Kwartaalblad nr.64

Page 19

Successen

Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft in opdracht van de12Landschappen gekeken naar de resultaten van de EGM. Deze bleken boven verwachting. Bedreigde planten keerden door de ingrepen veel sneller terug dan verwacht. Ook in de terreinen van Het Drentse Landschap zijn tal van successen te melden. Door de ingrepen in onze heidegebieden neemt vooral de overheersing van Pijpenstrootje (bentepollen) en Bochtige smele af, terwijl soorten als Struik- en Dophei weer het beeld gaan bepalen. Ook aan deze vegetaties gebonden bedreigde Rode Lijstsoorten keren terug. In natte heidegebieden verschijnen weer soorten als Klokjesgentiaan, Moeraswolfsklauw, Kleine en Ronde zonnedauw, Bruine en Witte snavelbies, Heidekartelblad en Dwergvlas. Niet alleen planten reageren positief op de extra beheersmaatregelen.

foto: Sonja van der Meer

in Drenthe is overwegend veel gunstiger dan bijvoorbeeld in Brabant. Toch hebben wij hier ook te maken met een overschrijding van de stikstofuitstoot waardoor tal van vegetaties uiteindelijk niet zullen overleven. In Drenthe is 74% van de stikstof afkomstig van buiten de provincie en ca. 26% van de landbouwbedrijven, met de meeste invloed binnen een straal van 3 tot 5 km. Noch het algemene rijksbeleid, noch het beleid in Drenthe zullen binnen afzienbare tijd tot minder stikstof leiden. Bijzondere vegetaties van vennen, venen en heiden blijven hierdoor bedreigd. Om de kwaliteit van de natuurgebieden lokaal nog enigszins op peil te houden en de afname van de biodiversiteit op een beperkt aantal plekken een halt toe te roepen, zijn de Effectgerichte Maatregelen absoluut nodig.

Ook vogelsoorten waar het landelijk slecht mee gaat, nemen toe of weten zich goed te handhaven. Bijvoorbeeld Veldleeuwerik, Paapje, Boomleeuwerik, Watersnip en Graspieper.Voor vlinders zoals Gentiaanblauwtje, Heideblauwtje en Heivlinder en andere insecten zorgt de komst of uitbreiding van bepaalde plantensoorten voor een toename aan waardplanten en nectarbronnen. Goed instrument

De EGM-regeling is voor de terreinbeheerders in de afgelopen jaren zeer belangrijk geweest. Het maakte herstelmaatregelen mogelijk waar anders geen financiering voor was. En het werkte zoals blijkt uit het onderzoek van de12Landschappen. Inmiddels is het ook duidelijk geworden dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de gestelde doelen niet gaat halen voor herstel van de milieukwaliteit, behoud van biodiversiteit en afronding van een volwaardige Ecologische Hoofdstructuur in 2018.Vanaf 2010 is het ministerie van plan om geen middelen meer beschikbaar te stellen voor de EGM-regeling. Deze verantwoordelijkheid wordt nu bij de provincies neergelegd, maar zonder de benodigde middelen hiervoor

mee te geven. Wanneer die middelen niet beschikbaar worden gesteld zal dat ingrijpende gevolgen hebben. Na 20 jaar blijkt immers dat door deze manier van werken bedreigde soorten nog enigszins kunnen overleven en soms ook terugkeren. De kwaliteit van onze terreinen is nog lang niet op een niveau dat extra maatregelen niet meer nodig zijn. Het Drentse Landschap pleit er, samen met andere terreinbeherende organisaties, dan ook voor om de EGM-regeling binnen het nieuwe provinciale subsidiestelsel een warme plek te geven!

Drouwenerzand

* Drs. H.D. Heinemeijer is hoofd Onderzoek en Planning van Stichting Het Drentse Landschap.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.