Lees verder
De markt voor melkzuur groeit. Vooral als middel om de houdbaarheid van levensmiddelen te verlengen. Maar er zijn nog meer toepassingen. Zo fungeert het als bouwsteen voor het biopolymeer polymelkzuur PLA. Die markt is nog niet groot. Toch is de mening wijd verbreid dat ze enorm belangrijk wordt.
Koen Vandepopuliere

Het Belgische biotechbedrijf Galactic is vooral bekend als producent van melkzuur. In 2007 ging de firma met Total Petrochemicals de joint-venture Futerro aan. Die firma moet de laatste stappen zetten richting grootschalige commercialisatie van PLA. Meer daarover weet Frédéric Van Gansberghe. Hij is de CEO van Galactic. In 2012 was hij één van de tien genomineerden voor de titel ‘Manager van het Jaar’ in België.

 

Wat produceert Galactic?

Van Gansberghe: ‘Melkzuur. We maken dat via fermentatie van suiker. Melkzuur komt van nature voor in het menselijke lichaam en heeft zeer goede antimicrobiële eigenschappen. Je kan het gebruiken in voedsel om de houdbaarheid ervan te verlengen. Het meeste melkzuur wordt dan ook verkocht als bewaarmiddel voor vlees, brood en banket, maar ook voor zuivel, confiserie en dranken. De markt voor melkzuur groeit trouwens. Dat is vooral te wijten aan het gegeven dat mensen steeds meer verwerkt voedsel eten: producten zoals pizza’s, hamburgers en dergelijke. Vooral mensen in steden eten dat. En in landen als China en Brazilië neemt de verstedelijking snel toe. Ook is er een grote markt voor melkzuur in voeder voor dieren. Het is in deze markt een alternatief voor antibiotica. Dat is een grote troef in Europa, waar antibiotica in dierenvoeder verboden is.’

 

Wat zijn de minder gangbare toepassingen?

‘Reeds bij de start van ons bedrijf hadden we de bedoeling ook de niet-traditionele toepassingen van melkzuur te verkennen. Meer bepaald was ons idee melkzuur te gebruiken als bouwblok van andere moleculen. Deze niet-traditionele toepassingen van melkzuur vallen vandaag uiteen in twee hoofdmarkten. De eerste is die voor esters van melkzuur. Die gebruiken we als solvent, in de plaats van petrochemische solventen voor gebruik in verven, inkten en dergelijke. De tweede markt is die voor PLA, een melkzuurpolyester. We beschouwen dit biopolymeer, PLA, als het meest veelbelovend. Het heeft namelijk zeer goede mechanische eigenschappen. Bovendien is het heel kosteneffectief in vergelijking met andere biopolymeren, zoals PHA en PBS.’

 

‘Op dit moment gaat PLA uitsluitend naar voedselverpakkingen, maar dat is een kleine markt. De PLA-markt kan wel enorm groeien door eigenschappen toe te voegen.’

 

Hoeveel ton melkzuur maakt Galactic per jaar? En hoe evolueert de markt waarin jullie opereren?

‘We hebben drie vestigingen: één in België, één in China en één in de USA. Die produceren samen ongeveer 80.000 ton per jaar. Overigens groeit de mondiale markt voor melkzuur met 5 à 10 procent per jaar. Het grootste deel van het melkzuur gaat naar de voedingsmarkt. En dan gaat nog ongeveer 20 procent ervan naar PLA. Dat aandeel neemt toe. We verwachten zelfs dat de markt voor PLA groter zal worden dan de voedselmarkt. Mogelijk binnen 10 à 15 jaar al. Maar van het melkzuur dat wij produceren, gaat maar een heel klein deel naar PLA, naar Futerro dus. Dat produceert ‘slechts’ duizend ton per jaar, want dat gaat vooralsnog om een demonstratieproject. Wel overwegen we op termijn om onze eerste site die PLA produceert, op industriële schaal te brengen. Maar zeker is dat nog niet.’

 

Hoe komt het dat Futerro nog in een demonstratiefase zit?

‘Op dit moment is NatureWorks, uit de USA, de enige die PLA produceert op industriële schaal. Dat remt de groei van de PLA-markt. Grote afnemers willen namelijk niet afhankelijk zijn van slechts één leverancier. Ze wachten op een tweede. Zodra die er is, zullen ze de stap naar PLA overwegen. Op dit moment gaat PLA uitsluitend naar voedselverpakkingen, maar dat is een kleine markt. Maar wij geloven dat die enorm kan groeien door eigenschappen toe te voegen. Futerro streeft er dan ook naar specifieke PLA’s aan te bieden voor specifieke toepassingen, zodat deze geschikt is voor de textiel, auto’s, als behuizing voor electronica et cetera. We kunnen ons product eenvoudigweg als PLA aanbieden, maar het kan ook gaan om PLA gemengd met andere polymeren: bio- of petroleumgebaseerd. In feite trachten we dichter in de buurt te komen bij eigenschappen van traditionele polymeren. Zodat de klanten hun productieproces weinig of niet hoeven te veranderen om over stappen naar PLA. Uiteindelijk moet onze PLA kunnen concurreren met PET, PS en zelfs met PP.’

 

Waarom werkten jullie niet autonoom verder aan PLA, en gingen jullie een joint venture aan met Total Petrochemicals?

‘Galactic ontwikkelde inderdaad autonoom PLA-technologie, tot 2007. In dat jaar stelden we vast dat onze technologie bijna op punt stond. Echter, wij zijn experten wat betreft fermentatie, niet wat betreft polymeren. We zochten dan ook een polymerenspecialist om de finale versie de benodigde verbeteringen aan te brengen. We zochten een bedrijf dat kennis heeft omtrent wat de afnemers van polymeren willen, en die toegang heeft tot die markt. Het is om die reden dat we een joint-venture aangingen met Total. Eén van zijn takken, Total Petrochemicals, is een wereldwijde marktleider in onder meer PS- en PP-pellets.’

 

Welke uitdagingen liggen er om een definitieve doorbraak van PLA mogelijk te maken?

‘Dé uitdaging is om kosteneffectief te zijn ten opzichte van traditionele polymeren. En dat is een kwestie van het beheersen van de productiekosten. Op dit moment is PLA een beetje duurder, dan praten we over een plus van circa 20 procent. Wel wordt het prijsverschil tussen PLA en petroleumgebaseerde polymeren kleiner. Een tweede uitdaging is om ervoor te zorgen dat de eigenschappen tegemoet komen aan de vereisten van de toepassing. Daarvoor kunnen wij een beroep doen op de expertise van Total. Een andere belangrijke uitdaging is het promoten van PLA. Immers, het is een nieuw product. Je moet de voordelen ervan nog van uitleggen aan de klant.’

 

Wat zijn die voordelen?

‘De eigenschappen van PLA zijn anders dan die van bijvoorbeeld polyolefinen (daartoe behoren o.a. PE, PP, PB, red.). Zo heeft PLA een betere permeabiliteit voor water en lucht. Dat is perfect voor verpakkingen van bepaalde producten, zoals vers brood. Ook is PLA heel transparant, net als PC (polycarbonaat) en PC is duurder dan PLA. Dus daar speelt het prijsverschil in ons voordeel. Voorts is van belang dat PLA een polyester is. Dus een polymeer dat vlot te bedrukken en te kleuren is. En dan is er nog de marketing die je eromheen kan voeren. Belangrijk in die context is dat de biodegradibiliteit iets is wat je kan beheren. Je kan de snelheid ervan aanpassen, naargelang de toepassing.

Een ander pluspunt is dat PLA biogebaseerd is. Je kan dus communiceren dat het is gefabriceerd op basis van natuurlijke koolstof. Ook kunnen we, met behoud van zijn eigenschappen, meer dan 95 procent van het polymeer terug omzetten naar melkzuur, en van daar uit terug naar PLA dankzij onze gepatenteerde ‘Loopla’-recyclagetechnologie. Die mogelijkheid te recycleren, is vrij uniek. Want als je bijvoorbeeld PET recycleert, gaan de eigenschappen van PET achteruit. Nu, als je daarmee je voordeel wil doen, moet je de producten uit PLA ook terug inzamelen op het eind van hun levensduur. Ook op dat vlak zijn we actief. We onderzoeken op welke manier we het PLA terug kunnen inzamelen. Zo kun je drinkbekers uit PLA aanbieden op een popfestival, ze ter plekke inzamelen en dan recycleren naar nieuwe PLA. Een ander voorbeeld zijn PLA-waterflessen. Die kun je uitsorteren met nabij-infrarood technologie. Het enige probleem is dat je daarvoor moet onderhandelen met het recyclagebedrijf. Zij zijn het namelijk die in die nabij-infraroodtechnologie moeten investeren. En gewoonlijk zeggen ze: als niet minstens 3 procent van het gewicht uit PLA bestaat, is de investering niet interessant. Zodra er wel 3 procent of meer PLA in zit, zullen recyclagebedrijven het systeem wél implementeren.’