AFSTUDEERONDERZOEK. Gevolgen voor de ondernemingsvormen van agrariërs door de ontwikkelingen in de sector

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AFSTUDEERONDERZOEK. Gevolgen voor de ondernemingsvormen van agrariërs door de ontwikkelingen in de sector"

Transcriptie

1 AFSTUDEERONDERZOEK Gevolgen voor de ondernemingsvormen van agrariërs door de ontwikkelingen in de sector

2 Naam: Suzanne Smit Studentnummer: Onderwijsinstelling: Opleiding: Stagedocent: Stagebedrijf: Stagebegeleider: Hanzehogeschool Groningen HBO-Rechten Mr. N.N. Saro-Kortmann Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool & LTO-Noord Mr. A. Scholing vanuit het KCA & Mevr. M. Eringa vanuit LTO Inleverdatum: Juni 2011 Plaats: Groningen 2

3 Samenvatting Er zijn in de agrarische sectoren een aantal ontwikkelingen gaande die van invloed kunnen zijn op de ondernemingsvorm. Deze ontwikkelingen zijn schaalvergroting, verbreding (multifunctionele landbouw), samenwerking met andere ondernemers en bedrijfsopvolging. Schaalvergroting houdt in dat de agrarische ondernemingen steeds groter worden. Dit is te zien aan de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waaruit blijkt dat er steeds minder agrarische ondernemingen zijn, maar het aantal dieren of hectare grond nauwelijks verminderd. Schaalvergroting kan van invloed zijn op de ondernemingsvorm door het toenemen van de risico s, veelal door grote investeringen en/of aannemen van personeel. Deze risico s zien voornamelijk op de privé aansprakelijkheid. De verbreding houdt in dat steeds meer agrarische ondernemers, naast de agrarische activiteiten, andere activiteiten gaan verrichten. Voorbeelden hiervan zijn onder andere een zorgboerderij, een camping, een winkel waarin de verbouwde producten worden verkocht of een agrarische kinderopvang. De verbreding kan van invloed zijn op de ondernemingsvorm doordat er een kans bestaat dat de ondernemingen elkaar in gevaar brengen. Immers, gaat de verbredende activiteit(en) failliet, dan gaat de agrarische activiteit hier ook in mee. De samenwerking houdt in dat steeds meer agrarische ondernemers met elkaar gaan samenwerken. Zo kunnen zij bijvoorbeeld gezamenlijk grond of machines aanschaffen of samen werken aan verbetering en ontwikkeling van producten. Op dit moment is de samenwerking veelal mondeling geregeld. De ondernemers spreken iets mondeling af en hopen dat de partijen zich eraan houden. Er is vanuit de sector dan ook behoefte aan informatie over ondernemingsvormen die gebruikt kunnen worden voor de samenwerking. Door de samenwerking in een onderneming onder te brengen, ligt alles vast op papier en is er meer zekerheid voor de partijen. Ook over bedrijfsopvolging is veel onduidelijkheid. Ondernemers vragen zich af of de door hen gevoerde ondernemingsvorm wel geschikt is voor bedrijfsopvolging. Bovenstaande ontwikkelingen heb ik behandeld bij de sectoren glastuinbouw, open teelt en dierhouderij. Om tot een advies te komen heb ik mijn onderzoek gericht op de ondernemingsvormen die per sector het meeste voorkomen. Omdat het CBS slechts gegevens over de ondernemingsvormen in de gehele landbouw sector beschikbaar had, heb ik de ondernemingsvormen per sector onderzocht door een online enquête te houden onder de agrarische ondernemer. Ondanks dat deze resultaten niet generaliseerbaar zijn, in verband met de lage respons, baseer ik mijn onderzoek wel op deze uitkomsten. Op basis van bovenstaande ontwikkelingen en sectoren in combinatie met de ondernemingsvormen is mijn conclusie dat een groot aantal ondernemingen in verschillende sectoren er verstandig aan zal doen de ondernemingsvorm te veranderen. Hier zal ik in hoofdstuk vijf en zeven verder op in gaan. 3

4 Voorwoord Ter afsluiting van mijn opleiding HBO-Rechten aan de Hanzehogeschool Groningen heb ik dit afstudeeronderzoek geschreven voor Land- en Tuinbouworganisatie Noord en het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen. Dit onderzoek is bedoeld om agrarische ondernemers voor te lichten over de ontwikkelingen in de agrarische sector die plaatsvinden en van invloed kunnen zijn op de ondernemingsvorm. Vervolgens wil ik de ondernemers adviseren over de risico s die zij lopen en hoe zij de ondernemingsvorm hier op aan kunnen passen. In het bijzonder wil ik mijn begeleiders bedanken voor de hulp en steun die zij mij hebben gegeven. Met name mijn stagebegeleider vanuit LTO, mevrouw M. Eringa, mijn stagebegeleider vanuit het KCA, mevrouw A. Scholing en mijn stagedocent van de Hanzehogeschool, mevrouw N.N. Saro-Kortmann. Tenslotte wil ik iedereen bedanken die op welke wijze dan ook een bijdrage geleverd heeft aan de totstandkoming van de scriptie. Groningen, juni 2011 Suzanne Smit 4

5 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Voorwoord... 4 Afkortingen Onderzoeksopzet Land en Tuinbouworganisatie Noord (LTO Noord) & Kenniscentrum Arbeid (KCA) Aanleiding Centrale onderzoeksvraag Deelvragen en onderzoeksmethoden Wie zijn de agrarische ondernemers? Voor welke ondernemingsvormen kiezen agrariërs? Conclusie Welke ontwikkelingen zijn er in de agrarische sector die van invloed kunnen zijn op de te voeren ondernemingsvorm? Schaalvergroting Glastuinbouw Open teelt Dierhouderij Verbreding Glastuinbouw Open teelt Dierhouderij Samenwerking Bedrijfsopvolging Conclusie Betekenis voor de ondernemers Glastuinbouw

6 5.1.2 Schaalvergroting in de glastuinbouw Samenwerking in de glastuinbouw Bedrijfsopvolging in de glastuinbouw Open teelt Schaalvergroting in de open teelt Verbreding in de open teelt Samenwerking in de open teelt Bedrijfsopvolging in de open teelt Dierhouderij Schaalvergroting in de dierhouderij Verbreding in de dierhouderij Samenwerking in de dierhouderij Bedrijfsopvolging in de dierhouderij Gevolgen toekomstige wetgeving voor huidige ondernemingsvormen Conclusie en aanbevelingen Conclusie Aanbevelingen Literatuurlijst Bijlagen Bijlage I - Enquête Bijlage II Resultaten enquête Bijlage III - Stroomdiagram privé aansprakelijkheid Bijlage IV - Stroomdiagram invloed ontwikkelingen op ondernemingsvorm Bijlage V - Stroomdiagram gevolgen door nieuwe wetgeving ondernemingsvormen Bijlage VI Brochure gevolgen nieuwe wetgeving voor huidige ondernemingsvormen Bijlage VII Brochure gevolgen ontwikkelingen voor ondernemingsvorm

7 Afkortingen AVA - Algemene vergadering van aandeelhouders BV - Besloten Vennootschap BW - Burgerlijk Wetboek CBS - Centraal Bureau Statistiek CV(R) - Commanditaire vennootschap (met rechtspersoonlijkheid) IB - Inkomstenbelasting KCA - Kenniscentrum Arbeid KvK - Kamer van Koophandel LEI - Landbouw Economisch Instituut LTO - Land- en Tuinbouworganisatie NV - Naamloze Vennootschap OV(R) - Openbare vennootschap (met rechtspersoonlijkheid) VAR - Verklaring arbeidsrelatie VOF - Vennootschap onder firma VPB - Vennootschapsbelasting WGE - Wet Giraal Effectenverkeer WSNP - Wet schuldsanering natuurlijke personen WvK - Wetboek van Koophandel 7

8 1. Onderzoeksopzet 1.1 Land en Tuinbouworganisatie Noord (LTO Noord) & Kenniscentrum Arbeid (KCA) Het afstudeeronderzoek dat ik zal uitvoeren is een onderzoek in opdracht van LTO Noord in combinatie met het KCA. LTO Noord is een belangenvereniging van boeren en tuinders van de 9 provincies boven de Maas (Drenthe, Flevoland, Friesland, Gelderland, Groningen, Overijssel, Noord- Holland, Utrecht en Zuid-Holland), en heeft leden. LTO Noord werkt aan het versterken van de economische en maatschappelijke positie van haar leden, boeren en tuinders. 1 De collectieve belangenbehartiging van LTO staat voor het verbeteren van de randvoorwaarden om een inkomen te verwerven. Hiernaast staat de organisatie voor een zo sterk mogelijke maatschappelijke positie van agrarische ondernemers. Door ondernemers in staat te stellen om beter in te kunnen spelen op die randvoorwaarden versterken zij hun ondernemerschap. Versterking van de marktpositie van agrarische ondernemers maakt een deel uit van hun werkzaamheden. 2 Marianne Eringa is mijn stagebegeleider vanuit het LTO. Zij is beleidsadviseur voor de commissie Vrouw en Bedrijf binnen LTO. Het KCA van de Hanzehogeschool Groningen maakt deel uit van het Instituut voor Rechtenstudies en vormt een brug tussen het regionale werkveld en het onderwijs op het gebied van de Noordelijke Arbeidsmarkt. Het KCA heeft vier lectoraten met elk hun eigen thema: Flexicurity, met als thema meer flexibiliteit en meer zekerheid via betere spelregels Duurzaam HRM Beleid, met als thema meer aan het werk Arbeidsorganisatie en productiviteit, met als thema slimmer werken Arbeidsparticipatie, met als thema weer aan het werk. 3 Boven deze vier lectoraten staat een stuurgroep die verantwoordelijk is voor de lectoraten. De stuurgroep bestaat uit drie deans van de instituten die in het kenniscentrum samenwerken, namelijk het instituut voor Rechtenstudies, Bedrijfskunde, en Academie voor Sociale Studies. De stuurgroep legt vervolgens verantwoordelijkheid af aan het College van Bestuur. Het afstudeeronderzoek dat ik ga doen valt onder het lectoraat Flexicurity. Flexicurity is een samentrekking van de Engelse woorden flexibility en security, en staat als concept centraal in het actuele Europese debat over de sociaal-economische inrichting van de Europese arbeidsmarkt. Aan de arbeidsmarkt wordt een dubbele eis ( double bind ) gesteld. Enerzijds is er de eis van flexibiliteit en 1 LTO Noord, wie zijn we, geraadpleegd op 14 februari LTO Noord, wat bieden we, geraadpleegd op 14 februari geraadpleegd op 14 februari

9 verdere flexibilisering van en voor bedrijven met het oog op het verbeteren van het concurrentievermogen en de economische groei. Anderzijds wordt nog steeds verwacht dat de arbeidsmarkt de basis vormt voor de (inkomens)zekerheid van burgers in het algemeen en van zwakke groepen op de arbeidsmarkt in het bijzonder. De zoektocht is er daarmee één naar nieuwe arbeidsmarktregelgeving die beide doelen tegelijkertijd helpt te verwezenlijken. Het lectoraat Flexicurity richt zich derhalve specifiek op de ontwikkeling, vernieuwing en implementatie van regelgeving rond arbeid in de dagelijkse beroeps- en bedrijfspraktijk. Het lectoraat doet toegepast onderzoek met en voor Noordelijke bedrijven, werknemers, werkgeversorganisaties en vakbonden naar vernieuwing van de spelregels op interne en externe arbeidsmarkten. Deze onderzoeken beogen de flexibiliteit en zekerheid voor werkgever en werknemer gelijktijdig te verbeteren. Het onderzoek richt zich zowel op de inhoud van de regels, als om de bijbehorende onderhandelingsprocessen, en de randvoorwaarden en condities om die succesvol te laten verlopen Aanleiding Sinds 1 maart 2010 is er een nieuw, tweejarig project gestart waarin onderzoek gedaan wordt naar capaciteitsmanagement in het agrarisch MKB. Bij capaciteitsmanagement wordt er gekeken naar de huidige en toekomstige mogelijkheden die ontstaan voor de agrarische ondernemer, door de verschillende ontwikkelingen in de agrarische sector. Vervolgens wordt er onderzocht met wat voor middelen de ondernemer dit kan bereiken. Dit onderzoek wordt gedaan door het lectoraat Flexicurity in samenwerking met LTO Noord. Dit project is erop gericht om in de agrarische sector de kenniscirculatie op het thema capaciteitsmanagement te bevorderen. 5 Het afstudeeronderzoek wat ik ga doen, maakt deel uit van dit onderzoeksprogramma. Sinds enkele decennia zien we in de Nederlandse agrarische sector een proces van schaalvergroting voordoen. Het aantal bedrijven neemt sterk af, zo is het aantal bedrijven in de periode met maar liefst 41% afgenomen, maar tegelijkertijd is in die periode de totale oppervlakte landbouwgrond met slechts 2% afgenomen: agrarische bedrijven worden dus gemiddeld steeds groter. 6 Naast het proces van schaalvergroting is kenmerkend voor de agrarische sector in Nederland dat dit familieen/of gezinsbedrijven zijn. In 2009 was maar liefst 94% van de land- en tuinbouwbedrijven een familiebedrijf geraadpleegd op 14 februari KCA, n/capaciteitsmanagement+in+het+agrarisch+mkbbedrijf.htm, geraadpleegd op 15 februari geraadpleegd op 14 februari art.htm?referertype=rssitem, geraadpleegd op 14 februari

10 Hoewel gemiddeld genomen bedrijven dus steeds groter worden, heeft de agrarische ondernemer natuurlijk wel vaak een keuze als het gaat om zijn strategie. Die strategie kan groei zijn, maar ook diversificatie in multifunctionele landbouw zoals het beginnen van een zorgboerderij, boerengolf, boerenwinkel etc., behoort tot de strategische mogelijkheden. Dergelijke keuzes zullen gevolgen hebben voor de juridische inrichting van de onderneming, zoals de rechtsvorm. Bij groei van de onderneming worden bijvoorbeeld de financiële risico s veelal ook groter en hierdoor kan de ondernemer door privé aansprakelijkheid grote risico s lopen met het privé vermogen. Verreweg de meeste agrarische ondernemers beschikken echter niet over de vereiste kennis om te komen tot de optimale juridische inrichting van hun bedrijf. Het idee bestaat dat de meeste ondernemers zich ook niet bewust zijn van de mogelijkheden en beperkingen van rechtsvormkeuze. Hier kunnen agrariërs kansen en mogelijkheden laten liggen. LTO wil dan ook een bijdrage leveren aan de voorlichting op dit gebied. Het leveren van een bijdrage hieraan komt op een goed moment, want er komt nieuwe wetgeving op het terrein van het ondernemingsrecht. Zo liggen er wetsvoorstellen voor de Wet Personenvennootschappen en de Flex BV. 8 In deze voorstellen worden de huidige ondernemingsvormen gewijzigd, komen er een aantal ondernemingsvormen te vervallen en komen er een aantal andere ondernemingsvormen in de plaats van een aantal huidige ondernemingsvormen. Er gaat bij de invoering van deze wetten dus een hoop veranderen. Met het oog op deze nieuwe wetgeving en de veranderingen in de agrarische sector, moet er een overzicht komen van wat deze wetgeving en veranderingen inhouden en wat de gevolgen hiervan zijn voor de bestaande rechtsvormen. Ook kan dan meteen gekeken worden of er door de ontwikkelingen in de sector en door de nieuwe wetgeving, ook andere rechtsvormen in beeld komen die geschikter zijn voor de agrarische ondernemer. Het afstudeeronderzoek is dus gericht op het geven van een overzicht van de ontwikkelingen in de agrarische sector en de invloed die deze ontwikkelingen hebben op de huidige ondernemingsvorm. Dit overzicht moet de individuele agrarische ondernemer in staat te stellen zijn strategische keuzes juridisch optimaal te faciliteren. 1.3 Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is het voorlichten en adviseren van de agrarische ondernemer met de keuze voor een ondernemingsvorm, door de ontwikkelingen in kaart te brengen en te onderzoeken wat de gevolgen zijn voor de ondernemingsvorm. 8 Wetsvoorstel Wet personenvennootschappen is te vinden op: Wetsvoorstel Flex BV is te vinden op: 10

11 1.4 Centrale onderzoeksvraag De onderzoeksvraag van het onderzoek, die afgeleid kan worden uit de bovenstaande aanleiding en doelstelling, is als volgt: Welke aanpassingen zouden agrarische ondernemers mogelijk moeten doen in de ondernemingsvormen door de ontwikkelingen in de sector die hier van op invloed kunnen zijn? 1.5 Deelvragen en onderzoeksmethoden 1. Wie zijn de agrarische ondernemers? Om duidelijk te krijgen wie de agrarische ondernemer nu precies is waar ik mij in het onderzoek op richt, zal ik in deze deelvraag toelichten wie ik hiermee bedoel. 2. Voor welke ondernemingsvormen kiezen agrariërs in de verschillende sectoren? Om antwoord te krijgen op mijn hoofdvraag, zal ik eerst moeten vaststellen welke ondernemingsvormen de agrarische ondernemers op dit moment voeren. Op het moment dat ik dit duidelijk heb kan ik op basis daarvan mijn uiteindelijke adviezen uitbrengen. Om erachter te komen welke ondernemingsvormen de agrarische ondernemer voert, zal ik gebruik maken van de beschikbare gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ook zal ik gebruik maken van de rapporten van Landbouw Economisch Instituut (LEI) Welke ontwikkelingen zijn er in de verschillende agrarische sectororen die van invloed kunnen zijn op de te voeren ondernemingsvorm? Door de ontwikkelingen in de agrarische sector in kaart te brengen, kan ik op basis hiervan mijn adviezen geven aan de agrarische ondernemer. Zonder de ontwikkelingen heb ik geen volledig beeld van de (toekomstige) situatie van de agrariërs en kan ik geen volledig advies geven. Om erachter te komen wat de ontwikkelingen zijn zal ik gebruik maken van de cijfers en rapporten van LEI en CBS. Ook zal ik LTO Noord raadplegen over de ontwikkelingen in de sector. 4. Wat betekenen de ontwikkelingen voor de mogelijkheden die de wetgever biedt ten aanzien van de ondernemingsvormen? Antwoord op deze deelvraag wil ik krijgen door de ontwikkelingen naast de juridische 9 Het LEI is een onderdeel van Wageningen Universiteit en onderzoekscentrum en voert sociaal economisch onderzoek uit in de landbouw, tuinbouw, visserij, bosbouw en landelijk gebied. 11

12 kenmerken van de ondernemingsvorm te leggen. Op deze manier kan ik in kaart brengen wat de risico s, voor- en nadelen zijn van de ondernemingsvorm ten opzichte van de ontwikkeling. 5. Wat betekent de toekomstige wetgeving voor de huidige ondernemingsvormen? Omdat er een tweetal wetsvoorstellen liggen waardoor de huidige ondernemingsvormen verdwijnen of worden gewijzigd, zal ik hier ook een hoofdstuk aan wijden. De informatie hiervoor haal in uit de memorie van toelichting van de wetsvoorstellen. 12

13 2. Wie zijn de agrarische ondernemers? Om duidelijkheid te verschaffen over waar het onderzoek nu precies op toegespitst is, zal ik in dit hoofdstuk toelichten wie de agrarische ondernemers nu zijn. Agrarische ondernemers zijn ondernemers die een onderneming voeren in de agrarische sector. De agrarische sector wordt ook wel de landbouw sector genoemd. De agrarische sector maakt een belangrijk deel uit van de Nederlandse economie. Nederland is namelijk wereldwijd een van de grootste exporteurs van agrarische producten. 10 De agrarische sector beslaat een groot gebied, hierom zal ik een aantal sectoren binnen de agrarische sector gaan belichten. De agrarische ondernemer waar ik me in het onderzoek voornamelijk op ga richten zijn ondernemers die een onderneming voeren in de sectoren open teelt, dierhouderij en glastuinbouw. Deze sectoren heb ik in overleg met LTO Noord gekozen omdat deze een groot deel van de agrarische sector beslaan. De sector dierhouderij omvat de bedrijven die dieren houden, de open teelt omvat de bedrijven die gewassen verbouwen op open grond en de glastuinbouw omvat alles wat in de kassen verbouwd wordt. Onder de sector dierhouderij vallen: Melkveehouderij; Vleeskalverenhouderij; Vleesveehouderij; Varkenshouderij; Pluimveehouderij; Schapen/geitenhouderij. Onder de sector open teelt vallen: Akkerbouwbedrijven; Bloembollenteelt bedrijven; Boomteelt en vaste plantenbedrijven; Fruitteeltbedrijven; Vollegronds tuinbouwbedrijven. Onder de sector glastuinbouw vallen: Glasgroentebedrijven; Overige glastuinbouw geraadpleegd op 31 mei

14 3. Voor welke ondernemingsvormen kiezen agrariërs? In dit hoofdstuk zal ik analyseren welke ondernemingsvormen agrariërs nu voeren. Mede op basis van deze informatie zal ik mijn adviezen baseren. Om erachter te komen welke ondernemingsvormen de agrariërs nu voeren, zal ik gebruik maken van de cijfers van het CBS en de resultaten van de online enquête. Bij het onderzoeken naar de vraag welke ondernemingsvormen agrariërs op dit moment kiezen ben ik allereerst bij het CBS (Centraal Bureau voor Statistiek) terechtgekomen. Het CBS heeft een overzicht van de ondernemingsvormen van de agrarische ondernemer in de agrarische sector. Onderstaand tabel geeft een overzicht van de keuze van de ondernemingsvorm in de gehele landbouw sector en niet alleen van de door mij gekozen sectoren voor het onderzoek. 11 Het CBS houdt namelijk geen cijfers bij van de ondernemingsvormen binnen de verschillende sectoren van de landbouw sector. Periode Tot. Vereniging Aantal Coöperatieve of Overige bedrijven Eenmanszaak Maatschap V.O.F. BV NV vereniging stichting Overheid rechtsvormen 2006, 1 januari , 1 januari , 1 januari , 1 januari , 1 januari Bron: CBS.nl Zoals in bovenstaande tabel te zien is, is de eenmanszaak verruit de populairste ondernemingsvorm. De eenmanszaak wordt vervolgens gevolgd door de maatschap en de VOF. Wat opvalt, is dat het aantal ondernemingen in de tabel afneemt gedurende de vier jaren, maar het aantal VOF s en BV s licht stijgt. Dit ten opzichte van de eenmanszaak en de maatschap die licht dalen gedurende de jaren. Een reden voor de stijging van de VOF en BV en de daling van de eenmanszaak en maatschap heb ik niet kunnen vinden. Omdat de tabel van het CBS alleen een beeld geeft van de gehele agrarische sector, heb ik een online enquête gehouden onder de agrarische ondernemers om erachter te komen of er verschillen zitten in de keuze van de ondernemingsvorm bij de drie gekozen sectoren. De enquête is verstuurd 11 CBS: geraadpleegd op 2 maart

15 aan zo n 1300 ondernemers uit het adressenbestand van LTO Noord. Van deze 1300 mensen hebben 180 ondernemers de enquête ingevuld. Dit is maar een kleine 14 procent. Waarom er maar zo weinig respons is gekomen is mij niet bekend. Wel heeft LTO Noord aangegeven vaker een laag respons te krijgen bij enquêtes en dat dit veelal afhankelijk is van het onderwerp. Hiernaast heb ik de indruk dat het feit dat de link naar de enquête slechts eenmaal is verstuurd ook invloed heeft gehad op het lage percentage respondenten. Reden dat de enquête slechts een keer is verstuurd, is het gebrek aan tijd voor de verwerking van de enquête. Door het kleine aantal reacties van 180 in vergelijking met het totaal aantal agrarische ondernemers, namelijk , zijn de resultaten niet te generaliseren. Desondanks zal ik hieronder weergeven wat de resultaten zijn om toch een beeld te krijgen. De meeste ondernemers die de enquête hebben ingevuld zijn ondernemers die een onderneming in de sector dierhouderij hebben. Bijna tweederde van de geënquêteerden heeft een onderneming in de dierhouderij. Uit de enquête is gebleken dat de meeste ondernemers in deze sector een maatschap voeren, namelijk 56 procent. Het percentage van ondernemers die een eenmanszaak heeft ligt op 24 procent en het percentage van ondernemers met een VOF ligt op 20 procent. Bijna een derde van de ondernemers die de enquête hebben ingevuld voeren een onderneming in de sector open teelt. Net als bij de sector dierhouderij, hebben de meeste geënquêteerden in deze sector aangegeven een maatschap te hebben, namelijk 53 procent. De eenmanszaak volgt de maatschap op met 34 procent. De VOF en de BV worden ook gevoerd door de ondernemers in deze sector, maar dit zijn er niet veel. Negen procent van de ondernemers heeft aangegeven een VOF te voeren en vier procent een BV. Slechts drie procent van de geënquêteerden heeft aangegeven in de sector glastuinbouw te werken. Van de ondernemers die de enquête hebben ingevuld, heeft 57 procent van de ondernemers een BV en 43 procent van de ondernemers een VOF. Dit is dus een groot verschil ten opzichte van de vorige twee sectoren en ten opzichte van de cijfers in de gehele agrarische sector. Ondanks het feit dat, op basis van dit aantal respondenten, het resultaat niet te generaliseren is, komt dit beeld mijns inziens wel redelijk overeen met de werkelijkheid. Zo heb ik vanuit LTO veel geluiden gehoord dat, op basis van hun kennis en ervaring, de sector glastuinbouw meer dan andere sectoren, BV s voeren. Ook heb ik een rapport gevonden uit 2007 van het LEI, waarin wordt aangegeven dat meer dan de helft van de grote glastuinbouwbedrijven een BV heeft. Tevens staat hier vermeld dat het percentage over de gehele glastuinbouw sector op 20 procent ligt Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Bedrijfsovername grote glastuinbouwbedrijven, oktober 2007, pagina 9 15

16 3.1 Conclusie Ondanks het feit dat de resultaten van mijn enquête niet te generaliseren zijn, baseer ik mijn onderzoek wel op deze resultaten. Dit komt doordat er geen andere cijfers over de ondernemingsvormen in de verschillende sectoren beschikbaar zijn. Op basis van de resultaten van mijn enquête ga ik mij in dit onderzoek voor de sector dierhouderij op de maatschap en de eenmanszaak richten, voor de open teelt op de eenmanszaak, maatschap en VOF en voor de glastuinbouw op de BV en de VOF. 16

17 4. Welke ontwikkelingen zijn er in de agrarische sector die van invloed kunnen zijn op de te voeren ondernemingsvorm? In dit hoofdstuk zal ik de ontwikkelingen in de gehele agrarische sector weergeven en vervolgens onderzoeken of dit ook ontwikkelingen zijn die in de drie sectoren voorkomen. Het onderzoeken van de ontwikkelingen in de agrarische sector is belangrijk om de agrariërs een goed advies te geven met betrekking tot de ondernemingsvorm. Op het moment dat ik weet wat de ontwikkelingen zijn, kan ik hier op inspelen bij mijn uiteindelijke advies. Om erachter te komen welke ontwikkelingen er zijn zal ik gebruik maken van de beschikbare cijfers van het CBS en de rapporten van het LEI. Het LEI staat voor Landbouw-Economisch Instituut en is een onderdeel van Wageningen University & Research Centre en voert onderzoeken uit in onder andere de agrarische sector. 4.1 Schaalvergroting In de agrarische sector is een ontwikkeling op het gebied van schaalvergroting te zien. Schaalvergroting is een toename in de bedrijfsomvang. Deze toename kan economisch zijn, maar ook fysiek zoals meer grond. Het aantal agrarische ondernemingen in Nederland neemt gedurende de tien jaar af, namelijk met 25 procent. Volgens een rapport van het LEI over de landbouwontwikkelingen sinds 1950, komt deze afname door verschillende factoren. In het kort kan gezegd worden dat de afname komt door een combinatie van het duurder worden van arbeid, er technische ontwikkelingen opkomen en deze een sterkere vergroting van de productie per arbeidskracht mogelijk maken en dit kan, vanwege beperkte beschikbaarheid van grond en productierechten of quota, veelal alleen worden gerealiseerd wanneer andere bedrijven stoppen. Hier komt bij dat er ondernemers zijn die geen opvolger hebben of geen groter bedrijf willen of kunnen beginnen. 13 Naast de afname van het aantal bedrijven, gebruikt de agrarische sector ook minder grond, namelijk vijf procent minder ten opzichte van het jaar Doordat het aantal bedrijven sterker verminderd dan de oppervlakte landbouwgrond, is de gemiddelde bedrijfsoppervlakte per onderneming toegenomen. In het eerder genoemde onderzoek van het LEI is tevens naar voren gekomen dat het productievolume (hoeveel er geproduceerd wordt) per bedrijf tussen 1950 en 2005 gemiddeld zo n 15 tot 20 keer groter is geworden. Op basis van bovenstaande feiten kan dan ook gesteld worden dat er sprake is van schaalvergroting binnen de gehele agrarische sector. Een quota is een vastgestelde hoeveelheid die een agrarische ondernemer mag produceren. Produceert de ondernemer meer, dan moet deze een boete betalen over het teveel geproduceerde. 13 Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Agrarische structuur, trends en beleid: Ontwikkelingen in Nederland vanaf 1950, oktober 2008, pagina 68 17

18 In een rapport van het LEI Wageningen over de schaalvergroting in de landbouwsector wordt aangegeven waardoor de schaalvergroting mede is ontstaan. 14 De factoren die hier van op invloed zijn hangen allen met elkaar samen en kunnen niet los van elkaar gezien worden. De volgende factoren zijn onder andere van invloed: Ontwikkeling in de vraag en aanbod van producten; Technologische ontwikkelingen en toepassing van innovatie; Strategie ondernemer Glastuinbouw De glastuinbouw is een sector die ook te maken heeft met schaalvergroting. Uit een rapport van het LEI blijkt dat de ondernemingen in deze sector steeds groter worden. 15 In onderstaande figuren wordt dit verduidelijkt. Bron: CBS.nl Als je kijkt naar de afname van het grondgebruik in de sector, is te zien dat dit minimaal afneemt, namelijk met twee procent in tien jaar. Het aantal bedrijven in de glastuinbouw neemt echter gedurende tien jaar met bijna de helft af, namelijk 48 procent. Het LEI geeft in het Landbouw Economische Bericht van 2008 ook aan dat de sterkste schaalvergroting zich afgelopen tien jaar voordeed in de glastuinbouw. 16 Dit is ook te zien aan het grote percentage zogenaamde megabedrijven binnen de glastuinbouw. In 2007 werd twee procent van alle agrarische ondernemingen aangemerkt als een megabedrijf. Van deze twee procent heeft 61 procent een onderneming in de glastuinbouw. 14 Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Schaalvergroting in de land- en tuinbouw, februari 2011, pagina 28 e.v. 15 Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Schaalvergroting in de land- en tuinbouw, februari 2011, pagina 9 e.v. 16 Vindplaats Landbouw Economische Bericht 2008: Dit zijn bedrijven met een omvang van 500 nge of meer. Nge is de Nederlandse grootte-eenheid. Dit is een maat waarmee de economische omvang van agrarische activiteiten wordt weergegeven 18

19 De keuze voor schaalvergroting wordt veelal niet bewust gemaakt. Vaak is dit het gevolg van een combinatie van factoren zoals de markt, het bedrijf zelf en de privé omstandigheden. Aan veranderingen op de markt kan gedacht worden aan (het voorzien van) de toenemende vraag van de consument. Het bedrijf zelf heeft ook invloed op de eventuele schaalvergroting, omdat de bedrijven in een dusdanige financiële positie moeten zitten om te kunnen investeren. Ook de druk om te moeten groeien kan een deel van de oorzaak van schaalvergroting zijn. Ondernemers zijn bang om achter te blijven op het moment dat ze de concurrenten groter en groter zien worden. Dat de ondernemingen groeien, is ook te zien als je met de auto door Nederland rijdt. In sommige gebieden zie je grote stukken land vol met kassen. Dit vooral in de provincie Zuid-Holland waar, in 2007, meer dan de helft van de glastuinbouwbedrijven zich bevond Open teelt De open teelt heeft ook te maken met schaalvergroting. Weliswaar minder dan bij de glastuinbouw, maar van schaalvergroting is wel sprake. Dit is te zien in onderstaande figuren. Bron: CBS.nl Gedurende tien jaar is het aantal bedrijven afgenomen met 39 procent. In dezelfde tijd is de grond afgenomen met 12 procent. De open teelt is een sector die het sterkst is verbonden aan grond. Omdat grondprijzen duur zijn en grond schaars is, is schaalvergroting moeilijker te realiseren. Wegens gebrek aan informatie over schaalvergroting in deze sector, kan ik geen andere verklaringen geven voor deze ontwikkeling. 19

20 4.1.3 Dierhouderij De ontwikkeling van schaalvergroting is ook te zien in de sector dierhouderij. Zoals te zien in onderstaande figuren is het aantal bedrijven in tien jaar redelijk sterk afgenomen, namelijk met 29 procent. Het aantal dieren is in de afgelopen tien jaar echter afgenomen met drie procent. Hieruit kan de conclusie getrokken worden dat de bedrijven gemiddeld meer dieren hebben en er dus sprake is van schaalvergroting. Bron: CBS.nl Binnen de dierhouderij zijn wel een aantal verschillen te zien. Ik zal er een aantal uitlichten. De groei in de melkveehouderij is door de komst van de melkquota niet zo sterk. Wel is, door het afnemen van het aantal bedrijven, de gemiddelde melkproductie per onderneming sterk toegenomen. De verhoging van de productie komt onder andere doordat koeien meer melk geven dan een aantal jaren geleden. Dit komt mede doordat de koeien beter gefokt worden en er beter veevoer is. Het totaal aantal melkkoeien in Nederland is met ongeveer een derde afgenomen sinds De oppervlakte per onderneming is echter wel toegenomen, dit meer dan de groei van het aantal melkkoeien. De koeien hebben nu dus meer ruimte dan voorheen. In de varkenshouderij zijn er nu minder varkens dan in Reden hiervoor is onder andere de uitbraak van ziektes als de varkenspest. Een hoop bedrijven zijn met de onderneming opgehouden. Dit was wel een kans voor andere ondernemers om tot schaalvergroting over te gaan. Nu zijn er bijna de helft minder varkensbedrijven ten opzichte van tien jaar geleden, maar is het aantal varkens per onderneming wel toegenomen. De ondernemingen met vleeskuikens maken een duidelijke schaalvergroting door. Vanaf 1985 is het aantal bedrijven met vleeskuikens bijna gehalveerd. Het aantal vleeskuikens per onderneming is echter verdubbeld. 17 Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Schaalvergroting in de land- en tuinbouw, februari 2011, pagina 56 20

21 4.2 Verbreding Door de lage prijzen van agrarische producten en de economische crisis, zijn de agrarische ondernemers steeds meer bezig met het verbreden van de onderneming. Verbreden van de onderneming wordt ook wel multifunctionele landbouw genoemd. Hiervan is sprake op het moment dat de ondernemers, naast de primaire landbouw activiteiten, andere activiteiten gaan opzetten zoals een camping of een winkel waar producten worden verkocht. Deze verbredende activiteiten sluiten wel aan bij de primaire landbouw activiteiten en de hierbij beschikbare middelen als grond of gebouwen. De verbreding ontstaat veelal doordat de agrarische ondernemer nieuwe kansen en mogelijkheden ziet op de markt. Door het aanbieden van nieuwe en producten van diensten en/of producten, versterken zij tevens de financiële positie van de onderneming. Het verbreden van de onderneming is een ontwikkeling die al een geruime tijd aan de gang is. Hoe lang dit precies is, is onbekend. Het CBS houdt de cijfers betreffende de multifunctionele landbouw bij vanaf Een dieptepunt in deze ontwikkeling was er in 2008, in dit jaar was het aantal bedrijven met een verbredingsactiviteit gedaald tot 15 procent. Een verklaring voor deze daling heb ik echter niet kunnen vinden. Na 2008 zit er echter weer een stijgende lijn in het aantal ondernemers met een verbredingsactiviteit. In het jaar 2010 heeft bijna een kwart van de agrarische onderneming een verbredingsactiviteit. 18 Bron: CBS.nl 18 geraadpleegd op 24 mei

22 Omdat wellicht niet alle verbredingsactiviteiten duidelijk zijn, zal ik een korte beschrijving geven van de activiteit. Onder verkoop aan huis kan het verkopen van landbouwproducten aan consumenten of detailhandel worden verstaan. Dit kan op meerdere manieren zoals het oprichten van een winkel, verkoop langs de straat, op de markt of via internet. Agrotoerisme houdt in dat de ondernemer bijvoorbeeld een camping of bed&breakfast naast de onderneming heeft. De zorglandbouw is toegespitst op het helpen van personen met een zorgvraag. Een goed voorbeeld hiervan is een zorgboerderij, waarbij mensen met een beperking voor langere tijd verblijven op de boerderij en, voor zover dit kan, een handje meehelpen. Loonwerk voor derden houdt in dat er werkzaamheden buiten de onderneming gedaan worden, maar wel met de machines van de onderneming. De agrarische kinderopvang spreekt al voor zich, op de boerderij is een kinderopvang gevestigd. Bij stalling van goederen kunt u denken aan het stallen van bijvoorbeeld caravans of boten. De verwerking van landbouwproducten houdt in dat de ondernemer een ruw landbouwproduct verwerkt tot een ander product. Voorbeelden hiervan zijn het maken van jam met aardbeien of kaas maken met melk. Bij aquacultuur worden er vissen of kreeften gekweekt. Het agrarisch natuur- en landschapsbeheer is het in stand houden en ontwikkelen van de natuur- en landschapswaarden op de grond die in gebruik is. Voorbeelden hiervan zijn weidevogelbeheer en onderhoud van houtwallen. Bij boerderijeducatie kunt u denken aan het geven van rondleidingen en voorlichting over de boerderij aan voornamelijk schoolklassen. De onderdelen zorglandbouw, kinderopvang en boerderijeducatie zijn het hardst gegroeid de afgelopen jaren. Dit is te zien in onderstaande figuren. De redenen voor deze stijgingen zijn niet onderzocht. In de grafiek van de agrarische kinderopvang en boerderijeducatie zou je kunnen opmaken dat dit voor 2008 niet bestond, maar dit is niet het geval. Voor 2008 viel de agrarische kinderopvang namelijk onder de verzamelnaam zorglandbouw en boerderijeducatie onder recreatie. De oorzaak van het snel stijgen van de agrarische kinderopvang is niet onderzocht, wel geeft de website multifunctionele landbouw aan dat dit komt onder andere komt door het inspelen op de wachtlijsten bij de kinderopvang en op het verlies van binding met de natuur van kinderen. 19 De website geeft ook mogelijke drijfveren voor de agrarische ondernemer om met boerderijeducatie te beginnen, namelijk imagoverbetering en voorlichting geraadpleegd op 27 juni

23 Bron: CBS.nl Wat niet als verbreding wordt gezien, maar wel steeds meer voorkomt is dat de ondernemer zich ook door anderen laat inhuren als ZZPer. Op deze manier kunnen de ondernemers extra inkomsten genereren op het moment dat het bij de eigen onderneming minder druk is. De ZZPer wordt voornamelijk ingehuurd voor de expertise die zij hebben op bepaalde gebieden Glastuinbouw Omdat bij de cijfers van het CBS geen splitsing gemaakt kan worden tussen de glastuinbouw en de open tuinbouw, moet ik het doen op basis van de cijfers van de tuinbouw. Bij deze cijfers zit dus ook een deel open teelt in. Hoe groot dit deel is heb ik helaas niet kunnen achterhalen. Zoals in onderstaand figuur is te zien, hadden de ondernemers in de tuinbouw in 2010 iets meer dan 15 procent een verbredingsactiviteit. Ten opzichte van het algemene beeld van de verbreding in de landbouw sector ligt dit aan de lage kant. De ondernemers uit de glastuinbouw die mijn enquete hebben ingevuld, hebben ook allen aangegeven geen verbredende activiteit te voeren. In een rapport van het LEI over de ontwikkelingen in de agrarische sector vanaf 1950 wordt tevens gesteld dat de verbreding in de agrarische sector het laagst is in de glastuinbouw. Hierin wordt aangegeven dat dit kan liggen aan het weinig uitnodigende landschap door de kassen voor recreatie 23

24 en het hebben van minder mogelijkheden voor natuurbeheer. 20 Op basis hiervan kan gezegd worden dat de verbreding geen grote ontwikkeling is in de tuinbouw sector Open teelt De verbreding is een grote ontwikkeling in de sector open teelt. Zoals in onderstaand figuur is te zien, heeft bijna 40 procent van de ondernemers een verbredingsactiviteit. Ten opzichte van de tuinbouw en het algemene beeld in de sector is dit erg veel. In de complete landbouw sector heeft immers bijna een kwart van de ondernemers een verbredingsactiviteit. In de open teelt is dit dus een stuk meer. In een rapport van het LEI over de ontwikkelingen in de agrarische sector vanaf 1950 staat geschreven dat de ontwikkeling verbreding het hoogst is in de grondgebonden sectoren omdat veel verbredende activiteiten gekoppeld zijn aan grond. Op basis hiervan kan dan ook gezegd worden dat de verbreding in de open teelt een sterke ontwikkeling is Dierhouderij In de sector dierhouderij is te zien dat er ook groot aantal ondernemers een verbredingsactiviteit voert naast agrarische activiteiten. Het percentage ligt in 2010 een paar procent lager dan bij de open teelt. Wel kan er aan de hand van de grafiek gezegd worden dat het aantal ondernemers met een verbredingsactiviteit ongeveer even hard stijgen. In vergelijking met de gehele landbouw sector, ligt dit percentage een stuk hoger. In de agrimonitor van het LEI, hierin worden korte artikelen met actuele informatie over de land- en tuinbouw sector gepubliceerd, wordt aangegeven dat het grootste aantal bedrijven met een zorgtak te vinden zijn onder de graasdierbedrijven Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Agrarische structuur, trends en beleid: Ontwikkelingen in Nederland vanaf 1950, oktober 2008, pagina 80 e.v. 21 Lei, Agri-Monitor, mei Vindplaats: ing.pdf 24

25 4.3 Samenwerking Medewerkers van LTO Noord horen veel geluiden uit de agrarische sector dat individuele ondernemers met elkaar willen samenwerken. Dit vloeit mede voort uit de schaalvergroting. Op dit moment wordt er al vaak op informele wijze samengewerkt, zoals het uitlenen of delen van machines en personeel. 22 Deze samenwerking is dus op basis van mondelinge afspraken, zonder dat dit vorm krijgt door afspraken op papier of het samen oprichten van een onderneming. Een formele samenwerking is een samenwerking waarbij wel een samen een onderneming wordt opgericht. Omdat de samenwerking steeds vastere vormen gaat aannemen is er binnen de sector behoefte aan voorlichting over samenwerkingsvormen. Samenwerken kan gebeuren op verschillende manieren. Zo kunnen ondernemers o.a. machines en/of personeel delen, samenwerken om risico s te delen en/of samenwerken op het gebied van het ontwikkelen van nieuwe producten. Omdat er geen cijfers bekend zijn van de behoefte aan samenwerking, is het voor mij niet mogelijk om per sector aan te geven of dit een ontwikkeling is. Omdat het LTO wel geluiden krijgt vanuit alle hoeken van de agrarische sector en zij dit een belangrijk onderwerp vinden, zal ik deze ontwikkelingen bij alle drie sectoren behandelen. 4.4 Bedrijfsopvolging Een ontwikkeling in de agrarische sector is dat er steeds minder bedrijfsopvolgers zijn. Vroeger namen veelal de kinderen van de agrariërs de onderneming over. Op dit moment wordt echter voorzien dat er een tekort aan opvolgers zal ontstaan. 23 Het overnemen van het bedrijf door de kinderen is namelijk niet meer zo vanzelfsprekend. Naast het feit dat er in de toekomst een gebrek aan opvolgers voorzien wordt, zijn de opvolgers ook veranderd. Daar waar vroeger kinderen de onderneming vaak overnamen, komt het in deze tijd vaker voor dat niet-familieleden de onderneming over nemen. Buiten het feit dat er een gebrek aan opvolgers komt, is er onder de agrarische ondernemers ook gebrek aan kennis over hoe opvolging plaats moet vinden en welke ondernemingsvorm hier geschikt voor is. 24 De agrarische ondernemer voorzien van informatie over opvolging is dus belangrijk. Op die manier krijgt de agrarische ondernemer een idee hoe ze de onderneming kunnen overdragen aan familie en niet-familieleden. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met het feit dat voor overname veelal een groot kapitaal vereist is. Jonge ondernemers hebben vaak problemen met het verkrijgen van kapitaal voor de overname. Daarom moet ook gekeken worden naar constructies voor overname waarbij niet in een keer een groot kapitaal is vereist. 22 Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Samenwerken aan samenwerking, december Rapport , Lei onderdeel van Wageningen UR, Den Haag, Opvolgers gezocht voor het boerenbedrijf, juni 2010, pagina 9 24 Rapport , Lei onderdeel van Wageningen UR, Den Haag, Opvolgers gezocht voor het boerenbedrijf, juni 2010, pagina 55 25

26 Cijfers betreffende de problematiek rond de bedrijfsopvolging zijn ook niet per sector beschikbaar. Ook uit de rapporten van het LEI komen geen gegevens naar voren waaruit blijkt in welke sector deze problematiek specifiek aan de orde is. Op basis hiervan kan ik dan ook niet aangeven of dit een ontwikkeling is binnen een bepaalde sector. Omdat het LTO wel geluiden krijgt vanuit alle hoeken van de agrarische sector en zij dit een belangrijk onderwerp vinden, zal ik deze ontwikkelingen bij alle drie sectoren behandelen. 4.5 Conclusie Bij schaalvergroting is er een verschil te zien in de verschillende sectoren. Zo is de schaalvergroting binnen de glastuinbouw het grootst. In de dierhouderij is er ook sprake van schaalvergroting, maar dit is echter wel verschillend bij de verschillende sectoren binnen de dierhouderij. In de open teelt is er het minst sprake van schaalvergroting. Redenen hiervoor die ik heb kunnen vinden zijn dat de open teelt erg afhankelijk is van grond en grond is schaars en duur. Bij verbreding is er ook een duidelijk verschil te zien in de verschillende sectoren. De (glas)tuinbouw is een sector waar de verbreding het minste voorkomt. De open teelt is een sector waar wel weer veel sprake is van verbreding. Van de drie gekozen sectoren is de verbreding het grootst in de open teelt. In de dierhouderij is verbreding ook een ontwikkeling die gaande is. In de dierhouderij hebben de ondernemers veelal een zorgtak als verbredende activiteit. Bij bedrijfsopvolging en samenwerking heb ik geen verschillen kunnen ontdekken in de verschillende sectoren. Dit komt door het feit dat ik geen gegevens beschikbaar heb over de verschillende sectoren. LTO Noord heeft aangegeven dat zij uit alle hoeken van de agrarische sector wel geluiden horen dat er behoefte is aan meer informatie over deze ontwikkelingen. Hierom zal ik deze twee ontwikkelingen bij de drie sectoren behandelen. 26

27 5. Betekenis voor de ondernemers De vraag die in dit hoofdstuk aan de orde dient te komen is: Wat betekenen de ontwikkelingen voor de mogelijkheden die de wetgever biedt ten aanzien van de ondernemingsvormen? Zoals in hoofdstuk vier te lezen is, zijn de ontwikkelingen in de sector die van invloed kunnen zijn op de ondernemingsvorm schaalvergroting, verbreding, samenwerking en bedrijfsopvolging. In dit hoofdstuk zal ik aan de hand van de sectoren glastuinbouw, open teelt en dierhouderij bij de ontwikkelingen aangeven wat de gevolgen hiervan zijn voor de huidige ondernemingsvorm. Hierbij zal ik de ondernemer tevens adviseren of de door hen gevoerde ondernemingsvormen aangepast moeten worden op de ontwikkeling. Ter informatie heb ik in een aparte bijlage een uitgebreide beschrijving van de huidige en de toekomstige wetgeving betreffende de ondernemingsvormen. 5.1 Glastuinbouw Van de ondernemers die de enquête hebben ingevuld, heeft 57 procent van de ondernemers in de glastuinbouw een BV en 43 procent een VOF. Ik zal bij de behandeling van de ontwikkelingen schaalvergroting, samenwerking en bedrijfsopvolging, dan ook deze twee ondernemingsvormen behandelen en advies uitbrengen of deze aangepast moeten worden. De verbreding is een ontwikkeling die niet veel voorkomt in de glastuinbouw en zal ik daarom niet behandelen Schaalvergroting in de glastuinbouw Zoals u in hoofdstuk heeft kunnen lezen komt schaalvergroting in de glastuinbouw. De schaalvergroting uit zich in het groter worden van de onderneming door het bouwen van steeds meer kassen. Indien de onderneming groter wordt, worden de risico s vaak ook groter. Zo kunnen er onder andere leningen aangegaan om investeringen te doen in de onderneming en/of personeel in dienst worden genomen. Vooral bij aanzienlijke schaalvergroting is het onvermijdelijk om personeel in dienst te nemen. Voorgaande brengt verplichtingen met zich mee en hierdoor lopen ondernemers meer risico, bijvoorbeeld op het gebied van aansprakelijkheid met het privé vermogen. Naast de financiële risico s van de investeringen die gedaan worden om de schaalvergroting te bewerkstelligen, loopt de onderneming nog een aantal risico s. Zo kunnen ziektes of bacteriën in de planten grote gevolgen met zich mee brengen. Ook al heeft de ondernemer zelf geen ziekte of bacteriën in de producten maar een concurrent wel, dan kan dit imagoschade veroorzaken. De consumenten worden bang en eten vervolgens bijvoorbeeld geen tomaten meer. Hoe meer producten de onderneming heeft, hoe groter de schade dan ook zal zijn. Een goed voorbeeld hiervan is de EHEC bacterie waarvan werd gezegd dat deze in komkommers zaten. Consumenten lieten de komkommers massaal links liggen en landen naar waar de komkommers geëxporteerd werden 27

28 hielden de grenzen dicht. Buiten de ziekte en bacterie perikelen, zijn de prijzen van de producten die gekweekt worden in de kassen sowieso erg afhankelijk van de vraag en aanbod. De ondernemer met een BV hoeft de ondernemingsvorm niet aan te passen. De ondernemers zijn bij een BV namelijk in beginsel niet privé aansprakelijk voor de schulden van de BV. Op het moment dat de ondernemer meegaat in de schaalvergroting en een VOF als ondernemingsvorm voert, loopt deze wel grote risico s. Dit met het oog op de hoofdelijke aansprakelijkheid met het privé vermogen. Op het moment dat de onderneming bijvoorbeeld de aflossing van de leningen, die zijn aangegaan om de schaalvergroting te laten plaatsvinden, niet meer kan betalen, kan deze geldschieter het privé vermogen van de ondernemer aanspreken voor de schulden. Deze ondernemers adviseer ik dan ook om de ondernemingsvorm om te zetten in een BV. Door het oprichten van een BV vervalt namelijk in beginsel de privé aansprakelijkheid. Een nadeel van de BV is echter het feit dat de oprichting niet zo eenvoudig is als de VOF. Zo kan bijvoorbeeld het benodigde startkapitaal van , - een obstakel zijn voor de ondernemers. 25 Hier komt bij dat de BV pas fiscaal aantrekkelijk is op het moment dat de onderneming rond de , - winst maakt. De BV is dus pas fiscaal voordelig bij aanzienlijke schaalvergroting. Indien de ondernemer niet in staat is om een BV op te richten, heeft deze nog een mogelijkheid om het risico van de VOF enigszins te spreiden door de VOF om te zetten in een maatschap. 26 De maten zijn dan namelijk voor gelijke delen aansprakelijk en de schuldeisers kunnen niet voor de volledige schuld bij de ondernemer aankloppen. Indien de VOF van twee partners is, dan heeft het omzetten naar een maatschap geen zin. Het volledige privé kapitaal kan dan immers alsnog worden aangesproken Samenwerking in de glastuinbouw De ondernemer in de glastuinbouw kan te maken krijgen met samenwerking met andere bedrijven. Zo kunnen ondernemers gaan samenwerken om bepaalde producten te verbeteren of te ontwikkelen of het samen kopen en gebruiken van machines. Door samen te werken kan men profiteren van elkaar kennis en expertise. Op het moment dat de ondernemer gaan samenwerken, moet deze er rekening mee houden dat dit risico s kan opleveren voor de eigen onderneming. Indien de samenwerkende onderneming namelijk failliet gaat, kan deze de eigen onderneming in gevaar brengen. 25 Dit verandert echter bij de komst van de Flex BV, waarbij de oprichtingsvereisten worden versoepeld. U kunt hier meer over lezen in hoofdstuk Dit verandert bij de komst van de Wet Personenvennootschappen. De maatschap wprdt dan omgezet in een openbare vennootschap die, net als de huidige VOF, hoofdelijke aansprakelijkheid. U kunt hier meer over lezen in hoofdstuk 6. 28

29 De ondernemers met een BV en VOF raad ik aan om de samenwerking aan te gaan in een BV. Op deze manier sluit de ondernemer de aansprakelijkheid met het privé vermogen zo goed als uit. Ook is op dat moment het risico dat het de eigen onderneming schaadt ook tot het minimum beperkt. Voordelig aan de BV is ook het feit dat het een rechtspersoon is en dus ook goederen op naam kan verkrijgen. Op het moment dat twee ondernemers samen machines, grond en/of onroerend goed willen kopen, kunnen zij deze bezittingen op naam van de BV zetten. De verdeling van aandelen en taken kunnen de ondernemers zelf bepalen. Het oprichten van een BV is wel een investering door het benodigde startkapitaal en is pas fiscaal gunstig bij een winst van ongeveer , -, maar het heeft dus wel grote voordelen. Hiernaast zijn er nog wel een aantal andere mogelijkheden. Indien de ondernemer een BV heeft, heeft deze de mogelijkheid om een maatschap of een VOF aan te gaan met een andere onderneming. De ondernemer heeft hierin de optie om als privé persoon de samenwerking aan te gaan of met de onderneming de samenwerking aan te gaan. Bij beide mogelijkheden komen er risico s om de hoek kijken. Indien de BV de samenwerking aangaat, loopt deze het risico dat de BV geschaad wordt op het moment dat het slecht gaat. De schuldeisers van de VOF kunnen immers in verband met de hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten, zich verhalen op de BV. Bij de maatschap is het zo dat de schuldeisers zich voor een gedeelte kunnen verhalen op de BV. Op het moment dat de ondernemer zelf als privé persoon de samenwerking aangaat, loopt deze het risico om met zijn privé vermogen aansprakelijk gesteld te worden. Bij dit privé vermogen, horen ook de aandelen die de ondernemer heeft in de BV. Met deze constructie loopt de ondernemer dus een dubbel risico, namelijk aansprakelijkheid met het privé vermogen en de aandelen van de BV die hierin meegenomen kunnen worden Bedrijfsopvolging in de glastuinbouw De BV is een goede ondernemingsvorm om bedrijfsopvolging te bewerkstelligen. De ondernemer kan de opvolger namelijk aandelen toebedelen. De opvolger kan ook werken voor de BV en geleidelijk meer aandelen verkrijgen. De opvolger kan uiteindelijk alle aandelen verkrijgen, maar ook een meerderheid. De ondernemer met een BV hoeft de ondernemingsvorm dan ook niet aan te passen. De ondernemer met een VOF hoeft de ondernemingsvorm niet aan te passen voor bedrijfsopvolging. Wel is aan te raden om een samenwerking aan te gaan met de opvolger. De opvolger kan dan, met goedkeuring van alle vennoten en indien er een intredingbeding is, de VOF intreden. Voorwaarde voor het intreden is dat de opvolger iets moet inbrengen in de onderneming. Deze inbreng kan uit van alles bestaan. Zo kan de opvolger, indien deze niet vermogend is, de VOF instappen met arbeid als inbreng. Ook is het mogelijk om een combinatie van geld, knowhow, arbeid en/of goederen in te brengen. Vervolgens kunnen er onderling afspraken gemaakt worden over onder andere de verdeling van winst en verlies. Deze afspraken kunnen in de loop der tijd ook weer aangepast worden. Op deze 29

30 manier kan de opvolger als het ware in de VOF groeien. Deze manier van opvolging kost echter wel veel tijd. Het is dus belangrijk om op tijd na te denken over de eventuele opvolging en hier actie op te ondernemen. Op het moment dat de opvolger nog niet voldoende financiële middelen heeft om de op te volgen vennoot uit te kopen, kan een commanditaire vennootschap (CV) overwogen worden. Dan blijft de op te volgen vennoot/maat in de vennootschap met zijn of haar vermogen. Wel loopt deze het risico om het vermogen dat in de onderneming zit, te verliezen. 5.2 Open teelt Sschaalvergroting, verbreding, samenwerking en bedrijfsopvolging zijn in deze sector ontwikkelingen waar ik op in zal gaan. Uit de enquête is gebleken dat 53 procent van de ondernemers een maatschap voert en 34 procent een VOF. Omdat dit de ondernemingsvormen zijn die het meeste voorkomen in de sector, zal ik deze twee ondernemingsvormen dan ook behandelen Schaalvergroting in de open teelt Schaalvergroting in de open teelt komt, ten opzichte van de schaalvergroting landbouw breed, minder voor. Dit komt mede door het feit dat grond schaars en duur is. Omdat er wel sprake is van schaalvergroting zal ik dit wel behandelen. De open teelt loopt naast de financiële risico s ook andere risico s. Zo kunnen hele oogsten verloren gaan door bijvoorbeeld extreme droogte of andere weersomstandigheden. Hiernaast loopt de ondernemer het risico dat er een ziekte in de producten komt waardoor de oogst verloren gaat. Het risico bij schaalvergroting is nog groter, want hoe meer oogst er verloren gaat, hoe meer verlies er wordt geleden. Op het moment dat dit gebeurd kan dit grote financiële gevolgen hebben. De ondernemers met een maatschap of VOF adviseer ik om de onderneming te wijzigen in een BV in verband met de privé aansprakelijkheid die zij op dit moment hebben. De BV is een geschikte ondernemingsvorm omdat het privé kapitaal dan beschermd is. De BV is pas fiscaal voordelig op het moment dat er veel omzet gemaakt wordt en de oprichting kost tijd en geld. De BV is dus fiscaal pas voordelig op het moment dat er sprake is van aanzienlijke schaalvergroting. Op het moment dat de ondernemer van een VOF geen aanzienlijke schaalvergroting heeft en niet is staat is om een BV op te richten, kan deze ook overwegen om in plaats van een VOF, een maatschap te voeren. Bij een maatschap zijn de ondernemers in beginsel voor gelijke delen aansprakelijk. Zij kunnen hier schriftelijk van afwijken en een andere verdeelsleutel afspreken. Op het moment dat er schuldeisers zijn, kunnen zij de maten alleen aanspreken op hun deel van de schuld. Wat dit betreft lopen ondernemers dus minder risico om volledig het schip in te gaan op het moment dat het fout gaat. Een en ander is uiteraard wel afhankelijk van de hoogte van de leningen/schulden. Indien de maatschap is aangegaan met twee partners, lopen zij echter wel weer het risico om alles te verliezen. 30

31 5.2.2 Verbreding in de open teelt Verbreding komt in de open teelt veel voor. Zoals al in hoofdstuk te lezen is, heeft bijna 40 procent van de ondernemers in de open teelt een verbredende activiteit. Dit is dus een groot percentage. Bij de verbredende activiteiten kan onder andere gedacht worden aan een winkel aan huis waar de verbouwde producten verkocht worden, agrarische kinderopvang en zorgboerderijen. De risico s die de ondernemers lopen bij het hebben van de verbredende activiteit is dat de ondernemingen elkaar in gevaar kunnen brengen. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat het slecht gaat met een van de ondernemingen. Op het moment dat de ene activiteit failliet gaat, dan wordt de andere activiteit hierin meegesleept. Indien ondernemers een VOF of maatschap de verbredende en agrarische activiteit(en) onder een hoed voeren, dan is het mogelijk dat de activiteiten elkaar in gevaar brengen. Ik adviseer de ondernemer dan ook om de agrarische en verbredende activiteit(en) van elkaar te scheiden door het oprichten van verschillende ondernemingen. Indien de verbredende activiteit veel risico s met zich mee brengt, bijvoorbeeld omdat er personeel in dienst is, er veel investeringen zijn gedaan met geleend geld en er veel kosten aan de activiteit verbonden zijn, adviseer ik de ondernemer een BV op te richten voor de verbredende activiteit. Omdat de ondernemer dan geen privé aansprakelijkheid heeft, kan de BV de agrarische activiteit niet in gevaar brengen. Zijn er weinig risico s aan de verbredende activiteit, dan is het ook mogelijk om verschillende maatschappen of VOF s op te richten. Door het oprichten van twee ondernemingen, worden de activiteiten van elkaar gescheiden. Wel kunnen de activiteiten elkaar nog in gevaar brengen bij het oprichten van twee maatschappen. 27 Dit komt omdat er geen afgescheiden vermogen is. Bij de VOF is dit anders, want deze heeft wel een afgescheiden vermogen. Het privé vermogen kan op dat moment wel aangesproken worden, maar de schuldeisers mogen niet aan het zakelijke vermogen van de andere VOF komen. Indien de ondernemer een VOF heeft, de verbredende onderneming weinig risico s met zich mee brengt en geen winst van rond de , - maakt, raad ik de ondernemer dan ook aan om voor de verbredende activiteit een VOF op te richten Samenwerking in de open teelt Samenwerking in de open teelt kan veel voordelen opleveren. Een voorbeeld hiervan is het aankopen van grond. Omdat grond erg schaars is, kost het ook erg veel geld. De individuele ondernemer zou dus erg veel geld moeten investeren om het stuk grond op te kopen. Hiernaast zijn machines, bijvoorbeeld een aardappelrooimachine, erg duur en dit kan voor de individuele ondernemer een hoop 27 Dit verandert bij de komst van de Wet Personenvennootschappen. De maatschap wordt dan omgezet in een openbare vennootschap en deze heeft, net als de VOF, een afgescheiden vermogen. Hier is meer over te lezen in hoofdstuk 6. 31

32 geld zijn. Door samen te werken met andere ondernemers kunnen zij gezamenlijk het stuk grond of de machines aanschaffen, waardoor investeringen gedeeld worden. De ondernemer met een VOF of maatschap hebben een aantal mogelijkheden om een samenwerking met anderen aan te gaan. Bij samenwerking waarbij aanschaf van grond of machines bij komt kijken, adviseer ik de ondernemer om een BV op te richten. De BV kan namelijk goederen op naam verkrijgen. Hiernaast is de BV gunstig doordat de ondernemer niet met het privé vermogen aansprakelijk is en dus de eigen maatschap of VOF ook niet in gevaar kan brengen. Indien er geen sprake is van het gezamenlijk aanschaffen van goederen of grond is adviseer ik dus ook om een BV op te richten voor de samenwerking. Indien de ondernemer een VOF heeft, de geplande samenwerking weinig risico s met zich mee brengt, er geen gezamenlijke goederen worden aangeschaft en geen BV wil of kan oprichten, adviseer ik om als privé persoon de samenwerking aan te gaan in een VOF. De eigen onderneming komt hierdoor niet in gevaar vanwege het afgescheiden vermogen van de ondernemingen. Wel blijft de aansprakelijkheid met het privé vermogen een risico. Voor de ondernemer met een maatschap in dezelfde situatie is de VOF geen geschikte samenwerkingsvorm omdat de maatschap geen afgescheiden vermogen heeft waardoor de maatschap in gevaar kan komen. De ondernemer kan zijn eigen onderneming omzetten in een VOF (waardoor de privé aansprakelijkheid met zijn eigen onderneming wel groter wordt) en dan als privé persoon de samenwerking aan te gaan in een VOF Bedrijfsopvolging in de open teelt De ondernemer met een VOF en maatschap hoeven de ondernemingsvorm niet te wijzigen voor bedrijfsopvolging. Wel adviseer ik om geruime tijd voor de bedrijfsopvolging een samenwerking aan te gaan met de opvolger. De opvolger kan dan, met goedkeuring van alle vennoten/maten en indien er een intredingbeding is, de VOF of de maatschap intreden. 28 Voorwaarde voor het intreden is dat de opvolger iets moet inbrengen in de onderneming. Deze inbreng kan uit van alles bestaan. Zo kan de opvolger, indien deze niet vermogend is, de VOF of maatschap instappen met arbeid als inbreng. Ook is het mogelijk om een combinatie van geld, knowhow, arbeid en/of goederen in te brengen. Vervolgens kunnen er onderling afspraken gemaakt worden over onder andere de verdeling van winst en verlies. Deze afspraken kunnen in de loop der tijd ook weer aangepast worden. Op deze manier kan de opvolger als het ware in de maatschap/vof groeien. Deze manier van opvolging kost echter wel veel tijd. Het is dus belangrijk om op tijd na te denken over de eventuele opvolging en hier actie op te ondernemen. Op het moment dat de opvolger nog niet voldoende financiële middelen heeft om de op te volgen maat/vennoot uit te kopen, kan een commanditaire vennootschap (CV) overwogen worden. Dan blijft 28 Bij invoering van de Wet Personenvennootschappen is een in- of uittredingsbeding niet meer nodig. Meer hierover is te lezen in hoofdstuk 6. 32

33 de op te volgen vennoot/maat in de vennootschap met zijn of haar vermogen. Wel loopt deze het risico om het vermogen dat in de onderneming zit, te verliezen. 5.3 Dierhouderij De dierhouderij heeft met alle eerder behandelde ontwikkelingen uit hoofdstuk vier te maken. Ik zal dan ook al deze ontwikkelingen bij langs gaan en een advies uit per ondernemingsvorm die veel voorkomt in de sector. Zoals is hoofdstuk drie beschreven, zijn de ondernemingsvormen die het meest voorkomen in de dierhouderij de maatschap, eenmanszaak en VOF Schaalvergroting in de dierhouderij De schaalvergroting komt redelijk veel voor in de sector dierhouderij. Dat er sprake is van schaalvergroting is, hoor je ook regelmatig in de media. Je hoort dan over de zogenaamde megastallen. Deze megastallen staan onder grote maatschappelijke druk omdat, veelal dierenbelangenorganisaties of activisten claimen dat de dieren onder slechte omstandigheden leven. Regelmatig wordt er gesproken dat het fenomeen megastallen aan banden moet worden gelegd. Op het moment dat je als ondernemer net hebt geïnvesteerd in een megastal en de politiek wil dit niet meer, is de investering voor niets geweest en kan er een groot verlies worden geleden. Hiernaast loopt de ondernemer met een maatschap, VOF en eenmanszaak ook nog eens het risico dat bij faillissement van de onderneming, al zijn privé vermogen hier ook in mee gaat. Naast de financiële risico s betreffende gedane investeringen, is er ook een risico dat de dieren ziek worden. De afgelopen jaren zijn hier genoeg voorbeelden van geweest zoals de varkenspest, de Q- koorts en de vogelpest. Op het moment dat een dergelijke ziekte bij de onderneming uitbreekt, of bij andere ondernemingen, kan dit ook grote financiële gevolgen hebben. Bij aanzienlijke schaalvergroting raad ik de ondernemers met een eenmanszaak, maatschap en VOF aan om een BV op te richten. Doordat de ondernemers met deze ondernemingsvormen met het privé vermogen aansprakelijk zijn, lopen zij bij aanzienlijke schaalvergroting veel risico met het privé vermogen. Door het oprichten van een BV kan dit voorkomen worden. Op het moment dat er bij de ondernemer van een VOF geen aanzienlijke schaalvergroting heeft plaatsgevonden, waardoor de risico s redelijk klein zijn, en de ondernemer niet is staat is om een BV op te richten, kan deze ook overwegen om in plaats van een VOF, een maatschap te voeren. Bij een maatschap zijn de ondernemers in beginsel voor gelijke delen aansprakelijk, wat minder risico oplevert dan de hoofdelijke aansprakelijkheid van de VOF. Wat dit betreft lopen ondernemers dus minder risico om volledig het schip in te gaan op het moment dat het fout gaat. Een en ander is uiteraard wel afhankelijk van de hoogte van de leningen/schulden. Hier komt bij dat, indien de maatschap is aangegaan met twee partners, de ondernemers wel weer het risico lopen om alles te verliezen. 33

34 5.3.2 Verbreding in de dierhouderij Verbreding komt veel voor in de dierhouderij. Zoals in hoofdstuk is beschreven zijn hebben veel bedrijven in de dierhouderij een zorgtak als verbredingsactiviteit. Op het moment dat de ondernemer beide activiteiten onder een onderneming voert, loopt deze het risico dat de ondernemingen elkaar in gevaar brengen. Dit is vooral het geval als er grote investeringen gedaan zijn voor een van de activiteiten en/of er redelijk wat personeel in dienst is. Bij een zorgtak is het veelal wel nodig om personeel in dienst te hebben. Op het moment dat de ene activiteit failliet gaat, gaat de andere activiteit dit ook. Om dit te voorkomen adviseer ik de ondernemers dan ook om twee aparte ondernemingsvormen op te richten. Ik adviseer de ondernemers met een eenmanszaak, maatschap en VOF die een verbredingsactiviteit hebben die veel risico s met zich meebrengen, dan ook om twee verschillende BV s op te richten. Mogelijk is ook nog om boven deze BV s een zogenaamde holding BV te plaatsen. Het is mogelijk om in deze holding het onroerend goed en eventueel de pensioenopbouw in op te nemen. Vervolgens kunnen de onderliggende BV s, werkmaatschappijen genoemd, het onroerende goed weer huren van de holding BV. Hierdoor is bij faillissement van de ene BV, de andere BV beschermt maar ook bijvoorbeeld het onroerend goed. Hiernaast is het mogelijk om de beide activiteiten onder te brengen in een BV. De activiteiten kunnen elkaar weliswaar wel in gevaar brengen, maar het privé kapitaal van de ondernemer is wel beschermd. In het geval de verbredende en agrarische activiteiten weinig risico s met zich mee brengt, is een BV een goede optie. Bij de eenmanszaak komt de situatie dat de onderneming op naam staat van de ene partner, maar de andere partner wel meewerkt in het bedrijf veel voor. De ene partner neemt het agrarische gedeelte voor zijn/haar rekening en de andere partner de verbredende activiteit. Op zo n moment is het mogelijk om twee aparte ondernemingen op te richten, waarbij de ene partner de ene activiteit en de andere partner de andere activiteit op zich neemt. Indien de agrarische en verbredende activiteiten niet veel risico s met zich meebrengt, is het ook mogelijk om verschillende maatschappen of VOF s op te richten. Door het oprichten van twee ondernemingen, worden de activiteiten van elkaar gescheiden. Wel kunnen de activiteiten elkaar nog in gevaar brengen bij het oprichten van twee maatschappen. Dit komt omdat er geen afgescheiden vermogen is. Bij de VOF is dit anders, want deze heeft wel een afgescheiden vermogen. Het privé vermogen kan wel aansprakelijk gesteld worden bij deze ondernemingsvorm, maar de schuldeisers mogen niet aan het zakelijke vermogen van de andere vof komen Samenwerking in de dierhouderij Samenwerking in de open teelt kan veel voordelen opleveren. Een voorbeeld hiervan is het aankopen van grond. Omdat grond erg schaars is, kost het ook erg veel geld. De individuele ondernemer zou dus erg veel geld moeten investeren om het stuk grond op te kopen. Hiernaast zijn machines, bijvoorbeeld een aardappelrooimachine, erg duur en dit kan voor de individuele ondernemer een hoop 34

35 geld zijn. Door samen te werken met andere ondernemers kunnen zij gezamenlijk het stuk grond of de machines aanschaffen. Hierdoor worden de investeringen gedeeld. De ondernemer met een eenmanszaak, VOF en maatschap hebben een aantal mogelijkheden om een samenwerking met anderen aan te gaan. Bij samenwerking waarbij aanschaf van grond of machines bij komt kijken, adviseer ik de ondernemer om een BV op te richten. De BV kan namelijk goederen op naam verkrijgen. Hiernaast is de BV gunstig doordat de ondernemer niet met het privé vermogen aansprakelijk is en dus de eigen eenmanszaak, maatschap of VOF ook niet in gevaar kan brengen. Indien er geen sprake is van het gezamenlijk aanschaffen van goederen of grond is adviseer ik dus ook om een BV op te richten voor de samenwerking. Indien de ondernemer een VOF heeft, geen BV wil of kan oprichten, de geplande samenwerking weinig risico s met zich mee brengt en er geen gezamenlijke goederen worden aangeschaft adviseer ik om als privé persoon de samenwerking aan te gaan in een VOF. De eigen onderneming komt hierdoor niet in gevaar vanwege het afgescheiden vermogen van de ondernemingen. Wel blijft de aansprakelijkheid met het privé vermogen een risico. Voor de ondernemer met een maatschap in dezelfde situatie is de VOF geen geschikte samenwerkingsvorm omdat de maatschap geen afgescheiden vermogen heeft waardoor de maatschap in gevaar kan komen. De ondernemer kan zijn eigen onderneming omzetten in een VOF (waardoor de privé aansprakelijkheid met zijn eigen onderneming wel groter wordt) en dan als privé persoon de samenwerking aan te gaan in een VOF Bedrijfsopvolging in de dierhouderij De ondernemers met een eenmanszaak adviseer ik om een ofwel een BV op te richten ofwel een samenwerking aan te gaan met de opvolger door middel van een maatschap. Om een eenmanszaak over te nemen, is er namelijk in een keer een groot vermogen nodig. Omdat het veelal moeilijk is om aan een dergelijk vermogen te komen, is de eenmanszaak minder geschikt voor bedrijfsopvolging. De maatschap en de VOF zijn goede ondernemingsvormen voor bedrijfsopvolging. De ondernemer kan dan een samenwerking een samenwerking aangaan met de opvolger in de VOF of maatschap. De opvolger kan dan, met goedkeuring van alle vennoten/maten en indien er een intredingbeding is, de VOF of de maatschap intreden. Voorwaarde voor het intreden is dat de opvolger iets moet inbrengen in de onderneming. Zo kan de opvolger, indien deze niet vermogend is, de VOF of maatschap instappen met arbeid als inbreng. Ook is het mogelijk om een combinatie van geld, knowhow, arbeid en/of goederen in te brengen. Vervolgens kunnen er onderling afspraken gemaakt worden over onder andere de verdeling van winst en verlies. Deze afspraken kunnen in de loop der tijd ook weer aangepast worden. Op deze manier kan de opvolger als het ware in de maatschap/vof groeien. Indien de opvolger nog niet voldoende vermogen heeft om de vennoot uit te kopen op het moment dat deze wil stoppen, dan is er nog een mogelijkheid om de VOF/maatschap om te zetten in een commanditaire vennootschap (CV). Bij een CV is er een (of meer) zogenaamde stille vennoot en een 35

36 (of meer) beherend vennoot. De stille vennoot blijft vervolgens met zijn vermogen in de onderneming. Deze wordt als het ware de geldschieter/investeerder. Het risico is wel dat deze stille vennoot zijn vermogen, dat in de onderneming zit, verliest op het moment dat de onderneming failliet gaat. 36

37 6. Gevolgen toekomstige wetgeving voor huidige ondernemingsvormen De toekomstige wetgeving past de huidige vormen van de personenvennootschappen aan. 29 Zoals ook in onderstaand overzicht te zien is, kan de personenvennootschap worden onderverdeeld in de SV (stille vennootschap) en de OV (openbare vennootschap). Vervolgens kan de OV ook weer opgesplitst worden in de OVR (openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid), de CV (commanditaire vennootschap) en de CVR (commanditaire vennootschap met rechtspersoonlijkheid). De OV is te vergelijken met de vof en maatschap. De SV is te vergelijken met de stille maatschap en de huidige commanditaire vennootschap blijft bestaan. Schematisch weergegeven ziet de indeling van de ondernemingsvormen er in de toekomst als volgt uit: Door de komst van de nieuwe wetgeving verandert het een en ander in de personenvennootschappen. Een groot voordeel, op het moment dat een vennoot uittreedt, dit niet meer het gevolg heeft dat de vennootschap ontbonden wordt. In plaats hiervan wordt de vennootschap ontbonden ten aanzien van de uittredende vennoot. Dit is echter wel alleen het geval indien er minimaal twee vennoten overblijven. Indien er slechts een vennoot overblijft, is er ook de mogelijkheid om verder te gaan als eenmanszaak. Hiernaast kan er gemakkelijker toegetreden worden. Bij het uittreden van een vennoot kan een nieuwe vennoot in de voetsporen van de 29 Wetsvoorstel Wet personenvennootschappen is te vinden op: Wetsvoorstel Flex BV is te vinden op: 37

38 uittredende vennoot treden. 30 Ook is het mogelijk om zonder opvolging de vennootschap in te stappen. Dit alles kan echter in beginsel alleen plaatsvinden op het moment dat alle vennoten hiermee instemmen. Het vermogen wat de vennoot op het moment van uittreden in de vennootschap had, wordt overgedragen aan de overige vennoten. De uittredende vennoot krijgt vervolgens een vergoeding voor hetgeen deze achterlaat in de vennootschap. Door deze versoepeling van de in- en uittreed regels is de personenvennootschap een verbetering voor de familiebedrijven. Op deze manier kunnen eventuele kinderen, broers, zussen, partners, ouders of een ieder ander gemakkelijk toe en/of uittreden. Dit is met name voor bedrijfsopvolging van belang. Ook is het door de CV mogelijk dat bijvoorbeeld de ouders in de vennootschap blijven met het geld, maar zich verder terugtrekken. Door de komst van de nieuwe wetgeving heeft de ondernemer van een openbare vennootschap ook de mogelijkheid om rechtspersoonlijkheid te verkrijgen. Hierdoor kan de onderneming ook goederen op naam verkrijgen. Indien de ondernemer een samenwerking wil aangaan waarbij gezamenlijk goederen of grond wordt aangekocht, kan de openbare vennootschap dus een mogelijke vervanging zijn voor het oprichten van een BV. Indien de wetgeving betreffende de Flex BV is ingevoerd, is de BV echter wel weer een beter alternatief in verband met het feit dat hierbij het privé vermogen van de ondernemer niet aangesproken kan worden. Over deze nieuwe BV zal ik nu wat vertellen. De overheid heeft het plan om de BV flexibeler te maken. De toekomstige BV wordt hierdoor ook wel Flex BV genoemd. Zo is er het plan om een aantal vereisten die op dit moment gelden voor de oprichting, te versoepelen. Op dit moment is er voor de oprichting van een BV een startkapitaal van minimaal vereist, een bankverklaring en de accountantsverklaring bij inbreng in natura. In de toekomst wil de overheid deze vereisten afschaffen. De drempel die er nu vaak is voor het oprichten van een BV wordt dus weggenomen waardoor het aantrekkelijker wordt om deze ondernemingsvorm te kiezen. Voor de uitgebreide beschrijving van de huidige ondernemingsvormen en de toekomstige, verwijs ik u naar de apart bijgevoegde bijlage. Stille maatschap De stille maatschap gaat veranderen. De maatschap zoals deze er nu is, bestaat in de toekomst niet meer. Als variant op de stille maatschap komt er in de toekomst een SV. Bij invoering van de nieuwe wetgeving wordt de stille maatschap dan ook automatisch overgezet naar de SV. Bij deze omzetting verandert er niet gek veel voor de ondernemer. Een belangrijke wijziging is echter dat een vennoot van een SV alleen mag handelen in naam van de vennootschap, op het moment dat deze een volmacht heeft van de overige vennoten. Wat ook veranderd is de positie van zakelijke schuldeisers. De stille vennootschap heeft een zogenaamd afgescheiden vermogen en hierdoor kunnen privé schuldeisers het aandeel in de vennootschap niet uitwinnen. 30 Onder het uittreden van een vennoot kan ook worden verstaan het overlijden van een vennoot. 38

39 Openbare maatschap De openbare maatschap gaat, net als de stille maatschap, in de toekomst verdwijnen. Hier voor in de plaats komt echter de OV. De openbare maatschap wordt bij invoering van de nieuwe wetgeving automatisch omgezet in een OV. Veranderingen voor de maten is voornamelijk te vinden in het aansprakelijkheidsregiem. Daar de maten nu ieder in beginsel voor een gelijk deel zijn verbonden, veranderd dit bij het voeren van een OV. Bij een OV is een ieder van de vennoten namelijk hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap. Dit is voor de openbare maatschap een grote verandering omdat het voordeel van aansprakelijkheid voor gelijke delen op de vof dan verdwijnt. Hiernaast is er voor de openbare maatschap ook de mogelijkheid om, op het moment dat de maatschap automatisch wordt omgezet naar de OV, rechtspersoonlijkheid te verkrijgen. Dit is mogelijk door middel van een notariële akte. Indien deze vorm gewenst is, moet er actie ondernomen worden. Op het moment dat er sprake is van een OVR, dan is het tevens mogelijk om deze om te zetten in een BV. VOF De VOF bestaat in de toekomst niet meer. De VOF wordt bij de invoering van de nieuwe wetgeving omgezet naar de OV. Voor de vennoten van de VOF verandert er in basis niet veel. De belangrijkste aspecten als de aansprakelijkheid en de bevoegdheid veranderen niet. In feite verandert alleen de naam van de vennootschap. Hiernaast is het voor de OV mogelijk om rechtspersoonlijkheid te verkrijgen. Indien de vennoten dit willen, moeten zij actie ondernemen. Vinden zij de ondernemingsvorm als zodanig goed, dan hoeven zij in feite niets te veranderen. BV Voor de bestaande BV s gaat er in wezen niet verplicht iets veranderen. Daar veel wetsartikelen nu nog verplicht zijn, wordt dit in de toekomst regelend recht. Wel moet men alert zijn op de verruimde aansprakelijkheid. Deze verruimde aansprakelijkheid gaat in beginsel direct in bij de inwerkingtreding van de nieuwe wetten, maar alleen voor de handelingen die vanaf de inwerkingtreding gedaan worden. Is er bijvoorbeeld een overeenkomst gesloten voor de inwerkingtreding, dan kan de partij met wie de overeenkomst is gesloten, zich niet beroepen op de nieuwe wet. Op het moment dat deze overeenkomst na de inwerkingtreding is gesloten, kan de partij met wie de overeenkomst is gesloten zich er wel op beroepen. Door de invoering van de nieuwe wetgeving worden er niet automatisch wijzigingen gebracht in de al bestaande afspraken. Bij het maken van nieuwe afspraken is de nieuwe wetgeving echter wel van toepassing. 31 Op dit moment is het voor de BV nog verplicht om een blokkeringregeling te hebben voor het overdragen van de aandelen. Bij de toekomstige wetgeving is dit niet meer het geval, dus de BV kan er op dat moment voor kiezen om hier andere afspraken over te maken en deze in de statuten te vermelden. Dit geldt ook voor het invoeren van stemrechtloze of winstrechtloze aandelen. 31 Zie Mvt onder 3.a 39

40 7. Conclusie en aanbevelingen In dit hoofdstuk zal ik antwoord geven op de hoofdvraag: Welke aanpassingen zouden agrarische ondernemers mogelijk moeten doen in de ondernemingsvormen door de ontwikkelingen in de sector die hier van op invloed kunnen zijn? 7.1 Conclusie De glastuinbouw is een sector die te maken heeft met schaalvergroting, samenwerking met anderen en bedrijfsopvolging. Een groot deel van de ondernemers in deze sector heeft een BV. De BV sluit goed aan bij de ontwikkelingen en hoeft derhalve niet aangepast te worden. De VOF raad ik wel aan om bij schaalvergroting de ondernemingsvorm te wijzigen in een BV. Voor de samenwerking raad ik beide ondernemingsvormen aan om de samenwerking aan te gaan in een BV. In de open teelt hebben de ondernemers te maken met de ontwikkelingen schaalvergroting, verbreding, samenwerking met anderen en bedrijfsopvolging. Het overgrote deel van de ondernemingen in deze sector voert een maatschap of een VOF. De maatschap en VOF raad ik bij aanzienlijke schaalvergroting aan om een BV op te richten. Bij verbreding raad ik de ondernemers aan om twee aparte BV s op te richten. Voor de samenwerking met anderen raad ik ook aan een BV op te richten. Voor de bedrijfsopvolging hoeven de ondernemers mijns inziens de onderneming niet te veranderen. Wel adviseer ik om een samenwerking aan te gaan met de opvolger. De sector dierhouderij heeft ook te maken schaalvergroting, verbreding, samenwerking met anderen en bedrijfsopvolging. De ondernemingen die in deze sector veelal gevoerd worden zijn de eenmanszaak, VOF en maatschap. Voor aanzienlijke schaalvergroting raad ik de ondernemers aan om een BV op te richten. Bij de verbreding raad ik de ondernemers aan om aparte ondernemingen op te richten, het liefst twee BV s. Voor bedrijfsopvolging hoeven de ondernemers met een VOF en maatschap de onderneming niet aan te passen, maar raad ik aan om de opvolger, ruim voor de daadwerkelijke opvolging, te laten intreden in de vennootschap. De ondernemer met een eenmanszaak adviseer ik om ofwel een samenwerking aan te gaan met de opvolger ofwel een BV op te richten. Bij de komst van de nieuwe wetgeving wordt de BV gemakkelijker op te richten. De grootste obstakels voor het oprichten van een BV vervallen hierdoor. Op het moment dat deze nieuwe BV een feit is, raad ik ondernemers dan ook aan om het oprichten van een BV te (her)overwegen. Bij de komst van de nieuwe wetgeving betreffende de personenvennootschappen vervalt het huidige voordeel van de maatschap ten opzichte van de VOF betreffende de aansprakelijkheid. Bij het ingaan van de nieuwe wetgeving hebben zij dus ook hoofdelijke aansprakelijkheid. Op het moment dat deze wetgeving is ingetreden, adviseer ik de ondernemers te kijken bij het advies voor de VOF. 40

41 7.2 Aanbevelingen Bij het verwerken van de resultaten van de enquête is naar voren gekomen dat het merendeel van de ondervraagden niet op de hoogte is van de komst van de nieuwe wetgeving. Ondanks dat de enquête, door het lage aantal respondenten, niet te generaliseren valt, geeft de uitslag mijns inziens wel een beeld. Ik wil LTO Noord dan ook aanraden om voorlichting te gaan geven aan de agrarische ondernemer over de komst van de nieuwe wetgeving en de gevolgen hiervan voor de huidige ondernemingsvormen. Deze voorlichting kan tevens een kans zijn om de ondernemer bewust te maken van de eventuele risico s die de ondernemingen lopen door de ontwikkelingen in de sector en hierbij aangeven wat de voor- en nadelen kunnen zijn van andere ondernemingsvormen. 41

42 Literatuurlijst Boeken Van Mourik, M.J.A., Burgerhart, W., De personenvennootschap (in breed perspectief), Kluwer, Deventer Huizink, J.B., Rechtspersoon, vennootschap en onderneming, Kluwer, Deventer Dorresteijn, A.F.M., van het Kaar, R.H., De juridische organisatie van de onderneming, Kluwer, Deventer 2008, tiende herziende druk van Dijk, J.M., Dumoulin, S.H.M.A., den Tonkelaar, J.D.A., Ondernemingsrecht en effectenrecht, Kluwer, Deventer 2007, vierde druk van Schilfgaarde, P, Winter, J, Van de BV en de NV, Kluwer, Deventer 2006, veertiende druk. Mohr, A.L., Meijers, V.A.E.M., Van personenvennootschappen, Kluwer, Deventer 2009, zesde herziende druk. Slagter, W.J., Compendium van het ondernemingsrecht, Kluwer, Deventer 2005, achtste druk. Rapporten Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Schaalvergroting in de land- en tuinbouw, februari 2011 Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Bedrijfsovername grote glastuinbouwbedrijven, oktober 2007 Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Samenwerken aan samenwerking, december 2009 Rapport , Lei onderdeel van Wageningen UR, Den Haag, Opvolgers gezocht voor het boerenbedrijf, juni 2010 Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Agrarische structuur, trends en beleid: Ontwikkelingen in Nederland vanaf 1950, oktober 2008 Rapport , Lei Wageningen UR, Den Haag, Agrarische structuur, trends en beleid: Ontwikkelingen in Nederland vanaf 1950, oktober 2008 Websites

43 Bijlagen Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI Bijlage VII Enquête Resultaten enquête Stroomdiagram privé aansprakelijkheid Stroomdiagram invloed ontwikkelingen op ondernemingsvorm Stroomdiagram gevolgen door nieuwe ondernemingsvormen Brochure: Gevolgen nieuwe wetgeving voor huidige ondernemingsvormen Brochure: Gevolgen ontwikkelingen voor ondernemingsvorm 43

44 Bijlage I - Enquête Enquête Ondernemingsvormen in de agrarische sector LTO Noord doet in samenwerking met het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool in Groningen een onderzoek naar capaciteitsmanagement voor de agrarische sector. Een onderdeel van dit onderzoek bestaat uit het onderzoeken van de huidige en de toekomstige ondernemingsvormen binnen de agrarische sector. Zoals u wellicht weet, is er nieuwe wetgeving op komst met betrekking tot nieuwe vormen van ondernemingen en aanpassing van de huidige vormen. Dit onderdeel van het onderzoek heb ik op mij genomen als afstudeeronderzoek voor mijn opleiding HBO Rechten. Het uiteindelijke doel van mijn afstudeeronderzoek is om de agrarische ondernemer te voorzien van informatie over de huidige en de toekomstige wetgeving, om deze te helpen met de keuze voor een ondernemingsvorm. Hiernaast probeert het LTO Noord in kaart te krijgen hoeveel kennis er bestaat bij ondernemers over de betekenis van de afspraken die in verband met huwelijkse voorwaarden/samenlevingscontracten zijn gemaakt. LTO Noord is namelijk druk bezig om de knelpunten van deze afspraken te inventariseren en te bewerkstelligen dat wetgeving en voorlichting op dit gebied voor de agrarische ondernemers verbetert wordt. Om deze reden zal ik in deze enquête tevens op dit onderwerp ingaan, indien dit op u van toepassing is. Alvast vriendelijk bedankt voor het invullen van de enquête. Suzanne Smit 1. Onder welke sector valt uw onderneming? o Akkerbouw o Glastuinbouw o Melkveehouderij o Intensieve veehouderij o Vollegrondsgroenteteelt o Anders, namelijk 2. In welke provincie voert u uw onderneming? o Brabant o Drenthe o Flevoland o Friesland (Fryslân) o Gelderland o Groningen o Limburg o Noord-Holland o Overijssel o Utrecht 44

45 o o Zeeland Zuid-Holland 3. Welke ondernemingsvorm heeft uw onderneming? o Bv o Commanditaire vennootschap o Eenmanszaak o Maatschap o Nv o V.o.f o Anders, namelijk.. 4. Met wie voert u de maatschap? o Broer o Zus o Partner o Ouder(s) o Kind(eren) 5. Heeft u bij het opstarten of overnemen van het bedrijf een jurist en/of advocaat om advies gevraagd? o Ja o Nee o Nee, maar wel iemand anders o Anders, namelijk.. 6. Wat was de reden of waren de redenen voor de keus van de ondernemingsvorm? o Gemakkelijk op te richten o Goede samenwerkingsvorm o Aansprakelijkheid o Belastingtechnische reden o Paste het best bij de situatie in de praktijk o Weinig administratieve verplichtingen o Geen specifieke reden o Andere.. 7. Voert u de onderneming alleen of met andere personen? o Alleen o Met partner o Met partner en met anderen, niet zijnde familieleden o Met partner en met anderen, namelijk familieleden o Met anderen, niet zijnde familieleden o Met anderen, namelijk familieleden 8. Voert u, naast de agrarische activiteiten nog meer ondernemingen? (zoals een boerencamping, een winkel, een kinderopvang, snackbar o.i.d.). o Nee o Ja, namelijk een camping o Ja, namelijk een winkel o Ja, namelijk een kinderopvang 45

46 o Ja, namelijk een zorgboerderij Ja, meerdere ondernemingen los van de agrarische activiteiten o Andere Indien nee, ga naar vraag Voert u de nevenactiviteiten/nevenonderneming zelf? o Ja o Nee, mijn partner o Nee, maar mijn zoon(en)/dochter(s) o Nee, iemand anders o Anders, namelijk 10. Bent u op de hoogte van de komst van nieuwe wetgeving met betrekking tot de ondernemingsvormen? o Ja o Nee 11. Heeft u een partner? o Nee, ik ben alleenstaand o Ja, ik ben getrouwd o Ja, ik woon samen o Anders, namelijk.. Indien u bent getrouwd, ga naar vraag 12, indien samenwonend naar vraag 11. Indien alleenstaand, ga naar vraag Bent u getrouwd op huwelijkse voorwaarden of in gemeenschap van goederen? o Op huwelijkse voorwaarden o Gemeenschap van goederen 13. Heeft u een samenlevingscontract? o Ja o Nee Indien ja, ga naar vraag 14, indien nee ga naar vraag Hoe lang heeft u al huwelijkse voorwaarden/samenlevingscontract? o 0-5 jaar o 5-10 jaar o jaar o Langer dan 30 jaar 15. Kent u de inhoud van de huwelijkse voorwaarden/samenlevingscontract of moet u dit nazoeken? o Ik ken de inhoud o Ik moet dit nazoeken 16. Wanneer heeft u voor het laatst gekeken of uw huwelijkse voorwaarden/samenlevingscontract nog past bij uw huidige omstandigheden? 46

47 o o o o o o Nog nooit Minder dan een half jaar geleden Ongeveer 2 jaar geleden Ongeveer 5 jaar geleden Ongeveer 7 jaar geleden Langer dan 10 jaar geleden 17. Heeft u uw huwelijkse voorwaarden/samenlevingscontract al een keer laten wijzigen? o Nee o Ja, 1 keer o Ja, meerdere keren 18. Werkt uw partner mee in het bedrijf of neemt deze een bepaalde rol in binnen het bedrijf? o Nee deze werkt niet mee en heeft ook geen rol binnen het bedrijf o Ja deze werkt mee/heeft een rol in de onderneming en is mede eigenaar o Ja deze werkt mee/heeft een rol in de onderneming, maar is geen mede eigenaar en krijgt geen salaris en/of winst o Ja deze werkt mee/heeft een rol in de onderneming, is geen mede eigenaar maar krijgt wel salaris en/of winst 19. Heeft uw partner een inkomen uit werk naast het bedrijf? o Ja o Nee 20. Wordt dit inkomen apart gehouden van de onderneming? o Ja, dit inkomen wordt gescheiden gehouden o Nee, dit geld wordt ook voor de onderneming gebruikt o Anders, namelijk. 21. Heeft u nog een aanvulling op uw antwoorden van de enquête? Heeft u tot slot nog op- en/of aanmerkingen?

48 Bijlage II Resultaten enquête Statistieken algemeen 48

49 49

50 50

51 51

52 52

53 53

54 Statistieken per sector Glastuinbouw 54

55 55

56 Open Teelt 56

57 57

58 Dierhouderij 58

59 59

60 Bijlage III - Stroomdiagram privé aansprakelijkheid 60

61 Bijlage IV - Stroomdiagram invloed ontwikkelingen op ondernemingsvorm 61

62 Bijlage V - Stroomdiagram gevolgen door nieuwe wetgeving ondernemingsvormen 62

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW VEELZIJDIG BOEREN MIDDEN IN DE SAMENLEVING VOORWOORD De Multifunctionele Landbouw is een groeiende sector. Steeds meer agrarische bedrijven combineren de productie van voedsel

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, 2000-2015 Indicator 5 december 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product. Boekverslag door M. 988 woorden 11 oktober 2015 9.3 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Betalingsbereidheid: Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Nadere informatie

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer 20120679Na van Judith Terwijn datum 29 oktober 2012 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert jaarlijks een arbeidsmarktonderzoek

Nadere informatie

Personenvennootschappen

Personenvennootschappen Personenvennootschappen mei 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld voor schade

Nadere informatie

Noord-Holland heeft hoogste startersquote

Noord-Holland heeft hoogste startersquote Vooruitzicht Starters Noord-Holland heeft hoogste startersquote Ontwikkeling aantal starters onzeker door nieuwe wetgeving Fors meer taxichauffeurs door nieuwe taxiwet en Uber Ontwikkeling aantal starters

Nadere informatie

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn:

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn: Samenvatting door Isabelle 1418 woorden 2 december 2015 8,2 19 keer beoordeeld Vak M&O M&O Hoofdstuk 10 Rechtsvormen 10.1 Organisaties De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie.

Nadere informatie

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied LTO NOORD SHARONA DE KLERK 1 JULI 216 SAMENVATTING De problematiek omtrent Vrijkomende Agrarische Bebouwing zal de komende jaren toenemen. Dat schreef

Nadere informatie

dit erratum per bladzijde aangegeven. ALGEMENE INSTRUCTIE: - Schrap alle vermeldingen en tekst over OVR en CVR.

dit erratum per bladzijde aangegeven. ALGEMENE INSTRUCTIE: - Schrap alle vermeldingen en tekst over OVR en CVR. ERRATUM BIJ FINANCIERING VOOR HET MKB, 6 e druk / 1 e oplage Opmerking: Er is een wetsvoorstel geweest tot wijziging van een aantal ondernemingsvormen. De wijzigingen en aanvullingen zijn - achteraf te

Nadere informatie

Juridische valkuilen van het beginnend ondernemerschap. mr. Claudia Lap, notaris 6 maart 2014

Juridische valkuilen van het beginnend ondernemerschap. mr. Claudia Lap, notaris 6 maart 2014 Juridische valkuilen van het beginnend ondernemerschap mr. Claudia Lap, notaris 6 maart 2014 Wat komt er vanavond aan bod? Algemene juridische aspecten: naam, kamer van koophandel, belasting Rechtsvormen:

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Hoofdstuk 12, paragraaf 2: Eenmanszaak.

Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Hoofdstuk 12, paragraaf 2: Eenmanszaak. Samenvatting M&O Hoofdstuk 12 Samenvatting door X. 2142 woorden 27 september 2015 9,3 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Een organisatie heeft te maken

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015 Conjunctuurenquête Nederland Vierde kwartaal 15 Ondernemers positiever over werkgelegenheid 16 Voorwoord Dit rapport geeft de belangrijkste uitkomsten van de Conjunctuurenquête Nederland van het vierde

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 3 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 6 Vergelijking Q1-216, Q2 216 en Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche

Nadere informatie

Factsheet persbericht

Factsheet persbericht Factsheet persbericht Nut vakbonden onbekend bij jongeren 30 november 2011 Inleiding Van oktober 2011 tot november 2011 hield Zoekbijbaan.nl het Nationale Bijbanen Onderzoek. Aan het onderzoek deden 2464

Nadere informatie

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012 pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer 20120140N van Daniella van der Veen datum 21 februari 2012 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert

Nadere informatie

KWARTAALMONITOR APRIL 2016. Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

KWARTAALMONITOR APRIL 2016. Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland KWARTAALMONITOR APRIL 2016 Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland Inhoud 3 WAT TE DOEN MET ÉÉN MILJOEN 4 BEDRIJVEN SPELEN IN OP WET DBA 5 VEEL STARTENDE FREELANCERS OP LEEFTIJD 6

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Glastuinbouw,

Glastuinbouw, Indicator 25 juni 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aantal glastuinbouwbedrijven

Nadere informatie

SL WAGENINGEN. Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant. āīŕ

SL WAGENINGEN. Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant. āīŕ Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economie Research (voorheen LEI wageningen UR) m L ; I āīŕ 1 I SL WAGENINGEN

Nadere informatie

Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven

Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven Kwartaalbericht Starters ING Economisch Bureau Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven In het eerste kwartaal 2014 waren

Nadere informatie

EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER. Deel 2

EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER. Deel 2 Master Executive in Wedding Management EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER Deel 2 [LES 2] Event & Media Education. Alle rechten voorbehouden. Elke vorm van kopiëren of verspreiding van de

Nadere informatie

Hobbyboeren, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Hobbyboeren, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 19 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 was 26% van alle land-

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant

Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economic Research (voorheen LEI Wageningen UR) VERTROUWELIJK Vraagstelling

Nadere informatie

Megabedrijven in de landbouw,

Megabedrijven in de landbouw, Indicator 30 januari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aantal megabedrijven in

Nadere informatie

RECHTSVORMEN. www.damd.nl

RECHTSVORMEN. www.damd.nl www.damd.nl Rechtsvormen Welke soorten rechtsvormen zijn er voor zzp ers? Hoe kun je je onderneming inschrijven bij de Kamer van Koophandel en waar moet je op letten bij het kiezen van een bedrijfsnaam?

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Utrecht, juli 2011 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 1 Eerste helft & Q2 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Faillissementen per branche 23 Opheffingen per branche 24 Netto-groei per branche 25 Overzicht

Nadere informatie

Samenvatting M&O Hoofdstuk 10

Samenvatting M&O Hoofdstuk 10 Samenvatting M&O Hoofdstuk 10 Samenvatting door Maureen 1166 woorden 8 maart 2016 5,8 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Samenvatting M&O hoofdstuk 10 10.1 organisaties De rechtsvorm is de juridische

Nadere informatie

Meting economisch klimaat, november 2013

Meting economisch klimaat, november 2013 Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie 4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland

Conjunctuurenquête Nederland Nieuw: metingen op provinciaal niveau Conjunctuurenquête Nederland Rapport eerste kwartaal 212 Conjunctuurenquête Nederland I rapport eerste kwartaal 212 Inhoud rapportage COEN in het kort Economisch klimaat

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief

Raadsinformatiebrief Raadsinformatiebrief Van: N. Lemlijn Aan: de leden van de Gemeenteraad Onderwerp: Boeren met buren NR 010 Steller: E. Paree Datum: 1 maart 2013 Nr.: RIB-NL-1305 Het compendium voor de leefomgeving i heeft

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-145 29 juni 2000 9.30 uur Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Door de gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven ( )

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven ( ) Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven (1980-2009) Indicator 13 augustus 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud Als u ooit een bedrijf heeft gestart, dan is de kans het grootst dat u dat in het eerste kwartaal van het jaar heeft gedaan. Veel ondernemers starten traditiegetrouw

Nadere informatie

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland KWARTAALMONITOR JULI 2017 Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland Inhoud 3 HERSTELLENDE MARKT HUNKERT NAAR HERZIENINGEN 4 FREELANCERS EN FLEXWERKERS ONVERMINDERD POPULAIR 5 JONGE

Nadere informatie

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld Pachtafhankelijke in beeld Huib Silvis, Ruud van der Meer en Martien Voskuilen Pacht heeft een belangrijke rol als financieringsinstrument voor de landbouw, zowel bij bedrijfsovername als bedrijfsvergroting.

Nadere informatie

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september 2004 7,9 28 keer beoordeeld Vak Economie Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt Hoofdstuk 1. De arbeidsmarkt op. Een concrete arbeidsmarkt, is een

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Rapportage Juli 2013 Meer informatie: info@wijzeringeldzaken.nl Samenvatting (1/3) 1. Veel 17-jarigen maken de indruk verstandig om te gaan

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting www.jooplengkeek.nl Rechtsvormen Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting 1 Rechtsvormen Natuurlijk persoon Een mens met rechten

Nadere informatie

Petra Berkhout. Onderzoeker, Onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR GRONDONTWIKKELINGEN IN PERSPECTIEF

Petra Berkhout. Onderzoeker, Onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR GRONDONTWIKKELINGEN IN PERSPECTIEF Petra Berkhout Onderzoeker, Onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR GRONDONTWIKKELINGEN IN PERSPECTIEF Grondontwikkelingen in perspectief Grondgebonden Ondernemen, 17 november 2015 Petra Berkhout Structuur

Nadere informatie

Alles wat een ondernemer in het mkb moet weten. Het ZAken ZAk boekje

Alles wat een ondernemer in het mkb moet weten. Het ZAken ZAk boekje Alles wat een ondernemer in het mkb moet weten Het ZAken ZAk boekje De accountant in uw achterzak Hij die niet kan lachen, moet geen winkel beginnen Inhoudsopgave 3 Een goede start is het halve werk Wie

Nadere informatie

Resultaten landbouwenquête. September 2013

Resultaten landbouwenquête. September 2013 Resultaten landbouwenquête September 2013 1 Landbouwenquête 2013 Inleiding In juni 2013 hebben de noordelijke Natuur en Milieufederaties en LTO Noord in samenwerking met het Dagblad van het Noorden en

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 1 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q3 216, Q4 216 en Q1 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017 Nederlandse landbouw en visserij 2017 Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 14 5 Waardering en

Nadere informatie

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap J. Mevissen, L. Heuts en H. van Leenen SAMENVATTING Achtergrond van het onderzoek Het verschijnsel zelfstandige zonder personeel (zzp er) spreekt tot de verbeelding.

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.

Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1. Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.10 Als jij een baan hebt naast je schoolwerk, ben je waarschijnlijk

Nadere informatie

Minder starters in 2016

Minder starters in 2016 Vooruitzicht Starters Minder starters in 2016 Aantal starters stabiel in 2015, daling verwacht in 2016 130.000 Meer starters in de bouw, minder starters in de transport percentage, jan t/m sep 2015 t.o.v.

Nadere informatie

BOSATLAS VRAGENSET ANTWOORDMODEL VAN HET VOEDSEL NOORDHOFF ATLASPRODUCTIES

BOSATLAS VRAGENSET ANTWOORDMODEL VAN HET VOEDSEL NOORDHOFF ATLASPRODUCTIES DE BOSATLAS VAN HET VOEDSEL VRAGENSET ANTWOORDMODEL NOORDHOFF ATLASPRODUCTIES I. Voeding en welvaart 1. De Human Development Index (HDI) geeft aan hoe welvarend een land is. Vergelijk de HDI met de andere

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 2 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 5 Vergelijking Q4-215, Q1 216 en Q2 216 Starters per branche 5 Opheffingen per branche 6 Faillissementen

Nadere informatie

Drenthe Growers BV Inge de Vries en Peter Bergsma. Ondernemingsplan. Warmoesweg nr. 5

Drenthe Growers BV Inge de Vries en Peter Bergsma. Ondernemingsplan. Warmoesweg nr. 5 1 Drenthe Growers BV Inge de Vries en Peter Bergsma Ondernemingsplan Warmoesweg nr. 5 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Samenvatting 3. Persoonlijk 4. Technische punten 5. Plan van aanpak 6. Conclusie 3

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Naheffing Jaarreken. Vergunningen. De MKB-accountant: een goede adviseur DAAROM EEN ACCOUNTANT

Naheffing Jaarreken. Vergunningen. De MKB-accountant: een goede adviseur DAAROM EEN ACCOUNTANT Naheffing tsvorm Jaarreken Vergunningen De MKB-accountant: een goede adviseur DAAROM EEN ACCOUNTANT maart 2013 DE MKB-ACCOUNTANT: EEN GOEDE ADVISEUR Elke ondernemer heeft behoefte aan een goede adviseur,

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor

Graydon Kwartaalmonitor Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud In de eerste week van het nieuwe jaar maakte Graydon al bekend dat een laagterecord kent wat betreft het aantal faillissementen. Het aantal bedrijven dat failliet

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei 2015 6,3 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Adviseren startende onderneming (m.b.v.

Nadere informatie

U doet goede zaken met een accountant

U doet goede zaken met een accountant U doet goede zaken met een accountant Onno Kobus, directeur P&O bureau: Nu ik weet dat de financiën goed geregeld zijn, kan ik al mijn energie richten op mijn bedrijf. U doet goede zaken met een accountant

Nadere informatie

Inzicht in groei van megastallen

Inzicht in groei van megastallen Factsheet Inzicht in groei van megastallen 2005-2013 De afgelopen decennia zijn veel veehouders het slachtoffer geworden van de toenemende schaalvergroting. Kleinschalige gezinsbedrijven worden in een

Nadere informatie

Erratum Report LEI

Erratum Report LEI Erratum Report LEI 14-128 19 januari 2015 Koeijer, T.J. de, P.W. Blokland, C.H.G. Daatselaar, J.F.M. Helming, H.H. Luesink, 2015. Scenario s voor grondgebondenheid: Een verkenning van de varianten binnen

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer 20111098N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer 20111098N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen pagina 1 18 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 Documentnummer 20111098N van Daniella van der Veen datum 29 november 2011 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert jaarlijks

Nadere informatie

Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen

Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen Praktische-opdracht door een scholier 1848 woorden 19 december 2007 7,5 9 keer beoordeeld Vak M&O De opdracht: 1 ondernemingsvormen - Zoek via

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald Persbericht PB99-191 28 juli 1999 9.30 uur Werkloosheid in alle provincies gedaald De gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt in 1998 leidde in alle provincies tot een daling van de werkloosheid en een

Nadere informatie

Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag

Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag Strategie en Onderzoek, september 2013 Inleiding Begin september 2013 is onder Leidse winkeliers een enquête gehouden over de openstelling

Nadere informatie

KvK-Bedrijvendynamiek

KvK-Bedrijvendynamiek KvK-Bedrijvendynamiek Eerste kwartaal 2017 April 2017 Inhoudsopgave 1. Het algemene beeld 2. Dynamiek start en stop per maand 3. Segmenten 4. Sectoren 5. Provincies 6. Faillietverklaringen Bijlagen 1.

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Utrecht, januari 2010 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland KWARTAALMONITOR APRIL 2017 Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland Inhoud 3 VRAAG NAAR FLEX BLIJFT STIJGEN, MAAR VOOR HOELANG? 4 FREELANCERS EN FLEXWERKERS OOK IN 2017 ONVERMINDERD

Nadere informatie

Markt starters. Trendanalyse. Demografisch. Trendanalyse 14/04/16. 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek.

Markt starters. Trendanalyse. Demografisch. Trendanalyse 14/04/16. 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek. Markt starters Trendanalyse 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek Trendanalyse 2 1 Aantal starters door de jaren Starters per jaar 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000

Nadere informatie

Workshop Bestuursmodellen. Hebben we nu wel of niet het goede model gekozen?

Workshop Bestuursmodellen. Hebben we nu wel of niet het goede model gekozen? Workshop Bestuursmodellen Hebben we nu wel of niet het goede model gekozen? Welke rechtsvormen kennen we? Rechtsvorm: zonder rechtspersoonlijkheid? Als u uw bedrijf inschrijft bij de KvK, dan kiest u een

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017 Graydon kwartaal monitor 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht t.o.v. voorgaande kwartalen 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017 Willemstad, april 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen... 3 Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat... 6 Conjunctuurindex... 7

Nadere informatie

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten Waar winkelen de inwoners van de gemeente? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten In opdracht van de SGP Door Studentenpool Bestuurlijke Bedrijfskunde Academie Mens & Organisatie Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media hebben in onze samenleving een belangrijke rol verworven. Het gebruik van sociale media is groot en dynamisch. Voor de vierde

Nadere informatie

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4 Graydon kwartaal monitor incl Kwartaal 4 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q2, Q3 en Q4 8 Starters per branche 9 Opheffingen per branche 1 Faillissementen per branche 11 Netto-Groei

Nadere informatie

Onderzoek Ondernemers 2017

Onderzoek Ondernemers 2017 Onderzoek Ondernemers 2017 Onderzoeksrapport autogebruik van ondernemers 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding 3 Gegevens respondenten 4 Resultaten 5 1. De ondernemer 5 2. De auto en het autogebruik

Nadere informatie

Alleen-Pinnen-Monitor

Alleen-Pinnen-Monitor 1 Alleen-Pinnen-Monitor Perceptie van alleen-pinnen kassa s 2 e meting Erwin Boom & Markus Leineweber, 11 september 2012 Uitgevoerd in opdracht van de Betaalvereniging Nederland en Stichting BEB Vertrouwelijk

Nadere informatie

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Exportmonitor 2011 Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Uit de Exportmonitor 2011 blijkt dat het noordelijk bedrijfsleven steeds meer aansluiting vindt bij de wereldeconomie. De Exportmonitor

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Glastuinbouw,

Glastuinbouw, Indicator 14 oktober 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aantal glastuinbouwbedrijven

Nadere informatie

Minder startende ondernemers

Minder startende ondernemers Starters ING Economisch Bureau Minder startende ondernemers in 2012 Aantal starters loopt in alle provincies terug Dit jaar zijn er tot en met september circa 95.000 mensen een onderneming gestart, ruim

Nadere informatie

Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam

Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam Martijn Epskamp Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) januari 2010 In opdracht van ds+v (gemeente Rotterdam) en provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers Mr. Anneloes Scholing & Dr. Harm van Lieshout Lectoraat Flexicurity Kenniscentrum Arbeid Hanzehogeschool Groningen In opdracht

Nadere informatie

Nieuwe regels inlenen ZZP-ers

Nieuwe regels inlenen ZZP-ers Nieuwe regels inlenen ZZP-ers Het inlenen van ZZP-ers was tot voor kort door de belastingdienst enigszins vergemakkelijkt door het invoeren van de VAR, de Verklaring ArbeidsRelatie. Als er een VAR WUO

Nadere informatie

Btw, een hele zorg Een onderzoek naar de fiscale aspecten van arbeidsmobiliteit in de sector zorg & welzijn

Btw, een hele zorg Een onderzoek naar de fiscale aspecten van arbeidsmobiliteit in de sector zorg & welzijn Btw, een hele zorg Een onderzoek naar de fiscale aspecten van arbeidsmobiliteit in de sector zorg & welzijn Managementsamenvatting De arbeidsmarkt in de sector zorg en welzijn is sterk in beweging. Zorg-

Nadere informatie

Innovatie in de land- en tuinbouw 2016

Innovatie in de land- en tuinbouw 2016 Innovatie in de land- en tuinbouw 2016 In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (voorheen het ministerie van Economische Zaken) December 2017, R.W. van der Meer en M.A. van

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4 Graydon kwartaal monitor incl Kwartaal 4 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q2, Q3 en Q4 6 Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche 9 Netto-Groei

Nadere informatie