Lees verder
Biobased verpakkingen zijn er natuurlijk al decennialang, zie karton en papier. Deze golden oldies krijgen meer en meer gezelschap van nieuwe materialen. Agro&Chemie sprak met insiders Annita Westenbroek, Caroli Buitenhuis en Mark Geerts over de kansen en uitdagingen.
Edwin van Gastel

‘Er zijn volop mogelijkheden voor een nieuwe generatie biobased verpakkingen, maar het is niet eenvoudig.’ Met deze woorden opent Annita Westenbroek (namens het Dutch Biorefinery Cluster, lid van het Platform Agro-Papier-Chemie) het gesprek. Verpakkings- en retailbedrijven zijn volgens haar logischerwijs terughoudend om aan de slag te gaan met de nieuwe generatie biobased materialen. ‘De materialen moeten op alle fronten goed functioneren voordat afnemers er definitief mee aan de slag gaan.’

En niet onlogisch volgens Westenbroek. De oudste biobased verpakking – en daarmee eerste generatie – de kartonnen doos heeft dan ook nog altijd een ongekend groot marktaandeel.

Outofthebox

Recent organiseerde het Platform Agro-Papier-Chemie twee kennissessies rond biobased verpakkingen. Hier zijn volgens Westenbroek een aantal belangrijke conclusies getrokken. ‘Allereerst moeten marktpartijen uit verpakkingsindustrie en de potentiële leveranciers van biobased materialen elkaar beter leren kennen. De catalogus biobased verpakkingen is bijvoorbeeld een mooi document, maar je kunt bepaalde zaken niet zwart op wit hebben. Je moet outofthebox durven te denken om tot een nieuwe generatie biobased verpakkingen te komen en niet het materiaal maar de oplossing centraal stellen.’

En ook in de verpakkingsindustrie is in de ogen van Westenbroek nog veel verdeeldheid. ‘Sommigen geven aan dat ze alleen overstappen op biobased verpakkingen als deze goedkoper zijn dan de huidige verpakkingen en dezelfde functionaliteit hebben. Andere willen juist dat biobased verpakkingen functionaliteiten moeten toevoegen. Feit is dat men niet over stapt enkel en alleen omdat een verpakking biobased is. Biobased als marketingtool werkt slechts bij speciale producten die bijvoorbeeld biologisch afbreekbaar zijn.’

Een ander aspect is de end-of-life-problematiek. ‘Verpakkingsfabrikanten vinden het ongekend belangrijk dat hun producten gerecycled kunnen worden. Je moet je echter niet blind staren op het ontbreken van een recyclingsysteem. Dat gebeurt nu bij PLA waardoor de marktgroei afgeremd wordt.’

Want wij kunnen allen volgens Westenbroek de wens hebben om de verpakkingswereld biobased te maken, maar een verpakking dient nu eenmaal meerdere doelen en daar moet rekening mee gehouden worden. ‘Zo is het een communicatiemiddel en dat kan je niet doorbreken, anders zouden wij wel de kleinst mogelijke verpakkingen in de winkels zien. Het is dus belangrijk om doel en middel goed te combineren en langs die lijn tot duurzame verpakkingen te komen. Hoe dan ook verwacht ik dat binnen drie jaar een groot aantal nieuwe biobased verpakkingen succesvol op de markt gekomen is. Er zijn dan materialen die qua functionaliteit of prijs prima kunnen concurreren met fossiele alternatieven. Om dit traject te versnellen, werken wij als Platform Agro-Papier Chemie aan een position paper om de dialoog aan te gaan met de retailsector.’

Miljoenen verdienen met plastic

Ook Caroli Buitenhuis draait al vele jaren mee in de verpakkingswereld. Zo was zij in 2003 de bedenker van de tassenbol om in de retailsector het hergebruik van tassen te bevorderen. Toen enkele jaren geleden de aandacht voor het terugdringen van het aantal plastic tassen afnam – voor retailers zijn plastic tassen het product met de hoogste omloopsnelheid en er worden letterlijk miljoenen euro’s mee verdiend – gooide Buitenhuis het roer om. ‘Ik wilde niet langer alleen aan de achterdeur verandering teweegbrengen door plastic tassen te laten hergebruiken, maar ook aan de voordeur iets veranderen door verpakking te verduurzamen.’

En zo gezegd zo gedaan. Buitenhuis volgde een opleiding verpakkingskunde en startte met haar missie om de vraagzijde (retailers en brand owners) dichterbij de aanbodzijde (fabrikanten) te brengen. Sinds het begin van het kalenderjaar runt ze met haar eigen bedrijf Biobased Packaging Innovations in Amsterdam een informatie- en expocentrum voor biobased verpakkingen. ‘Hier hebben alle toonaangevende fabrikanten hun biobased verpakkingsmaterialen uitgestald en licht ik op pro deo basis retailers en brand owners voor over de mogelijkheden. Ik leg hen ook uit dat een koffieverpakking andere barrière-eigenschappen kent dan een vlees- of zuivelverpakking. Daar zit namelijk de kern van het probleem. De decision makers van verpakkingen bij retailers en brandowners hebben geen kaas gegeten van barrière- en materiaaleigenschappen. Begrijpelijk, maar met het informatie- en expocentrum probeer ik daar verandering in te brengen en hun ogen te openen voor biobased verpakkingen. Overigens koppel ik retailers en brand owners aan producenten om zo duurzame innovaties te versnellen.’

Innovatiepijn

De catalogus Biobased Verpakkingen, gepubliceerd door Wageningen UR en waar ook Buitenhuis een bijdrage aan leverde, en het informatie- en expocentrum vullen elkaar volgens Buitenhuis aan. ‘Met het centrum vertaal ik in feite de catalogus naar de markt. De catalogus is een eerste handleiding, maar ook niet meer dan dat. Het centrum is de plek waar een vervolgstap gemaakt kan worden door retailer en brand owner te verbinden met de fabrikant. Na dat faciliterende proces moet de markt zijn werk doen.’

Buitenhuis ziet de vraag naar biobased verpakkingen in de komende jaren enkel toenemen. ‘Maar er is nog wel innovatie nodig. Niet alleen op gebied van materiaaltechnologie, maar ook op het gebied van recycling en compostering. Aan de achterkant van de keten vindt bij recycling- en composteerbedrijven te weinig innovatie plaats. Fabrikanten stappen om die reden bijvoorbeeld niet of slechts mondjesmaat over op verpakkingen van bijvoorbeeld PLA. Zij komen pas in actie als PLA goed gerecycled wordt. Daar zit momenteel voor biobased verpakkingen de innovatiepijn. Ik verwacht dat, als de belemmeringen weggehaald worden, biobased verpakkingen in 2030 meer dan vijfentwintig procent marktaandeel hebben.’

Keerpunt nabij

‘Marketeers moeten daartoe ook beseffen dat een eerlijk product in een eerlijke verpakking bijdraagt aan een positieve merkwaarde’, vervolgt Buitenhuis. Dat hebben ze nu niet door en verpakkingen zijn daardoor het spreekwoordelijke afvalputje. Jonge bedrijven die duurzaamheid al heel lang in hun aderen hebben zitten, laten zien dat verpakking en inhoud één integraal concept zijn. Het kan immers niet zo zijn dat marketeers veel geld besteden aan het creëren van een positief imago en dit door een milieuonvriendelijke verpakking weer om zeep helpen. Het keerpunt is gelukkig nabij omdat het verzet tegen de plastic soep en het zwerfafval snel toeneemt. Directies van grote merken moet sterk zijn en een statement maken met duurzame verpakkingen.’

Nu de markt voor biobased verpakking groeiende is, verwacht Buitenhuis ook dat er meer marktdata beschikbaar komen. ‘De Nederlandse gemeenschap rond biobased verpakkingen is nog niet verenigd, maar dat zal binnenkort gebeuren omdat de markt loskomt. Nederland is binnen Europa bezig aan een inhaalslag en ook het genereren van marktdata omtrent biobased verpakkingen is daar onderdeel van. Niet voor niets is Amsterdam volgend jaar mei plaats van handeling van het internationale congres Bio!pac op 12 en 13 mei 2015.’

Andere markten, andere drijfveren

Het Nederlandse PaperFoam verovert met haar biobased verpakkingen sinds enkele jaren de wereld. Grote kracht is de receptuur die er voor zorgt dat de spuitgegoten verpakkingen biobased en (huishoud)composteerbaar zijn. Met een mengsel van aardappelzetmeel, houtvezel en nog een geheim ingrediënt à la Coca Cola boekt het bedrijf vele successen. Paperfoam heeft dan ook als geen ander ervaring in afzetmarkt van biobased verpakkingen. Volgens Geerts heeft het bedrijf verschillende typen klanten. Zo zijn sommigen doelbewust op zoek naar een biobased en composteerbare verpakking. ‘De vraag verschilt nogal per land. In Amerika willen klanten heel graag een milieuvriendelijke verpakking, maar moet deze ook coûte que coûte recyclebaar zijn. Wij voldoen daar aan omdat de vezels die wij toepassen, herbruikbaar zijn. Op de Nederlandse markt is er weer meer vraag naar composteerbare verpakkingen. Nog een andere categorie bedrijven is bezig met de reductie van haar CO2-emissie. Gelukkig scoren wij vergeleken met pulp en plastic ook op dat vlak goed. Een laatste categorie klanten vindt ons biobased materiaal mooi om een heel andere reden. Zij willen zich onderscheiden met materiaalsoorten. Ons materiaal is relatief nieuw en biedt hen meer vrijheden bij het ontwerpen van verpakkingen. Al met al is het aardig dat een verpakking biobased is, maar dat is absoluut niet de hoofdzaak voor onze klanten.’

Ontnesten

Volgens Geerts moeten biobased verpakkingen functionaliteit toevoegen om een massamarkt te veroveren. ‘Zeker omdat wij ons in het bovenste segment van de markt bevinden. De allergoedkoopste verpakkingen zijn weliswaar ook biobased – het zijn de ouderwetse kartonnen doosjes – maar bieden veel minder functionaliteiten. Het winkelschap met eieren is daar een afspiegeling van. Het rondeeleierdoosje staat bij Albert Heijn op ooghoogte omdat het een mooie verpakking is. De goedkopere pulpverpakkingen staan onder in het schap.’

Ook tijdens het productieproces hebben de biobased verpakkingen volgens Geerts hun toegevoegde waarde. Ze laten zich veel makkelijker ontnesten. ‘Dit betekent dat een stapel dozen die naast een verpakkingsmachine staat makkelijker op te pakken is door een machine omdat ze steviger zijn. Door die vormvastheid zijn de producten ook makkelijker in de verpakkingen te leggen.’

Proceskosten lager

Geerts is door de extra functionaliteiten dan ook overtuigd dat de markt van de nieuwe generatie biobased verpakkingen binnen enkele jaren de kenmerken van een massamarkt zal hebben. ‘Al is het alleen maar omdat bedrijven en burgers steeds meer behoefte hebben aan eenvoudige verpakkingen, waarmee ze ook in recyclestromen uit de voeten kunnen. Anderzijds is er een volumeontwikkeling waardoor prijzen van de nieuwe generatie biobased verpakkingen steeds dichterbij de marktprijzen van traditionele verpakkingen komen te liggen. Onze prijzen gaan al jarenlang omlaag. Tal van zaken spelen daarbij een rol: van vergaande automatisering tot lagere arbeidskosten en de verbetering van het procesrendement.’

Paperfoam’s verpakkingen bevinden zich daardoor op een prijsniveau van onder tot plus twintig procent ten opzichte van haar conventionele concurrenten. ‘Onder de prijs kom je ook vooral doordat de kosten van het inpakproces een stuk omlaag kunnen. Onze verpakking is glad waardoor elektronische apparaten bijvoorbeeld niet extra in plastic verpakt hoeven te worden voordat zij in de eindverpakking gaan die de consument ziet. Onze verpakking veroorzaakt geen krassen.’

En over drie jaar? Geerts rekent voor dat de milieuwinst van biobased verpakkingen dan gigantisch kan zijn. ‘Een van mijn sommetjes laat zien dat als elke Europeaan, Nederlander of Amerikaan één plasticverpakking per dag minder gebruikt, dit tot een CO2-reductie van 0,1 procent leidt. Dat is een substantieel getal dat enkel bereikt kan worden door biobased verpakkingen.’