Lees verder
Wat zijn de belangrijke sociale en organisatorische obstakels bij samenwerkingsprojecten in de biobased economie? En hoe vermijd je deze faalfactoren om de kans op succes te vergroten?
Edwin van Gastel

Deze vragen staan centraal in het meerjarig onderzoek van drs. Alex van der Zwart. Het onderzoek is verre van af, maar hij deelt graag wat voorzichtige inzichten. ‘Waarom zou je wachten als je ondernemers nu al kunt helpen.’

Bedrijfskunde en duurzaamheid vormen de rode draad van de carrière van Van der Zwart, als student, auteur van MVO-boeken en zelfstandig consultant. Momenteel is hij docent-expert duurzaam ondernemen, corporate responsibility en biobased binnen het domein Agri Food en Life Sciences van Hogeschool Inholland in Delft en verbonden aan het Centre for Biobased Economy.

Kinderschoenen


‘Biobased gaat over innovatie, samenwerking en een nieuwe economie’, vertelt Van der Zwart. ‘Dat zijn mooie onderwijsthema’s. Ik wil echter ook kennis ontwikkelen en delen, en praktische waarde toevoegen. Vandaar mijn promotie-onderzoek dat mogelijk wordt gemaakt door een aantal financiële sponsors zoals Bio Base Westland en Innovatiefondsen Rabobank Westland en Zuid-Holland Midden. Biobased economy heeft een grote toekomst. Tegelijkertijd staan we in de kinderschoenen. Er is de afgelopen tien jaar veel gepraat en gebeurd. Ondernemers die elkaar van nature niet tegenkomen, hebben elkaar ontmoet. Er zijn tal van projecten opgezet. Maar tot grote commerciële successen op het snijvlak van agro en de procesindustrie heeft dit nog nauwelijks geleid. De oorzaken zijn legio. Het gaat veelal om initiatieven waarbij R&D centraal staat. Dat kost tijd. Heel wat projecten starten met behulp van veilig speelgeld. Wanneer de subsidiepot op is, gelden echter opeens de reguliere wetten van het ondernemen en haken partijen af. Andere hobbels zijn bijvoorbeeld regelgeving, een gebrek aan urgentie en een overschatting van de marktpotentie van nieuwe producten. Cross-sectorale innovatie in de biobased is ook gewoon zeer complex.’

Menselijke factor

Van der Zwart benadrukt dat het niet alleen technologie en financiën zijn waardoor projecten een vroegtijdig einde vinden. ‘Bij het benoemen van oorzaken wordt de zachte kant van de zaak gemakkelijk vergeten. Meestal is die echter van groot belang. Samenwerken gaat over mensen, een bepaalde mindset, bedrijfsculturen, vertrouwen, noem maar op. De vraag die ik me stel, is hoe je samenwerkingsverbanden vanuit deze optiek het beste kunt organiseren. Om die te beantwoorden moet je natuurlijk eerst onderzoeken waar het mis gaat. Vandaar dat ik aanschuif bij heel veel projecten om mee te kijken in de praktijk.’

Wantrouwen


Over conclusies wil Van der Zwart het nog niet hebben. Tegelijkertijd worden zijn denkrichtingen steeds duidelijker. Neem het feit dat bij de aanvang van projecten vaak geen helderheid is over wat succes is voor de individuele deelnemers. Voor de één is het geld, voor de ander een beter imago of het opdoen van kennis. ‘Dat kan tot allerhande vervelende zaken leiden, zoals vroegtijdig uitstappen, nare discussies en wantrouwen’, stelt Van der Zwart. ‘Ben daar dus open over en leg het vast. Nog zo’n hobbel is planning, of liever gezegd, de uiteenlopende verwachtingen wat betreft de snelheid van het project. Een MKB-ondernemer wil op korte termijn naar een concreet product. Grote bedrijven denken in jaren. Ook op dit vlak kan onduidelijkheid leiden tot frustraties en falen. Samenwerkingsverbanden worden vaak onder de vlag van open innovatie gestart. In de praktijk worden de kaarten echter veelvuldig tegen de borst gehouden en wordt afgewacht wat de andere spelers doen. Met wat meer openheid wordt de snelheid en slagingskans van heel wat biobased projecten absoluut vergroot.’