MEERJARENPROGRAMMA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MEERJARENPROGRAMMA"

Transcriptie

1 MEERJARENPROGRAMMA Mei 2012 Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) Productschap Tuinbouw (PT) Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) Telers (KAVB) Agentschap NL (AgNL) 1

2 Inhoudsopgave Voorwoord...3 Algemene inleiding Meerjarenprogramma 2012 t/m Inleiding Sector visie Ontwikkelingen in de sector Energie in relatie tot andere milieufactoren Liberalisering van de energiemarkt Ontwikkeling in teelt en energietechniek Ontwikkeling van de kennismarkt Wat is er bereikt tot en met Eerste meerjarenafspraak energie (MJAe) Tweede meerjarenafspraak energie (MJAe + ) Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren tot en met 2020 (S&Z) Bol van Energie Klimaatneutrale Bloembollensector Ambitie Thema s en instrumenten Thema s Instrumenten Monitoring en de ontwikkeling van nieuwe beleidsinstrumenten Monitoring Ontwikkeling nieuwe beleidsinstrumenten Duurzame energie Plannen voor 2012 t/m Ontwikkelingsrichtingen Strategie Projectvoorstellen (voorlopige inventarisatie) Advies en aansturing...31 Inleiding Stuurgroep Bloembollen en Bolbloementeelt Projectgroep Bloembollen en Bolbloementeelt Werkgroep Energie van het Milieuplatform Financiering Financiële dekkingsplannen op deelniveau (2012 t/m 2015)...33 Bijlage 1 Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren (Artikel 8)

3 Voorwoord Om energie van te krijgen! Energie is één van die onderwerpen die bij ondernemers aandacht heeft en houdt en die aandacht ook verdient. De verklaring is helder: je kunt niet zonder, de ongelijke beschikbaarheid in de wereld levert spanningen op, er zijn mogelijk klimaatgevolgen aan de orde, en het kost geld. Allemaal goede redenen om er zo mogelijk iets minder van te gebruiken. En die mogelijkheden nemen toe, niet in het minst doordat de sectoren en de overheid in het kader van de Meerjarenafspraak Energie (MJAE) al jaren investeren in de ontwikkeling van die mogelijkheden. In de afgelopen jaren heeft de sector in de volle breedte aandacht trekkende resultaten geboekt rond dit onderwerp. Zo realiseerde de gemiddelde bloembollen en bolbloementeler in 2010 een besparing op het energiegebruik (per eenheid product) van 10,5% t.o.v (!). In de broeierij was die besparing ( 18%) wat forser dan in de bolproductie ( 6,6%). En de technische mogelijkheden voor verdere stappen zijn nog lang niet uitgeput. Recente investeringen in de tulpenbroeierij (meerlagen systemen) zullen in de nabije toekomst gaan resulteren in wezenlijke verdere reducties in energiegebruik. Dankzij scherpe ondernemers die de technische openingen vanuit MJAE onderzoek op hun waarde geschat hebben. Binnenkort mag voorts de publicatie, ook via Infomil, verwacht worden van een checklist die inzicht biedt in een groot aantal mogelijkheden voor besparingen op energiegebruik en op de terugverdien mogelijkheden en termijnen ervan. Voor elck wat wils luidt hier de boodschap. De continue en gerichte ontwikkeling van nieuwe besparingsmogelijkheden biedt nog veel meer moois op termijn, is mijn overtuiging. Ook voor 2012 hebben de sector en de overheid besloten het onderzoeks en ontwikkelingswerk rond dit onderwerp voort te zetten. Vooralsnog voor een jaar vanwege de onduidelijkheden over onderzoek en ontwikkelingsbudgetten bij zowel overheid als sector. In het voorliggende programma treft u als lezer de keuzes aan die sector en overheid hebben gemaakt voor Dit jaar zal o.a. ook worden benut om keuzes te maken voor aantrekkelijke mogelijkheden naar de toekomst voor de inzet van groene energie. Ook die mogelijkheden nemen toe en worden steeds aantrekkelijker, voor de portemonnee en het milieu. En dus wil je daar bij zijn! En er energie van krijgen! Jan van Aartrijk 3

4 Algemene inleiding Op 28 maart 2007 hebben de Koninklijke Algemeene Vereeniging van Bloembollencultuur, het Productschap Tuinbouw en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een convenant (verder te noemen MJAe + Bloembollen en Bolbloementeelt) ondertekenend. Dit convenant had tot doel de energieefficiëntie van de bloembollen en bolbloementeelt te verbeteren met 11% in 2011 ten opzichte van het referentiejaar Daarnaast streefde het convenant naar 6,4% duurzaam opgewekte energie in het jaar 2011 In juni 2008 heeft een aantal landbouwpartijen en aan de landbouwsector gerelateerde partijen met de overheid een convenant gesloten dat tot en met 2020 loopt (Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren, verder te noemen S&Z). De bloembollen en bolbloemensector streeft een maatschappelijke verantwoorde productie na. De sector streeft ook naar energiebesparing en daarmee naar afname van de CO 2 uitstoot en naar een hoger aandeel Duurzame Energie (DE) om de afhankelijkheid van fossiele brandstof en de invloed van de fluctuatie van energieprijzen op het rendement te verminderen. Bovendien leidt gebruik van fossiele brandstoffen tot uitstoot van CO 2 en daarmee tot een negatieve invloed op het klimaat. Het voorliggende Meerjarenprogramma Energie Bloembollen en Bolbloementeelt (verder te noemen MJP Bloembollen) heeft tot doel de overlegstructuur en het programma van 2012 tot en met 2015 te concretiseren. Hierbij wordt er van uitgegaan dat participerende financiers (PT/KAVB en EL&I/PAV) voor komende jaren budgetten reserveren voor de uitvoering van de plannen die de gestelde doelen voor de Bloembollen en Bolbloementeelt binnen bereik moeten brengen. De vaststelling en uitvoering van het MJP Bloembollen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de deelnemende partijen. Met de vaststelling van het plan wordt het bestuurlijke mandaat gegeven voor de uitvoering inclusief de daaruit voortvloeiende verplichtingen van de verschillende partijen. 4

5 1. Meerjarenprogramma 2012 t/m Inleiding Dit meerjarenprogramma geeft de verschillende aandachtsgebieden aan die cruciaal zijn voor het realiseren van de voorgestelde doelstellingen. Over een periode van 4 jaar (2012 t/m 2015) wordt beschreven welke strategie zal worden gevolgd om de doelstellingen te realiseren en welke werkwijze zal worden gehanteerd. Daarnaast wordt de budgetopbouw weergegeven. Het MJP Bloembollen heeft een voortgaand karakter en zal als zodanig elk jaar aangepast worden op basis van projectresultaten en actuele ontwikkelingen die van belang zijn voor de uitwerking van deze activiteiten. Het voorliggende MJP Bloembollen is mede gebaseerd op de notitie Bol van Energie; de bloembollensector op weg naar een nieuwe Meerjarenafspraak energie, die ten grondslag lag aan de tweede MJAe van de sector, en de rapporten Klimaatneutrale bloembollensector, Visie op 2020 en Verkenning van Duurzame technieken toepasbaar op bloembollenbedrijven, Een economische analyse van decentrale opwekkingsmogelijkheden. Hierin wordt een toekomst van de bloembollensector geschetst waarin door toepassing van energiebesparende maatregelen en inzet van duurzame energie de teelt, verwerking en bewaring van bloembollen en het kweken van bloemen in de toekomst vrijwel zonder de inzet van fossiele brandstof kunnen plaatsvinden. De keuze van instrumenten en het verfrissen van de bekende instrumenten die worden ingezet voor het stimuleren van energiebesparing en de toepassing van duurzame energie (verder te noemen DE) in de bollensector wordt uiteraard beïnvloed door talrijke ontwikkelingen. Daarom wordt in hoofdstuk 2 gestart met een beknopte sectorvisie. 5

6 2. Sector visie 2.1 Ontwikkelingen in de sector Na een jarenlang groeiend areaal tot ha in 2003 (bron: LEI en PT(Tuinbouw in cijfers)) en een stijgende productie is er sprake van een krimp in de sector naar ha in 2010 (bron: CBS en PPO (Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2010)). De productie en exportwaarde vertoonde sinds 2000 en dalende lijn. Ook op bedrijfsniveau was deze negatieve ontwikkeling zichtbaar. De rentabiliteit daalde. De productie en exportwaarde zijn recent echter weer licht gestegen. Een minder gunstige economische situatie in belangrijke afzetlanden is van invloed op de economische situatie in de sector. De totale werkgelegenheid neemt als gevolg van de schaalvergroting licht af. De beschikbaarheid van vaste arbeid neemt ook af. Veel bedrijven zien een oplossing in mechanisatie, zoals recentelijk de inzet van bosmachines, meerlagenteelt en in aanpassingen in de interne en externe logistiek. De verwachting is dan ook dat de mechanisatiegraad nog verder zal toenemen. Deze toename leidt tot een stijgend energieverbruik (meestal elektra). Het aandeel van de bloementeelt (broei, boloppot) neemt toe waardoor minder bollen voor de droogverkoop worden afgeleverd en er meer bewaring en preparatie ten behoeve van de broeierij plaatsvindt. Daarnaast vindt de bewaring van bollen die worden verhandeld steeds vaker op de teeltbedrijjven plaats en minder bij de handel. Deze ontwikkelingen leiden tot een groter energieverbruik in de sector. Het energiegebruik wordt ook verhoogd door de toenemende ziektedruk. De warmwaterbehandeling van bollen op (hogere) temperatu is een significante ontwikkeling in de sector. Het aandeel energie in de kostprijs was bij de aanvang van de MJAe Bloembollen 3%, maar is in de loop van jaren gestegen naar 710%, mede door de stijgende energietarieven. Het aantal bedrijven zal blijven afnemen maar het aantal bedrijven groter dan 5 ha neemt juist toe (bron: Klimaatneutrale bloembollenbedrijven, Visie op 2020). In de bollensector zijn veel deelmarkten met speciale wensen. Met name de kleinere bedrijven zullen zich specialiseren om een hoge toegevoegde waarde te realiseren. 2.2 Energie in relatie tot andere milieufactoren In de agrarische sector speelt de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven en sectoren een steeds dominanter rol bij het tot stand komen en naleven van milieu en energiedoelstellingen. De sector streeft een maatschappelijke verantwoorde productie van bloembollen na. Dit houdt in een duurzame teelt op zowel economisch als milieugebied. De sector voert milieubeleid op het gebied van gewasbescherming, meststoffen, mineralen, verpakkingen en energie. Energie neemt op milieugebied een unieke positie in, omdat op dit terrein milieu en economie hand in hand gaan. Energie besparen betekent immers in principe ook een vermindering van (productie)kosten. Hoge brandstofprijzen werken weliswaar kostprijsverhogend, maar zijn ook een sterke stimulans om een transitie te bewerkstelligen naar een meer duurzame bloembollen en bolbloementeelt die minder afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Bovendien geeft energiebe 6

7 sparing een positieve impuls aan het imago van de sector. Energiebesparing kan bereikt worden door gedragsverandering, maar ook door het toepassen van rendabele investeringen op het gebied van zuiniger energiegebruik. Verder zal de sector naar een hoger aandeel DE streven voor zover deze economisch rendabel is toe te passen. Een hoger aandeel DE betekent een beperking van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, kan daarmee de voorzieningszekerheid vergroten en draagt daarnaast bij aan reductie van de CO 2 uitstoot. 2.3 Liberalisering van de energiemarkt Op dit moment is de energiemarkt volledig geliberaliseerd. De bloembollensector wordt geconfronteerd met stijgende energiekosten. Deze stijging is onder andere veroorzaakt door de liberalisering van de energiemarkt, de nieuwe tariefstructuur, de hogere kosten bij piekgebruik en de ontwikkelingen op de wereldwijde energiemarkt. 2.4 Ontwikkeling in teelt en energietechniek In de bloembollensector worden de volgende ontwikkelingen voorzien: Een toename van het gebruik van computer en sensorgestuurde meet en regeltechniek waardoor ook zuiniger met energie kan worden omgegaan. Nog verdere opkomst van het broeien op water, ook in meerlagen toepassing. Deze technieken leiden tot een betere ruimtebenutting van de kas en daarmee tot energiebesparing (energieefficiencyverbetering); Handhaving van de toepassing van (energetisch ongunstige) kuubskisten als intnerne logisitieke basis van productiebedrijven. Op dit moment ontbreekt een technisch en economisch geschikt alternatief. De introductie van een pool voor het transportfust vergroot de efficiëntie in de logistiek en spaart daarmee ook energie uit. Met het afsluiten van het convenant Schone en Zuinige Agrosectoren (onderdeel Bloembollenen Bolbloementeelt) heeft de branche gekozen voor een integrale en gecontinueerde aanpak van de energiebesparende maatregelen tot en met In de bloembollensector bieden de volgende (duurzame) energieopties perspectief: Thermische zonneenergie (vooral via lucht en watercollectoren en warme kaslucht) is sterk verbeterd qua techniek en terugverdientijd. De penetratiegraad is in de afgelopen periode sterk toegenomen; Windenergie vormt technisch gezien geen probleem. De prijs/prestatie in het komende 5 tot 10 jaar hangt in hoge mate af van tarieven en terugleveringsvergoeding van elektriciteit aan het net (o.a. in het kader van de SDE + regelingen). Het aandeel windenergie in de energieproductie is ook afhankelijk van het plaatsingsbeleid van de overheid voor windmolens; Biovergisting van restafval van de bloembollensector, al dan niet in combinatie met andere plantaardige reststromen en/of mest, is technisch al mogelijk. De technieken moeten nog verder worden uitontwikkeld en getest om ze ook economisch haalbaar te maken zonder subsidies. 7

8 Er ligt hier vooral nog een beleidsmatig knelpunt in de regelgeving rondom toelating van reststromen voor gebruik in vergisters en toepassing van het resulterende digestaat als meststof. In algemene zin is het van belang dat door de sector overtollige duurzame energie aan het net wordt teruggeleverd. Duurzame energie die op de bloembollenbedrijven wordt opgewekt en aan het net wordt geleverd, draagt bij aan de verduurzaming van de maatschappij. 2.5 Ontwikkeling van de kennismarkt Traditioneel speelt de overheid een belangrijke rol bij de financiering en aansturing van onderzoek en voorlichting in de agrarische sector. Die overheidsrol en daarmee ook de positie van voorlichtingsinstanties en onderzoeksinstituten is echter sterk veranderd. De overheid was eerst vooral financier van instituten, nu is die rol verschoven richting programmafinancier. Sleutelbegrippen in dat veranderingsproces zijn voorts: privatisering, marktgericht werken en Publiek Private Samenwerking (PPSconstructie) in de Topsectoren. Energie is daarbij een belangrijk onderwerp in het Topsectorbeleid voor de tuinbouw. Kennisbron nummer één is nog steeds de collegatuinder/ studiegroep. Daarnaast spelen voorlichters en toeleveranciers een grote rol. Vakbladen en internet/ websites vormen ook een belangrijk kanaal om boodschappen naar de doelgroepen te communiceren. 8

9 3. Wat is er bereikt tot en met Eerste meerjarenafspraak energie (MJAe) De looptijd van de eerste meerjarenafspraak energie was van 1995 tot en met Doelstellingen in deze periode waren een verbetering van de energieefficiencyindex (EEI) van 2,2% per jaar (24,2% in 2006 ten opzichte van 1995) en een aandeel duurzame energie van 4,4% aan het eind van de looptijd. De bloembollen en bolbloementeelt verbeterde in 2006 de energieefficiency met 21,1% ten opzicht van Het aandeel duurzame energie kwam in 2006 uit op 3%. 3.2 Tweede meerjarenafspraak energie (MJAe + ) Op 28 maart 2007 hebben de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur, het Productschap Tuinbouw en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een convenant (MJAe + ) ondertekend. Dit convenant had tot doel de energieefficiency van de bloembollenen bolbloementeelt te verbeteren met 11% in 2011 ten opzichte van het referentiejaar Daarnaast streefde het convenant naar een aandeel van 6,4% duurzame energie in het jaar De bloembollen en bolbloemensector verbruikt ongeveer 4,6 PJ per jaar 1. Dat is een stijging ten opzichte van de periode voordat de eerste MJAe werd ondertekend (circa 3 PJ). De energieefficiency is echter sterk gestegen in deze periode. Conform de monitoring 2010 is bij de teelt het energieverbruik per hectare met 6,6% afgenomen ten opzichte 2008 (gem MJ/ha in 2010 resp MJ/ha in 2008). De broei liet een daling zien van het energieverbruik per stuks van 18,0% (gem. 634 MJ/1.000 stuks in 2010 ten opzichte van 774 MJ/1.000 stuks in 2008). De (gewogen gemiddelde) energieefficiency van de bloembollensector is in 2010 met 10,5% verbeterd ten opzichte van Het aandeel duurzame energie in het totale energieverbruik kwam in 2010 op 2,2%. De gewogen gemiddelde afname van de CO 2 uitstoot per eenheid product is berekend op 12,9% ten opzichte van Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren tot en met 2020 (S&Z) Op 10 juni 2008 hebben elf landbouwpartijen en partijen die aan de landbouw gerelateerd zijn met de overheid een convenant gesloten (Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren, verder te noemen S&Z). Ondertekenaars van dit convenant waren namens de overheid de ministers van LNV, VROM, EZ en de staatssecretaris van Financiën en onder meer de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur namens de bloembollen en bolbloemensector. De (oorspronkelijke) doelstellingen van het convenant Schone en Zuinige Agrosectoren zijn: een reductie van 30% broeikasgassen in 2020 ten opzichte van 1990; een aandeel duurzame energie van 20% ten opzichte van het totale energieverbruik in 2020; een gemiddelde energiebesparing van 2% per jaar (tot en met 2020). Specifiek voor de bloembollen en bolbloementeelt is afgesproken dat de sector de ambitie heeft om in nieuwe bedrijven vanaf 2020 (economisch rendabel) klimaatneutraal te kweken en te telen. 1 Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2010; November

10 3.4 Bol van Energie In het kader van de MJAe + is het document Bol van energie, bloembollen op weg naar een nieuwe Meerjarenafspraak energie gemaakt. Conform dit document kan de sector in de komende periode nog meer energie besparen (zie figuren 1 en 2). Deze aanname is inmiddels ook bewezen. In het kader van het meerjarenproject StateoftheArt bewaarsysteem tulpenbollen hebben deelnemende bedrijven gemiddeld 44% op energie bespaard. Bol van energie was de aanleiding om te komen tot de MJAe + maar ook voor de komende periode zijn er nog ontwikkeling die aansluiten op dit document. Energieverbruik MJ/34 m3 bollen Huidig State of the Art Eindpunt in zicht Met Zonnedak Met Kaslucht elektra gas Figuur 1 (bron: Bol van energie; bloembollensector op weg naar een nieuwe Meerjarenafspraak, Maart 2007) Energieverbruik MJ/34 m3 bollen Huidig State of the Art Eindpunt in zicht Met Zonnedak Met Kaslucht drogen elektra drogen gas circulatie elektra ventilatie elektra ventilatie gas Figuur 2 (bron: Bol van energie, bloembollensector op weg naar een nieuwe Meerjarenafspraak, Maart 2007) 10

11 Toelichting figuren 1 en 2: State of the Art De inzet van de voor de hand liggende energiebesparingsmaatregelen (zoals: klimaatcomputer, ethyleengestuurde ventilatie, afgeronde uitblaasopeningen en frequentie geregelde ventilatie) kan leiden tot aanzienlijke energiebesparingen (circa 50%). Deze inschatting is in het kader van het meerjarenproject State of the Art, bewaring van tulpenbollen ook bewezen. De deelnemende bedrijven hebben in 2010 gemiddeld 44% op energie bespaard. Eindpunt in zicht Toepassing van deze maatregelen, uit de State of the Art, samen met een aantal maatregelen die nog niet in demoproefopstellingen in praktijksituaties zijn gedemonstreerd, maar waarvan de besparingen wel uit berekeningen en simulaties geschat kunnen worden, geven zicht op de voorlopige eindsituatie. Dit Eindpunt in zicht is een voorzichtige inschatting van de energiebesparingeffecten van een gecombineerde toepassing van de maatregelen. Het energieverbruik kan dan met 75% worden verminderd ten opzichte van het huidige energieverbruik. Een verdere reductie van het energieverbruik met de huidige maatregelen in het huidige bewaarsysteem lijkt niet meer mogelijk te zijn. Met Zonnedak Voor telers is er echter wel de mogelijkheid om dan het gasverbruik bij de bewaring te vervangen door warmte opgewekt door een zonnedak (luchtcollector). Daarmee neemt de besparing in het verbruik van energie opgewekt uit fossiele brandstoffen verder toe tot 85%. Een van de deelnemers van het meerjarenproject State of the Art past behalve ethyleenanalysers, frequentieregelaars, moderne systeemwanden en een klimaatcomputer ook een zonnedak toe. Dit bedrijf heeft bijna 80% bespaard ten opzichte van het huidige energieverbruik. Met Kaslucht Telers/broeiers kunnen door de zon opgewarmde kaslucht gebruiken en daarmee het verbruik van energie opgewekt uit fossiele brandstoffen uiteindelijk met 95% doen afnemen. 3.5 Klimaatneutrale Bloembollensector Eén van de afspraken in het convenant Schone en Zuinige Agrosectoren is dat de bloembollensector de ambitie heeft om in nieuwe bedrijven vanaf 202 economisch rendabel klimaatneutraal te kweken en te telen. Klimaatneutraal is hierbij gedefinieerd als kweek en/of teelt zonder dat daarbij netto CO 2 wordt uitgestoten. Hiertoe is in 2011 een visie ontwikkeld in het kader van de MJAe + / S&Z Bloembollen en bolbloementeelt. In deze visie zijn specifieke klimaatneutrale oplossingsrichtingen aangegeven voor de drie dominante bedrijfstypes: Telers, Telers/Broeiers en Broeiers. Telers telen voorjaars en najaarsgewassen en kunnen het gasverbruik tot minder dan 20% terugbrengen door toepassing van computergestuurde ventilatie en het zonnedak. De rest kan door biovergisting van verwerkingsafval geleverd worden. De elektravraag kan door computergestuurde circulatie en/of nieuwe droog en bewaarsystemen worden teruggebracht en kan verder met aankoop van groene stroom en waar mogelijk met productie door windmolens en zonnepanelen worden ingevuld. 11

12 Telers/Broeiers telen voorjaarsgewassen en kunnen met de gecombineerde toepassing van zonnedak, warme kaslucht en computergestuurde ventilatie de warmtevraag bij drogen en bewaren tot 20% terugbrengen. Compartimentering, meerlagenteelt met LED s, sensortechnologie en computersturing, eb/vloedbroei en mechanisch ontvochtigen brengen ook de warmtevraag bij de broei terug tot onder de 20%. De resterende warmtevraag kan voor zowel drogen en bewaren als voor broei worden ingevuld door hoge temperatuur warmteopslag uit de s zomers leegstaande kas. De elektravraag kan door computergestuurde circulatie en/of nieuwe droog en bewaarsystemen sterk worden teruggebracht en kan verder met aankoop van groene stroom en waar mogelijk met productie door windmolens en zonnepanelen worden ingevuld. Broeiers broeien jaarrond najaarsgewassen met of zonder voorjaarsgewassen. Meerlagenteelt kan maar beperkt worden toegepast bij de broei van najaarsgewassen waardoor de warmtevraag per steel niet verder dan tot 45% kan worden teruggebracht. In de resterende warmtevraag kan worden voorzien door de s zomers in de kas geproduceerde en op lagere temperatuur opgeslagen warmte met warmtepompen in de kas te brengen. De elektravraag zal hier toenemen en kan geheel met de aankoop van groene stroom worden gedekt. Om de in de visie beschreven klimaatneutrale bloembollen en bolbloemenbedrijven in 2020 te kunnen realiseren, zijn ingrijpende veranderingen in teelt en broeimethode en de energievoorziening nodig. Het is nodig de energievraag zo laag mogelijk te krijgen en vervolgens de resterende energiebehoefte zo duurzaam en economisch rendabel mogelijk in te vullen. 12

13 4. Ambitie De sector streeft naar verhoging van de energieefficiency en een hoger aandeel duurzame energie. Op deze manier vermindert de sector haar afhankelijkheid van fossiele brandstof. In het kader van het convenant Schone en Zuinige Agrosectoren dat tot en met 2020 loopt zijn de volgende ambities en (meetbare) doelen overeengekomen: De (oorspronkelijke) ambitie/ doelstelling van het convenant Schone en Zuinige Agrosectoren: een jaarlijkse energiebesparing van 2% (tot en met 2020); een reductie van 30% broeikasgassen in 2020 ten opzichte van 1990; een aandeel duurzame energie van 20% ten opzichte van het totale energieverbruik in 2020; Specifiek voor de bloembollen en bolbloementeelt is in het convenant afgesproken dat de sector de ambitie heeft om in nieuwe bedrijven vanaf 2020 (economisch rendabel) klimaatneutraal te kweken en te telen (Artikel 8.2 Generieke afspraken). De overheid verkent samen met de bloembollen en bolbloemensector de mogelijkheden voor een aanvullend vervolgprogramma om de ambities voor 2020 te realiseren (Artikel 8.3 Aanpak). Voor het nieuwe MJP Bloembollen voor de periode stelt de bloembollensector zich concreet tot doel om, gezien vooruitgang op dit gebied onder afgelopen MJAe +, de energieefficiency jaarlijks verder met 2% te verbeteren. Daarnaast wil de sector bij blijven dragen aan de ambitie van het convenant S&Z op het gebied van duurzame energie. 13

14 5. Thema s en instrumenten 5.1 Thema s Om de ambitieuze doelstellingen voor 2020 te realiseren zijn ingrijpende veranderingen in de teelt en broeimethode en de energievoorziening nodig. Het is allereerst nodig om de energievraag voor de productie zo laag mogelijk te krijgen en vervolgens om de resterende energiebehoefte zo duurzaam mogelijk in te vullen. In het kader van het MJP Bloembollen wordt binnen de volgende drie thema s gewerkt (overeenkomstig met de Trias energetica ): Thema 1 Terugdringen van onnodig energieverbruik (bijvoorbeeld energiebesparing door toepassing van energiebesparende maatregelen); Thema 2 Voor de resterende behoefte zo veel mogelijk duurzame energie inzetten (bijvoorbeeld zon, aardwarmte en wind); Thema 3 Zuinig en efficiënt gebruik maken van (niet)fossiele bronnen, als duurzame energie niet volstaat (bijvoorbeeld door optimaal gebruik te maken van CO 2 arme energiebronnen). Thema 1 Terugdringen van onnodig energieverbruik Energiebesparing en efficiencyverbetering (EEV): EEV Energiebesparings en energievoorzieningsplannen realiseren op bedrijfsniveau (checklist energiebesparing); EEV Verbeteren technieken energiebesparingopties (kennis ontwikkelen); EEV Systeeminnovaties (o.a. meerlagenteelt, nieuw kasdek, LEDverlichting, bewaarsystemen, droogtechnieken, productieverhoging per eenheid van gebruikte energie); EEV Betere benuttig van energiebronnen (warmtekrachtkoppeling/wkk); EEV In de keten, efficiëntere ketenlogistiek; EEV Energiearme bedrijfsruimten (isolatie, systeeminnovaties, etc.); EEV Verbeteren penetratiegraad energiebesparingopties (kennis uitdragen). Doelstelling van dit thema is het stimuleren van onderzoek dat is gericht op het toepasbaar maken van energiebesparende technieken en/of werkmethodes en implementatie daarvan in de sector. De onderzoeksresultaten moeten bijdragen aan het behalen van de voorgestelde doelen. 14

15 De werkwijze bij het terugdringen van onnodig energieverbruik (ofwel energiebesparing) omvat drie richtlijnen: a) Individuele benadering Het doel hiervan is dat de individuele bedrijven de besparingsmogelijkheden op het eigen bedrijf in kaart brengen en vervolgens ook overgaan tot uitvoering van het plan, dat gebaseerd is op de checklist energiebesparing. Deze checklist wordt in 2012 op de website ter beschikking gesteld. Door het invullen van de checklist energiebesparing wordt een hoge en uniforme kwaliteit van de plannen gerealiseerd. Tevens wordt op basis van de database een goed beeld verkregen waar knelpunten liggen en welke kansen er liggen. b) Groepsgewijze benadering Hierbij geldt vooral het principe Telers leren van telers. Telersgroepen/studieclubs die begeleid worden door voorlichtende partijen kunnen ervaring en kennis uitwisselen over de aanpak van energiebesparing op hun bedrijven op basis van bepaalde stellingen, problemen en ideeën. Op basis van verkregen onderzoeksresultaten wordt in de komende periode aandacht besteed aan praktijkrijpe technieken en het overdragen van kennis uit reeds uitgevoerde onderzoeks, voorlichtings en demoprojecten. c) Sectorbenadering De doelstelling hiervan is de sector alsmede telers blijvend te informeren en enthousiasmeren over de energiebesparingsmogelijkheden en rendabele toepassingen van DEtechnieken. In de sectorbladen en op de website wordt regelmatig over de projectresultaten gecommuniceerd. De projectgroep bouwt hierbij door op de al bestaande goede relatie met vakbladjournalisten en ontwikkelt het gerichte beleid voor deze vorm van communicatie verder uit. De bloembollen en bolbloementelers worden op de hoogte gebracht van interessante ontwikkelingen, activiteiten en resultaten via Nieuwsbrieven. Doel is om zowel de resultaten van deze inspanningen (zoals weergegeven door de monitoring) als die van (deel)projecten te verspreiden onder de telers. Over de resultaten van deze activiteiten en de deelprojecten wordt breed naar de sector en intermediairs (gemeenten, toeleveranciers, installateurs, etc.) gecommuniceerd. Alle uitgevoerde en lopende projecten, persberichten, nieuwsbrieven en andere relevante informatie worden op internet 2 geplaatst. In de komende periode zal deze website worden onderhouden en zullen nieuwe projecten en verschenen rapporten worden geplaatst. Deze site is gemakkelijk via de internetzoekmachine en trefwoorden te vinden (bijvoorbeeld: agentschapnl.nl/ bloembollen, agroconvenant.nl, bloembollen energie, en/of S&Z bloembollen ). Het beschikbaar stellen van informatie van reeds uitgevoerde projecten op de website zal gedragverandering stimuleren. Ook het ministerie van EL&I zal betrokken worden bij belangrijke ontwikkelingen in de sector in relatie tot het convenant en dit MJP

16 Het MJP Bloembollen dient zich duidelijk en herkenbaar te profileren in de markt. Bij alle vormen van communicatie en voorlichting wordt het logo gebruikt en wordt verwezen naar de bij het MJP Bloembollen betrokken partijen. Thema 2 Toepassing van (zo veel mogelijk) duurzame energie Duurzame energie (DE): DE Thermische zonneenergie (warme kaslucht opgewarmd door de zon en zonnecollectoren voor opwarmen van lucht en water); DE Inkoop van duurzame energie (warmte en/of elektriciteit); DE Toepassing van houtkachels (biomassa); DE Toepassing van warmtekrachtkoppeling met biobrandstof (b.v. biogas, biodiesel); DE Aardwarmte (WKO en energiepalen/heipalensysteem in combinatie met warmtepomp (WP), etc.); DE Opwekken duurzame elektriciteit (PVpanelen, windenergie). Doelstelling van dit thema is het stimuleren van de toepassing van duurzame energie in de bloembollen en bolbloemensector door: a) vergroten van het aantal toepassingsmogelijkheden zoals thermische zonneenergie (drogen met door de zon opgewarmde kaslucht, zonnedak, waterdak), koude/warmte opslag, groene elektriciteit, biowkkinstallatie; b) de voorwaarden voor toepassing zo aantrekkelijk mogelijk te maken (thermische zonneenergie, groene elektriciteit); c) belemmeringen weg te nemen in wet en regelgeving (windenergie, biomassa vergisting, etc.). De bloembollensector heeft de ambitie uitgesproken om in nieuwe bedrijven vanaf 2020 (economisch rendabel) klimaatneutraal te kweken en te telen. Om deze doelstelling te realiseren wordt gebruik gemaakt onder andere van de documenten Bol van Energie, de Bloembollensector op weg naar een nieuwe Meerjarenafspraken energie, Klimaatneutrale bloembollenbedrijven, Visie op en Verkenning Duurzame Energie technieken toepasbaar in de bloembollensector, Een economische analyse 4. 3 Klimaatneutrale bloembollenbedrijven, Visie op 2020, J. Wildschut (PPO nr , Februari 2011) 4 Verkenning Duurzame Energie technieken toepasbaar in de Bloembollensector, Een economische analyse, K. van der Putten MSc. (PPO nr , Mei 2011) 16

17 Thema 3 Zuinig en efficiënt gebruik maken van (niet)fossiele bronnen, als duurzame energie niet volstaat Toepassing van CO 2 arme energiebronnen: Inkoop van CO 2 arme elektriciteit (bijvoorbeeld van afvalverbrandingsinstallatie). Doelstelling van dit thema is het zuinige en efficiente gebruik maken van (niet)fossiele bronnen (bijv. van afvalverbrandingsinstallatie en/of industriële warmtebenutting/ IWB). 5.2 Instrumenten Binnen de drie thema s worden verschillende instrumenten en activiteiten ingezet: Verkenningen en haalbaarheidsstudies; Fundamenteel en praktijkonderzoek; Praktijkexperimenten; Demonstratieprojecten; Uitrollen van nieuwe technieken, bijvoorbeeld door: ondernemersplatform (werkgroep Energie van het Milieuplatform); voorlichting over nieuwe kennis (kennisverspreiding); subsidie en fiscale regelingen; Communicatie (bijvoorbeeld website, nieuwsbrief, kennismarkt); Oplossing van belemmeringen in wet en regelgeving; Monitoring en evaluatie. 17

18 6. Monitoring en de ontwikkeling van nieuwe beleidsinstrumenten 6.1 Monitoring Doelstelling: De monitoring heeft tot doel om jaarlijks de resultaten van de sector op het gebied van de energieefficiëntie, het aandeel DE en (vermindering) van de CO2uitstoot vast te stellen en deze te toetsen aan de doelstellingen. Verder wordt aangegeven welke maatregelen tot welke effecten geleid hebben. De cijfers over het voorgaande jaar worden in september van het lopende jaar voorgelegd aan de Stuurgroep Bloembollen Strategie: Inventarisatie van het energieverbruik en productie per productieeenheid (teeltoppervlakte resp. aantal opgeplante bollen) en omrekenen naar een energieefficiëntiecijfer voor de sector en voor de individuele bedrijven. Het opstellen van een rapport voor de Stuurgroep Bloembollen met daarin aangegeven: Primair energieverbruik jaar1 Gecorrigeerd primair energieverbruik jaar1 Productie jaar 1 Energieefficiëntie jaar1 Overzicht van de belangrijkste factoren die de efficiëntie hebben beïnvloed Dit alles wordt gerelateerd aan de cijfers uit het referentiejaar Aandeel DE Uitstoot van CO Ontwikkeling nieuwe beleidsinstrumenten Doelstelling: Afhankelijk van de ontwikkelingen in de markt en de behoefte aan ondersteuning worden de bestaande beleidsinstrumenten geëvalueerd en beoordeeld op hun functionaliteit ten aanzien van het bereiken van de voorgestelde doelen Strategie: Dit MJP Bloembollen en de jaarlijkse actualisatie in jaarprogramma s worden jaarlijks in de Werkgroep Energie besproken en bijgesteld. Mede op basis van de signalen die bedrijven afgeven naar aanleiding van de diverse onderzoeks en ontwikkeling, demo en voorlichtingsprojecten vormt de projectgroep zich een beeld van de gewenste ondersteuning. Op die wijze wordt het bestaande instrumentarium voor flankerend beleid jaarlijks geëvalueerd en beoordeeld op de functionaliteit. Daarnaast wordt nieuw instrumentarium beoordeeld op effectiviteit. Hiertoe worden door de Projectgroep voorstellen gedaan aan de Stuurgroep Werkwijze: Aandachtspunten met betrekking tot aangepast of nieuw instrumentarium zijn: subsidieregelingen (ook interdepartementale subsidieregelingen); fiscale instrumenten; regelgeving; 18

19 De Projectgroep adviseert de Stuurgroep Bloembollen. De Stuurgroep beslist over toepassing of inzet van bepaalde instrumenten óf wendt haar invloed aan om de verantwoordelijke (overheids) instanties te bewegen beleidsinstrumenten in te zetten of aan te passen zodat de bollensector ook gebruik kan maken van de relevante regeling. 6.3 Duurzame energie Doelstelling: De doelstelling voor het aandeel van duurzame energie in het totale energieverbruik was voor de termijn van de MJAe + (tot en met 2011) voorlopig op 6,4% gesteld. De basis voor deze doelstelling was onder meer een in 1999 uitgevoerde studie naar de mogelijkheden voor toepassing van duurzame energie in de bloembollenteelt en het uitgebrachte document Bol van energie, de Bloembollensector op weg naar een nieuwe Meerjarenafspraak energie. In 2011 is een studie 5 uitgevoerd naar de toepassingsmogelijkheden van duurzame energie in de bollensector. De resultaten van deze studie zijn voor dit MJP Bloembollen gebruikt Strategie: Op grond van deze studie naar de mogelijkheden voor duurzame energie zal bepaald worden welke mix van onderzoek, voorlichting en demonstratie nodig is om het toepassen van duurzame energie te stimuleren. 5 Verkenning Duurzame Energie technieken toepasbaar in de Bloembollensector, Een economische analyse, K. van der Putten MSc. (PPO nr , November 2011) 19

20 7. Plannen voor 2012 t/m Ontwikkelingsrichtingen Om de ambitieuze doelstelling voor 2020 te realiseren zijn ingrijpende veranderingen in teelt en broeimethode en de energievoorziening nodig. Ten eerste is het nodig de energievraag zo laag mogelijk te krijgen (EEV) en vervolgens de resterende energiebehoefte zo duurzaam (DE) en economisch rendabel mogelijk in te vullen. Om bij drogen, bewaren en preparatie het energiegebruik verder terug te dringen zijn verdere ontwikkeling en implementatie nodig van computergestuurde ventilatie en circulatie. Het gaat daarbij om sensoren (concentraties van stoffen, debiet, kisten tellen), regeltechniek, droogwanden, ventilatoren, het optimaliseren van de klimaatregeling en het ontwikkelen van de benodigde software. Voor de implementatie is het ook van belang dat de praktijk leert vertrouwen op de computergestuurde regelingen en de sensoren waarop die zijn gebaseerd. Er is ook meer kennis nodig over (gewas en rasspecifieke) normen voor ventilatie en circulatie gebaseerd op ethyleen, relatieve luchtvochtigheid, CO 2 etc. Een andere interessante ontwikkeling is de implementatie van de verbeterde kuubskist die naast energiebesparing ook kwaliteitsvoordelen (minder uitval) kan opleveren. De energievraag kan mogelijk ook worden teruggebracht door naar andere droogtechnieken (zoals vacuümdrogen) en nieuwe droog en bewaarsystemen te kijken (containers, drogen in een dunne laag op transportbanden of in gaasbakken). Dergelijke nieuwe systemen zijn niet stap voor stap te ontwikkelen maar vergen een systeemsprong. In de broei kan de energievraag worden gereduceerd door meerlagenteeltsystemen verder te ontwikkelen. Ook hier gaat het vooral om klimaatregeling en de daarvoor benodigde sensor en regeltechnieken. De jaarrondproductie kan worden geoptimaliseerd wanneer naast tulp ook andere (bolbloem)gewassen in meerlagenteeltsystemen kunnen worden geteeld. In de verduurzaming van de energievoorziening moeten nog flinke stappen worden gezet. Biovergisting (al dan niet in combinatie met mest) biedt daar mogelijkheden maar vraagt nog ontwikkeling op het gebied van techniek (procesbeheersing, bruikbaarheid digestaat, residuen) en organisatie (regionaal, plantaardig, dierlijk). Bij de verdere ontwikkeling van biovergisting kan ook met andere agrarische sectoren en/of partijen buiten de land en tuinbouw worden samengewerkt. Ook warmtekrachtkoppeling op basis van biogas (en andere biobrandstoffen) dient nog verder ontwikkeld te worden. Om warmte uit zonnedak en kas beter te kunnen benutten dienen warmte koude opslagtechnieken (en de daarvoor benodigde warmtepompen) verder ontwikkeld te worden. Aardwarmte kan ook mogelijkheden bieden als dit op een regionale schaal ontwikkeld kan worden in bijvoorbeeld warmtenetwerken. In die warmtenetwerken heeft de bollensector dan als voordeel dat ze juist ook warmte nodig heeft in de zomer wanneer veel andere partijen die juist niet nodig hebben. In de warmtenetwerken zou ook warmte van bijvoorbeeld afvalverbranding of koeling van datacentra opgenomen kunnen worden. Zonnepanelen en windenergie bieden ook mogelijkheden, vooral wanneer deze collectief en/of regionaal (inkoop en beheer van systemen) georganiseerd worden. Met name voor windenergie en biovergisting zijn ook nog aanpassingen in de regelgeving nodig die toepassing belemmeren en daarnaast subsidiëring om verdere ontwikkeling mogelijk te maken (met name SDE + ). 20

21 7.2 Strategie Dit MJP Bloembollen heeft een voortschrijdend karakter en zal als zodanig jaarlijks geactualiseerd worden met projecten en activiteiten die nodig zijn om de voorgestelde doelen te behalen. Dit levert jaarlijks de jaarprogramma s op waarbij de bijstellingen steeds beperkt zullen zijn, zodat de inzet en kosten voor het opstellen van het jaarprogramma ook beperkt kunnen blijven. In het voorliggend MJP Bloembollen is tevens het jaarprogramma voor 2012 nader uitgewerkt. Vanwege de huidige ontwikkelingen bij PT en ELI en op het gebied van de Topsectoren is vooralsnog alleen budget voor 2012 beschikbaar. Werkwijze en financiering voor de periode daarna (2013 t/m 2015) worden in de loop van 2012 verder besproken door sector en overheid en indien gewenst wordt vervolgens ook het jaarprogramma voor 2013 (en voor de jaren daarna) dan concreet ingevuld met projecten De uitgebrachte projectvoorstellen voor het MJP Bloembollen (en de jaarprogramma s daaronder) worden op basis van de onderstaande criteria beoordeeld en gerangschikt: relevantie voor de sector/ telers (versterking van de concurrentiepositie van de Nederlandse bloembollenbedrijven); relevantie bijdrage aan de doelen van het MJP Bloembollen; te verwachten adoptie door de ondernemers en de daarvan af te leiden penetratiegraad; te verwachten verbetering van de arbeidsomstandigheden en bedrijfsvoering; bijdrage aan andere milieudoelen; beschikbaar budget voor het desbetreffende jaar. Om in het MJP Bloembollen opgenomen projectvoorstellen en activiteiten nog beter inzichtelijk te maken worden deze projecten in drie groepen/ golven ingezet: a) Korte termijn projecten/ activiteiten het benutten van voor de hand liggende opties; b) Middellange termijn projecten/ activiteiten het werken aan nieuwe opties (en het verder aanpassen/ optimaliseren daarvan) die over enkele jaren ingezet kunnen worden; c) Lange termijn projecten/ activiteiten fundamenteel gericht onderzoek; Het MJP Bloembollen (en het eerste jaarprogramma voor 2012 daaronder) wordt onder meer gebaseerd op de documenten Bol van Energie; de bloembollensector op weg naar een nieuwe Meerjarenafspraak, Klimaatneutrale Bloembollenbedrijven, Visie 2020 en Verkenning Duurzame Energie technieken toepasbaar in de bloembollensector, Een economische analyse. Het MJP Bloembollen met jaarprogramma 2012 wordt door de Werkgroep Energie besproken en vervolgens aan de Stuurgroep Bloembollen voorgelegd ter goedkeuring. De kennisontwikkeling en overdracht geven de richting aan die moet leiden tot implementatie van technieken en werkwijzen in de sector. Het MJP Bloembollen beslaat een periode van 4 jaar (2012 tot en met 2015). Jaarlijks wordt gekeken welke onderzoeken nodig zijn om de doelstellingen uit het plan te behalen en welke voorlichting en/of communicatie nodig zijn om de ondernemers te informeren over de succesvolle resultaten en activiteiten. 21

22 7.3 Projectvoorstellen (voorlopige inventarisatie) De onderzoeksrichtingen van paragraaf 7.1 zijn hieronder uitgewerkt in projectvoorstellen voor de verschillende thema s voor de korte, middellange en lange termijn. De projecten voor 2012 zijn al verder in detailniveau uitgewerkt met bijbehorende budgetten. In meerjarige projecten wordt jaarlijks een go/ no go moment opgenomen om te kunnen besluiten over de voortzetting. Gedurende de looptijd van het MJP Bloembollen zal per project een beeld worden gegeven van de opgeleverde resultaten en de ontwikkelingen in het betreffende project Thema 1 Terugdringen van onnodig energieverbruik Korte termijn projecten Titel: Nieuwsbrief 2012 Uitvoerders: KAVB Looptijd: 12 maanden (2012) Doelstelling: Via de nieuwsbrieven van het Milieuplatform de KAVB en de Bloembollenvisie geïnformeerd over onder meer de monitoringsresultaten en uitkomsten van onderzoeken. In 2012 zullen 10 bijdrages aan nieuwsbrieven worden geleverd. Kosten: 500, excl. BTW Titel: Nieuwsbrieven Looptijd: 12 maanden (2013) Doelstelling: Zie Kosten: nb Titel: Energietips 2012 Uitvoerders: DLV Plant BV Looptijd: 12 maanden (2012) Doelstelling: In het kader van deze activiteit zullen in 2012 weer actuele tips over energiebesparing en toepassing van duurzame energie in de rubriek Teeltactueel van BloembollenVisie verschijnen. In deze tips maximaal 40 wordt de meest actuele informatie over energiebesparing en duurzame energie verwerkt. Korte en bondige voorlichting in de vorm van tips wordt goed gelezen. Kosten: 2.800, excl. BTW Titel: Energietips Looptijd: 12 maanden (2013) Doelstelling: zie Kosten: nb 22

23 Titel: Communicatieactiviteiten 2012 Uitvoerder: DLV Plant BV Looptijd: 12 maanden (2012) Doelstelling: Communiceren van financieel aantrekkelijk te realiseren energiebesparingsmogelijkheden om het energieverbruik en de energiekosten op bloembollenbedrijven te verminderen. Ook de mogelijkheden om (meer) duurzame energie toe te passen worden onder de aandacht gebracht. Telers worden op deze manier nog meer gemotiveerd en geïnformeerd over mogelijkheden voor energiebesparing en duurzame energie. De uitvoerder van deze activiteiten is nog niet bekend. De onderwerpen en artikelen hiervan worden met de projectgroep afgestemd. Kosten: 3.920, excl. BTW Titel: Communicatieactiviteiten Looptijd: 12 maanden (2013) Doelstelling: zie Kosten: nb Titel: Kennismarkt Energie 2012 (KME 2012) Uitvoerders: DLV Plant BV en PPO Bollen en Bomen Looptijd: 8 maanden ( ) Doelstelling: De Kennismarkt Energie een bemande eigen stand met posters, brochures, etc. presenteert op de Mechanisatiebeurs te Lisse alle kennis die in de loop van MJAe bloembollen en bolbloementeelt verzameld is op het gebied van energiebesparing en duurzame energie. Door de veelbelovende en betrouwbare nieuwe technieken en voor de hand liggende energiebesparende maatregelen is de interesse voor energiebesparing aanzienlijk toegenomen. Om de gestelde doelstellingen te behalen, is het van belang telers en installateurs in de bloembollensector op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen in energiebesparing en toepassing van duurzame energie. De ervaringen met de tot nu toe gehouden kennismarkten zijn positief en daarom is dit project weer in het jaarwerkprogramma 2011 opgenomen. De Mechanisatiebeurs is ook het enige moment waar bezoekers komen vanuit de diverse doelgroepen en waar over de vele aspecten van energie kennis wordt verspreid. Kosten: , excl. BTW Titel: Kennismarkt Energie (KME ) Looptijd: 8 maanden ( ) Doelstelling: zie Kosten: nb 23

24 Titel: Meerlagenteelt van bolbloemen in de praktijk, fase 3 Uitvoerder: PPO Bollen en Bomen Looptijd: 12 maanden ( ) Doelstelling: Om het energieverbruik in de broeierij nog verder terug te dringen biedt het broeien in meerdere lagen (in de kas en/of in de cel) grote mogelijkheden. Het energieverbruik in de bolbloemensector kan op deze manier met circa 40% worden teruggebracht. Broeien in meerdere lagen is een geheel nieuw systeem van ruimtebenutting. Voor de ontwikkeling en implementatie hiervan is/wordt onderzoek gedaan naar de systeemcomponenten, zoals onderzoek naar de lichtverdeling in de kas, naar de lichtbehoefte (kleur en hoeveelheid) van tulp in de verschillende groeifasen en naar de gevolgen voor het kasklimaat (RV en temperatuurverdeling). De interne logistiek en bedrijfseconomische aspecten zijn ook van belang. Integratie van een eb/vloedsysteem in een meerlagenteelt, met toepassing van duurzame energiesystemen, kan het energieverbruik nog verder doen afnemen of de teelt zelfs geheel energieneutraal maken. Doelstelling is het versneld ontwikkelen en implementeren van eb/vloedmeerlagensystemen waardoor in de bolbloemensector op middellange termijn het energieverbruik voor de broeierij drastisch afneemt, de arbeidsomstandigheden verbeteren en er geen of minder emissie van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen plaatsvindt. Voor fase 3 worden de volgende activiteiten voorgesteld: Het aantal deelnemers uitbreiden naar 10 bedrijven. Dit vergroot de variaties in MLTsystemen; PARlichtprofielen in de kas in kaart brengen (verdeling horizontaal en verticaal); Testen van alternatieve lichtbronnen en lichtprofielen; Monitoren kasklimaat bij verschillende systemen van ontvochtiging. In het kader van de kennisverspreiding en overdracht worden lezingen en open dagen georganiseerd. De resultaten van groei onder verschillende lichtregimes zijn ook op de website te volgen ( ). Geïnteresseerde broeiers, adviseurs en andere belangstellende kunnen daarop inloggen en het kennisnemen van de resultaten (o.a. alternatieve lichtregimes). Dit project wordt afgesloten middels een rapport en een artikel in het vakblad. Kosten: , excl. BTW Titel: Energie en kwaliteit in de preparatie en kasperiode in de tulpenbroeierij, fase 1 Uitvoerder: Stichting Proeftuin Zwaagdijk Looptijd: 8 maanden ( ) Doelstelling: In diverse gesprekken tussen broeiers, de begeleidingscommissie Tulp van LTO Groeiservice en Proeftuin Zwaagdijk is een projectidee ontstaan om een netwerk op te zetten van broeiers rondom het onderwerp kasklimaat. Het doel wat de telers zich stellen is tweeledig: 24

25 Kosten: a) Verminderen van de (energie)kosten per verkochte steel b) Het verhogen van de productkwaliteit Het verslag Het Nieuwe Telen Tulp 2010/2011 dient als basisgegeven, evenals de ervaringen van het project Meerlagenteelt van bolbloemen in de praktijk. Het project bestaat uit twee verschillende activiteiten: I) Praktijkproef broei; II) Praktijkproef preparatie; Er zijn zes broeierijbedrijven geselecteerd die meedoen aan het project. Dit aantal is gekozen omdat de bedrijven een goede afspiegeling vormen van de mix aan innovatieve technieken die op het moment aanwezig zijn in de praktijk. Onder de bedrijven zitten verschillende voorlopers die de laatste jaren geïnvesteerd hebben in innovatieve (energiemaatregelen) in klimaattechniek (b.v. meerlagenbroei met LED licht). In fase 1 (broeiseizoen 2011/2012) gaat iedere deelnemer een bij Proeftuin Zwaagdijk geprepareerde partij bollen op het eigen bedrijf afbroeien. De opbrengst en kwaliteitgegevens en energiegegevens worden na afloop vergeleken tussen de deelnemers. De proef wordt drie keer per seizoen gedaan. De metingen van lengte en gewicht worden uitgevoerd en geanalyseerd door Proeftuin Zwaagdijk in samenwerking met experts en de betrokken broeiers. Ook zal door de broeiers de kwaliteit worden vergeleken op basis van nietkwantitatieve gegevens (bladhoeveelheid, kleur en stand, hoogte van de knop, e.d.). Omdat het om een dezelfde partij bollen gaat die exact gelijk op ieder bedrijf wordt geteeld ontstaat een vergelijk zodat kennisinteractie en ontwikkeling ontstaat. De energievergelijking tussen de bedrijven vindt plaats op basis van temperatuur/gewasdagen. De temperatuurmetingen vinden plaats met loggers tussen het gewas. In fase 2 (praktijkproef broei en preparatie, broeiseizoen 2012/2013, na go/no go) wordt naast herhaling van de praktijkproef broei een partij bollen geprepareerd door de verschillende bedrijven en bij Proeftuin Zwaagdijk afgebroeid. De proef wordt verder op dezelfde wijze als hierboven uitgevoerd. In de preparatieproef wordt de energievergelijking gemaakt op basis van temperatuurmetingen tussen de bollen met loggers en preparatiedagen. Op verschillende manier zal de opgebouwde kennis uit het project voor de bloembollensector toegankelijk worden gemaakt. In het kader van dit project worden de bijaankomsten (i.c.m. de marktbroeishows) georganiseerd. Verder worden de artikelen in vakbladen gepubliceerd alsmede op de website (persberichten en tussenprestaties). Na afronding van dit project wordt een rapport uitgebracht. Dit rapport wordt dan op de website van de Stuurgroep Bloembollen geplaatst , excl. BTW (fase 2: , excl. BTW go/ no go) Titel: Verzamelen van de monitoringsgegevens 2011 Uitvoerders: Flynth en MPS Looptijd: 6 maanden (2012) Doelstelling: Deze MJAe + is een collectieve meerjarenafspraak en daarom is besloten om aan alle bloembollen en bolbloemenbedrijven energie en productiegegevens te vragen via het Productschap Tuinbouw (via zogenaamde PTformulieren). Het verzamelen 25

26 Kosten: en invullen van de monitoringsgegevens in de database (inclusief MPSgegevens) wordt door Flynth uitgevoerd. Conform gemaakte afspraken worden deze anonieme gegevens vervolgens digitaal bij de uitvoerder van de monitoring (PPO) aangeleverd. Voordat de monitoringsformulieren worden verstuurd, wordt deze verzameling via vakbladen en persbericht aangekondigd. Op deze manier wordt een brede oproep gedaan om nog meer bloembollentelers hierbij te betrekken. In de aflopen jaren heeft deze werkwijze tot een hoge response geresulteerd , excl. BTW Titel: Verzamelen van de monitoringsgegevens Looptijd: 6 maanden (2013) Doelstelling: zie Kosten: nb Titel: Monitoring MJAe bloembollen 2011 Uitvoerder: PPO Bollen en Bomen Looptijd: 10 maanden (2012) Doelstelling: Via de registratie van het PT worden bij alle bedrijven met als hoofdactiviteit telen en/of broeien van bloembollen de voor de monitoring relevante gegevens verzameld. De monitoringsgegevens worden door Flynth en MPS bijeengebracht. Deze (anonieme) gegevens worden digitaal bij de uitvoerder (PPO Praktijkonderzoek Bollen en Bomen) aangeleverd. De aangeleverde data worden gecontroleerd, bewerkt en in het voor analyse geschikte format gezet. De monitoring heeft tot doel om jaarlijks het resultaat van de sector op het gebied van energieefficiency en duurzame energie vast te kunnen stellen en dit te kunnen toetsen aan de doelstellingen. Verder wordt aangegeven welke maatregelen tot welke effecten geleid hebben. Na afronding van dit project wordt een rapport uitgebracht (de sectorrapportage). Deze rapportage wordt op de website van de Stuurgroep Bloembollen geplaatst. Een artikel over de monitoringsresultaten wordt in het vakblad gepubliceerd. Behalve van deze activiteiten wordt ook aan elke deelnemer aan de monitoring een individuele rapportage uitgebracht. In deze rapportage wordt een analyse van desbetreffend bloembollenbedrijf gedaan t.o.v. het gemiddelde van de bloembollensector. Op deze manier wordt de individuele energiepatroon met de sector in kaart gebracht om de telers te prikkelen om energiebesparende maatregelen op eigen bedrijf nog meer toe te passen. Kosten: , excl. BTW Titel: Monitoring MJAe bloembollen Looptijd: 10 maanden (2013) Doelstelling: zie Kosten: nb 26

27 Titel: Lezingen 2012 Uitvoerder: DLV Plant BV Looptijd: 12 maanden Doelstelling: Doel van dit project is het houden van lezingen over de mogelijkheden voor energiebesparing en toepassing van duurzame energie in bloembollen. De onderwerpen die tijdens de lezingen aan bod kunnen komen zijn: energiebesparing bij heetstook van hyacint, temperatuurintegratie, klimaatbeheersing, ventilatie en circulatie, ethyleengestuurde ventilatie, toepassing van duurzame energie, resultaten uit State of the Art, meerlagenteelt, productoptimale en energiezuinige bewaring van lelieplantgoed, etc. In het kader van dit project worden 5 lezingen, 3 interactieve presentaties/ bijeenkomsten en 1 workshop gehouden. De lezingen worden met 8 uur (oude onderwerpen) resp. 10 uur (interactieve presentatie/ bijeenkomst), resp. 16 uur (workshop) begroot. De aanvragen van lezingen worden in overleg met de Projectgroep toegekend. Kosten: , excl. BTW Titel: Lezingen Looptijd: 12 maanden (2013) Doelstelling: zie 2012 Kosten: nb Middellange termijn projecten Titel: Ventilatie bij Bijzondere bolgewassen, ademhaling en CO 2 schadedrempels Uitvoerder: PPO Bollen en Bomen Looptijd: 16 maanden Doelstelling: Doel is om voor andere gewassen dan tulp een geautomatiseerde ventilatiesturing toe te passen met als resultaat dat voorkomen wordt dat er meer geventileerd wordt dan noodzakelijk, waardoor er net als bij het StateoftheArt bewaren van tulpebollen op energie (gas) bespaard kan worden. Middels interviews en studiegroepbijeenkomsten wordt achtergehaald wat bij telers van andere bolgewassen dan tulp de achtergronden van de hoge ventilatiedebieten zijn. Vervolgens inventariseren/analyseren hoe deze achtergronden zich verhou den tot algemene normen voor RV, en temperatuurgrenzen van het bewaarklimaat. Daarnaast wordt van een aantal (6 8) voorjaarsbloeiers de ademhaling bepaald in het begin van de bewaarperiode (de meest stressvolle periode) en wanneer de bollen in de 2 e helft van de bewaarperiode volledig tot rust zijn gekomen. Deze laatste bepaling wordt bij 34 verschillende bewaartemperaturen gedaan. Van deze gewassen wordt ook de schadedrempel voor CO 2 bepaald voor plantgoed en voor leverbaar, door monsters in geconditioneerde bewaartanks gedurende de gehele bewaarperiode aan 4 CO 2 niveaus bloot te stellen. Deze bollen worden 27

28 Kosten: vervolgens gebroeid en opgeplant, waarna uitval en kwaliteit worden bepaald. Hieruit wordt de CO 2 schadedrempel afgeleid. Resultaat is dat ook voor andere gewassen dan tulp de basis wordt gelegd voor een betrouwbare computergestuurde ventilatieregeling, zodat niet meer dan nodig geventileerd wordt. Hierdoor drogen de bollen minder uit en wordt aanzienlijk energie bespaard waardoor de kostprijs verlaagt. Vooral bekendheid met een schadedrempel voor CO 2 zal op veel bedrijven leiden tot een forse verlaging van de ventilatie en zo van energiekosten. Uiterlijk 6 weken vóór de einddatum zal een concept eindrapport aangeleverd te worden. Kennisoverdracht vindt plaats door samenwerking met toeleveringsbedrijf/ installateur en bloembollenbedrijven. In het vakblad zal een artikel verschijnen , excl. BTW Titel: Voorwaardelijke Ventilatie en Circulatienormen Uitvoerder: PPO Bollen en Bomen Looptijd: 12 maanden Doelstelling: Ventilatie en circulatie hebben als functie om ethyleen (alleen bij tulpenbollen), CO 2, water(damp) en soms ook warmte af te voeren en eventueel O 2 aan te voeren, zodat bewaarcondities optimaal zijn en hiermee de kwaliteit van de bollen hoog. Voldoende circulatie is daarnaast van belang om eventuele verschillen in bewaarcondities tussen de kisten voor de wand te minimaliseren. De in de praktijk toegepaste ventilatie en circulatienormen stammen nog uit de tijd dat de af te voeren stoffen en het bewaarklimaat niet door sensoren continue gemeten konden worden, en dat het bewaarklimaat nog niet door een klimaatcomputer gestuurd kon worden. Nu is alles in principe meet en regelbaar: hierdoor is zeer veel energie te besparen in vergelijking met handmatig volgens normen ingestelde ventilatie en circulatie. Bij de ventilatie kan gigantisch op gas, en bij de circulatie nog forser op elektra bespaard worden. Door middel van het doorrekenen van bewaarscenario s met een rekenmodel wordt inzichtelijk gemaakt wat voor de verschillende parameters (ethyleen, RV, etc) de consequenties van verschillende instellingen zijn en hoe dat zich verhoudt tot de bekende ventilatie en circulatienormen. Ook wordt duidelijk hoe deze normen afhangen van de condities van de buitenlucht, van het vereiste bewaarklimaat en van de gehanteerde schadedrempels en hoe de ventilatie en circulatienormen invloed hebben op elkaar. Met deze kennis worden klimaatcomputers doeltreffender ingesteld en hiermee wordt met een lager energieverbruik een beter bewaarklimaat gerealiseerd. Het resultaat is dat bedrijven meer inzicht krijgen in de verhoudingen tussen ventilatie en circulatie en met meer vertrouwen met de instellingen van de klimaatcomputer kunnen omgaan. Hierdoor wordt niet meer dan nodig geventileerd en niet meer dan nodig gecirculeerd. De kosten voor bewaring nemen hiermee af, wat de concurrentiepositie van bollenbedrijven verbetert. Het ontwikkelde demonstratie tool zal worden gebruikt op presentaties voor studieclubs (bloembollenbedrijven) en presentaties voor installateurs/toeleveranciers. Het project wordt afgesloten middels een rapport en een artikel in het vakblad.. Kosten: , excl. BTW 28

29 Titel: Verbeterde kuubskisten, fase 2 Uitvoerder: PPO Bollen en Bomen Looptijd: 9 maanden Doelstelling: Doel van dit project is de verbeterde kuubskist te testen op geschiktheid voor voldoende energiebesparing tijdens de bewaring en dit aan de bollensector te demonstreren. Resultaat is een lager energieverbruik bij drogen en vooral bij bewaren, en een afgenomen kans op ziekten bij het droogproces (kwaliteitverbetering). Voor de circulatie in de bewaarcel is dan ook minder vermogen nodig. Het elektraverbruik op bloembollenbedrijven neemt hierdoor fors af. Kosten: nb Titel: Computergestuurde Circulatie, fase 2 Uitvoerder: PPO Bollen en Bomen Looptijd: 16 maanden Doelstelling: Doelstelling van dit project is het ontwikkelen van een regeling waarbij het toerental van de ventilator van de bewaarwand door de klimaatcomputer wordt aangestuurd met behulp van sensoren die het debiet meten en die het aantal kisten voor de wand tellen. Het door de teler ingestelde setpoint voor het debiet per kist bepaalt dan het toerental van de ventilator. De ventilator wordt hiermee automatisch teruggetoerd wanneer het gemiddelde debiet per kist boven het setpoint komt. Hierdoor wordt niet meer gecirculeerd dan nodig en door het derde machtsverband tussen toerental en energieverbruik wordt hierdoor heel veel elektra bespaard. Het resultaat is een goed functionerende computergestuurde circulatieregeling, waardoor zeer fors (70 80%) op elektra bespaard kan worden. Deze regeling is toepasbaar bij de bewaring van alle bolgewassen. Uiterlijk 6 weken vóór de einddatum van dit project zal een conceptrapport aangeleverd worden. De met dit project gegenereerde kennis zal worden overgedragen door middel van een artikel in het vakblad en lezingen voor studieclubs. Kosten: nb Lange termijn projecten (verdergaande innovatie) Titel: Ontwikkeling van een nieuw droog en bewaarsysteem, fase 2 Uitvoerder: PPO Bollen en Bomen Looptijd: nb Doelstelling: Het doel is het testen en verder ontwikkelen van een nieuw systeem voor het drogen en bewaren van bloembollen. Resultaat is een verbeterde kwaliteit van de bollen, een sterk verminderd energieverbruik en een verlaging van de kosten voor bewaring. Met de relevante stakeholders wordt bepaald hoe en waar het nieuw te bouwen systeem getest en verbeterd kan worden. Kosten: nb 29

30 7.3.2 Thema 2 Toepassing van (zo veel mogelijk) duurzame energie Er zijn nog geen concrete projecten met betrekking tot de toepassing van duurzame energie opgenomen. Het is de bedoeling om in 2012 extra aandacht aan dit onderwerp te besteden om het aandeel duurzame energie in het energiegebruik te verhogen. Er zal worden geïnventariseerd welke activiteiten een bijdrage aan deze doelstelling kunnen leveren om die waar mogelijk in 2012 of anders daarna op te starten. Hierbij kan worden gedacht aan het onder de aandacht brengen van de eenvoudige wijze waarop het gebruik van duurzame energie kan worden verhoogd door inkoop van groene stroom (zonder meerkosten). Daarnaast zal het vooral ook gaan om verschillende organisatievormen om (gezamenlijke) inkoop of productie van duurzame energie (meer) rendabel te maken: aanschaf van zonnepanelen, gezamenlijke windmolenprojecten, etc. Ook vergisting van bloembolrestanten kan hier mogelijkheden bieden, als dit organisatorisch goed kan worden opgezet (aanvoer van materiaal, afvoer van digestaat, etc) en wanneer knelpunten in de regelgeving worden opgelost Thema 3 Zuinig en efficiënt gebruik maken van (niet)fossiele bronnen, als duurzame energie niet volstaat Met betrekking tot dit thema zijn nog geen concrete projecten opgenomen. Er zal worden geïnventariseerd welke activiteiten en mogelijkheden een bijdrage aan de doelstellingen kunnen leveren om die waar mogelijk vanaf 2013 op te starten. 30

31 8. Advies en aansturing Inleiding De sector wil de huidige wijze van aansturing graag handhaven vanwege de successen die hiermee de afgelopen jaren zijn behaald. Deze succesvolle werkwijze combineert de kennis en kunde die zowel bij de sector als bij EL&I en Agentschap NL aanwezig is en vormt daarmee een goede basis om ook in het vervolgprogramma positieve resultaten te blijven halen. Uitgangspunt voor de realisatie is een meerjarenprogramma voor 4 jaar, het MJP Bloembollen. Vaststelling van de jaarlijkse bijstelling daarvan in het jaarprogramma (inclusief begroting en dekkingsplan) zal in oktober/ november van elk jaar voor het daarop volgende jaar plaatsvinden. Om de voorgestelde doelen te realiseren worden de drie groepen gecontinueerd. De Stuurgroep Bloembollen en Bolbloementeelt (in het vervolg stuurgroep genoemd); De Projectgroep Bloembollen en Bolbloementeelt (in het vervolg projectgroep genoemd); De werkgroep Energie van het Milieuplatform (in het vervolg Werkgroep Energie genoemd). De Stuurgroep Bloembollen en Bolbloementeelt heeft een beslissende taak terwijl de projectgroep het beleid voorbereidt en uitvoert. De Werkgroep Energie adviseert de projectgroep en de stuurgroep. In dit deel is de looptijd van vier jaar vermeld omdat her meerjarenprogramma voor 4 jaar beoogd is. De aansturing in dit jaarwerkprogramma geldt voorlopig alleen voor Voor 2013 en verder moet e.e.a. opnieuw bekeken worden. 8.1 Stuurgroep Bloembollen en Bolbloementeelt Bestaat uit bestuurlijke vertegenwoordigers met mandaat van de partijen die het convenant hebben ondertekend of medeondertekend: het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, het Productschap Tuinbouw, de KAVB en een door de overheid aangewezen uitvoerende instantie (Agentschap NL). De sector levert de voorzitter van de Stuurgroep. Het secretariaat wordt behartigd door een door de overheid aangewezen uitvoerende instantie (Agentschap NL). De Stuurgroep Bloembollen en Bolbloementeelt heeft de volgende taken: Het vaststellen van het MJP Bloembollen en onderliggende activiteitenprogramma. Het jaarlijks evalueren en bijstellen van het MJP Bloembollen in jaarprogramma s. Het, na vaststelling van het MJP Bloembollen en de afgeleide jaarprogramma s, accorderen van de bijbehorende financiële begroting en budgetten. Het, na vaststelling van het MJP Bloembollen en de afgeleide jaarprogramma s, accorderen van de bijbehorende begroting voor inzet van menskracht. Het vaststellen van een meerjarig dekkingsplan voor de begroting. Het vaststellen en sturing geven aan de systematiek van monitoring. Het accorderen van de sectorale monitoringrapportage. Het gevraagd en ongevraagd adviezen geven aan de partijen over de uitvoering van dit convenant. De Stuurgroep komt 2 maal per jaar bijeen. De vertegenwoordigers van de financiers van het convenant hebben een dusdanig mandaat dat met de vaststelling van het MJP Bloembollen en bijbehorende begroting ook de bijbehorende financiële toezeggingen worden gedaan. 31

32 De Stuurgroep zal als volgt worden samengesteld: Namens KAVB/ sector: de heer J. van Aartrijk (voorzitter) Namens PT: de heer P. Broekharst Namens EL&I/ PAV: de heer M. Root Namens KAVB: de heer A. Kuijstermans Namens de sector: de heer K. Kreuk Namens AgNL: de heer N. Smailbegović (secretaris) 8.2 Projectgroep Bloembollen en Bolbloementeelt De Projectgroep is het uitvoeringsorgaan van het convenant Schone en Zuinige Bloembollen en Bolbloementeelt. De Projectgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van partijen die het convenant hebben ondertekend. AgNL levert de voorzitter en verzorgt de agenda met bijlagen. De notulen worden verzorgd door de sectororganisatie. De Projectgroep heeft tot doel: Het voorbereiden van het MJP Bloembollen en de afgeleide jaarprogramma s t.b.v. de stuurgroepvergadering. Het voorbereiden van de bijhorende financiële begroting. Het aanleveren van de monitoringrapportage. Uitvoeren van de jaarprogramma s als deze zijn geaccordeerd door de Stuurgroep. De Projectgroep is als volgt samengesteld: Voorzitter: de heer N. Smailbegović (AgNL) Secretaris: de heer A. Kuijstermans (KAVB) Namens (EL&I/ DAK): de heer G. Schroën (EL&I/DAK) De Projectgroep komt 4 tot 6 maal per jaar bijeen. 8.3 Werkgroep Energie van het Milieuplatform De Werkgroep Energie is samengesteld uit vertegenwoordigers van partijen die het convenant hebben ondertekend, een aantal telers, voorlichters en onderzoekers. De sector levert de voorzitter en verzorgt de agenda met bijlagen. De notulen worden verzorgd door de sectororganisatie. Het advies van deze Werkgroep Energie is een onderdeel van de voorbereiding naar de stuurgroepbeslissing. De Werkgroep Energie heeft tot doel: Het adviseren van de Projectgroep en de Stuurgroep over het MJP Bloembollen en de afgeleide jaarprogramma s. Het bespreken van de monitoringsrapportage en de voortgang van de lopende projecten. De Werkgroep Energie is als volgt samengesteld: Voorzitter: de heer M. Zandwijk (MPF/ KAVB) Secretaris: de heer A. Kuijstermans (KAVB) Leden van de projectgroep, telers, onderzoekers en voorlichters. De werkgroep Energie komt 2 maal per jaar bijeen. 8.4 Financiering Ter financiering van deze activiteiten stellen het bedrijfsleven via het Productschap Tuinbouw en de overheid evenveel financiële middelen beschikbaar. 32

33 9. Financiële dekkingsplannen op deelniveau (2012 t/m 2015) DEKKINGSPLAN BLOEMBOLLEN 2012 SCHONE EN ZUINIGE BLOEMBOLLEN BEGROTING EN DEKKING 2012 Begroting Dekking Som PT/ KAVB EL&I/PAV/ cq. EL&I/PAV/ DAK Onderwerp 2012 AgNL* dekking Organisatorisch kader Thema 1 Terugdringen onnodige energieverb Thema 2 Toepassing van (zo veel mogelijk) DE Thema 3 Inzet CO2 arme energiebronnen Overig budget (flexibel inzetbaar) TOTAAL * In kolom EL&I/PAV/AgNL zijn de projectmiddelen incl. BTW SECTORBIJDRAGE OVERHEIDSBIJDRAGE PT/KAVB EL&I/PAV/AgNL individueel EL&I/PAV/DAK Totaal Totaal DEKKINGSPLAN BLOEMBOLLEN 2013 SCHONE EN ZUINIGE BLOEMBOLLEN BEGROTING EN DEKKING 2013 Begroting Dekking Som PT/ KAVB EL&I/PAV/ cq. EL&I/PAV/ DAK Onderwerp 2013 AgNL* dekking Organisatorisch kader Thema 1 Terugdringen onnodige energieverb. Thema 2 Toepassing van (zo veel mogelijk) DE Thema 3 Inzet CO2 arme energiebronnen Overig budget (flexibel inzetbaar) TOTAAL 2012 * In kolom EL&I/PAV/AgNL zijn de projectmiddelen incl. BTW SECTORBIJDRAGE OVERHEIDSBIJDRAGE PT/KAVB EL&I/PAV/AgNL individueel EL&I/PAV/DAK Totaal Totaal % totaal #DEEL/0! % totaal #DEEL/0! 33

34 DEKKINGSPLAN BLOEMBOLLEN 2014 SCHONE EN ZUINIGE BLOEMBOLLEN BEGROTING EN DEKKING 2014 Begroting Dekking Som PT/ KAVB EL&I/PAV/ cq. EL&I/PAV/ DAK Onderwerp 2014 AgNL* dekking Organisatorisch kader Thema 1 Terugdringen onnodige energieverb. Thema 2 Toepassing van (zo veel mogelijk) DE Thema 3 Inzet CO2 arme energiebronnen Overig budget (flexibel inzetbaar) TOTAAL 2012 * In kolom EL&I/PAV/AgNL zijn de projectmiddelen incl. BTW SECTORBIJDRAGE OVERHEIDSBIJDRAGE PT/KAVB EL&I/PAV/AgNL individueel EL&I/PAV/DAK Totaal Totaal % totaal #DEEL/0! % totaal #DEEL/0! DEKKINGSPLAN BLOEMBOLLEN 2015 SCHONE EN ZUINIGE BLOEMBOLLEN BEGROTING EN DEKKING 2015 Begroting Dekking Som PT/ KAVB EL&I/PAV/ cq. EL&I/PAV/ DAK Onderwerp 2015 AgNL* dekking Organisatorisch kader Thema 1 Terugdringen onnodige energieverb. Thema 2 Toepassing van (zo veel mogelijk) DE Thema 3 Inzet CO2 arme energiebronnen Overig budget (flexibel inzetbaar) TOTAAL 2012 * In kolom EL&I/PAV/AgNL zijn de projectmiddelen incl. BTW SECTORBIJDRAGE OVERHEIDSBIJDRAGE PT/KAVB EL&I/PAV/AgNL individueel EL&I/PAV/DAK Totaal Totaal % totaal #DEEL/0! % totaal #DEEL/0! 34

35 Bijlage 1 Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren (Artikel 8) Windturbines als onderdeel van het boerenlandschap. Artikel 8 Primaire sectoren: bloembollenbolbloemen en paddenstoelen (Hierna BBPsector) Artikel 8.1 Rijksoverheid en BBPsector hebben het volgende overwogen: 1. Nederland heeft een dominante positie in de productie en handel van bloembollen in de wereld. Volgens het CBS omvat het areaal bloembollen in 2007 circa ha. De Nederlandse paddenstoelensector is de vierde producent ter wereld. In totaal waren er in 2007 ongeveer 230 bedrijven. De teeltoppervlakte in 2007 was circa 70 hectare. 2. Door de uitvoering van de eerste meerjarenafspraken energie ( ) is de energieefficiëntie van de BBPsector de laatste jaren sterk verbeterd. De bloembollen/bolbloemensector gebruikte in ,8% minder primaire brandstof per eenheid product dan in 1995, de paddenstoelensector 25%. Het aandeel duurzame energie in het totale energieverbruik in 2006 was 3,1 % voor de bloembollen/bolbloemensector en 2,8% voor de paddenstoelensector. 3. Voor de periode zijn er met de sectoren nieuwe meerjarenafspraken energie afgesloten met als doel een verdere verbetering van de energieefficiënte en het vergroten van het aandeel duurzame energie. 4. De basis (drijvende kracht) van de energietransitie in de sectoren wordt in de kern gevormd door de ontwikkeling en verspreiding (onderwijs, overdracht en toepassing) van (nieuwe) kennis en innovaties en de mogelijkheden om deze op bedrijfseconomisch verantwoorde wijze in de bedrijfsvoering te implementeren. 35

Meerjarenprogramma 2012-2015 Sector Bloembollen- en Bolbloementeelt Jaarwerkprogramma 2013. Januari 2013

Meerjarenprogramma 2012-2015 Sector Bloembollen- en Bolbloementeelt Jaarwerkprogramma 2013. Januari 2013 Meerjarenprogramma 2012-2015 Sector Bloembollen- en Bolbloementeelt Januari 2013 Januari 2013 Sector Bloembollenen Bolbloementeelt Inhoudsopgave voorwoord 2 Algemene Inleiding 3 1. Meerjarenprogramma 2012

Nadere informatie

Werkprogramma Schone en Zuinige Agrosectoren Sector Bloembollen- en Bolbloementeelt. Jaarwerkplan 2011 juni 2011

Werkprogramma Schone en Zuinige Agrosectoren Sector Bloembollen- en Bolbloementeelt. Jaarwerkplan 2011 juni 2011 Werkprogramma Schone en Zuinige Agrosectoren Sector Bloembollen- en Bolbloementeelt Jaarwerkplan 2011 juni 2011 Jaarwerkplan 2011 juni 2011 Sector Bloembollenen Bolbloementeelt 2 Werkprogramma Schone en

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2007 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 3236064808 April 2009 2009 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Monitoring energie-efficiency en toepassing duurzame energie in de. bloembollensector. Toelichting resultaten 2001

Monitoring energie-efficiency en toepassing duurzame energie in de. bloembollensector. Toelichting resultaten 2001 Monitoring -efficiency en toepassing duurzame in de bloembollensector Toelichting resultaten 2001 M. de Jong, E3T consult b.v., Woubrugge, 2002 1 Inhoud presentatie monitoring aanpassingen voorgaande jaren

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2008 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 3236064809 September 2009 2009 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2009 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 3236064809 December 2010 2010 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Rapportage Kennismarkt Energie 2012

Rapportage Kennismarkt Energie 2012 Rapportage Kennismarkt Energie 2012 Dit project is uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Meerjarenafspraak Energie Bloembollen: KAVB Productschap Tuinbouw Ministerie van EL&I

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Co-innovatie in de glastuinbouw KIVI NIRIA jaarcongres 2010 Ir. P. Jan Smits 6 oktober 2010 Inhoud Introductie Kengetallen en energietransitie Convenant Schone en Zuinige

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Bio-WKK voor een duurzame glastuinbouw Workshop 10 september 2009 Jan Smits Agenda Productschap Tuinbouw & kengetallen glastuinbouw Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren

Nadere informatie

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Notitie energiebesparing en duurzame energie Notitie energiebesparing en duurzame energie Zaltbommel, 5 juni 2012 Gemeente Zaltbommel Notitie energiebesparing en duurzame energie 1 1. Inleiding Gelet op de ambities in het milieuprogramma 2012-2015

Nadere informatie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft

Nadere informatie

Programma Schone en Zuinige Paddenstoelensector Jaarwerkprogramma 2010

Programma Schone en Zuinige Paddenstoelensector Jaarwerkprogramma 2010 Programma Schone en Zuinige Paddenstoelensector Jaarwerkprogramma 2010 Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland, Vakgroep Paddenstoelen Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Productschap

Nadere informatie

Rapportage Kennismarkt Energie 2014

Rapportage Kennismarkt Energie 2014 Rapportage Kennismarkt Energie 2014 Dit project is uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Meerjarenafspraak Energie Bloembollen: KAVB Productschap Tuinbouw Ministerie van EZ

Nadere informatie

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW Besparen en verduurzamen ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW Over Kas als Energiebron Kas als Energiebron is het innovatie- en actieprogramma voor de glastuinbouw met als doel de uitstoot

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2013 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 32 361 811 13 December 2014 2014 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2011 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 3236064812 September 2012 2012 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Energieverbruik in de bloembollensector

Energieverbruik in de bloembollensector Energieverbruik in de bloembollensector Multiple Regressie Analyse Monitoring Data 1995-2006 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen februari 2008 PPO nr.3236045300

Nadere informatie

Rapportage Kennismarkt Energie 2011

Rapportage Kennismarkt Energie 2011 Rapportage Kennismarkt Energie 2011 Dit project is uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Meerjarenafspraak Energie Bloembollen: KAVB Productschap Tuinbouw Ministerie van EL&I

Nadere informatie

De ka(n)s voor energie: The Big Picture

De ka(n)s voor energie: The Big Picture De ka(n)s voor energie: The Big Picture Eric Poot, Wageningen UR Glastuinbouw eric.poot@wur.nl Toekomst Glastuinbouw 2 keer meer met 2 keer minder 1 De Ka(n)s voor energie Ondernemers Overheden Kennisinstellingen

Nadere informatie

Jaarwerkprogramma Bloembollen- en bolbloemensector

Jaarwerkprogramma Bloembollen- en bolbloemensector Jaarwerkprogramma 2009 Bloembollen- en bolbloemensector Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 1.1 MJA-e Bloembollen- en bolbloementeelt 2 1.2 Convenant Agrosectoren 2 2 Ontwikkelingen in de sector 3 2.1 Energie

Nadere informatie

Rapportage Kennismarkt Energie 2013

Rapportage Kennismarkt Energie 2013 Rapportage Kennismarkt Energie 2013 Dit project is uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Meerjarenafspraak Energie Bloembollen: KAVB Productschap Tuinbouw Ministerie van Economische

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2012 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 32 361 651 13 September 2013 2013 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector 2010. Jeroen Wildschut & Arjan Smits

Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector 2010. Jeroen Wildschut & Arjan Smits Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector 2010 Jeroen Wildschut & Arjan Smits Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit

Nadere informatie

Energie aspecten EPT en SiB

Energie aspecten EPT en SiB 26 Februari 2015 Energie aspecten EPT en SiB Jan Gielen DLV Plant MUSHROOMS j.gielen@dlvplant.nl 1 Energiebesparende opties EPT en SiB EPT www.energiekepaddenstoelentelers.nl Houtkachel Zonnepanelen WKO

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

De economische kansen van de glastuinbouw Workshop - G. Datum 05 april 2011

De economische kansen van de glastuinbouw Workshop - G. Datum 05 april 2011 De economische kansen van de glastuinbouw Workshop - G Datum 05 april 2011 EMT debat 5 apr. 2011 Stef Huisman & Sjaak Bakker Economisch belang glastuinbouw Glastuinbouw Ned - Groente & Bloemen Areaal 10.000

Nadere informatie

GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT

GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT 12 GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen staan bij Greenportkas ondernemer Joep Raemakers hoog aangeschreven. De ondernemer wil tomaten telen, de uitputting

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2016 Jeroen Wildschut Wageningen University & Research Bloembollen PPO nr 37 422 563 00 Februari 2018 2018 Wageningen University & Research Wageningen

Nadere informatie

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Een uitdagend klimaat 20 20 2020 In 2020 moet de uitstoot van CO 2 in de EU met 20% zijn teruggebracht ten opzichte van het 1990 niveau.

Nadere informatie

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE WATER- SCHAPPEN & ENERGIE Resultaten Klimaatmonitor Waterschappen 2014 Waterschappen willen een bijdrage leveren aan een duurzame economie en samenleving. Hiervoor hebben zij zichzelf hoge ambities gesteld

Nadere informatie

Innovatienetwerk Nieuwe Energie Systemen (INES) Kies voor slimme technologie en bespaar energie

Innovatienetwerk Nieuwe Energie Systemen (INES) Kies voor slimme technologie en bespaar energie Innovatienetwerk Nieuwe Energie Systemen (INES) Kies voor slimme technologie en bespaar energie januari 2011 Alle tuinders in Gelderland kunnen besparen Wilt u uw energiekosten verlagen? Door energie te

Nadere informatie

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010. Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010. Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010 Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie Financieren Duurzame energie binnen Rabobank Groep Maatwerk Sustainability naast Food

Nadere informatie

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt Notitie Contactpersoon Harry de Brauw Datum 14 juni 2017 Kenmerk N001-1246856HBA-rvb-V01-NL Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt De aanstaande rioolvervanging in de Benedenbuurt is aanleiding voor

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan 2017

Energiemanagement actieplan 2017 Energiemanagement actieplan 2017 Energie Management Actieplan 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Bedrijfsdoelstelling 4 2.2 Scope 1 4 2.3 Scope 2 4 3. Plan van Aanpak 5 3.1

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

NieuweTelenTulp. Energiezuinige teeltconcepten voor de broei van tulpen

NieuweTelenTulp. Energiezuinige teeltconcepten voor de broei van tulpen NieuweTelenTulp Energiezuinige teeltconcepten voor de broei van tulpen Inleiding Circa 650 bedrijven broeien jaarlijks meer dan twee miljard tulpen. Het gasverbruik hierbij is circa dertig miljoen m 3.

Nadere informatie

Wijziging Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw

Wijziging Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw Wijziging Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 2014-2020 Partijen: en 1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen:

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut. Rapport WPR-816

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut. Rapport WPR-816 Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2016 Jeroen Wildschut Rapport WPR-816 Referaat T.o.v. 2008 is het over broei en teelt gewogen gemiddelde energieverbruik per eenheid met 17,8% afgenomen.

Nadere informatie

Kuubskist met golfbodem

Kuubskist met golfbodem Kuubskist met golfbodem Een alternatief uit de praktijk Jeroen Wildschut, Arie van der Lans Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 32 361 654 13 December 2013

Nadere informatie

Inhoudsopgave pagina

Inhoudsopgave pagina Inhoudsopgave pagina Voorwoord 3 ALGEMEEN Energieverbruik in de bloembollensector 5 Monitoring energieverbruik in de bloembollensector 6 Naar een energieneutrale bloembollensector 8 Klimaatneutrale Bloembollenbedrijven

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 22-08-2018 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige

Nadere informatie

Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal

Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal 1 Intentie Bedrijvenkring Veenendaal, de coöperatieve verenigingen van Ondernemend Veenendaal, de deelnemende bedrijven en de gemeente Veenendaal

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector Jeroen Wildschut

Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector Jeroen Wildschut Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector 2007 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 3236067008 September 2008 2008 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Regionaal Energie Convenant 2014-2016

Regionaal Energie Convenant 2014-2016 Regionaal Energie Convenant 2014-2016 Mede mogelijk gemaakt met steun van: Regio Rivierenland Provincie Gelderland RCT-Rivierenland Pagina 1 Ondertekenaars, hier tezamen genoemd: partijen 1. Hebben het

Nadere informatie

ENERGIEBESPARING IN DE AKKERBOUW/OPEN TEELTEN

ENERGIEBESPARING IN DE AKKERBOUW/OPEN TEELTEN ENERGIEBESPARING IN DE AKKERBOUW/OPEN TEELTEN In de akkerbouw/open teelten wordt met name voor de bewaring van producten veel energie gebruikt in de vorm van droging en koeling. De hoeveelheid verbruikte

Nadere informatie

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw Van gas los! Klimaat Opties glastuinbouw Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw Minder energie gebruiken CO2

Nadere informatie

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Door de vastgestelde energie- en klimaatdoelstelling binnen Europa om in 2050 energieneutraal te zijn, is het voor de hele samenleving maar met name voor bedrijven

Nadere informatie

CO 2 - Footprint Bedrijventerrein Lorentz I & II te Harderwijk

CO 2 - Footprint Bedrijventerrein Lorentz I & II te Harderwijk CO 2 - Footprint Lorentz I & II te Harderwijk Periode: 211-213 Datum: 24-1- 214 Versie: 2 1 Inhoudsopgave Inleiding CO 2 - Footprint 211 CO 2 - Footprint 212 CO 2 - Footprint 213 Vergelijk Totalen Ambitie

Nadere informatie

100% groene energie. uit eigen land

100% groene energie. uit eigen land 100% groene energie uit eigen land Sepa green wil Nederland op een verantwoorde en transparante wijze van energie voorzien. Dit doen wij door gebruik te maken van duurzame energieopwekking van Nederlandse

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 18-08-2017 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige

Nadere informatie

Naar een klimaatneutrale sportvereniging

Naar een klimaatneutrale sportvereniging Naar een klimaatneutrale sportvereniging Leidraad voor het maken van een eigen projectplan of Plan van Aanpak Inleiding Steeds meer sportverenigingen met een eigen accommodatie komen in actie om energie

Nadere informatie

Duurzame Greenport Westland Oostland

Duurzame Greenport Westland Oostland 12 oktober 2009 Duurzame Greenport Westland Oostland EFRO programma Doel: Duurzame Greenport (p p p) Greenport Westland Oostland gemeentes Westland, Pijnacker Nootdorp, Lansingerland Kennisinstellingen

Nadere informatie

Verbruik van duurzame energie,

Verbruik van duurzame energie, Indicator 28 april 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel duurzaam in het binnenlandse

Nadere informatie

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014 Kansen voor warmte Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014 Centrale boodschap Er is een groot potentieel aan duurzame warmte en warmtebesparing in Nederland beschikbaar. Per situatie

Nadere informatie

De rol van biomassa in de energietransitie.

De rol van biomassa in de energietransitie. De rol van biomassa in de energietransitie. Bert de Vries Plaatsvervangend directeur-generaal Energie, Telecom en Mededinging, Ministerie van Economische Zaken Inhoud 1. Energieakkoord 2. Energietransitie

Nadere informatie

Energie-efficiëntieverbetering bij (kleine) koffiebranders

Energie-efficiëntieverbetering bij (kleine) koffiebranders Energie-efficiëntieverbetering bij (kleine) koffiebranders Energie-efficiëntie verbeteren binnen het koffiebrandproces via drie stappen Aanleiding In deze studie is de energiebesparing bij kleine koffiebrandmachines

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan

Energiemanagement actieplan Energiemanagement actieplan 2019 14-02-2019 Energie Management Actieplan 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Bedrijfsdoelstelling 4 2.2 Scope 1 4 2.3 Scope 2 4 3. Plan van

Nadere informatie

Wijk bij Duurstede, 16 september 2013. Betreft: Plan van aanpak duurzaamheid. Memo. Van: Wethouder Robbert Peek. Aan: Gemeenteraad Wijk bij Duurstede

Wijk bij Duurstede, 16 september 2013. Betreft: Plan van aanpak duurzaamheid. Memo. Van: Wethouder Robbert Peek. Aan: Gemeenteraad Wijk bij Duurstede Wijk bij Duurstede, 16 september 2013 Betreft: Plan van aanpak duurzaamheid. Memo Van: Wethouder Robbert Peek Aan: Gemeenteraad Wijk bij Duurstede behandeld door Jelger Takken toestelnummer 609 bijlagen

Nadere informatie

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder 16/12/2010 Cogen Vlaanderen Daan Curvers COGEN Vlaanderen Houtige biomassa in de landbouw 16

Nadere informatie

Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties

Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties Nederland watersportland! Een leven lang genieten op het water Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties Watersportacademy is onderdeel van het Watersportverbond Bram Sluijk EDS

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Ontwerp Gezonde Systemen

Ontwerp Gezonde Systemen Ontwerp Gezonde Systemen Het huidige zonne-inkomen gebruiken De cycli van de natuur worden aangedreven door de energie van de zon. Bomen en planten vervaardigen voedsel op zonlicht. De wind kan worden

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen

CO2-reductiedoelstellingen CO2-reductiedoelstellingen Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 20-02-2017 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem,

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan 2017

Energiemanagement actieplan 2017 Energiemanagement actieplan 2017 Datum: 7 maart 2017 Paraaf directie: ENERIEMANAMENTACTIEPLAN 2017 Versie 8 februari 2017 CONCEPT Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Bedrijfsdoelstelling

Nadere informatie

*Z075167D42B* Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus AA MIDDELHARNIS. Geachte raad,

*Z075167D42B* Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus AA MIDDELHARNIS. Geachte raad, Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus 1 3240 AA MIDDELHARNIS *Z075167D42B* Geachte raad, Registratienummer : Z -16-69161 / 8211 Agendanummer : 11 Portefeuillehouder : Wethouder Van der Vlugt Raadsvergadering

Nadere informatie

Energie-efficiëntieverbetering bij koffiebranders

Energie-efficiëntieverbetering bij koffiebranders Energie-efficiëntieverbetering bij koffiebranders Energie-efficiëntie verbeteren binnen het koffiebrandproces via drie stappen Aanleiding In deze studie is de energiebesparing bij koffiebrandmachines onderzocht.

Nadere informatie

duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen

duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen De toekomst van de energievoorziening Gemeenten, provincies, bedrijven en projectontwikkelaars gaan zich steeds meer richten op duurzame energiedoelstellingen,

Nadere informatie

Klimaatneutrale bloembollenbedrijven

Klimaatneutrale bloembollenbedrijven Klimaatneutrale bloembollenbedrijven Visie op 2020 Jeroen Wildschut (WUR/PPO) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 32 361158 10 Februari 2011 2011 Wageningen,

Nadere informatie

Champignon kwekerij t Voske. Klimaatneutraal door Duurzame energie

Champignon kwekerij t Voske. Klimaatneutraal door Duurzame energie Champignon kwekerij t Voske Klimaatneutraal door Duurzame energie Jan Gielen Manager / Specialist Klimaat & Energie DLV Plant MUSHROOMS E-mail: j.gielen@dlvplant.nl 1 Onderwerpen Schone en Zuinige Paddenstoelensektor:

Nadere informatie

De Lokale Duurzame Energie Coöperatie. EnergieCoöperatieBoxtel WWW.ECBOXTEL.NL. Betaalbaar, duurzaam, eigen en onafhankelijk

De Lokale Duurzame Energie Coöperatie. EnergieCoöperatieBoxtel WWW.ECBOXTEL.NL. Betaalbaar, duurzaam, eigen en onafhankelijk De Lokale Duurzame Energie Coöperatie EnergieCoöperatieBoxtel Betaalbaar, duurzaam, eigen en onafhankelijk WWW.ECBOXTEL.NL LDEC: Waarom en waartoe leidt het Samen met leden realiseren van betaalbare, duurzame,

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Zonne-energie voor ondernemers

Zonne-energie voor ondernemers Zonne-energie voor ondernemers Een zonnige en zuinige toekomst? Johannes Zijlstra 20-03-2013 LTO Noord Advies Zonne energie; drijvende kracht!? 1 Zonuren Onderwerpen Energie en duurzaamheid Ontwikkeling

Nadere informatie

Een duurzaam en lokaal aanbod

Een duurzaam en lokaal aanbod Een duurzaam en lokaal aanbod Lelystad, 26 juni 2013 1 Met deze samenwerking beoogt AGCE, Eneco /Joulz een duurzame visie in praktijk te brengen en biedt voor de ondernemer: Een duurzaam en lokaal aanbod

Nadere informatie

Verkenning energie en verduurzaming glastuinbouw Limburg. 20 februari 2019

Verkenning energie en verduurzaming glastuinbouw Limburg. 20 februari 2019 Verkenning energie en verduurzaming glastuinbouw Limburg 20 februari 2019 Initiatief en doel Initiatief 2017 LLTB-vakgroep tuinbouw bedekte teelten Ism LLTB en LTO Glaskracht Nederland Visie Klimaatneutrale

Nadere informatie

http://enquete.groenepeiler.nl/admin/statistics.aspx?inquiry=47 1 van 13 5-7-2011 17:03

http://enquete.groenepeiler.nl/admin/statistics.aspx?inquiry=47 1 van 13 5-7-2011 17:03 1 van 13 5-7-2011 17:03 Enquête Enquête beheer Ingelogd als: aqpfadmin Uitloggen Enquête sta s eken Enquête beheer > De Klimaat Enquête van het Noorden > Statistieken Algemene statistieken: Aantal respondenten

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Initiatieven CO2 reductie MVOI BV.

Initiatieven CO2 reductie MVOI BV. Initiatieven CO2 reductie MVOI BV. MVOI BV Versie: 1 Datum: 15-05-2017 Pagina 1 van 6 Inhoud 1 Inleiding...3 2. Initiatieven waarin we zijn toegetreden....4 2.1 Warmtetafel. (Warmtenetwerk)...4 De Warmtetafel

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector Jeroen Wildschut & Arjan Smits

Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector Jeroen Wildschut & Arjan Smits Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector 2009 Jeroen Wildschut & Arjan Smits Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit

Nadere informatie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1 CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1 Datum: 20 december 2017 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan 2016

Energiemanagement actieplan 2016 Energiemanagement actieplan 2016 Energie Management Actieplan 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Bedrijfsdoelstelling 4 2.2 Scope 1 4 2.3 Scope 2 4 3. Plan van Aanpak 5 3.1

Nadere informatie

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2 Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2 Energietransitie Papierketen De ambities binnen Energietransitie Papierketen: Halvering van het energieverbruik per eindproduct in de keten per

Nadere informatie

5.B.1 CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

5.B.1 CO2-reductiedoelstellingen + voortgang 5.B.1 CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Drunen 20 juli 2018 Dhr. R. Buijs Akkoord directie: Datum: Handtekening: Pagina 1 van 9 1 Inleiding Dit CO2-reductieplan heeft,

Nadere informatie

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart Programma Kas als Energiebron Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart Inhoud Kenmerken glastuinbouw Introductie Programma Kas als Energiebron

Nadere informatie

Energiebeoordelingsverslag 2016

Energiebeoordelingsverslag 2016 Energiebeoordelingsverslag 2016 Datum: 7 maart 2017 Paraaf directie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden 4 3. Energieverbruik

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector 2016

Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector 2016 Energiemonitor van de Nederlandse Paddenstoelensector 2016 Jeroen Wildschut Wageningen University & Research Bloembollen januari 2018 PPO nr 3736191600 2 Wageningen University & Research en de Stuurgroep

Nadere informatie

Omslag notitie. Projectnummer Onderwerp/titel Stof? Pak t aan (3) Relatie met taken/thema s PT Werken in de tuinbouw. Datum aanvraag 24 mei 2011

Omslag notitie. Projectnummer Onderwerp/titel Stof? Pak t aan (3) Relatie met taken/thema s PT Werken in de tuinbouw. Datum aanvraag 24 mei 2011 Omslag notitie Vergadering van Sociaal Economische Commissie Datum vergadering 6 juni 2011 Agendapunt 8 Voorbereid door Jan Kees Boon Totaal aantal pagina s 6 20 mei 2011 1. Project Projectnummer 13093

Nadere informatie

deelsessie Gelderse aanpak: stimulering bedrijven Door Roland Bus & Roy Ellenbroek (GEA) Krijn Ratsma (St. Energieke Regio)

deelsessie Gelderse aanpak: stimulering bedrijven Door Roland Bus & Roy Ellenbroek (GEA) Krijn Ratsma (St. Energieke Regio) deelsessie Gelderse aanpak: stimulering bedrijven Door Roland Bus & Roy Ellenbroek (GEA) Krijn Ratsma (St. Energieke Regio) Programma Introductie van de aanpak van het Gelders Energieakkoord (Roy Ellenbroek,

Nadere informatie

Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn.

Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn. DOSSIER Kleine windmolens Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn. Er zijn veel typen windmolens op de markt, met mast, zonder mast, horizontaal of verticaal.

Nadere informatie

Bouwen is Vooruitzien

Bouwen is Vooruitzien Bouwen is Vooruitzien Energie van visie tot projecten Peter Op t Veld Inhoud Waar staan we? Europees energie en klimaatbeleid Tegenstelling collectief belang individueel belang Waar gaan we naar toe?

Nadere informatie

Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing

Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing Inleiding In 28 sloten de overheid en de agrosectoren het convenant Schone en Zuinige agrosectoren.

Nadere informatie

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Beleid dat warmte uitstraalt Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Doelen rijksoverheid voor 2020 Tempo energiebesparing 2 % per jaar Aandeel duurzaam in totale

Nadere informatie

Geothermie. traditioneel energiebedrijf?

Geothermie. traditioneel energiebedrijf? 31 maart 2010 T&A Survey Congres Geothermie Duurzame bron voor een traditioneel energiebedrijf? Hugo Buis Agenda Duurzame visie & ambities Waarom kiest Eneco voor Geothermie? Stand van zaken Markten Pro

Nadere informatie

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF De Eshof op weg naar energie neutraal! = woningen Eshof naar nul op de meter = Inhoud 1. Ambitie: naar meest duurzame wijk van Elst? 2. Meten is weten: per wijk per

Nadere informatie

Biomassa WKK in de glastuinbouw

Biomassa WKK in de glastuinbouw Management samenvatting Biomassa WKK in de glastuinbouw Evaluatie van transitieroutes Februari 2005 Auteurs Opdrachtgevers : Ir. Joep Coenen, Cogen Projects Ir. Stijn Schlatmann, Cogen Projects : Productschap

Nadere informatie