Lees verder
De meubelindustrie maakt van oudsher gebruik van natuurlijke materialen als hout, stoffen en leer. De sector experimenteert met en produceert inmiddels nieuwe generatie biomaterialen, zoals biocomposieten en -kunststoffen, zij het nog mondjesmaat. Gelukkig pakt IKEA fors door.
Lucien Joppen

De Nederlandse meubelsector heeft vooralsnog andere zaken aan het hoofd, namelijk overleven. Uit het sectorrapport van de Rabobank (2014) blijkt dat sinds 2007 de gezamenlijke omzet met 30 procent is gedaald. Dit jaar zou wel eens de ommekeer kunnen betekenen, aldus de Rabobank. De koopbereidheid onder consumenten neemt toe en het aantal verhuisbewegingen, onder meer door een aantrekkende woningnieuwbouw, stijgt. Deze ontwikkelingen zouden moeten resulteren in een stijgende vraag naar (keuken)meubilair voor de particuliere markt. De Rabobank stelt dat de consumentenmarkt de belangrijkste marktdrijver is, de rol van de institutionele markt, zoals kantoor/bedrijfsmeubilair, is aanzienlijk kleiner.

De Nederlandse meubelsector is door de crisisjaren extra hard getroffen, vooral omdat zij gericht is op het midden- en hogere segment. Het voordeel is wel dat zij zeer exportgedreven is en haar pijlen kan richten op kapitaalkrachtige markten in het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië.

Kleinschalig

De binnenlandse markt daarentegen wordt gedomineerd door buitenlandse aanbieders: circa 70 procent van het meubilair komt uit het buitenland. De Nederlandse sector kan op schaalgrootte en qua arbeidsloon niet concurreren met deze bedrijven, vandaar ook de focus op de hogere (prijs)segmenten. De industrie is, zeker vergeleken met sectoren als chemie, farma of food, kleinschalig: van de 3260 bedrijven heeft 95 procent minder dan vijf werknemers in dienst. Slechts 20 ondernemingen hebben meer dan 100 man personeel op de loonlijst staan.

In het Raborapport staan ook de trends die de sector en de (consumenten)markt de komende jaren zullen bepalen. Drie ontwikkelingen zijn daarbij interessant vanuit biobased perpectief: kortere productlevenscycli door snel(ler) veranderende consumentenwensen, meer aandacht voor de circulaire economie (hergebruik, recycling, biobased) en volatiliteit van de grondstofprijzen van olie, leer, hout en staal. Kortere levenscycli en meer aandacht voor hergebruik/recycling speelt hernieuwbare grondstoffen in de kaart. Hogere en/of meer volatiele grondstoffen heeft een vergelijkbaar effect, zo mag men aannemen.

Aanbodgestuurd

Het lijkt er op alsof de markt er rijp voor is of, in ieder geval, meer open voor staat. In de praktijk blijkt het nog mee te vallen. Dat heeft verschillende oorzaken. De eerste is gelegen in de wijze waarop de keten is ingericht. Retailers hebben aanzienlijk minder macht dan bijvoorbeeld in food of fashion. Een woordvoerder van VME Retail (o.a Trendhopper, Budget Home Store): ‘De keten is aanbodgestuurd. Fabrikanten ontwerpen en produceren hun collecties, presenteren deze op beurzen waar de inkopers van retailketens aanwezig zijn. Wij hebben een te gering afzetvolume om eisen te stellen aan de industrie. Of materiaalkeuze een argument is om een bepaalde lijn te kopen? Nee, het gaat in eerste instantie om design.’

Retailers met te weinig grip op de keten en een gefragmenteerde industrie maken dat bepaalde ontwikkelingen, zoals biobased meubilair, niet zo snel van de grond komen. Al verwacht de Rabobank wel dat retailers in toenemende mate de keten ‘om zullen keren’ en dat de industrie meer zal consolideren.

IKEA wil meer biobased

Gelukkig dat ‘we’ nog IKEA hebben, de Zweedse meubelgigant met 315 vestigingen in 27 landen en een omzet van 28,7 miljard euro (2014). Eind vorig jaar kondigde het bedrijf aan dat per 2020 alle kunststoffen in IKEA-producten voor 100 procent vervaardigd moeten zijn uit gerecyclede grondstoffen of biomassa. Puneet Trehan, material innovation leader bij IKEA, stelde dit jaar op het congres World Bio Markets dat zijn bedrijf openstaat voor nieuwe, innovatieve materialen, met name ook op basis van biomassa.

Inmiddels is IKEA druk bezig om een meubellijn (stoelen, banken, boekenplanken etc.) in productie te brengen. Deze producten worden – vanzelfsprekend in flat packs – via een bepaald procédé vervaardigd op basis van papierpulp. IKEA-ontwerper Maja Ganszyniec stelt op de website Gizmodo dat het vergelijkbaar is met de productie van eierdozen. Het levert volgens haar veel sterker en gladder materiaal op. Ganszyniec en haar collega’s hebben onder andere prototypes gemaakt van kuipstoelen, banken en boekenkasten uit de papierpulp. Binnen twee jaar zouden deze producten tegen een zeer competitief prijsniveau in de winkels moeten liggen.

Logische vervolgstap

Terug naar Nederland. Er zijn inmiddels een aantal fabrikanten die verder kijken dan de gangbare (bio)materialen en ook werken met de nieuwe generatie biomaterialen. ARCO Meubelfabriek, een familiebedrijf uit Winterswijk met een historie die teruggaat tot het begin van de vorige eeuw, ziet in deze materialen een manier om zich te onderscheiden in de markt.
Jorre van Ast, de vierde generatie Van Ast in het bedrijf, verwoordt het aldus: ‘We zijn als innovatief bedrijf per definitie geïnteresseerd in nieuwe materialen, zeker biobased concepten. Waarom? Omdat deze in het verlengde liggen van de natuurlijke materialen die we al gebruiken. Het is logische vervolgstap.’

Natural Solid Surface is een product dat Arco, samen met vloerenfabrikant Senso, heeft ontwikkeld. ‘Het is een biobased tegenhanger van Corian (Dupont), een materiaal dat onder meer wordt gebruikt als tafelblad. Het goed reinigbaar en krasvast, het voelt alleen wel koud en hard aan. Met NSS, gebaseerd op een gepolymeriseerde plantaardige olie, gecombineerd met mineralen en kwartsen, hebben we materiaal dat natuurlijker, zachter aanvoelt. Ideaal voor een werk- of eettafel.’

Levend materiaal

Van Ast stelt dat NSS net als leer of hout “leeft”. Het materiaal hoeft niet gelakt, maar kan in de olie worden gezet. ‘Je kunt het ook polijsten. Het is zachter materiaal dus gevoeliger voor krassen. Dat hoeft geen nadeel te zijn. Consumenten die meer natuurlijke materialen kopen, verwachten ook niet dat deze maagdelijk blijven.’

Inmiddels past Arco NSS toe in een aantal producten, waaronder een secretaire. Het materiaal is niet goedkoop, hetgeen deels ligt aan het bewerkelijke productieproces (gieten in plaats van persen, red.). ‘De markt is tot nu toe afwachtend. Het heeft ook tijd nodig om te “landen”, aldus Van Ast. ‘Onze klanten worden in geval niet getriggerd doordat het milieuvriendelijker of uit natuurlijke materialen is vervaardigd. Het gaat primair om de materiaaleigenschappen in combinatie met het design.’

Nichemarkten

Arco’s ervaringen met de markt worden bevestigd door Bôke Tjeerdsma, onderzoeksmanager bij SHR Hout Research en oprichter/directeur van BiobasedApplications en Orineo. SHR is een test en kennispartner voor de bouw en bouwgerelateerde producten als gevelelementen,  meubilair, vloeren et cetera.

‘Deze nieuwe typen materialen worden nu nog in nichemarkten toegepast. Er wordt vooral mee geëxperimenteerd. Als ze worden toegepast, is dat nog in kleine oplages en dan vaak producten met een hoog designgehalte’, aldus Tjeerdsma. ‘Het is grotendeels onbekendheid met deze materialen. Afnemers willen weten of deze dezelfde of vergelijkbare eigenschappen – waterbestendigheid, UV-gevoeligheid – hebben als kunststoffen. Momenteel is dat niet altijd het geval, waarbij ik moet zeggen dat de chemie/maakindustrie veel R&D steekt in biobased materialen waardoor de technische eigenschappen steeds dichter bij de fossiele varianten komen te liggen.’

Welke biobased kunststoffen zijn dan interessant voor de meubelmarkt? ‘PLA is een materiaal waar veel mee wordt geëxperimenteerd, vaak in combinatie met natuurvezels als vlas, jute of hennep. Ook 3D-geprint meubilair op basis van PLA krijgt veel aandacht in de industrie.’

Plaatmateriaal van Tetra Pak

De verbiobasering in de meubelindustrie heeft niet alleen betrekking op de dragende materialen, maar ook op het vervangen of zelfs elimineren van hulpstoffen als formaldehyde of harsen. Het Amerikaanse Noble perst op basis van cellulose, water, druk en hitte – dus zonder formaldehyde e.d. – platen die onder meer als meubilair kunnen worden gebruikt. Noble is ook aanwezig op de Europese markt, met een productielokatie in Servië. Daar verwerkt het verpakkingen van Tetra Pak, kantoorpapier en maisplanten tot een pulp, waarvan het de ECOR-platen fabriceert.

Eric Logtens, directeur van Noble Environmental Benelux: ‘We gebruiken verschillende cellulosehoudende materialen als rijstplanten, houtsnippers, pulp, oud papier, koffiedrab et cetera. Ons doel: het ontwikkelen en produceren van meubelen die betaalbaar, modieus en recycleerbaar zijn. Niet alleen het materiaal is recycleerbaar, ook de additieven zoals pigmenten of brandvertragers zijn volledig Cradle2Cradle-compliant.

Noble Benelux kondigde begin dit jaar aan dat het haar R&D, distributiecentrum en handelsorganisatie zal vestigen in Venlo. Mogelijk komt daar ook een productielokatie bij. Logtens: ‘Als de markt voldoende is ontwikkeld, behoort dat zeker tot de mogelijkheden.’

Biobased vergaderruimte

Ook (regionale) overheden en kennis- en onderzoeksinstellingen hebben biobased meubilair en interieur in het vizier. Zo is in het Brabantse provinciehuis in Den Bosch een speciale biobased vergaderruimte ingericht. ‘De provincie stimuleert met haar economische agenda de transitie naar deze nieuwe economie, maar brengt deze ook in de praktijk’, aldus een woordvoerder van de provincie Noord-Brabant. De grondstoffen in de vergaderruimte komen uit de natuur, zoals vlas, hennep, stro, loof van tomatenplanten en pulp van suikerbieten.

Een kleine 50 kilometer westwaarts verrichten studenten van Avans, onder de paraplu van het Centre of Expertise Biobased Economy, onderzoek naar biogebaseerde materialen voor de vergaderstoelen in de nieuwe biobased vergaderruimte in het CoEBBE. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met Ahrend. ‘We zijn benieuwd waar de studenten mee komen’, zegt Geert-Jan Knoops, inrichtingsadviseur bij Ahrend. Biogebaseerde materialen worden niet vaak toegepast op constructiedelen. ‘Aan het stalen frame worden voor de belastbaarheid bijzonder hoge gebruikseisen gesteld, waardoor het zoeken naar een biogebaseerd alternatief een grote uitdaging is’, zo stelt Knoops. Vanuit de circulaire gedachte is het huidige metaal voor de constructie een uitstekend en herbruikbaar materiaal. Vandaar dat de studenten zich focussen op een biobased zitting en rugleuning.