1 december 1999

Bedrijfsomzet in de Nederlandse Zakelijke Dienstverlening: het effect op de arbeidsproductiviteit

Lage productiviteit nieuwe bedrijven in zakelijke dienstverlening

Persbericht
De groei van de arbeidsproductiviteit liep in de Nederlandse commerciële dienstensector terug van gemiddeld 1,5% per jaar in de tweede helft van de jaren tachtig tot 0,25% in de eerste helft van de jaren negentig. Bovendien bleef deze groei achter bij de stijging in andere landen.

Een belangrijke bedrijfstak binnen de commerciële dienstensector is de zakelijke dienstverlening. Zelfs deze bijzonder dynamische bedrijfstak kende slechts een bescheiden productiviteitsstijging in internationaal perspectief. Het hoge aantal toe- en uittredende bedrijven in deze bedrijfstak heeft tot dusver geen positief effect gehad op de ontwikkeling van de productiviteit. Dit in tegenstelling tot wat theoretisch verwacht wordt en tot wat zichtbaar is in de industrie.

Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het Onderzoeksmemorandum no. 159, Firm turnover in Dutch Business Services: The effect on labour productivity, dat het Centraal Planbureau (CPB) vandaag heeft gepubliceerd. Het onderzoek sluit aan bij eerdere onderzoeken van het CPB, die een verklaring zochten voor de lage groei van de arbeidsproductiviteit in Nederland.

Het huidige onderzoek maakt gebruik van internationaal unieke gegevens van individuele ondernemingen in de zakelijke dienstverlening voor de periode 1987 tot en met 1995. De zakelijke dienstverlening omvat branches als accountancy, economische adviesbureaus, architectenbureaus en computerservicebedrijven. De toename van de arbeidsproductiviteit, dat wil zeggen de toename in de hoeveelheid productie per gewerkt uur, is in de onderzochte periode uiteengerafeld in de bijdrage van bestaande, nieuwe en verdwijnende bedrijven. In het algemeen wordt verwacht dat nieuwe bedrijven nieuwe producten en diensten op de markt introduceren en bestaande bedrijven prikkelen tot verdere vernieuwing. Bedrijven die sterk verouderd zijn en ondermaats presteren worden zelfs gedwongen tot verdwijnen. Kortom, een sterke bedrijvendynamiek zou een impuls kunnen vormen voor productiviteitsverbetering. En de dynamiek in de zakelijke dienstverlening was groot: ruim driekwart van de bedrijven die in 1995 actief waren in deze bedrijfstak, bestond nog niet in 1987.

De conclusie uit het CPB-onderzoek is dat de bedrijvendynamiek in de zakelijke dienstverlening vooralsnog niet heeft bijgedragen aan een verbetering van de productiviteit. Het hoge aantal toetreders in de zakelijke dienstverlening drukte de jaarlijkse arbeidsproductiviteitstoename. Nieuwe bedrijven zijn bij aanvang minder productief dan de al bestaande bedrijven en gemiddeld genomen even productief als de verdwijnende bedrijven. Weliswaar verbetert een deel van de nieuwe bedrijven binnen enkele jaren hun productiviteitsniveau en marktaandeel snel, maar het overgrote andere deel is dan al weer van de markt verdwenen. Toch is niet alleen het grote aantal toetreders de oorzaak van het gebrek aan productiviteitsgroei in de zakelijke dienstverlening. Ook de bestaande bedrijven verhoogden hun productiviteit in de onderzochte periode gemiddeld genomen nauwelijks. Achter dit laatste gaan wel grote verschillen schuil. Bij sommige bestaande bedrijven nam de arbeidsproductiviteit jaarlijks met gemiddeld 3% toe, terwijl ook de werkgelegenheid steeg. Bij andere bestaande bedrijven verminderde de productiviteit met wel 3 tot 4% per jaar, terwijl eveneens de werkgelegenheid afnam.

Onvoldoende concurrentie in snel groeiende markten, te weinig product- en procesinnovaties en ontoereikende managementkwaliteiten lijken belangrijke oorzaken voor de geringe productiviteitsstijging in de zakelijke dienstverlening. Voor een goed inzicht daarin is verder onderzoek nodig.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Met behulp van een unieke data set op bedrijfsniveau van de Nederlandse Zakelijke Dienstverlening, analyseert dit onderzoeksmemorandum het effect van de bedrijfsomzet op de groei van de arbeidsproductiviteit. Speciale aandacht wordt besteed aan de bijdrage aan de productiviteitsgroei door toetredende bedrijven en bedrijven die stoppen.

Uit het onderzoek blijkt dat beginnende bedrijven minder productief zijn dan gevestigde bedrijven. Opmerkelijk is dat beginnende bedrijven net zo productief zijn als bedrijven die stoppen. Aangezien in de onderzochte periode veel nieuwe bedrijven zijn toegetreden tot de markt van de zakelijke dienstverlening, is de totale groei van de productiviteit niet verbeterd. Bovendien is de productiviteit van gevestigde bedrijven gemiddeld nauwelijks veranderd in de tijd, hoewel er een brede spreiding bestaat van groeipercentages voor de productiviteit tussen de bedrijven.

Dit is een Engelstalige publicatie

Auteurs

Henry van der Wiel

Lees meer over