Lees verder
Het Shared Research Center in Bergen op Zoom krijgt steeds meer vorm. De eerste onderzoeken zijn gestart, programma’s en projecten worden geschreven en er zijn gesprekken met potentiële toetreders. Hoe nu verder met het centrum waar gewerkt wordt aan de ontwikkeling van bio-aromaten?
Aribert Guiking

In maart dit jaar werd het Shared Research Center opgericht, in de maanden daarna ingericht en op dit moment gaan de eerste onderzoeken van start. Trekkers van het centrum zijn TNO en VITO, de min of meer vergelijkbare Nederlandse en Belgische onderzoeksinstituten die als belangrijkste partners mensen stationeren in het centrum voor toegepast onderzoek. ‘Maar het moet zich niet beperken tot TNO en VITO, wij willen meer bedrijven binnenhalen’, zegt Willem Sederel, voorzitter van Biobased Delta. Dat is een samenwerkingsverband van overheden, bedrijven en kennisinstituten in Zuidwest-Nederland die de biobased economy gestalte willen geven en ook partner in het Shared Research Center. Het SRC is gevestigd binnen de poorten van de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom.

 

Complexer, sneller

Volgens Joop Groen, die namens TNO er hard aan getrokken heeft om het centrum van de grond te krijgen, is een centrum noodzakelijk waar gezamenlijk wordt gewerkt aan innovatie. ‘De wereld wordt complexer en sneller. Om dat succesvol het hoofd te kunnen bieden, lukt niet in je eentje. In de high tech en micro-elektronica hebben zij dat al eerder ontdekt en werken verschillende bedrijven nauw samen. Dat gaan we ook doen in het Shared Research Center. Het gaat om gezamenlijke intelligentie, het faciliteren en het delen van competenties. Soms heb je bijvoorbeeld maar een paar weken per jaar bepaalde apparaten nodig en nu kun je kosten en gebruik delen. Het samenwerken zorgt er ook voor dat de snelheid waarmee resultaten worden geboekt, kan toenemen.’

 

Ontwikkeling bio-aromaten

Ludo Diels, spreekbuis namens VITO, beaamt dat en verwijst naar het speerpunt van het centrum: het ontwikkelen van bio-aromaten. Door het succes van schaliegas in de Verenigde Staten wordt er minder aardolie gebruikt om aromaten te produceren terwijl er wel vraag naar is en de prijs stijgt. Van biomassa zijn bio-aromaten te maken, maar dat proces staat nog in de kinderschoenen. ‘De nood aan moleculen van bio-aromaten is hoog. Maar de ontwikkeling daarvan is complex en je hebt massa nodig voor onderzoek.’ De aromaten fungeren als bouwstenen voor producten als coatings, harsen (zie foto) en diverse polymeren. Die zullen moeten worden ontwikkeld door toegepast onderzoek van de deelnemers in het centrum.

 

Aanwas participanten

De belangstelling van (chemie)bedrijven om te participeren in het Shared Research Center is groot, zo verzekeren de drie heren. ‘Wij voeren gesprekken op verschillende niveaus. Er zijn inmiddels nieuwe bedrijven bijgekomen die op het punt staan om te tekenen, maar namen kan ik nog niet noemen’, aldus Diels.
Op dit moment lopen de eerste onderzoeken en lijkt het een kwestie van tijd voor de volgende stappen kunnen worden gezet. Nu wordt er op meerdere borden tegelijk geschaakt want onderzoek en ontwikkeling lopen parallel en tegelijkertijd zullen meer bedrijven actief gaan werken in het Shared Research Center. Uiteindelijk zullen er vermarktbare producten uit rollen want het gaat om de keten van onderzoek-ontwikkeling-product. Joop Groen: ‘Wanneer ik tevreden ben? Als deelnemers succesvolle business hebben.’