Evaluatie standaardkostprijzen SNL 2015
|
|
- Sebastiaan Wauters
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Evaluatie standaardkostprijzen SNL 2015 Onderdeel beheertechnisch/natuur H. Soomers F. van Vliet J. D. Buizer G.F.J. Smit
2
3 Evaluatie standaardkostprijzen SNL 2015 Onderdeel beheertechnisch/natuur dr. ir. H. Soomers, drs. F. van Vliet, ing. J.D. Buizer, drs. G.F.J. Smit Status uitgave: eindrapport Rapportnummer: Projectnummer: Datum uitgave: 29 december 2015 Projectleider: Naam en adres opdrachtgever: dr. ir. H. Soomers / drs. F. Van Vliet BIJ12, mevr. M.P.J.M. Kroot Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Referentie opdrachtgever: Brief met kenmerk BIJ NIB d.d. 15 juni 2015 Akkoord voor uitgave: ir. E.J.F. de Boer Paraaf: Graag citeren als: Soomers, H., F. van Vliet, J.D. Buizer & G.F.J. Smit, Evaluatie standaardkostprijzen SNL Bureau Waardenburg Rapportnr Bureau Waardenburg, Culemborg. Trefwoorden: standaardkostprijzen, SNL, beheer Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv. Opdrachtgever hierboven aangegeven vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / BIJ12 Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, digitale kopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig ISO 9001:
4 2
5 Inhoud Inleiding... 5 Onderzoeksaanpak Informatie Onderbouwen standaardkostprijs recreatiebijdrage Aanpassen specifiek benoemde activiteiten in beheerpaketten Leeswijzer... 9 Naar een onderbouwde recreatiebijdrage Inleiding Voorstel nieuwe recreatiebijdrage Herziene indeling N17.01 Vochtig hakhout en middenbos Inleiding Advies nieuwe afbakeningen Herziene activiteiten Riet maaien en binden (N05.01 Moeras) Oprapen en lossen (N10.02 Vochtig hooiland) Verzorgen en controleren beheersdieren Snoeien overhangende takken Onderhouden veeraster Onderhouden schapenraster Onderhouden en vervangen stuw Slootmaaisel afvoeren en composteren Visual Tree Assessment Mantel- en zoombeheer Knelpunten evaluatief vooronderzoek Bekalkingsmaatregelen op zure zandgronden Flora- en faunacheck voor aanvang werkzaamheden Bestrijding ongewenste invasieve exoten Herzieningsvoorstel N11.01 Droog schraalland Herzieningsvoorstel N12.01 Bloemdijken Herzieningsvoorstel N16 Bossen met productiefunctie Onderhoud watergangen Literatuur Bijlage 1 Inhoud
6 1.1 Recreatiebijdrage Indeling Vochtig hakhout en middenbos (N17.01 ) Activiteiten Riet maaien en binden (N05.01 Moeras) Oprapen en lossen Vochtig hooiland (N10.02) Verzorgen en controleren beheersdieren Snoeien overhangende takken Onderhouden veeraster Onderhouden schapenraster Onderhouden en vervangen stuw Slootmaaisel afvoeren en composteren Visual Tree Assessment Mantel- en zoombeheer Knelpunten evaluatief vooronderzoek Bekalkingsmaatregelen op zure zandgronden Flora en faunacheck Exoten, implementatie in SKP-systematiek Herziening N11.01 Droog schraalland Herziening N12.01 Bloemdijken Herziening N16 Bossen met productiefunctie Onderhoud watergangen Bijlage 2 Deelnemers workshops Bijlage 3 Recreatiebijdrage: Maatregelen per onderdeel Bijlage 4 Dichtheid recreatieve voorzieningen SBB, landelijk (2015) Bijlage 5 Voorstel SKP Vochtig- en hellinghakhout Bijlage 6 Voorstel SKP N17.05 Wilgengriend Bijlage 7 Oppervlakte begrazingseenheden voorbeeldgebieden Bijlage 8 Voorgestelde toevoegingen SKP s N16 Bossen met productie Bijlage 9 Resultaten ondervraging onderhouden en vervangen stuw Bijlage 10 Flora- en faunawet: Soortgroepen versus maatregelen Bijlage 11 Ongewenste invasieve exoten
7 1 Inleiding De Provincies verlenen subsidie aan beheerders voor het behoud en de ontwikkeling van natuur- en cultuurlandschappen/-gebieden middels het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Hierbij wordt gewerkt met gestandaardiseerde, landelijk gelijke tarieven per beheertype: de standaardkostprijzen (SKP). De standaardkostprijzen voor natuurbeheer, waarvan de grondslagen in 2009 voor de eerste keer zijn vastgesteld, worden 5-jaarlijks geëvalueerd en geactualiseerd. In 2014 is de eerste evaluatieronde van start gegaan, wat heeft geleid tot een rapportage over de verkennende fase van de evaluatie (Bureau ZET, 2015). De verbeterpunten die in deze verkenning gesignaleerd zijn zullen in de verdiepende fase verder uitgewerkt worden. In de verdiepende fase wordt gewerkt in verschillende deelprojecten, die gezamenlijk alle verbeterpunten nader uitdiepen. De volgende deelprojecten worden onderscheiden: 1) Bedrijfseconomische evaluatie, 2) Technisch/ecologische evaluatie SKP Natuur en SKP Landschap, en 3) Communicatie. In voorliggende rapportage zijn de resultaten gebundeld van de technisch/ecologische evaluatie SKP Natuur. Doel van het technisch/ecologische deel van de verdiepende fase van de evaluatie van de SKP is het beantwoorden van de beheertechnische en ecologische vragen en het uitwerken van concrete verbeterpunten voor de SKP natuur, die voortvloeien uit fase 1 van de evaluatie (Bureau ZET, 2015). Het betreft: 1) Het actualiseren van knelpunten op specifieke onderdelen van de SKP Natuur, zoals die omschreven zijn in Bureau ZET (2015). 2) Het meenemen van specifieke bevindingen uit het project Tijdnormen SKP (Alterra/Bureau ZET, 2015). 3) Het onderbouwen, concretiseren en objectiveren van de recreatietoeslag voor de openstelling van natuurgebieden. Dit onderzoek moet er toe leiden dat ook in de komende jaren gebruik kan worden gemaakt van een doelmatig, efficiënt en transparant systeem voor het berekenen van kostennormen, standaardkostprijzen en subsidietarieven voor het natuurbeheer via het SNL (Bureau ZET, 2015). 5
8 6
9 2 Onderzoeksaanpak 2.1 Informatie Voorliggend advies is opgesteld op basis van in literatuur beschikbare informatie en informatie van beheerders. De bevindingen zijn vervolgens teruggekoppeld met de beheerders. Beheerders voeren daadwerkelijk het beheer uit in natuurgebieden, en zijn daarom door hun jarenlange praktijkervaring als geen ander bekend met beheermaatregelen die nodig zijn om de natuurwaarden in de beheertypen te behouden, de benodigde frequenties hiervan en de wijze van uitvoering. De inbreng van beheerders is gewaarborgd door ze te betrekken door middel van enquêtes en drie workshops. De resultaten van de workshops zijn direct verwerkt in de rapportage. In dit rapport zijn voorstellen gedaan voor verbeterpunten voor de SKP natuur. De voorstellen zijn bedoeld als input voor een verdere uitwerking. Bij deze voorstellen is zoveel mogelijk rekening gehouden met input vanuit de workshops. De hier gegeven voorstellen worden echter niet allemaal in zijn geheel gedragen door de deelnemers van de workshops. In enkele gevallen is in de workshop een alternatieve aanpak voorgesteld, waarvoor nog aanvullend veldonderzoek (metingen) noodzakelijk is om het concreet te maken. Nader veldwerk maakte echter geen onderdeel uit van dit onderzoek. In andere gevallen is er te weinig informatie beschikbaar om een alternatief voorstel concreet uit te kunnen werken. In beide gevallen is vooralsnog het voorstel van Bureau Waardenburg aangehouden en is dit expliciet vermeld. De door deelnemers aan de workshop voorgestelde aanpassingen en alternatieven zijn in de Bijlage over de workshops opgenomen. De bevindingen van het onderzoek zijn halverwege het onderzoek teruggekoppeld met de Taakgroep index en Werkgroep Evaluatie SKP. 2.2 Onderbouwen standaardkostprijs recreatiebijdrage Achtergrond De recreatiebijdrage betreft een tegemoetkoming aan beheerders voor de openstelling van natuurgebieden aanvullend aan de SKP-subsidiebedragen die op basis van de voorkomende beheertypen worden vergoed. Deze bijdrage wordt evenals de SKP berekend per hectare (opengesteld natuurgebied). De huidige recreatiebijdrage van 33,34 (2015) is onvoldoende onderbouwd, en dient geconcretiseerd en geobjectiveerd te worden. Bureau ZET (2015) merkt op dat momenteel de vaststelling van de hoogte van de recreatiebijdrage veel meer aan politieke overwegingen onderhevig is dan bij de SKP s voor standaard beheer, wat onder andere het risico met zich kan meebrengen dat instandhoudingsdoelstellingen niet gehaald worden wanneer de bijdrage onjuist wordt toegepast. Beheerders geven onder andere aan dat het huidige bedrag niet kostendekkend is, en dat het wenselijk is om differentiatie mogelijk te maken naar kostenbepalende aspecten zoals recreatiedruk en voorzieningenniveau. 7
10 Doelstelling en aanpak Doel van dit onderdeel is het onderbouwen van de recreatiebijdrage, waar mogelijk op basis van onafhankelijke tijdnormen. De volgende deeltaken worden hierbinnen onderscheiden: Er wordt in beeld gebracht welke toezichtactiviteiten met welke intensiteit noodzakelijk zijn me het oog op de instandhoudingsdoelstellingen van de beheertypen. Er wordt een bijdrage ontwikkeld voor het toezicht houden op ongewenst gebruik van natuur. Er wordt discussie gevoerd over het opnemen van recreatiedoelstellingen (of breder: gewenst maatschappelijk gebruik) in het doelenkader. Vervolgens wordt, indien nodig, een goede grondslag bepaald voor de vergoeding van kosten van openstelling, recreatie en gebruik, waarbij mogelijk differentiatie plaatsvindt op basis van recreatiedruk, voorzieningenniveau en kosten en baten van maatschappelijk gebruik. Bovenstaande punten zijn met beheerders bediscussieerd in een workshop d.d. 14 september Aanpassen specifiek benoemde activiteiten in beheerpaketten Behalve een onderbouwing van de recreatiebijdrage, wordt in voorliggend rapport nog een aantal specifieke vragen behandeld. Het gaat, ten eerste, om de knelpunten in de standaardkostprijssystematiek die Bureau ZET gesignaleerd heeft tijdens het evaluatief vooronderzoek Standaardkostprijzen (SKP) SNL (Bureau ZET, 2015). Het betreft de volgens Bureau ZET (2015) gewenste c.q. noodzakelijk geachte herzieningen in de huidige SKP s voor natuurbeheer. Daarnaast worden in dit rapport die activiteiten behandeld, waarbij tijdens de implementatie van de nieuwe tijdnormen - na het tijdnormenonderzoek van Alterra (De Jong & van Raffe, 2015) - knelpunten gesignaleerd werden en waarvan de door Alterra voorgestelde nieuwe tijdnormen niet zijn overgenomen. Tot slot, is een voorstel uitgewerkt voor een nieuwe indeling van het huidige beheertype N17.01 Vochtig hakhout en middenbos. De voorstellen voor aanpassing van activiteiten en kosten zijn, indien mogelijk, gebaseerd op basis van bestaande informatie. Indien dit niet mogelijk was, is door middel van een enquête onder een aantal beheerders om tot een zo objectief en onderbouwd mogelijk voorstel voor de kostenbepaling gekomen. Bijvoorbeeld in het geval van simpele beheerpraktijkvragen, zoals het gebruik van een schapen- of een koeienraster in bepaalde beheertypen. Deze voorstellen zijn vervolgens weer teruggekoppeld met de beheerders. Daarnaast zijn de specifieke vragen behandeld in twee workshops, namelijk een workshop bossen (d.d. 7 september 2014) en een workshop grasland, moeras en vee (d.d. 10 september 2015). 8
11 2.4 Leeswijzer In de hoofdtekst (Hoofdstukken 3 tot en met 6) wordt per vraagstuk een beknopte inleiding gegeven en een advies. Voor een nadere analyse bij de verschillende vraagstukken wordt verwezen naar Bijlage 1. 9
12 10
13 3 Naar een onderbouwde recreatiebijdrage 3.1 Inleiding De huidige recreatiebijdrage binnen de SNL-systematiek beslaat 33,34 euro per ha per jaar, zonder differentiatie tussen terreinen, zones of regio's. Dit bedrag is niet onderbouwd. Er is behoefte aan een onderbouwde basisvergoeding voor de openstelling van natuurterreinen. Onder basisvergoeding wordt verstaan dat met deze vergoeding die werkzaamheden verricht kunnen worden die voor elk natuurterrein noodzakelijk zijn voor de basisopenstelling van het gebied voor wandelen en fietsen en in waterrijke gebieden voor varen. Hieronder vallen dus geen uitgebreidere recreatieve voorzieningen, excursies en dergelijke. Toezicht houden in gebieden die niet opengesteld zijn valt buiten de recreatiebijdrage. Op 14 september 2015 heeft een workshop met deskundigen plaatsgevonden waarin gediscussieerd is over een nieuwe recreatiebijdrage (voor deelnemers, zie Bijlage 2). Voor een nadere analyse bij het advies ( 3.2) wordt verwezen naar Bijlage Voorstel nieuwe recreatiebijdrage Algemeen Tijdens de workshop werd voorgesteld de huidige naamgeving recreatietoeslag te heroverwegen. Deze werd niet als passend beschouwd. De workshopdeelnemers stelden het volgende alternatief voor: recreatiebijdrage. Op basis van dit advies, wordt in dit rapport de term recreatiebijdrage gehanteerd. In de Taakgroep moet een besluit worden genomen over een eventuele wijziging van de naam van de toeslag. Verder is besproken of het wenselijk is om de recreatiebijdrage toe te kennen aan gebieden, in plaats van, zoals nu het geval is, per beheertype in gebieden. Dit werd niet als wenselijk gezien, omdat er gebieden zijn die deels afgesloten zijn. Dit wordt dan administratief lastig te realiseren. Overwegingen hierbij zijn: In het hieronder voorgestelde bijdrage zit meer dan alleen sec openstelling. Het woord bijdrage laat zien dat het geen totale vergoeding is voor het hele pakket aan recreatieve voorzieningen dat nu buiten in de meeste gebieden aanwezig is Voorstel basisniveau recreatie Tijdens de workshop is bediscussieerd welke onderdelen er wel en niet binnen de voorgestelde basistoeslag behoren te vallen. In onderstaande tekst wordt de onderbouwing van dit workshop-resultaat gegeven. 11
14 Opnemen in basistoeslag Wandelpaden Wandelpaden zijn de meest basale recreatieve voorziening binnen opengestelde natuurgebieden, en behoren daarmee binnen de basistoeslag te vallen. Er wordt uitgegaan van 1,5 m brede, onverharde wandelpaden. Bredere paden zijn niet nodig voor een basale openstelling. Gegevens over de dichtheid zijn aangeleverd door de FPG en SBB. Fietspaden Fietspaden worden door de workshopdeelnemers gezien als een basisvoorziening. Nederland is een fietsland, en wordt steeds meer ontsloten door middel van fietspaden. Mensen zijn onder andere door de opkomst van de elektrische fiets steeds langer actief. Ouderen die niet meer goed of lang kunnen wandelen, recreëren nog wel op de (elektrische) fiets in natuurgebieden. Slechts een deel van de fietspaden is in beheer bij de terreinbeheerders; hier dient rekening mee te worden gehouden bij de bepaling van de normering. SBB en NM hebben gegevens geleverd met betrekking tot de dichtheid aan door terreinbeheerders beheerde fietspaden. Voor de berekening van een kostennorm wordt uitgegaan van 1,5 m brede halfverharde fietspaden. Er wordt geadviseerd om alleen de onderhoudskosten in de toeslag op te nemen en de investering voor aanleg van nieuwe fietspaden uit andere middelen (infrastructuur) te financieren. Als dit echter niet echter in de praktijk niet mogelijk blijft, moet de recreatiebijdrage op dit punt worden herzien. Verder wordt er geadviseerd om over vijf jaar opnieuw te evalueren of de meerderheid van de fietspaden verhard zijn. De voorkeur van de workshopdeelnemers gaat uit naar het (op termijn) opnemen van verharde (in beton uitgevoerde) fietspaden in de standaardkostprijs, omdat deze op de lange termijn duurzamer en kosten-efficiënter (lage onderhoudskosten) worden geacht. Parkeerterreinen Parkeerterreinen, in een relatief lage dichtheid, worden beschouwd als basisvoorzieningen, aangezien het ontbreken van parkeerplaatsen bij opengestelde natuurgebieden leidt tot overlast. Tachtig procent van de mensen die in een natuurgebied komen wandelen komt met de auto (inschatting van workshopdeelnemers), en als dit niet gefaciliteerd wordt omdat beheerders onderhoud van parkeerplaatsen niet kunnen bekostigen heeft dit tot gevolg dat mensen gaan wildparkeren. In dit voorstel worden halfverharde parkeerterreinen (dit is de huidige praktijk bij de natuurbeheerders) opgenomen. De dichtheid is bepaald op basis van door SBB en het Utrechts Landschap aangeleverde gegevens (zie p.16 en Bijlagen 3 en 4). Geadviseerd wordt om alleen de onderhoudskosten in de toeslag op te nemen en de investering voor groot onderhoud aan de parkeerterreinen uit andere middelen (infrastructuur) te financieren. Ook hierbij moet het voorbehoud worden gemaakt, dat 12
15 de recreatiebijdrage herzien moet worden als het niet mogelijk blijkt groot onderhoud uit andere middelen te financieren. Bruggen Bruggen worden gezien als een basisvoorziening omdat in het waterrijke Nederland zonder brug geen (wandel)route kan bestaan. Gegevens over dichtheid en afmeting van bruggen, zijn geleverd door SBB en NM. Dit betreft eenvoudige bruggen die bedoeld zijn voor een basale recreatieve ontsluiting. Bruggen die noodzakelijk zijn voor bijvoorbeeld de toegankelijkheid van terreinen voor beheer vallen onder de activiteit onderhouden/vervangen brug/duiker/dam/stuw/put (mond. med. G. Verhorst, Staatsbosbeheer). Bebording Een basale vorm van bebording wordt beschouwd als behorende bij een basistoeslag. Het onderhoud van houten markeringspaaltjes valt binnen de kostprijs van het onderhoud van wandelpaden, en behoeft daarmee niet als een aparte post te worden opgenomen. Daarnaast wordt een post voor regelgevende bebording (verplichting) en handwijzers opgenomen. Handwijzers zijn nodig om mensen de goede kant op te wijzen, bijvoorbeeld vanaf de parkeerplaats. Indien deze ontbreken gaan mensen zwerven, en dat is niet wenselijk. Ook voor de zonering van recreatie-intensiteit is het van belang gebruik te maken van handwijzers. Dergelijke bebording wordt dus als noodzakelijk gezien voor behoud van de natuurkwaliteit en beleving. Informatiepanelen worden niet beschouwd als basisvoorzieningen. Banken Bankjes in natuurgebieden zijn geen noodzaak voor het ontsluiten ervan. De workshopdeelnemers geven echter aan dat er een duidelijke maatschappelijke vraag is naar banken langs wandelpaden. Zodra er een bankje kapot is worden beheerders dan ook onmiddellijk opgebeld door bezoekers. Daarbij staan banken in de meest basale gebieden. Het verzoek is om deze op te nemen in de recreatiebijdrage in lage dichtheden. Afval ruimen Ruimen van afval (zwerfvuil) is een activiteit die, voor behoud van de natuurkwaliteit, zeker bij een basale openstelling behoort. Hier wordt echter reeds in voorzien binnen de maatregelen die gedefinieerd worden voor onderhoud paden en onderhoud parkeerplaats. Daarom is het niet nodig een extra post afval ruimen op te nemen. Vuilnisbakken in natuurgebieden worden niet als wenselijk gezien door de beheerders, aangezien deze over het algemeen meer (zwerf)vuil aantrekken. Illegale stort wordt als een groot probleem gezien. Dit moet echter uit een andere bron gefinancierd worden. Surveillance Surveillance is, voor het behoud van de natuurkwaliteit, een noodzakelijke activiteit voor opengestelde, en zelfs voor afgesloten (zie onder), gebieden. Hieronder wordt 13
16 verstaan dat BOA s (Buitengewoon Opsporings Ambtenaren) in het gebied surveilleren met als doel handhaving van regels met betrekking tot openstelling, en regels met betrekking tot de Flora- en faunawet. Publieksbegeleiding valt hier niet onder. Het advies is om op termijn vergoeding voor surveillance te regelen binnen de beheerpakketten (zie hieronder onder afgesloten gebieden ). In onderhavig advies wordt nog uitgegaan van het opnemen van surveillance binnen de recreatiebijdrage. Gegevens over uren/ha voor BOA s zijn aangeleverd door NM en SBB (inclusief gegevens van FPG). Uitsluiten van basistoeslag Extra voorzieningen Voorzieningen als picknicktafels, informatieborden, bezoekerscentra en dergelijke, worden niet als basisvoorziening gezien en dus ook niet opgenomen in de basisrecreatiebijdrage. Voorzieningen met een eigen verdienmodel, of een andere financieringsbron vallen zeker buiten de recreatiebijdrage. Overige paden ATB-paden en ruiterroutes worden niet beschouwd als een basisvoorziening. Excursies Excursies, rondleidingen en andere educatieve- en publieksactiviteiten behoren niet binnen een basis-recreatiebijdrage. VTA Visual tree assessments zijn binnen de beheerpakketten geregeld, en behoeven dus niet te worden opgenomen. Bomen die langs paden in natuurgebieden, maar op het terrein van aangrenzende percelen van een andere eigenaar staan vallen onder de verantwoordelijkheid van de betreffende eigenaar. Snoeien overhangende takken Dit is binnen de beheerpakketten afdoende geregeld, en wordt niet opgenomen in de recreatiebijdrage. Bomen die langs paden in natuurgebieden, maar op het terrein van aangrenzende percelen van een andere eigenaar staan vallen onder de verantwoordelijkheid van de betreffende eigenaar. Onderhoud vaarwegen De mogelijkheid tot varen in een gebied wordt gezien als een basale recreatieve activiteit in de gevallen dat er geen mogelijkheid voor wandelen bestaat. Het openhouden van vaarwegen valt echter deels onder de verantwoordelijkheid van waterschappen. Deels, voor de smallere wateren, zal het beheer van de waterlichamen onder de verantwoordelijkheid van de beheerder vallen. Er wordt echter geen extra post onderhoud van vaarwegen in onderhavig voorstel voor een basis recreatiebijdrage opgenomen, omdat de gebieden waar niet gewandeld kan 14
17 worden al wel meeliften op de vergoeding voor wandelpaden. Het toevoegen van vaarwegen zou daarmee dubbel zijn. De vaartoeslag die deze gebieden ontvangen is alleen bedoeld voor het uitvoeren van beheermaatregelen t.b.v. het natuurbeheer en is niet voldoende om ook het onderhoud van de recreatieve vaarwegen te bekostigen. Afgesloten gebieden De voorgestelde basistoeslag geldt voor opengestelde gebieden, of gebieden die beleefbaar (vanaf de rand te overzien) zijn. Ook voor afgesloten terreinen is er echter sprake van kosten die te maken hebben met recreatie, of het verbod daar op. Dit betreft: bebording (verbodsborden), surveillance (controle op illegale recreanten) en het ruimen van zwerfvuil. Afgesloten gebieden zijn niet opengesteld voor een recreatiebijdrage, en momenteel wordt hier dus niet in voorzien. Het advies is om bovenstaande 3 punten buiten de recreatiebijdrage te houden, en te financieren door middel van het opnemen in de standaardkostprijs van de beheerpakketten om het mogelijk te maken deze kosten ook op te nemen voor afgesloten gebieden. Indien dit gerealiseerd wordt dienen deze posten verwijderd te worden uit de recreatiebijdrage om dubbelling voor opengestelde gebieden te voorkomen Kostprijzen In tabel 3.1 zijn de onderdelen waarvoor geadviseerd wordt ze op te nemen in de recreatiebijdrage met de bijbehorende normkosten (exclusief vervanging), alsmede het totaalbedrag, weergegeven. Er wordt vanuit gegaan dat vervanging van alle onderdelen uit andere bronnen wordt gefinancierd. Voor de kostprijzen per eenheid wordt uitgegaan van de bedragen zoals genoemd in Verver & Kok (2014). Verver en Kok baseren deze bedragen op het IMAG Groene Boek voor normkosten. Het uurtarief voor surveillance is overgenomen uit het Normenboek NBL (2014); medewerker MBO/opzichter, inclusief overhead. De dichtheden zoals weergegeven in tabel 3.1 zijn grotendeels gebaseerd op de landelijke dichtheden van recreatieve voorzieningen van Staatsbosbeheer (GIS-data ) (een gedetailleerdere onderbouwing volgt hieronder). De dichtheid aan recreatieve voorzieningen zijn bepaald voor het totaal SNL-recreatiebijdrage areaal van SBB ( ha). In Bijlage 4 zijn deze dichtheden per onderdeel weergegeven. FPG en het Utrechts Landschap hebben daarnaast aanvullende informatie geleverd. In Bijlage 3 zijn per onderdeel/type voorziening de maatregelen weergegeven waarop de kostprijs gebaseerd is. Hierbij is uitgegaan van de maatregelen zoals opgenomen in het Grontmij-rapport voor de Provincie Drenthe (Verver & Kok, 2014). Kanttekening hierbij is dat dit Grontmij-rapport grotendeels is gebaseerd op een situatie op zandgronden, terwijl maatregelen per bodemtype kunnen verschillen. Omdat er geen gegevens beschikbaar waren voor andere bodemtypen, is daarom toch uitgegaan van het Grontmij-rapport. 15
18 Tabel 3.1 Normkosten voor de voorgestelde basis-recreatiebijdrage. De bedragen voor fietspaden, parkeerterreinen en bruggen zijn exclusief vervangingskosten. Type voorziening Kostprijs ( ) / eenheid/jaar hoeveelheid of dichtheid/ha Kosten ( ) /ha/jr Onderhoud: Wandelpaden (1,5 m breed) onverhard Fietspaden (1,5 m breed) halfverhard Parkeerterrein halfverhard 0,28/m2 40 m 16,80 0,37/m2 4 m 2,22 0,40/m2 5 m2 2,00 Bruggen 2.100/stuk 0,004 7,38 Banken 101,00/stuk 0.03 stuks 3,03 Regelgevende bebording 17,75/stuk 0.07 stuks** 1,24 Handwijzers 17,75/stuk 0.01 stuks 0,18 Surveilleren/toezicht 42,40/uur* 0.7 uur/ha/jr 29,68 Totaal 62,53 *uurtarief Arbeider MBO/opzichter, inclusief 43,37 % indirecte kosten (bron: opgave BIJ12). Exclusief indirecte kosten: 29,60. **Utrechts Landschap hanteert hier 0,132 stuks/ha. Dit zou de totaalkosten op 64,68 brengen. Er is geen unaniem uitsluitsel van de werkgroep over de juiste hoeveelheid. Onderbouwing dichtheden De dichtheid aan fietspaden, bruggen, banken, regelgevende bebording en handwijzers is overgenomen uit de gegevens van SBB en NM (Bijlage 4, afgerond voor wandel- en fietspaden). Voor wandelpaden is de door de FPG opgeven dichtheid als uitgangspunt genomen. Deze is lager dan van SBB (85 m), maar voor een basisopenstelling voldoende. Voor parkeerterreinen heeft het Utrechts Landschap aanvullende informatie geleverd; zij beschikken over 3m 2 parkeerterrein per ha terrein, terwijl Staatsbosbeheer over 7m 2 parkeerterrein per ha terrein beschikt. Omdat de verwachting is dat Staatsbosbeheer gemiddeld genomen over grotere terreinen, met relatief meer parkeergelegenheid, beschikt dan kleinere terreinbeheerders zoals de Landschappen en particulieren, is er voor gekozen om een (mediane) dichtheid van 5 m 2 /ha te adviseren als basis voor de basis-recreatiebijdrage (zie tabel 3.1). Gegevens over de kostprijs per jaar van het onderhoud van bruggen zijn ontleend aan gegevens van Staatsbosbeheer. Gegevens over het aantal uur surveillance per ha per jaar zijn aangeleverd door de FPG. 16
19 4 Herziene indeling N17.01 Vochtig hakhout en middenbos 4.1 Inleiding Het beheertype "Vochtig hakhout en middenbos" (N17.01) bestaat in de praktijk uit verschillende subtypen met elk een afwijkend beheer en daardoor afwijkende kosten. Omdat niet elk subtype evenredig verspreid over Nederland voorkomt, leidt dit tot regionale verschillen in afwijkingen van de gemaakte kosten ten opzichte van de beheervergoeding. Omdat het qua beheer een van de duurste beheertypen is, kan het uitmiddelen van de standaard beheerkosten regionaal sterk negatief of juist positief uitvallen voor beheerders en Provincies. Daarom wordt er hieronder een voorstel voor een nieuwe indeling van het huidige beheertype N17.01 Vochtig hakhout en middenbos gedaan. Voor een nadere analyse bij het advies ( 4.2) wordt verwezen naar Bijlage Advies nieuwe afbakeningen N17.01 Vochtig- en hellinghakhout Vochtig- en hellinghakhout wordt periodiek afgezet. Het beheertype bestaat uit een perceel hakhout van enige omvang op vochtige gronden. Kenmerkend is de aanwezigheid van hakhoutstoven. Het beheertype bestaat uit boomsoorten zoals els, es, hazelaar, haagbeuk en eiken op rabatten, of op steile hellingen. De cyclus verschilt per vorm en boomsoort, maar meestal dient om de 5 tot 20 jaar gehakt te worden. Middenbos op hellingen valt eveneens binnen dit beheertype. Hierbij is er sprake van de aanwezigheid van twee beheerlagen; een hakhout-laag en een bovenlaag met opgaande bomen. Voor de bovenlaag wordt een hakfrequentie toegepast van ongeveer 20 tot 60 jaar. Wilgengrienden vallen onder beheertype N17.05 Wilgengriend. In Bijlage 5 is een advies voor wat betreft de standaardkostprijzen voor dit beheertype gegeven. Hierbij wordt uitgegaan van de normbedragen zoals gehanteerd in de huidige SKP voor beheertype N17.01, met weglating van activiteiten die niet meer relevant zijn door bijvoorbeeld het wegvallen van wilgengrienden, en aanpassingen in bewerkingspercentages die hieruit volgen. N17.02 Droog hakhout Droog hakhout wordt periodiek afgezet. Het beheertype bestaat uit een perceel hakhout of vlak middenbos van enige omvang, op droge gronden. Kenmerkend is de aanwezigheid van hakhoutstoven. Het bestaat uit boomsoorten zoals zomereik, beuk en winterlinde. 17
20 De cyclus verschilt per vorm en boomsoort, maar meestal dient er om de 10 tot 20 jaar gehakt te worden. In het geval van (vlak) middenbos is er sprake van de aanwezigheid van twee beheerlagen, een hakhout-laag en een bovenlaag met opgaande bomen. Voor de bovenlaag wordt een hakfrequentie toegepast van ongeveer 20 tot 60 jaar. N17.05 Wilgengriend Wilgengrienden worden periodiek laag bij de grond afgezet, lager dan 1,5m. Kenmerkend voor het beheertype is de aanwezigheid van hakhoutstoven van smalbladige wilgensoorten. Er wordt een 'hakcyclus' van 2 tot 5 jaar gehanteerd. Wilgengrienden kunnen zowel binnen- als buitendijks voorkomen. Wilgengrienden staan op een natte bodem. Voorstel nieuw beheertype N17.05 Wilgengriend In onderstaande tekst geeft Bureau Waardenburg (met input vanuit de workshop) voor het geadviseerde nieuwe beheertype Wilgengriend een advies voor een beschrijving van dit beheertype. In de Taakgroep zal een verdere inhoudelijke bespreking van dit voorstel plaatsvinden. In Bijlage 6 is een advies voor wat betreft de SKP s voor dit beheertype gegeven. Hierbij wordt uitgegaan van de normbedragen zoals gehanteerd in de huidige SKP voor beheertype N17.01, met weglating van activiteiten die niet relevant zijn voor wilgengrienden. Voor de verhouding tussen wilgengriend en getijdewilgengriend is uitgegaan van de momenteel gehanteerde verhouding in de standaardkostprijzen van N17.01 Vochtig hakhout. Daarin wordt ervan uitgegaan dat 67% van het oppervlak van het beheertype N17.01 uit griend, en 8% uit getijdegriend bestaat (dus 75% griend totaal). Het overige oppervlak bestaat uit andere hakhouttypen dan wilgengrienden. Vertaling naar een beheertype dat voor 100% uit wilgengrienden bestaat (het nieuwe N17.05 Wilgengriend) leidt tot een oppervlakteverdeling van 89% griend, en 11% getijdegriend. Opgemerkt wordt dat dit percentage voor getijdegriend waarschijnlijk te hoog is, aangezien een aantal grienden zich inmiddels hebben tot opgaand bos. Hoeveel dit percentage dan bedraagt kan op grond van de bestaande gegevens niet onderbouwd worden. Algemene beschrijving Een wilgengriend is een perceel waarop wilgen geplant zijn, die periodiek kort boven de grond worden afgezet. Het betreft in feite zachthoutooibossen die aan een zeer intensief hakhoutbeheer zijn onderworpen. De grienden komen zowel binnendijks als buitendijks voor. Wilgengrienden vormen van oudsher een karakteristiek onderdeel van het rivieren- en zoetwatergetijdenlandschap. In een traditioneel beheerde griend wordt de hergroei op de hakhoutstoven doorgaans elke 3 tot 5 (hooguit 10) jaar afgezet. Nog intensiever beheerde grienden hebben een 1- of 2-jarige kapcyclus. Buitendijks werden met name de zwaardere en langere wilgensoorten gekweekt die geschikt zijn als hakgriend, binnendijks werd voornamelijk jaarlijks geoogst snijgriend gekweekt (Den Ouden et al., 2010). Het grootste deel van de binnendijks gelegen grienden betreft overigens tegenwoordig ook hakgriend (eigen waarneming, Jan Dirk 18
21 Buizer). De grienden hebben over het algemeen een weelderige ondergroei onder anderen van mossen en levermossen, en zijn rijk aan vogels en insecten (De Ouden et al., 2010). De wilgenteelt in de natte griendbossen vereist een goede beheersing van de waterhuishouding. Greppels en duikers in de grienden dienen vooral voor de afwatering, kaden om het water binnen de griend vast te houden. Van oudsher waren binnendijks de voorbereiding en het onderhoud van de bodem een stuk intensiever dan buitendijks (Den Ouden et al., 2010). Bronnen: (deels letterlijk overgenomen), Van Duuren et al. (Geschiedenis van grienden in een kort tijdbestek), Den Ouden et al. (Bosecologie en Bosbeheer). Subsidieverplichting De beheerder dient het beheertype in stand te houden. De wijze waarop hij deze instandhoudingsverplichting invult, is aan de beheerder zelf. Voorbeeldgebieden langs de Nieuwe Merwede, de Rhoonse grienden, delen van de Biesbosch, Bommelerwaard, Polder Achthoven, Het Beesdse veld, Autena en Bolgarijen Beheeractiviteiten Wilgengriend De volgende activiteiten worden voorgesteld voor de standaardkostprijzen voor beheer van N17.05 wilgengrienden (overgenomen uit de standaardkostprijzen van het huidige beheertype N17.01, met weglating van niet-relevante activiteiten): Onderhouden/vervangen brug/duiker/dam/stuw/put Onderhouden sloot/vaarwegen uitmaaien watergangen 100 m/ha slootmaaisel afvoeren en composteren 0.9 ton/ha Begreppelen planten maaien/knuppelen/klepelen prunus/exoten rooien/steken (<5% bedekking) monitoring/karteren door eigen medewerker(s) monitoren/karteren door (advies)bureau(s) certificering bos Afzetten/vellen/uitsnoeien van griend (handmatig) Bundelen/stapelen/voorconcentreren uitdragen/uitslepen/uitrijden onderhoud ontsluitingspad/kade 20 m/ha verplaatsen van mensen transporteren van materieel/materiaal/maaisel 19
22 20
23 5 Herziene activiteiten In onderstaand hoofdstuk worden die activiteiten besproken waarbij tijdens de implementatie van de nieuwe tijdnormen, na het tijdnormenonderzoek van Alterra (De Jong & van Raffe, 2015), knelpunten gesignaleerd werden en waarvan de door Alterra voorgestelde nieuwe tijdnormen niet zijn overgenomen. Voor een nadere analyse bij de adviezen wordt verwezen naar Bijlage Riet maaien en binden (N05.01 Moeras) Inleiding en probleemstelling Het natuurtype moeras omvat twee beheertypen: N05.01 Moeras N05.02 Gemaaid rietland In beide typen wordt riet gemaaid, maar met verschillende doelstellingen. In het eerste geval (N05.01) gebeurt dit vooral om de soortenrijkdom te bewaren, in het tweede geval (N05.02) ligt de nadruk op de oogst van riet. De werkwijze voor het maaien en afvoeren van het gewas (riet) zoals dat in de SKP voor N05.02 Gemaaid rietland is opgenomen kan niet zonder meer overgenomen worden voor beheertype N05.01 Moeras. Gemaaid rietland wordt jaarlijks in het winterhalfjaar gemaaid, wat resulteert in een relatief dichte (qua riet-abundantie), vrij eenvormige rietvegetatie. Dit komt doordat riet in de winter de voedingsstoffen heeft teruggetrokken naar de wortelstokken, waardoor riet bij deze beheerwijze niet tot nauwelijks onderdrukt wordt en andere soorten geen kans krijgen. In beheertype N05.01 Moeras daarentegen, wordt over het algemeen niet jaarlijks in het winterhalfjaar gemaaid, en is de vegetatie meer divers; naast riet en rietgras komen grote zeggen, biezen en galigaan voor (Bron: Portaal Natuur en Landschap). In de SKP N05.02 Gemaaid rietland zijn voor de maatregel maaien, afvoeren/oogsten achtereenvolgens de activiteiten 1) maaien/snijden (riet maaien), 2) sloeken en bossen en 3) maaisel afvoeren en composteren opgenomen. Sloeken wil zeggen dat het ruige materiaal (blad en onkruid ; het sluik ) uit de rietbosjes gekamd wordt door ze op een omgedraaide bandhooier te houden. Zoals hierboven uitgelegd zitten er tussen het riet dat in N05.01 geoogst wordt veel meer andere soorten dan riet, die voor de commerciële rietteelt niet van belang zijn en verwijderd moeten worden alvorens het riet wordt afgevoerd. Dit zou het sloeken, als het op dezelfde wijze zou worden toegepast als in beheertype N05.02 Gemaaid rietland, veel arbeidsintensiever maken dan in N Het riet dat in N05.01 geoogst wordt is dus niet tot nauwelijks interessant voor de commerciële rietteelt. 21
24 5.1.2 Advies Er wordt geen aparte activiteit voor het verwijderen van het ruige materiaal en het tot bossen binden toegevoegd, omdat aangenomen wordt dat het maaisel ongeschikt is voor de commerciële rietteelt. Deze aanname werd bevestigd tijdens de workshop grasland. Tijdens de workshop werd aangegeven dat er géén commerciële rietoogst plaatsvindt in N05.01 Moeras. Er hoeft voor N05.01 Moeras dus géén activiteit sloeken en bossen worden opgenomen. Uit de workshop kwam naar voren dat er bij riet maaien in de praktijk sprake is van twee werkgangen in plaats van één (zie Bijlage 1). Er is gesteld dat de normstelling voor N05.01 Moeras nader praktijkonderzoek verdient, waarbij zowel naar percentages als naar frequenties gekeken moet worden. Omdat voor het opstellen van een nieuwe norm metingen nodig zijn, is het voorstel de oude norm te handhaven totdat praktijk gegevens beschikbaar zijn. Het voorstel van Bureau Waardenburg om uit te gaan van het direct afvoeren van maaisel zoals ook bij nat schraalland gebeurt, werd op basis van de beheerpraktijk (zie hierboven) dus niet gedragen. Bureau Waardenburg had voorgesteld om de activiteit maaien/oprapen gecombineerd voor nat terrein zoals bij N10.01 nat schraalland toe te voegen in de SKP voor N05.01 Moeras, ter vervanging van de activiteit maaien/snijden. Op basis van de uitkomsten van de workshop vervalt dit voorstel van Bureau Waardenburg Oprapen en lossen (N10.02 Vochtig hooiland) Inleiding en probleemstelling Vochtige hooilanden zijn soortenrijke, vochtige graslanden, zoals Dotterbloemgraslanden, waar jaarlijks 1 á 2 keer gehooid wordt (al dan niet gecombineerd met nabeweiding) en waarbij het maaisel wordt afgevoerd. De kwaliteit van het hooi dat van dergelijke terreinen afkomt is niet hoog. Vochtig hooiland komt voor op natte veen- en kleibodems. De vegetatie wordt ofwel vrijwel jaarlijks overstroomd door oppervlaktewater (o.a. langs de rivieren), staat onder invloed van uitredend kwelwater (beekdalen), of is gelegen op een veenbodem met een gemiddeld waterpeil van cm onder het maaiveld, waarbij het peil in de zomer alleen gedurende korte tijd dieper kan wegzakken ( Momenteel worden in de SKP-bladen voor het beheertype N10.02 Vochtig hooiland 2 werkgangen onderscheiden voor wat betreft het maaien en afvoeren. Voor 85% van het oppervlak wordt uitgegaan van maaien, gevolgd door wiersen en daarna oprapen en lossen. In de overige 15% wordt uitgegaan van het gecombineerd maaien en oprapen van de vegetatie met een maai-opraapcombinatie met rupsbanden (voor nat terrein; lagere druk), waarna het maaisel direct wordt afgevoerd en gecomposteerd. Alterra heeft, onder andere, de tijdnormen voor de activiteit oprapen en lossen (07 06) herberekend (De Jong en van Raffe, 2015). Bij oprapen en lossen wordt bij de huidige in het SKP-blad gebruikte tijdnorm uitgegaan van een opraapwagen en een trekker van kw. De subwerkgroep heeft er echter voor gekozen om voor dit beheertype 22
25 uit te gaan van het opduwen van de wiersen, in plaats van het oprapen met een dergelijke zware combinatie van (zware) trekker en opraapwagen. De draagkracht van de bodem is in natte gebieden namelijk niet bestand tegen zwaar materieel. Daarbij dient echter te worden opgemerkt dat de draagkracht van de bodem waarop Vochtig hooiland voorkomt varieert, al naar gelang het bodemtype en de waterhuishouding van het terrein. Niet alle bodems hebben dus een kleine draagkracht. In Bijlage 1 wordt een GIS-analyse van de verdeling van het beheertype over bodemtypen beschreven Advies Op basis van de verdeling over draagkrachtige en minder draagkrachtige bodems (zie Bijlage 1 en tabel 5.2), die ongeveer 50%-50% is, wordt geadviseerd voor een bewerkingspercentage van 50% de tijdnormen zoals ze momenteel voor een bewerkingspercentage van 85% in de SKP staan te handhaven (oprapen en lossen met trekker kw en opraapwagen), en voor 50% een methodiek(en) geschikt voor terreinen met lage draagkracht te implementeren (tabel 5.1). Tabel 5.1 Bewerkingspercentages Oprapen en Lossen beheertype N10.02 Vochtig hooiland, huidige situatie en voorstel Bureau Waardenburg. Draagkracht bodem Normbedrag /ha Freq/jaar Huidige situatie n.v.t. 185,45 1,250 85% Voorstel BW hoog 185,45 1,250 43% laag p.m. p.m. 42% % te bew. opp. Tabel 5.2 Verdeling beheertype N Vochtig hooiland over bodemsoorten met draagkracht. Bodemsoort Percentage Draagkracht Veengrond 39% laag Zandgrond 36% hoog Klei 10% laag Zavel 10% hoog Overig 5% hoog Geadviseerd wordt om de Provincies de beheertypekaart te laten controleren voor beheertype N10.02, omdat het onwaarschijnlijk lijkt dat een dergelijk hoog percentage van de Vochtige hooilanden op zandgrond voorkomt. Dit kan dan alsnog aanleiding geven om de percentages aan te passen. Voor wat betreft de methodiek(en) bij lage draagkracht, dient opgemerkt te worden dat een tijdnorm voor het opduwen van wiersen ontbreekt binnen de huidige SKP's en in het Normenboek NBL (2014). Er wordt geadviseerd metingen uit te laten voeren om deze tijdnorm te bepalen. Uit de bevraging van beheerders blijkt dat gebruik van een een-assige trekker of materieel op rupsbanden ook onderdeel is van de beheerpraktijk (Bijlage 1) in natte terreinen. Het implementeren van vier verschillende maai- en 23
26 afvoermethoden maakt het systeem echter nodeloos ingewikkeld en wordt dan ook niet geadviseerd. Er kan voor gekozen worden de methodiek maaien/oprapen gecombineerd, met gebruikmaking van een maai-opraapcombinatie met rupsbanden, zoals deze nu voor 15% van het te bewerken oppervlak in de SKP voor N10.02 staat, uit te breiden naar een bewerkingsoppervlak van 50% Verzorgen en controleren beheersdieren Inleiding en probleemstelling De activiteit verzorgen en controleren van beheersdieren is opgenomen in alle beheerpakketten van beheertypen (graslanden, duintypen, heiden, hoogveen, en enkele bostypen) waar begrazing voorkomt als beheervorm. Een vergoeding voor de activiteit controleren en verzorgen beheersdieren dient in de SKP-overzichten alleen opgenomen te worden voor dat percentage van het oppervlak van een beheertype waarvoor met eigen vee begraasd wordt of waarvoor vee wordt ingezet door een aannemer tegen betaling door de terreineigenaar. Voor de beheertypen N10.02 Vochtig hooiland, N12.03 Glanshaverhooiland, N13.01 Vochtig weidevogelgrasland en N13.02 Wintergastweide ligt de verzorging en controle volgens De Jong & van Raffe (2015) niet bij de beheerder. Bij deze beheertypen is de activiteit verzorgen en controleren van beheersdieren volgens De Jong & van Raffe (2015) dus niet van toepassing. De taakgroep Index merkt naar aanleiding van het onderzoek van De Jong & van Raffe (2015) op dat er nog teveel onduidelijkheden zijn in 1) de mate waarin begrazing via inscharing gebeurt, en 2) het beheerd oppervlak (terreingrootte). Deze onduidelijkheden dienen te worden opgelost alvorens er tot een nieuwe SKP gekomen kan worden. Tevens wordt opgemerkt dat bij de toepassing van bewerkingspercentages rekening gehouden moet worden met verpachting van gronden Advies In de praktijk blijkt dat inscharing zeldzaam is, slechts incidenteel gebeurt. Geadviseerd wordt daarom, om in de SKP-bladen geen rekening te houden met inscharing als beheervorm (zoals nu reeds het geval is). Tevens wordt geadviseerd om te onderzoeken in hoeverre omgekeerde pacht (waarbij de pachter wordt betaald door de beheerder om het vee te laten grazen op de gronden van de beheerder) op ruimere schaal voorkomt en zo nodig de skpoverzichten hierop aan te passen. De % te bewerken oppervlak in de SKP-overzichten 2015 geven de beste schattingen van het aandeel van elk beheertype dat begraasd wordt met eigen vee of 24
27 dat via een aannemingscontract (tegen betaling door terreineigenaar) beweid wordt, en waarvoor de beheerder dus kosten maakt voor het verzorgen van beheersdieren. Er is dus al rekening gehouden met pacht in de bewerkingspercentages (met andere woorden pacht is niet meegenomen in de bewerkingspercentages). Voor de beschrijving van de activiteit op zich, kan het voorstel van De Jong & van Raffe (2015) (waarbij overigens verzorgen en controleren beheersdieren en verzorgen drinkwater is samengenomen tot een nieuwe activiteit) overgenomen worden. Op dit moment ontbreekt er een actueel databestand met gegevens over de grootte van begrazingsobjecten. Een steekproef onder beheerders (Bijlagen 1 en 7) leverde geen eenduidig en betrouwbaar beeld op. Daarom adviseren we om de grootte van de begrazingseenheden wetenschappelijk op basis van metingen te laten vast te laten stellen (buiten de kaders van dit onderzoek) Snoeien overhangende takken Inleiding en probleemstelling Alterra heeft in verschillende bossen metingen verricht om de tijd te bepalen die de activiteit snoeien van overhangende takken kost (de Jong & van Raffe, 2015). Daarbij is een tijdnorm bepaald voor 100 m pad. Om de tijdnorm per ha te kunnen bepalen is het echter nodig te bepalen om hoeveel meter pad per hectare het gaat bij de beheertypen. Alterra gaat in de berekeningen uit van 100 m pad per ha. Dit dient echter met een GIS-analyse onderzocht te worden. Daarnaast wordt er in de praktijk niet alleen langs paden, maar ook langs randen van bossen (bijvoorbeeld overgang naar agrarisch gebied) gesnoeid. Dit dient ook meegenomen te worden in de berekening van het aantal te snoeien meters per ha Advies In tabel 5.3 zijn de resultaten van de analyse (zie Bijlage 1) opgenomen: per beheertype de te snoeien randlengte langs paden, bosranden en water. In de tabel zijn afzonderlijke tijdsnormen berekend voor bosranden langs wegen, langs percelen en langs het water. Voor het berekenen van deze tijdsnormen is de gemiddelde randlengte per hectare (in m/ha) vermenigvuldigd met de nieuwe tijdsnormen van Alterra. Voor takken boven het water is geen Alterra-norm. Hiervoor is de norm voor bosranden gebruikt. De drie tijdsnormen zijn vervolgens opgeteld tot een totale tijdsnorm. 25
28 Tabel 5.3 Aantal meter te snoeien randlengte van bosbeheertypen met wegen, water en andere beheertypen per ha. (De randlengten langs wegen en water zijn bepaald op basis van het meest recente TOP10-bestand) en nieuwe tijdsnormen voor het snoeien van overhangende takken. Beheertype Huidige tijdsnorm in SKP 2015 (uur/ha) N ,2 N ,2 N ,2 N ,2 N ,2 N ,6 N ,6 N ,2 N , Onderhouden veeraster Inleiding en probleemstelling In veel beheertypen komt begrazing voor, en dienen dus veerasters periodiek onderhouden en vernieuwd te worden. De huidige activiteit onderhouden veeraster bestaat uit een component plaatsen en een component onderhouden. Alterra heeft voor de component plaatsen een nieuwe tijdnorm voorgesteld, welke gebaseerd is op machinale plaatsing. Deze tijdnorm houdt echter geen rekening met het afvoeren van het bestaande raster. Voor de component onderhouden wordt uitgegaan van 4% van de tijdnorm voor plaatsen. Het is echter onduidelijk waar dit percentage vandaan komt, en of dit realistisch is. De door Alterra voorgestelde tijdnorm is gebaseerd op het plaatsen van driedraadsjongveerasters. Er wordt uitgegaan van een vervangingsfrequentie van 15 jaar. Mogelijk is het in de praktijk afdoende om na 15 jaar alleen de (tussen)palen te vervangen, en na 30 jaar het gehele raster (De Jong & van Raffe, 2015). 26
29 5.5.2 Advies Tabel 5.4 Arbeidseenheden per toe te voegen activiteit Activiteit Set arbeidseenheid Bron Opruimen 3-draads raster 1 medewerker laag tarief, Normenboek NBL 2014 handgereedschap Laden en lossen van afval 1 medewerker laag tarief, Normenboek NBL 2014 vrachtwagen 8-10 ton met opbouwkraan Transporteren van afval per 1000 m 1 medewerker laag tarief, vrachtwagen 8-10 ton met opbouwkraan Normenboek NBL 2014 De tijdnorm en het normbedrag zoals gegeven in het Normenboek NBL (2014) gaat uit van 1000 meter raster. In tabel 5.5 zijn deze waarden omgerekend naar de door Raffe en de Jong (2014) gehanteerde klassen van 25, 60, 100 en 200 m raster per hectare, waar de beheertypen over verdeeld zijn. In de tabellen 5.6 tot en met 5.9 is de SKP voor toe te voegen (deel-)activiteiten voor de betreffende beheertypen weergegeven. Deze normen zijn bepaald op basis van de lengte klassen in tabel 5.4, de begaanbaarheid van het terrein kan echter per beheertype wisselen. Hiervoor is niet gecorrigeerd. Tabel 5.5 Tijdnorm en normbedrag voor de activiteit opruimen van 3-draads raster, uitgaande van 25, 60, 100 en 200 m raster per ha. lengte raster/ha (m) tijdnorm (uur/ha) normbedrag (euro/ha) 25 0,25 8, ,6 21, , ,8 Tabel 5.6 Standaardkostprijs voor toe te voegen (deel-)activiteiten voor beheertypen N01.02 en N01.04 (25 m/ha). Activiteit Opruimen 3-draads raster Laden en lossen van afval Transporteren van afval Tijdnorm (uur/ha) Normbedrag per ha Frequentie per jaar % te bewerken oppervlak Kostprijs per ha per jaar 0,25 8,85 0,07 100,00 0,59 0,02 1,51 0,07 100,00 0,10 0,01 0,06 0,07 100,00 0,01 27
PROVINCIAAL BLAD. Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 31 oktober 2016 (nr. 819BB41E) tot wijziging van de Subsidieverordening natuur- en
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Utrecht. Nr. 6069 14 november 2016 Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 31 oktober 2016 (nr. 819BB41E) tot wijziging van de Subsidieverordening
Nadere informatieStaatsbosbeheer. Standaardkostprijs directe werkzaamheden Terreinbeheer voor gezamelijke TBO's
Staatsbosbeheer Standaardkostprijs directe werkzaamheden Terreinbeheer voor gezamelijke TBO's Bestandsnaam: K:\CCA\BosT\Normkosten - natuur\voortgangsprnt wijzig Aangevraagd door: HOEFFNAGELT Datum overzicht:
Nadere informatieGelet op artikel 3, tweede lid en artikel 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Besluit van Gedeputeerde Staten van 31 oktober 2017, besluitnummer besluitnummer PZH-2017-615204878, tot wijziging van het Openstellingsbesluit 2018 SNL 2016, onderdeel natuurbeheer en SKNL 2013 (openstellingsbesluit
Nadere informatieNota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer
Nota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer Ten behoeve van de zienswijzen ingediend op het Ontwerp Natuurbeheerplan 2017 herzien versie natuurbeheer provincie Utrecht Pagina
Nadere informatieOpenstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel Natuur
Openstellingsbesluit van Gedeputeerde Staten der provincie Overijssel van 27 september 2016, nr. 2016/0388389, tot bekendmaking van hun besluit van 27 september 2016, nr. 2016/0320693, tot vaststelling
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit Natuurbeheer 2016-2 2015/26 Nummer1783178
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Flevoland. Nr. 6291 21 september 2015 Openstellingsbesluit Natuurbeheer 2016-2 2015/26 Nummer1783178 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland - Openstellingsbesluit Subsidiestelsel natuur en landschapsbeheer Zeeland 2017
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zeeland. Nr. 5528 10 oktober 2016 Provincie Zeeland - Openstellingsbesluit Subsidiestelsel natuur en landscpsbeheer Zeeland 2017 Besluit van gedeputeerde
Nadere informatiePROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Bla(j
PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Bla(j 2016-50 Nummer 1950294 Openstellingsbesluit 2017-2 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het bepaalde in
Nadere informatieBijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1
Bijlage tarieven begrotingsjaar 2016 in euro s per eenheid De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, opgenomen in bijlage 1 nr BT Beheertype Tarief 2016 N01.01 Zee en wad 1,62 N01.02 Duin- en kwelderlandschap
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Provincie Overijssel Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstelling Natuurbeheer 2018
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Overijssel Nr. 4479 9 oktober 2017 Provincie Overijssel Subsidiestelsel Natuur- en Landscpsbeheer Openstelling Natuurbeheer 2018 Besluit: Gedeputeerde
Nadere informatieOntwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland
Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.
Nadere informatieBIJ12. Standaardkostprijs directe werkzaamheden Terreinbeheer voor gezamelijke TBO's. Aangevraagd door: Neeltje Huizenga. Betreft jaar: 2018
Bijlage 3.3 BIJ12 Standaardkostprijs directe werkzaamheden Terreinbeheer voor gezamelijke TBO's Bestandsnaam: F:\6. Natuurinformatie en Natuurbeheer\6.19 Applicaties\Standaard Kostprijzen Database\Database\Versie
Nadere informatieOfficiële naam regeling: Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016
PROVINCIAAL BLAD Officiële naam regeling: Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016 Citeertitel: Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Nr. 7229
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Flevoland Nr. 7229 4 oktober 28 Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent natuurbeheer Openstellingsbesluit
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit Fryslân 2017 Natuurbeheer en aanvullend openstellingsbesluit 2017 Agrarisch Natuurbeheer
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Fryslân. Nr. 5859 1 november 2016 Openstellingsbesluit Fryslân 2017 Natuurbeheer en aanvullend openstellingsbesluit 2017 Agrarisch Natuurbeheer Openstellingsbesluit
Nadere informatieBijlage 1 behorende bij artikel 23, lid 1 van het Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel natuur en SKNL
Bijlage 1 behorende bij artikel 23, lid 1 van het Openstellingsbesluit 2017 SNL onderdeel natuur en SKNL Natuur tarieven in /ha 7301 N01.01 Zee en wad 0,36 7302 N01.02 Duin- en kwelderlandschap 54,76 7303
Nadere informatieGemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch
Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 21-04-2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-143/15.02500/DirKr D.B.
Nadere informatied. Aanpassing van bijlage 3 "de koppeltabel" naar aanleiding van ervaringen uit het eerste beheerjaar.
Mededeling Onderwerp Vierde vfljziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Flevoland 2016 Kern mededeling: Gedeputeerde Staten hebben in hun vergadering van 12 september 2017 onder nummer 2061391
Nadere informatieCollectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel
Beschrijving van het ANLb 2016 landschapspakket voor het beheer van elzen- en geriefhoutsingels op Terschelling, toe te passen in het leefgebied Droge Dooradering, door leden van het collectief Waddenvogels.
Nadere informatieEvaluatief vooronderzoek Standaardkostprijzen SNL
Evaluatief vooronderzoek Standaardkostprijzen SNL Eindrapport Bureau ZET, 11 februari 2015 Colofon Titel: Evaluatief vooronderzoek Standaardkostprijzen SNL Opdrachtgever: BIJ12 Kenmerk/Projectnummer: 4052
Nadere informatieGelet op artikel 3, tweede lid en artikel 5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid- Holland 2013;
Besluit van Gedeputeerde Staten van 31 oktober 2017, met kenmerk PZH-2017-615204878, tot vaststelling van het openstellingsbesluit 2018 voor de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland
Nadere informatieWas - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018
Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Pagina Natuurbeheerplan 2017 Ontwerp Natuurbeheerplan 2018 Natuurbeheerplan
Nadere informatieToekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept
Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Drenthe Nr. 7696 18 oktober 2018 Openstellingsbesluit Natuurbeheer 2019 Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 9 oktober 2018, kenmerk 5.1/2018002293,
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD HOOFDSTUK 1 NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEEER BINNEN EEN NATUURTERREIN
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Utrecht Nr. 4134 21 september 2017 Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 12 september 2017, nr. 81BCA408, tot vaststelling van
Nadere informatieOp wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland
Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland Wegen_paden.indd 1 04-05-2006 17:22:48 Wandelen, genieten en verwonderen Wandelen, hardlopen en fietsen. Of gewoon tot rust komen en vol verwondering
Nadere informatieRestant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer
BIJLAGE BO-1 Beleidskader omslag van minder verwerving naar meer beheer 1. Inleiding Het kabinet heeft vastgesteld dat realisatie van de nog aan te leggen nieuwe natuurgebieden in de EHS voor een groter
Nadere informatieVleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen
Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 7 november 2014 ONS KENMERK: 14-577/1405584/LieAn UW KENMERK: VPL 213937 PROJECTLEIDER: INVENTARISATIE: G.
Nadere informatieBeplantingen Elzensingel Enkele rij, 3 stuks per meter. Minimale lengte 10 m. Planten bosplantsoen (60-100cm) 1 m 4,20
Normbedragen Landschapselementen 201 Normbedragen voor herstel en aanleg De normbedragen zijn opgebouwd uit kosten voor arbeid inclusief kosten voor materialen. De bedragen zijn de werkelijke kosten. Afwijkingen
Nadere informatie2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg
2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg De normbedragen zijn opgebouwd uit kosten voor arbeid inclusief kosten voor materialen. De bedragen zijn de werkelijke
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Hoofdstuk 1 Natuur- en landschapsbeheer binnen een natuurterrein
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Drenthe. Nr. 5591 13 oktober 2016 Openstellingsbesluit Natuurbeheer 2017 Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 4 oktober 2016, kenmerk 3.4/2016004170,
Nadere informatiePROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad
PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad 2015/26 Nummer 1783178 OpenstelUngsbesluit Natuurbeheer 2016-2 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het bepaalde In artikel 3.42 van de Algemene wet bestuursrecht
Nadere informatieNader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort
NOTITIE Cultuurland Advies Dhr. T. Melenhorst Postbus 20 8180 AA Heerde DATUM: 20 september 2011 ONS KENMERK: 11-386/11.13133/JanBu UW KENMERK: telefonische gunning 16 juni 2011 AUTEUR: PROJECTLEIDER:
Nadere informatieParticulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost
Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost De laatste jaren heeft de provincie in Groot Mijdrecht Noord-Oost gronden aangekocht voor de ontwikkeling van natuur. Natuurmonumenten
Nadere informatieIn het ANLb is het uitgangspunt dat het collectief bij landschapsbeheer alleen betaald krijgt voor daadwerkelijk uitgevoerde activiteiten.
Het nieuwe agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) heeft tot doel efficiënter en effectiever te worden. Het landschap en de verschillende daarin voorkomende landschapselementen dragen bij aan de biodiversiteit.
Nadere informatieInventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014
Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...
Nadere informatieGemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch
Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 18 april 2018 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: 18-0049/18.03871/MarBo
Nadere informatieNotitie Verlagen maaifrequentie bermen 2013
Notitie Verlagen maaifrequentie bermen 2013 Inleiding. Met de vaststelling van de Perspectiefnota 2013-2016 (PPN) heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel (TBB 3.6.8 Voorstel 7) om voor het deel
Nadere informatieIndex Natuurbeheer Landschapselementen
Index Natuurbeheer Landschapselementen Houtwal en houtsingel Houtwallen en houtsingels komen in heel Nederland voor. Deze lijnvormige landschapselementen kennen een sterke samenhang met het omringende
Nadere informatieNOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep
NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15-04-2016 ONS KENMERK: 16-109/16.01207/DirKr UW KENMERK: VPL 235792 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Artikel 1 De Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL) wordt als volgt gewijzigd: A
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Noord-Holland. Nr. 2745 24 oktober 2014 Provincie Noord-Holland; Wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie natuuren landschapsbeheer Noord-Holland en
Nadere informatieParagraaf 1 Continuering natuur- en landschapsbeheer door gecertificeerde beheerders
Besluit van Gedeputeerde Staten van 11 oktober 2016, PZH-2016-566437829, tot vaststelling van het openstellingsbesluit 2017 voor de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 en de
Nadere informatieUitgangspunten berekening tarieven en beheer vergoedingen ANLb
Uitgangspunten berekening tarieven en beheer vergoedingen ANLb INLEIDING Het stelsel van agrarisch natuur- en landschapsbeheer heeft vanaf 2016 een gehele nieuwe systematiek: daaronder vallen ook de vergoedingen.
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Limburg Nr. 8548 19 november 2018 Openstellingsbesluit 2018 Subsidieverordening Natuur- en Landscpsbeheer Limburg 2016 Gedeputeerde Staten van Limburg,
Nadere informatieResultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg
NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Subsidieverordening Natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Utrecht. Nr. 2802 18 mei 2016 Subsidieverordening Natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016, wijziging Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR106004_1
CVDR Officiële uitgave van Utrecht. Nr. CVDR106004_1 24 januari 2017 Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10 november 2009,kenmerk 2009INT251102 tot vaststelling van de subsidieplafonds, aanvraagperioden
Nadere informatieAanvraagformulier voor verzoeken tot wijziging van de Beheertypenkaart SNL
1 Aanvraagformulier voor verzoeken tot wijziging van de Beheertypenkaart SNL (let op: voor verzoek tot areaaluitbreiding en andere kaartwijzigingen dan het beheertype bestaat een ander formulier: Formulier
Nadere informatieCommissienotitie Reg. nr : Comm. : RZ Datum :
Onderwerp Kennisgeving van het beheerplan Sparrenrijk 2010-2019 en bijbehorende financiering. Status informerend Voorstel Kennis te nemen van het beheerplan Sparrenrijk 2010-2019 en de daarbij behorende
Nadere informatie1. Onderhoudsgroep: snoeien, zagen, hout afvoeren; sloten op diepte houden. 2. Knotgroep: snoeien, zagen, hout afvoeren, open ruimten creëren;
Werkzaamheden Natuurtuin het hele jaar rond. JANUARI Na oud en nieuw een inspectieronde: is er niets gesloopt? Eventuele schade opnemen en herstellen of doorgeven. Een deel van het hakhout afzetten(cyclus
Nadere informatieBermenplan Assen. Definitief
Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595
Nadere informatieBeheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering
Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Natte dooradering 9 Poel en klein historisch water Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken.
Nadere informatieEindrapportage rietmaaiproject 2017
Eindrapportage rietmaaiproject 2017 Staatsbosbeheer, 12 januari 2018 Wouter Maatje, Wim Bles 1 Toelichting project rietmaaien 2017: Binnen Staatsbosbeheer wordt veel werk verzet om de nog overgebleven
Nadere informatieProjectplan GOB. Datum: Oktober /16
Projectplan GOB Object: De Riggen Datum: Oktober 2015 1/16 Inleiding Aanvrager: Projectnaam: Voorgeschiedenis Stichting het Noordbrabants Landschap Perceel de Riggen - Pannenhoef Perceel was een oude boomkwekerij
Nadere informatieALGEMENE VERGADERING. Lelystad, 5 februari het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 februari 2013 SWS/PWB. 5 februari 2013 mw. M.
V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 26 februari 2013 SWS/PWB S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 5 februari 2013 mw. M. Wolfs ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 15 Ecologisch
Nadere informatieBijlage E Samenvatting tarieven landbouwkundige en niet landbouwkundige werkzaamheden uit bijlage L. Prijspeil 2009 ( Opvolger van bijlage E en F van
Bijlage E Samenvatting tarieven landbouwkundige en niet landbouwkundige werkzaamheden uit bijlage L. Prijspeil 2009 ( Opvolger van bijlage E en F van de huidige catalogus. Nummering komt overeen met bijlage
Nadere informatieUitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]
Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in] Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel Uitvoering herstelmaatregelen
Nadere informatieBeheer van bomen en bos i.r.t. vleermuizen
Beheer van bomen en bos i.r.t. vleermuizen Als je niets doet. krijg je bos, bos en Als je niets doet met bos. krijg je chaos.? Bos of. plantage? We hebben een uitgebreide cultuur van omgaan met bomen Bomen
Nadere informatieWERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS
WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag
Nadere informatieEen kijkje in de SNL-keuken
Een kijkje in de SNL-keuken Unit Natuurinformatie en Natuurbeheer BIJ12 Herman Cohen Stuart 1 Twitter met ons mee! #Hogeschool_VHL #BIJ12 #SNL #ANLb Over BIJ12 3 Voordat we beginnen Even een testje! Welk
Nadere informatieBIJLAGE 1 behorend bij artikel I, onderdeel c.1 van dit besluit
BIJLAGE 1 behorend bij artikel I, onderdeel c.1 van dit besluit vergoeding voor het begrotings 2016, behorende bij de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2013 (onderdeel natuurbeheer)
Nadere informatieNATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK
NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF Inleiding 3 Ontwerp 5 Water 7 Randen en oevers 9 Eilanden 13 Verbindingen 17 Gebruik 21 Beplanting 25 I n h o u d NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF
Nadere informatieNatte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011
Overzicht situatie en maatregelen per perceel NNP Project: NNP = Perceel is op orde voor realisatie AmbitieNatuurbeheertype = AmbitieNatuurbeheertype is haalbaar door uitvoering maatregelen = AmbitieNatuurbeheertype
Nadere informatieDrasland. Groot Wilnis-Vinkeveen
Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil
Nadere informatieKostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten
Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel
Nadere informatieOntwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland
Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 Nat is zeer laagproductief hooiland op natte, onbemeste, basenrijke veen- en zandgrond dat gewoonlijk een keer per jaar worden gemaaid in de nazomer.
Nadere informatieHartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen
Hartelijk welkom Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Programma Opening Opzet en doel van deze avond Even terug kijken Hoe staat het met de Programmatische Aanpak Stikstof Korte samenvatting
Nadere informatieVoor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.
Was-Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 (versie 17 jan18) Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 Pagina Natuurbeheerplan 2018 Ontwerp Natuurbeheerplan 2019
Nadere informatieNOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep
NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 08-04-2016 ONS KENMERK: 16-188/16.02404/DirKr UW KENMERK: VPL nr. 236970 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:
Nadere informatieRaadscommissievoorstel
Raadscommissievoorstel Status: Voorbereidend besluitvormend Agendapunt: 9 Onderwerp: Grondslag rioolheffing Datum: 11 november 2014 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer: 279 Informant: G.
Nadere informatieStuur het ingevulde formulier met bijlagen naar:
Met dit aanvraagformulier kunt u zowel beheer- en monitoringsubsidie als recreatie- en Stuur het ingevulde formulier met bijlagen naar: andere toeslagen aanvragen. Dit formulier is de formele subsidieaanvraag
Nadere informatieKnelpunten van de Natuurzoom.
Knelpunten van de Natuurzoom. Deze knelpunten komen voort uit het eindrapport van oktober 2014 Uitvoeringsplan Natuurboog Amsterdam ZuidOost van Dienstlandelijk Gebied Ministerie van Economische Zaken.
Nadere informatieLandschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM
Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM Download rapport: www.clm.nl/publicaties/data/671.pdf In opdracht van Staatsbosbeheer en
Nadere informatieConsequenties Financieel: Investering Beheerkosten Deelprogramma Aanvullende financiering:
Adviescommissie 4 november 2013 agendapunt 12 Dagelijks bestuur 20 november 2013 Algemeen bestuur 11 december 2013 Bijlagen 2 TIJDELIJK BEHEER NATUURGEBIED KLUUT II (SGP) Kluut II is een deelgebied in
Nadere informatieCultuurhistorisch natuurbeheer kan!
Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Verslag veldwerkplaats Beekdallandschap Drentsche Aa, 22 oktober 2008 Inleiders: stafmedewerker Jori Wolf, ecoloog Willem Molenaar en beheerder Pieter Jan Wolf (allen
Nadere informatieGemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen
Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 29 januari 2016 ONS KENMERK: UW KENMERK: -- AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-879/16.00623/RalSm R.R. Smits G. Hoefsloot
Nadere informatieBijlage E bij de Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Noord- Brabant
Bijlage E bij de Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Noord- Brabant Pakketten maatregel vergroten recreatief medegebruik agrarisch cultuurlandschap Versie na tweede wijziging, 25 juli 2017 RECREATIEPAKKETTEN
Nadere informatieReactiedocument Gemeente Noordenveld werkgroep Norgerduinen. Versie 3 september 2013
Reactiedocument Gemeente Noordenveld werkgroep Norgerduinen Versie 3 september 2013 Voorwoord Tijdens de behandeling van het bestemmingsplan Norgerduinen in de raadscommissie van 7 december 2011 is door
Nadere informatieVERBINDINGEN IN HET LANDSCHAP. PROJECTPLAN TENNET 2e FASE
VERBINDINGEN IN HET LANDSCHAP PROJECTPLAN TENNET 2e FASE INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 3 1 PROJECT 1: LANDSCHAPSWANDELROUTE... 4 Verbinding tussen Tennet-landschapsprojecten 1.1 Inleiding 1.2 Eindbeeld 1.3
Nadere informatienummer 40 van 2008 Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 4 november 2008, kenmerk 6.3/ , afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
nummer 40 van 2008 Vaststelling subsidieplafonds, tarieven en aanvraagperioden begrotingsjaar 2009 ten behoeve van de Subsidieregeling natuurbeheer Drenthe en de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
Nadere informatieNatuurcompensatieplan aanleg gasontvangststation nabij Halfweg (gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude)
1 Natuurcompensatieplan aanleg gasontvangststation nabij Halfweg (gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude) Opdrachtgever Stedin, Rotterdam Referentie Heijden, E. van der 2015. Natuurcompensatieplan aanleg
Nadere informatieNotitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht
NOTITIE R. Stout Middelweg 12 2841 LA Moordrecht DATUM: 16 april 2012 ONS KENMERK: 12-200/12.01680/DirSt UW KENMERK: Gunning 22-03-2012 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: ing. K.D. van Straalen drs. I. Hille
Nadere informatieHerontwikkeling Nieuwe Driemanspolder
Herontwikkeling Nieuwe Driemanspolder Droge voeten, schoon water 247-028-00224 Projectgebied De Nieuwe Driemanspolder wordt aan noordzijde begrensd door de Wilsveen, aan de oostzijde door de Voorweg, de
Nadere informatieProvinciaal blad 2009, 49
Provinciaal blad 2009, 49 ISSN 0920-105X Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10 november 2009, nr. 2009INT251102, tot wijziging van Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap provincie
Nadere informatienatuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN
natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN indeling inleiding: voorstelling a geschiedenis van het natuurbeheer b - biotopen en soorten en hun beheer pauze c - beheer richt zich op de omgeving d - natuurbeheer
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; wijziging van de Uitvoeringsregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL )
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Noord-Holland. Nr. 5506 6 oktober 2016 Provincie Noord-Holland; wijziging van de Uitvoeringsregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Holland 2016-2021
Nadere informatieWas word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel
Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan 2018 tekstdeel Algemeen: Overal waar 2017 stond is dit aangepast naar 2018 Natuurnetwerk Nederland is afgekort tot NNN. Specifiek per pagina:
Nadere informatie1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie
Versie 25/08 Voor de voorselectie dient te worden voldaan aan de volgende criteria 1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie - u dient eigenaar of erfpachter van de gronden in de
Nadere informatieLandschappelijke inpassing = Plantvak I + II
439 m2 te slopen stal Plantvak II Windsingel 180 m2 Plantvak I Windsingel 650 m2 Bosplantsoen maat 60/100 cm plantafstand 0,75x0,75 m Soorten (geen giftige tbv gebruik weilanden) Boomvormers maat 10-12
Nadere informatieBetaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven. Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden
Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven: Maaibeheer stedelijk gebied en wegbermen Maaibeheer natuurterreinen Bosbeheer/
Nadere informatieProvinciaal blad nr
Provinciaal blad nr. 2008-67 Rubriek Uitgegeven op Inlichtingen bij V 11 november 2008 dhr. W. Maalderink, telefoon 038 499 86 44 Vaststelling van de subsidieplafonds, de aanvraagperioden en de tarieven,
Nadere informatieBeheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland
Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Open grasland 2019 1 Grasland met rustperiode Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) [1]
Nadere informatieEvaluatie Maai- en graasplan uitvoering 2016
Evaluatie Maai- en graasplan uitvoering 2016 Kenmerk: IT17.01282 datum: 22 maart 2017 Pagina 1 van 8 Inhoud Inhoud... 1 Samenvatting... 3 1. Evaluatie uitvoering maai- en graasplan... 5 1.1. Inleiding...
Nadere informatieHANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS
HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag
Nadere informatieToelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII
Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland
Nadere informatieBergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland
Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Definitief Gemeente Kampen Grontmij Nederland bv Zwolle, 29 november 2005 @ Grontmij 11/99014943, rev. d1 Verantwoording Titel : Bergingsberekeningen
Nadere informatie2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2016 Herstel en aanleg
2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2016 Herstel en aanleg De normbedragen zijn gebaseerd op de werkelijke kosten. Zij zijn opgebouwd uit kosten voor arbeid inclusief kosten voor
Nadere informatieWerkzaamheden Natuurtuin het hele jaar rond.
Werkzaamheden Natuurtuin het hele jaar rond. De specifieke werkzaamheden voor 2018 zijn in rood aangegeven. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen werkzaamheden wat eerder of later worden uitgevoerd.
Nadere informatieWaterbodemsanering Biesbosch
Waterbodemsanering Biesbosch Ligging van beverburchten en beverholen winter 2008/2009 Ir. V. Dijkstra Datum: 17 maart 2009 Rapport: 2009.06 van Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van: Rijkswaterstaat Zuid-Holland
Nadere informatieDE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL
DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar
Nadere informatie