Kwartaalblad nummer 83

Page 14

Wilde lijsterbes Jan van Ginkel*

De Wilde lijsterbes is een van de bekendste bomen van het Drentse platteland. Hij groeit vrijwel overal maar ontbreekt in natte venen en moerassige beekdalen. In sommige delen van de veenkoloniën is hij zeldzaam. De lijsterbes staat in bossen, houtwallen en singels, mits er voldoende licht aanwezig is en gedijt niet in zware schaduw. Sinds mensenheugenis geniet de ranke boom grote bekendheid. Die dankt hij aan zijn nuttige eigenschappen en bescheiden maar toch ook opvallende verschijning. Daarbij spelen in het voorjaar de tere roomwitte bloemschermen en later de fel oranjerode bessen een hoofdrol. De bloemen van de Wilde lijsterbes geuren eigenaardig waardoor zij vooral door aasvliegen en kevers worden bezocht. De bessen rijpen in de nazomer en zijn grotendeels nog aanwezig als de boom zijn blad verliest. Tenzij deze ‘liesterkrallen’ al vroegtijdig bij Spreeuwen, Merels en lijsters op het menu staan. De bessen vormen smakelijk voedsel voor deze vogels. Doordat de zaden (pitten) in hun maag en darmen niet verteren, worden zij in de omgeving uitgepoept. De vogels zijn dan ook verantwoordelijk voor de wijde verspreiding van de lijsterbes, vanuit de boswallen tot ver op de heide en in het verdroogde hoogveen. Het verspreidingsgebied strekt zich uit door heel Europa en Klein-Azië en van de Kaukasus tot in West-Siberië. De Wilde lijsterbes behoort bij het basissortiment plantgoed dat wordt gebruikt bij de aanplant van bossen.

Foto: Jan van Ginkel

Fluitjes

Ook de mens weet de lijsterbes te waarderen. De bessen bevatten veel vitamine C en diverse zuren, waaronder sorbine- en appelzuur. De vruchtjes werden als geneesmiddel

aangewend tegen buikloop en dysenterie. Men kookte er stroop, gelei, moes en jam van.Van het afkooksel van gedroogde bessen werd azijn gemaakt. Ook liet men bessen trekken op brandewijn en stookte er likeur van. Het blad bevat looizuur. Een afkooksel van gedroogd blad werkt bloedstelpend. Behalve aan de bessen dankt de lijsterbes zijn bekendheid aan het jonge hout. Streeknamen als fluitiesboom, flutenholt, huppiesholt, siepsapsiep, apsapsiepie (de twee laatste in vele variaties) verwijzen naar het maken van fluitjes uit een tak van de lijsterbes. Hieraan denkend hoor ik direct de hese stem van een oud-dorpsgenoot die een versje declameerde toen ik hem vroeg naar oude spelletjes. ‘Ap sap siepie / wanneer bin ie riepie / in mei legt alle vogelties hun ei / behalve de koekoek en de griet / die legt in de meimaond niet’. Onder het zingzeggen van dit liedje – ook dat bestaat in talloze variaties – klopten de kinderen met het heft van hun zakmes de schors en bast van een twijg los. Zij maakten van dat omhulsel een fluitje.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.