen langs de Rijn - rapport 229 -

Inschatting van de verandering van de overschrijdingskans als gevolg van hoogwaterverlagende maatregelen langs de Rijn - rapport 229 - ICBR-expertgroep HVAL Inschatting van de verandering van de overschrijdingskans als gevolg van hoogwaterverlagende maatregelen langs de Rijn - rapport 229 - Resultaten van het onderzoek naar de uitvoering

Nadere informatie

Menselijke ingrepen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Menselijke ingrepen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/82666 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1 Balgstuw Opblaasbare dam in de rivier. Bij Kampen bedoeld om te voorkomen dat water van het IJsselmeer de IJssel in wordt gestuwd door de wind. Als dit wel gebeurd kan dat leiden tot hoge waterstanden

Nadere informatie

Visstand meren (M14/M27) en de KRW

Visstand meren (M14/M27) en de KRW Visstand meren (M14/M27) en de KRW Met het oog op SGBP II 2016-2021, III 2022-2027 Donderdag 25 september 2014 Roelof Veeningen, cluster Gegevensbeheer 1 - Monitoring - Analyse - Prognose - Maatregelen

Nadere informatie

De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn. André Breukelaar.

De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn. André Breukelaar. De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn André Breukelaar RWS Kierbesluit juni 2000 Haringvlietsluizen -bij voldoende Rijnafvoerook bij

Nadere informatie

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn

Nadere informatie

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren!

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! www.poelen.nu Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! Frank Spikmans Rheden 31 mei 2018 Inhoud Poelen als leefgebied voor amfibieën Amfibieën (in Rheden) Poelen aanleg & beheren www.poelen.nu

Nadere informatie

Herinrichting Boven Slinge. Eerste inzichten na een jaar meten. Inleiding

Herinrichting Boven Slinge. Eerste inzichten na een jaar meten. Inleiding Herinrichting Boven Slinge Eerste inzichten na een jaar meten Inleiding Aanleiding De Boven Slinge is een bijzondere beek, niet alleen voor de Achterhoek, maar zelfs op landelijke schaal. Er zijn in ons

Nadere informatie

EVALUATIE KRW-VISMAATLATTEN : zienswijze Sportvisserij Nederland. J. Quak Hoofd cluster Kennis en informatie

EVALUATIE KRW-VISMAATLATTEN : zienswijze Sportvisserij Nederland. J. Quak Hoofd cluster Kennis en informatie EVALUATIE KRW-VISMAATLATTEN : zienswijze Sportvisserij Nederland J. Quak Hoofd cluster Kennis en informatie Opbouw Belang KRW sportvisserij Sportvisserij Nederland Onderzoek TAUW Uitkomsten discussiebijeenkomst

Nadere informatie

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397.

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397. Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte Willemskade 19-20 postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek

Nadere informatie

Orientatieavond VBC-Veluwe 7 oktober 2010. Andre Nooteboom (heemraad)

Orientatieavond VBC-Veluwe 7 oktober 2010. Andre Nooteboom (heemraad) Orientatieavond VBC-Veluwe 7 oktober 2010 Andre Nooteboom (heemraad) Doelstellingen avond Elkaar meenemen in oprichtingsproces VBC-Veluwe Zorgen voor draagvlak en enthousiasme Kennis en informatie overdracht

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers langs de Lek

Natuurvriendelijke oevers langs de Lek Natuurvriendelijke oevers langs de Lek Evaluatie van 6 jaar monitoring SAMENVATTING W.M. Liefveld A. Bak In opdracht van Rijkswaterstaat Samenvatting Momenteel stellen de waterbeheerders hun maatregelenprogramma

Nadere informatie

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. 1 veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. verbeteren van chemische water kwaliteit verbeteren van de oever stabiliteit verbeteren van de ecologische kwaliteit 2 waarom aandacht voor NVO

Nadere informatie

Sterke dijken. veilig wonen en werken

Sterke dijken. veilig wonen en werken Sterke dijken veilig wonen en werken Bij mijn vaste rondje op de dijk viel mij weer op hoe bijzonder het eigenlijk is. Aan de ene kant de rivier, aan de andere kant ons dorp. Bij hoogwater is dat extra

Nadere informatie

Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen

Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Stichting RAVON Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen

Nadere informatie

Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994). In zee valt de Zalm niet onder de werking van Bijlage II.

Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994). In zee valt de Zalm niet onder de werking van Bijlage II. Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Zalm (Salmo salar) (H1106) 1.

Nadere informatie

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Overijssels Kanaal (Zwolle) De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld

Nadere informatie

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal Inhoud presentatie Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal 1. Aanleiding 2. Het gebied 3. Doel van het project 4. Ontwerpproces en uitdagingen 5. Voorbeelden Frank Gerritsen, projectmanager

Nadere informatie