Download PDF versie - Agro & Chemie
Download PDF versie - Agro & Chemie
Download PDF versie - Agro & Chemie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ontwikkelingen biobased kunststoffen en garens gaan de goede kant op<br />
GEDEElDE VISIE IN<br />
Het gebruik van biobased materialen<br />
staat hoog op de agenda van de kunststofindustrie.<br />
Wim Grymonprez, afdelingshoofd<br />
van Flanders’ PlasticVision,<br />
divisie Vlaams Kunststofcentrum in Kortrijk en<br />
Jan Jager, Lector bij Stenden hogeschool (kenniscentrum<br />
Stenden PRE) en directeur R&D van<br />
API Institute in Emmen, zijn hier heel duidelijk<br />
over. De drie kennisinstellingen moeten de concurrentiekracht<br />
van de kunststofindustrie versterken<br />
door toepassingsgericht onderzoek en<br />
productontwikkeling.<br />
De eisen die aan deze duurzame materialen<br />
worden gesteld, verschillen sterk per toepassing.<br />
Deze Vlaamse en Noord-Nederlandse<br />
kennisinstellingen doen dan ook vooral<br />
onderzoek op dit terrein en hebben hiervoor de<br />
nodige proef- en testinstallaties. ‘We beoordelen<br />
nooit een kunststof op zich, maar de eindproducten,<br />
die de eigenschappen definiëren en<br />
waarvoor we de optimale grondstoffen moeten<br />
vinden’, zegt Wim Grymonprez.<br />
Voor kunststofverwerkende bedrijven is, behalve<br />
natuurlijk de prijs, vooral belangrijk dat de<br />
aanvoer constant, en de eigenschappen vergelijkbaar<br />
zijn als bij fossiele grondstoffen. ‘Voor<br />
nieuwe toepassingen is het verhaal iets anders’,<br />
merkt Grymonprez op.<br />
NEDERlAND EN<br />
VlAANDEREN<br />
De Vlaming Wim Grymonprez en de Nederlander Jan Jager delen hun visie over<br />
biobased materialen voor kunststoffen en garens. Beiden zijn positief gestemd. Wel zijn<br />
er nog de nodige technologische en technische uitdagingen, maar die is de sector<br />
aangegaan in onderzoeksprojecten.<br />
Materiaaleigenschappen<br />
Stijfheid, UV-resistentie (voor buitentoepassingen),<br />
doorlaatbaarheid, krasvastheid en<br />
flexibiliteit zijn belangrijke materiaaleigenschappen<br />
voor kunststoffen, terwijl voor synthetische<br />
garens de sterkte van groot belang is. De<br />
kunststofverwerkende bedrijven moeten<br />
hiervoor de juiste ‘grade’ in de markt vinden,<br />
waaraan ze voor de productie van kunststoffen,<br />
in tegenstelling tot voor garens, voor de<br />
gewenste eigenschappen allerlei additieven<br />
toevoegen. ‘Je hebt voor synthetische garens<br />
doorgaans het zuivere polymeer nodig’, legt Jan<br />
Jager uit. ‘Synthetische garens ontstaan door<br />
een spinproces, terwijl voor kunststoffen (of<br />
plastics) verschillende technieken gebruikt<br />
kunnen worden, zoals spuitgieten, extruderen<br />
of dieptrekken.’<br />
Volgens Grymonprez en Jager zijn de kunststofverwerkende<br />
bedrijven over het algemeen<br />
tevreden over biobased kunststoffen als het gaat<br />
om kwaliteit. ‘Ik denk dat de ontwikkeling van<br />
deze materialen een hele goede weg heeft<br />
afgelegd’, stelt Grymonprez. Jan Jager wijst<br />
meteen op de concrete applicaties van polymelkzuur<br />
ofwel PLA, één van de belangrijkste<br />
grondstoffen voor synthetische garens, en noemt<br />
grote leveranciers als NatureWorks en Synbra.<br />
Verpakkingen domineren<br />
Het leeuwendeel van de toepassingen van<br />
biobased materialen is te vinden in de verpakkingen.<br />
Grymonprez: ‘Het verpakkingsafvalbeheer<br />
vroeg aandacht en de industrie wilde minder<br />
afhankelijk zijn van fossiele grondstoffen. Dat<br />
waren de twee grootste drijfveren om over te<br />
schakelen op biogebaseerde grondstoffen. Bij het<br />
eerste werd meteen gedacht aan bioafbreekbaarheid,<br />
maar dit is minder belangrijk geworden.<br />
Er wordt meer naar duurzame toepassingen<br />
gekeken, dat wil zeggen herbruikbaar of langdurig<br />
bruikbaar materiaal.’<br />
Bio-afbreekbaarheid en biobased zijn overigens<br />
ook twee verschillende aspecten. ‘Biogebaseerd<br />
wil niet zeggen dat de kunststoffen bioafbreekbaar<br />
zijn. Dat hoeft helemaal niet.<br />
Biodegradeerbaarheid is vocht- en temperatuurafhankelijk<br />
en bij te hoge gebruikstemperaturen<br />
zouden niet-gemodificeerde verpakkingsmaterialen<br />
kunnen vervormen, vertelt Grymonprez.<br />
‘PLA is een goed voorbeeld.’<br />
utopie<br />
Het totale aanbod van biobased materialen<br />
wordt door de Belgische kunststofindustrie<br />
geschat op 500 duizend ton wereldwijd, ofwel<br />
minder dan een procent (0,18 procent) van het<br />
― Jan Jager: PLA goed voorbeeld van succesvolle biobased grondstof.<br />
totale kunststofverbruik van 280 miljoen ton in<br />
2011. De vraag is of de sector wel voor 100<br />
procent biobased moet gaan. ‘Kunnen we niet<br />
beter gaan voor mengsels van fossiele en biogebaseerde<br />
grondstoffen’, stelt Grymonprez,<br />
ondersteund door Jan Jager, voor. ‘In de markt<br />
gebeurt dit op een andere manier al, zoals voor<br />
de PlantBottle verpakking van Coca Cola.’ Naast<br />
22,5 procent plantaardig materiaal, afkomstig<br />
van suikerriet, bevat de verpakking PET, waarvan<br />
25 procent gerecycleerd PET.<br />
Een voorbeeld uit de tapijttextielsector, dat Jan<br />
Jager noemt, is polytrimethyleentereftalaat (PTT,<br />
Sorona van DuPont) dat voor uit circa 35 procent<br />
uit biobased duurzaam materiaal bestaat.<br />
Een 100 procent biobased kunststofindustrie is<br />
een utopie, vinden beiden. ‘Misschien moeten we<br />
aardolie besparen door meer te kiezen voor<br />
duurzame energieproductie en de aardolie als<br />
grondstof voor kunststoffen te gebruiken’, oppert<br />
Grymonprez. ‘Slechts 5 procent van de aardolie is<br />
bestemd voor kunststof en eenzelfde percentage<br />
voor de energie voor kunststofproductie.’<br />
Duurzame thermoplast<br />
Om bedrijven te ondersteunen in het overschakelen<br />
op het gebruik van biopolymeren,<br />
werkt Flanders’ PlasticVision sinds 1 juni 2012<br />
mee aan een door Vlaanderen gesteund VIStraject<br />
Durbio, gericht op de textiel- en de<br />
extrusie-industrie. Doelstelling is het opbouwen<br />
van kennis van technologie, ecologie en economie<br />
die nodig is om producten die deels of volledig<br />
opgebouwd zijn uit hernieuwbare thermoplasten,<br />
op de markt te brengen met een zo hoog<br />
mogelijke toegevoegde waarde en levensduur.<br />
Een ander recent Europees Cornet-project, met<br />
de naam PLA Second Life, bestudeert de mogelijkheden<br />
van het mechanisch recycleren van<br />
met name PLA. Grymonprez: ‘De standaard<br />
mechanische verwerkingstechnieken vertonen<br />
technische moeilijkheden, zoals bij het voor-<br />
drogen. Ook de eigenschappen van PLA wijzigen<br />
sterk bij het verder verwerken, zoals de stijfheid<br />
van het materiaal.’<br />
Binnen het Interreg-project ‘Recy-Polymer’,<br />
waarin Flanders’ Plastic Vision en haar Waalse<br />
zusterorganisatie CerTech samenwerken met<br />
het technisch onderzoekscentrum Crepim uit<br />
Noord-Frankrijk, kijkt men breder naar de<br />
recyclage van thermoplasten. De projecten<br />
starten met het identificeren van de verschillende<br />
materialen en eindigen met de valorisatie.<br />
polymelkzuur<br />
Binnen het Duits-Noord-Nederlandse EDRproject<br />
<strong>Agro</strong>biopolymeren werkt het Kenniscentrum<br />
Stenden PRE en API Institute samen<br />
met 24 bedrijven, waarvan de helft uit Nederland,<br />
aan verschillende deelprojecten, waaronder<br />
gericht op PLA. Eén van de projecten betreft het<br />
24 AGRO&CHEMIE #2 — NOVEMBER 2012 25<br />
― Wim Grymonprez: ‘Bioafbreekbaarheid minder van belang.’<br />
gebruik van polymelkzuur in multifilament garen<br />
voor de productie van smalle weefselstroken<br />
voor bijvoorbeeld riemen voor rugzakken.<br />
Belangrijke uitdagingen zijn een hogere sterkte,<br />
lagere krimp en een hogere temperatuurstabiliteit.<br />
Voor de eerste uitdagingen is volgens Jager<br />
vooral een hoger molecuulgewicht belangrijk.<br />
Binnen het project Biotrip werkt API Institute<br />
samen met onder meer de suikerindustrie aan<br />
het economisch verwaarden van organische<br />
(rest)stromen tot hoogwaardige biopolymeren.<br />
Jan Jager: ‘In het lopende onderzoek wordt<br />
onderzocht of deze organische reststromen<br />
gebruikt kunnen worden voor de productie van<br />
polyhydroxyalkanoaten (PHA’s) middels microorganismen.<br />
PHA’s zijn een nieuwe generatie<br />
van bioafbreekbare kunststoffen.’<br />
― Foto’s Yves De Groote<br />
sTENDEN pRE<br />
Stenden Pre is recent opgericht door Stenden Hogeschool, emmtec Services en het API<br />
Institute (Applied Polymer Innovation emmen) Institute. Stenden Pre richt zich naast<br />
kunststoffen ook op synthetische garens.<br />
Website: www.stendenpre.com<br />
Website: www.api-institute.com<br />
flaNDERs’ plasTICVIsION<br />
Flanders’ PlasticVision is de competentiepool voor de kunststof- en rubberverwerkende<br />
industrie die bedrijven begeleidt bij het zoeken naar en implementeren van nieuwe kennis<br />
en innovatie. Het Vlaams Kunststofcentrum is het technologiecentrum van Flanders’<br />
PlasticVision, gespecialiseerd in opleidingen, technologisch advies en oplossen van<br />
procesproblemen<br />
voor bedrijven uit de kunststof industrie.<br />
Website: www.plasticvision.be