Dierproeven voor dummies - Stichting Informatie Dierproeven
Dierproeven voor dummies - Stichting Informatie Dierproeven
Dierproeven voor dummies - Stichting Informatie Dierproeven
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Dierproeven</strong> <strong>voor</strong> <strong>dummies</strong><br />
Een dierproef...<br />
is een onderzoek met levende gewervelde dieren<br />
die hierbij ongerief (pijn en stress) ondervinden<br />
<strong>Dierproeven</strong> hebben doelen:<br />
● medicijnen ontwikkelen<br />
● veiligheid van producten testen<br />
Een vergunning is vereist<br />
Ontdek welke regels gelden <strong>voor</strong><br />
onderzoekers en wie hierop toeziet<br />
Interview:<br />
Diertrainer Marit (25 jaar)<br />
“Als diertrainer bereid ik de apen optimaal<br />
<strong>voor</strong> op toekomstige experimenten”<br />
3V’s<br />
Onderzoekers moeten hiermee<br />
rekening houden:<br />
● Vervanging: een proef uitvoeren zonder<br />
proefdieren<br />
● Vermindering: een proef uitvoeren met<br />
zo min mogelijk dieren<br />
● Verfijning: een proef uitvoeren met zo<br />
min mogelijk ongerief <strong>voor</strong> de dieren<br />
Interview:<br />
Biotechnicus Steffi<br />
(21 jaar)<br />
“Ik weet dat er goed met proefdieren wordt omgegaan<br />
en dat ze de aandacht krijgen die ze nodig hebben”<br />
Houd je een spreekbeurt?<br />
● Vraag gratis de brochure <strong>Dierproeven</strong>. Zo doen<br />
ze dat! aan en deel ’m uit in je klas<br />
● Download een standaardpresentatie<br />
● Volg een rondleiding met je klas<br />
Inhoud<br />
Waarom doen we dierproeven?<br />
<strong>Dierproeven</strong> <strong>voor</strong> wetenschappelijk<br />
onderzoek<br />
<strong>Dierproeven</strong> <strong>voor</strong> medicijnontwikkeling<br />
Producten testen met proefdieren<br />
<strong>Dierproeven</strong> in het onderwijs<br />
Soorten proefdieren<br />
Welke dieren worden gebruikt?<br />
Toestand dieren na de proef<br />
Welzijn proefdieren<br />
In gesprek met…<br />
Marit (25 jaar), diertrainer<br />
Proefdieren en pijn<br />
In gesprek met…<br />
Steffi (21 jaar), biotechnicus<br />
Wetgeving<br />
Een dierproef in drie stappen<br />
1 Vergunningaanvraag bij<br />
overheid<br />
2 Dierexperimentencommissie<br />
toetst onderzoeksplan<br />
3 NVWA houdt toezicht<br />
3V-beleid<br />
Bezwaren tegen dierproeven<br />
Belangengroeperingen<br />
Spreekbeurten en werkstukken
Definitie dierproef<br />
Een proef is een dierproef als:<br />
● je onderzoek doet met een gewerveld dier*<br />
● er kans is dat de behandeling van het dier leidt tot ongerief<br />
(pijn of stress)<br />
● het onderzoek valt onder de doelen genoemd in de Wet op de<br />
dierproeven: kennis vergaren over hoe mens en dier in elkaar<br />
zitten, medicijnen ontwikkelen, veiligheid van medicijnen,<br />
voedingsmiddelen en producten testen en artsen in opleiding<br />
praktijkervaring laten opdoen<br />
Kortom: alle handelingen die niet vallen onder de ‘normale’ handelingen<br />
met dieren noemen we een dierproef.<br />
Voorbeeld<br />
● Als je wilt testen of een hond een bepaald merk voer wel of niet<br />
graag eet, is dat geen dierproef. Je geeft het dier immers alleen<br />
voer en meet hoeveel de hond eet.<br />
● Als je dezelfde hond een bepaalde stof toedient en bekijkt welk<br />
effect dit heeft op zijn eetlust, dan is dat wel een dierproef. Als je<br />
op een normale manier omgaat met dieren, dien je ze immers geen<br />
stoffen toe.<br />
* Gewervelde dieren hebben een<br />
wervelkolom of ruggengraat.<br />
Denk aan zoogdieren, vissen,<br />
amfibieën en reptielen.<br />
Ongewervelde dieren hebben geen<br />
wervelkolom. Voorbeelden zijn<br />
insecten, wormen en inktvissen.<br />
1 proefdier = 1 dierproef<br />
Wist je dat het gebruik van één proefdier telt als één dierproef? Een dierproef<br />
is dus niet één test met verschillende proefdieren. Nee. Elk proefdier<br />
dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> een test, wordt als één dierproef gerekend.<br />
In 2010 werden 575.278 dierproeven gedaan met 563.789 proefdieren.<br />
Het aantal dierproeven en het aantal proefdieren is niet gelijk, omdat met<br />
sommige dieren meerdere proeven worden gedaan. Dit heet hergebruik.<br />
Voorwaarde is dat het cumulatieve ongerief (het ‘verzamelde lijden’) niet<br />
te hoog is. In 2010 zijn 8.331 dieren één of meerdere keren hergebruikt<br />
<strong>voor</strong> 11.489 proeven.<br />
Waarom doen we dierproeven?<br />
55%<br />
Wetenschappelijk onderzoek<br />
We doen dierproeven om<br />
kennis te vergaren over hoe<br />
mens en dier in elkaar zitten<br />
en over het ontstaan van<br />
ziektes.<br />
41%<br />
Medicijnen & Producten<br />
<strong>Dierproeven</strong> zijn nodig om<br />
de veiligheid van geneesmiddelen<br />
en medische behandelingen<br />
te garanderen. Ook<br />
de grondstoffen van allerlei<br />
producten die je dagelijks<br />
gebruikt (voedsel, speelgoed,<br />
gebruiks<strong>voor</strong>werpen), zijn uitgebreid<br />
op veiligheid getest.<br />
● medicijnen<br />
& producten (41%)<br />
● onderwijs (4%)<br />
● wetenschap (55%)<br />
4%<br />
Onderwijs<br />
Artsen in opleiding doen<br />
dierproeven om praktijkervaring<br />
op te doen met het<br />
behandelen van mens of dier.
<strong>Dierproeven</strong> <strong>voor</strong><br />
wetenschappelijk onderzoek<br />
Ruim de helft van alle dierproeven gebeurt omdat onderzoekers een wetenschappelijke vraag<br />
willen beantwoorden. Meestal houdt zo’n vraag wel verband met de gezondheid van mens<br />
en/of dier, maar het doel is niet een medicijn of behandelmethode te vinden. Centraal staan<br />
vragen als:<br />
● hoe ontstaan ziekten zoals kanker en hart- en vaatziekten?<br />
● hoe ontstaan ziekten bij dieren?<br />
● hoe gedragen dieren zich, bij<strong>voor</strong>beeld tijdens de vogeltrek?<br />
Als onderzoekers willen weten hoe een bepaalde ziekte ontstaat, proberen ze die ziekte in<br />
proefdieren op te wekken. Als dat lukt, gaan ze met deze dieren experimenten doen om te<br />
achterhalen welke mechanismen de ziekte laten ontstaan en verergeren.<br />
Voorbeeld:<br />
Strijd tegen kanker<br />
Kanker is een belangrijke doodsoorzaak in ons land. Daarom wordt<br />
hiernaar veel onderzoek gedaan.<br />
Kankercellen delen zich sneller dan gezonde cellen in het menselijk<br />
lichaam. Onderzoekers willen weten waarom dit gebeurt. Om antwoord op<br />
deze vraag te krijgen, bestuderen zij met name vroege stadia van kanker.<br />
Dat kan niet in patiënten die al kanker hebben, daarom gebruiken ze<br />
hier<strong>voor</strong> proefdieren.<br />
Onderzoekers bekijken in proefdieren hoe ongecontroleerde celdeling op<br />
gang komt en of die met bepaalde behandelingen kan worden afgeremd.<br />
Als dat het geval is en de bijwerkingen niet ernstig zijn, wordt een nieuwe<br />
methode ontwikkeld <strong>voor</strong> de behandeling van kankerpatiënten.<br />
Meer <strong>voor</strong>beelden van dierproeven<br />
<strong>voor</strong> wetenschappelijk onderzoek
<strong>Dierproeven</strong> <strong>voor</strong><br />
medicijnontwikkeling<br />
Hoe doen ze dat: een medicijn maken? Je neemt vast wel eens iets tegen hoofdpijn of koorts.<br />
En waarschijnlijk vaak zonder erbij na te denken. Maar wist je dat het wel twaalf jaar<br />
duurt <strong>voor</strong>dat een medicijn is ontwikkeld? Vóór jij een medicijn kunt gebruiken, wordt het<br />
uitvoerig getest. Een medicijn doorloopt daar<strong>voor</strong> verschillende testfasen. In sommige fasen<br />
spelen proefdieren een rol.<br />
Definitie medicijn<br />
Een medicijn bestaat uit één<br />
of meerdere chemische stoffen<br />
en kan worden toegediend aan<br />
mens of dier om:<br />
● een ziekte te <strong>voor</strong>komen<br />
of genezen<br />
● een diagnose te stellen<br />
● de werking van het menselijk<br />
of dierlijk lichaam te<br />
herstellen, verbeteren of<br />
wijzigen<br />
Bron: de Geneesmiddelenwet<br />
Lees hier hoe een medicijn wordt<br />
gemaakt: stap <strong>voor</strong> stap<br />
Voorbeeld:<br />
Medicijnen tegen angststoornissen<br />
><br />
Mensen (net als dieren trouwens)<br />
kunnen angstig zijn in bepaalde<br />
situaties. Bij sommige mensen neemt<br />
angst grote vormen aan: het gevoel<br />
van angst is bij hen veel groter dan de<br />
daadwerkelijke bedreiging. Zij hebben<br />
een angststoornis of fobie (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
pleinvrees of paniekaanvallen).<br />
Farmaceuten ontwikkelen medicijnen<br />
die deze angststoornissen tegengaan.<br />
Om te weten hoe ze zo’n medicijn<br />
moeten maken, testen ze het effect van<br />
bepaalde stoffen op angstgevoelens.<br />
Dit doen ze bij<strong>voor</strong>beeld bij proefdieren<br />
met de Elevated Plus Maze-test. Voor<br />
deze test gebruiken onderzoekers een<br />
soort doolhof in de vorm van een plus<br />
(+) die meestal op een tafel staat.<br />
Twee van de vier armen zijn overdekt.<br />
De andere twee armen zijn open.<br />
Op het kruispunt zijn ze met elkaar<br />
verbonden. Muizen zijn van nature<br />
bang <strong>voor</strong> open ruimtes, want daar<br />
kunnen ze zich niet verstoppen. Dit<br />
is de reden dat muizen uit zichzelf<br />
minder vaak in de open armen zullen<br />
lopen dan in de overdekte armen.<br />
Als de muizen – nadat ze een stofje<br />
toegediend hebben gekregen – vaker<br />
in de open armen durven te komen,<br />
betekent dit dat dit stofje angstverlagend<br />
werkt.
Mobiele telefoons<br />
geven straling af.<br />
De effecten hiervan<br />
<strong>voor</strong> onze<br />
gezondheid worden<br />
getest op dieren.<br />
Producten testen met proefdieren<br />
Het lijkt heel vanzelfsprekend<br />
dat gebruiks<strong>voor</strong>werpen,<br />
speelgoed en snoep veilig<br />
zijn, maar ook hier<strong>voor</strong> wordt<br />
veel onderzoek gedaan. De<br />
Wet Milieugevaarlijke stoffen<br />
en REACH zijn er om mens,<br />
dier en milieu te beschermen<br />
tegen gevaren van stoffen<br />
die worden geproduceerd,<br />
vervoerd en gebruikt. Elk<br />
bedrijf dat een nieuwe stof<br />
ontwikkelt, moet de gevaren<br />
van deze stof (laten) onderzoeken.<br />
Afhankelijk van de<br />
hoeveelheid stof die wordt<br />
geproduceerd, moet deze<br />
uitgebreider worden getest.<br />
Immers, bij een grote<br />
productie is het risico dat<br />
mens, dier en milieu ermee<br />
in aanraking komen, ook<br />
groter.<br />
Normaal gesproken worden<br />
alleen grondstoffen op veilig-<br />
heid getest. Zo komt het dus<br />
dat je uiteindelijk kunt zeggen<br />
dat een eindproduct veilig is.<br />
Dit geldt immers <strong>voor</strong> de<br />
afzonderlijke grondstoffen<br />
en dus ook <strong>voor</strong> het eindproduct<br />
als geheel. De veiligheidsgegevens<br />
van de grondstoffen,<br />
de wijze waarop ze in<br />
het eindproduct zijn verwerkt<br />
en het gebruik van het eindproduct,<br />
zijn de basisgegevens<br />
van een risicoanalyse.<br />
Voorbeeld:<br />
Zonder nadenken<br />
bijten op een pen<br />
Je kauwt vast wel eens op een pen.<br />
Ook deze pen is op veiligheid getest.<br />
Niet het eindproduct, dus de hele pen,<br />
maar alle afzonderlijke grondstoffen.<br />
Denk aan de kleurstof in het plastic<br />
van de pen en aan de inkt. Om te<br />
bepalen wat het risico is van het<br />
gebruik van een kleurstof in het plastic<br />
van een pen, wordt bepaald in welke<br />
mate de kleurstof uit het plastic komt,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld als mensen op een pen<br />
kauwen. Als blijkt dat de kleurstof niet<br />
uit het plastic komt, levert dit dus<br />
Deze analyse kan ertoe<br />
leiden dat:<br />
● beperkingen in het gebruik<br />
worden geëist<br />
● verplicht gevarentekens<br />
op de verpakkingen<br />
moeten komen te staan<br />
● helemaal niets hoeft te<br />
gebeuren en het product<br />
gewoon kan worden<br />
gebruikt<br />
geen risico op <strong>voor</strong> onze gezondheid.<br />
Kortom: ondanks dat de kleurstof<br />
een bepaald gevaar in zich heeft, is<br />
dit toch niet relevant <strong>voor</strong> het gebruik<br />
van de pen.<br />
Om te bepalen of de inkt in de pen<br />
veilig is, maken onderzoekers een<br />
andere afweging. Het is aannemelijk<br />
dat de inkt op de huid van mensen<br />
of dieren komt of wordt ingeslikt.<br />
Dit maakt het zinvol onderzoek te<br />
doen naar het gezondheidsrisico<br />
van inkt.
<strong>Dierproeven</strong><br />
in het onderwijs<br />
><br />
Voor studies als (dier)geneeskunde,<br />
biologie en<br />
tandheelkunde bieden<br />
universiteiten practica<br />
op proefdieren aan. Deze<br />
practica zijn bedoeld <strong>voor</strong><br />
studenten aan het eind van<br />
hun studie, tijdens hun<br />
specialisatie. Zij kunnen zo<br />
handelingen oefenen<br />
waarmee zij in hun latere<br />
werk dagelijks te maken<br />
krijgen. Er zijn ook klinische<br />
lessen waarbij het dier in<br />
leven blijft, zodat het dier<br />
later <strong>voor</strong> een andere proef<br />
kan worden ingezet, zoals:<br />
● het beluisteren van<br />
het hart<br />
● het toedienen van een<br />
medicijn<br />
● het inbrengen van een<br />
blaaskatheter<br />
● het afnemen van bloed<br />
Voorbeeld<br />
Behandelmethoden oefenen op een varken<br />
Steeds meer ingrepen bij de mens gebeuren via kijkoperaties, zodat de patiënt<br />
minder wordt belast en eerder naar huis kan. Specialisten moeten dit soort<br />
operaties veilig en effectief kunnen toepassen. Dit leren zij bij<strong>voor</strong>beeld op<br />
varkens. Vanwege de grootte van het dier is het mogelijk hetzelfde chirurgisch<br />
instrumentarium te gebruiken als bij mensen.<br />
Steeds minder dierproeven<br />
In 1978 werden dierproeven <strong>voor</strong> het eerst geregistreerd<br />
in Nederland. Tussen 1978 en 2010 is het aantal dierproeven<br />
met 63% gedaald. Na een stijging in 2009 is het<br />
aantal dierproeven in 2010 verder gedaald naar 575.278.<br />
1.572.534<br />
741.174<br />
578.123 592.665<br />
575.278<br />
1978 1996 2008 2009 2010<br />
De wetgeving heeft een grote invloed gehad op de<br />
teruggang in het proefdiergebruik, omdat:<br />
● alleen deskundige mensen met proefdieren mogen<br />
werken<br />
● onderzoekers toestemming nodig hebben om een<br />
dierproef te doen<br />
● onderzoekers alleen toestemming krijgen <strong>voor</strong><br />
onderzoek als zij verantwoord met proefdieren<br />
omgaan. Als gevolg daarvan worden er steeds meer<br />
nieuwe technieken ontwikkeld, die het proefdiergebruik<br />
Vervangen, Verminderen of Verfijnen
Soorten<br />
proefdieren<br />
Huisdieren worden niet gebruikt <strong>voor</strong> proeven. Als proefdier<br />
word je namelijk geboren: je bent dan speciaal gefokt <strong>voor</strong><br />
dat doel. Heel af en toe wordt ook een wild dier <strong>voor</strong> proeven<br />
gebruikt.<br />
In Nederland zijn er vier categorieën:<br />
● genetisch gemodificeerde dieren (16%)<br />
● dieren die in het wild leven en<br />
bestudeerd worden in hun eigen omgeving (2%)<br />
● dieren die in het wild leven en onderzocht worden<br />
in het laboratorium (1%)<br />
● gewone dieren (81%)<br />
Het merendeel van de proefdieren (80%) wordt aangekocht<br />
via erkende proefdierleveranciers. Zij hebben een vergunning<br />
<strong>voor</strong> het fokken van proefdieren. Onderzoeksinstellingen<br />
kunnen ook zelf fokken, maar moeten daar<strong>voor</strong> een aparte<br />
vergunning hebben. Bovendien gelden er strenge regels,<br />
waardoor de meeste instellingen hiervan afzien.<br />
Het is noodzakelijk dat proefdieren (in genetisch opzicht)<br />
vergelijkbaar zijn. Als de eigenschappen van proefdieren<br />
namelijk verschillen, kunnen onderzoekers moeilijk bepalen<br />
of de resultaten het gevolg zijn van het experiment of van de<br />
variatie tussen de gebruikte dieren.<br />
81% 16%<br />
Gewone dieren<br />
Onder gewone dieren verstaan we<br />
gewervelde dieren die speciaal<br />
worden gefokt <strong>voor</strong> dierproeven.<br />
Genetisch<br />
gemodificeerde dieren<br />
Genen zijn de erfelijke informatie in<br />
het lichaam. Sommige genen spelen<br />
een rol bij de ontwikkeling van<br />
ziekten. Zo verhoogt een bepaald gen<br />
de kans op borstkanker. Om deze<br />
ziekte beter te begrijpen, worden<br />
proefdieren gebruikt waarbij dit gen is<br />
veranderd. Zo kan heel specifiek<br />
onderzoek worden gedaan naar<br />
bepaalde ziekten. Dieren waarbij de<br />
genen zijn aangepast, noemen we een<br />
genetisch gemodificeerd dier. 16% van<br />
de dierproeven werd in 2010 op dit<br />
soort dieren verricht. Dit zijn bijna<br />
allemaal muizen.<br />
Fokoverschot<br />
Voor onderzoek met genetisch<br />
gemodificeerde dieren zijn altijd<br />
meer dieren nodig dan daadwerkelijk<br />
in de proef worden<br />
gebruikt. Dit komt doordat de<br />
dieren allemaal hetzelfde moeten<br />
zijn, en dus:<br />
● genetisch identiek en even<br />
oud zijn<br />
● onder identieke omstandig-<br />
0heden geboren<br />
● hetzelfde voer eten<br />
● in dezelfde kooien verblijven<br />
● vaak van hetzelfde geslacht zijn<br />
Meer weten over<br />
het fokoverschot<br />
2%<br />
Dieren in hun eigen<br />
omgeving<br />
Voorbeelden van het bestuderen van<br />
wilde dieren in hun eigen omgeving:<br />
● het ringen van vogels<br />
● het aanbrengen van zendertjes<br />
● het markeren en volgen van<br />
bij<strong>voor</strong>beeld bruinvis en paling<br />
Het aanbrengen van ringen of zendertjes<br />
gebeurt meestal om trekroutes<br />
van vogels/vissen in kaart te brengen<br />
of om te achterhalen waar dieren hun<br />
voedsel verzamelen of paren. Dit zijn<br />
wetenschappelijke vragen die soms<br />
basaal wetenschappelijk gedreven zijn<br />
(uit nieuwsgierigheid), maar soms ook<br />
noodzakelijk om bepaalde diersoorten<br />
te kunnen beschermen. Dan kan het<br />
nuttig zijn te weten welke plaatsen<br />
belangrijk zijn <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>tbestaan<br />
van de dieren. Deze locaties kunnen<br />
dan extra worden beschermd.<br />
1%<br />
Wilde dieren in het lab<br />
Dieren die in het wild leven<br />
maar onderzocht worden in het<br />
laboratorium
29.417 vissen<br />
14.793 andere vogels<br />
10.516 varkens<br />
6.802 konijnen<br />
4.857 cavia’s<br />
4.598 runderen<br />
3.963 hamsters<br />
3.021 schapen<br />
2.976 paarden<br />
2.318 amfibieën<br />
1.517 honden<br />
959 andere knaagdieren<br />
575 fretten<br />
448 apen<br />
381 geiten<br />
326 andere vleeseters<br />
274 katten<br />
109 reptielen<br />
100 cyclostomata<br />
74 kwartels<br />
39 andere zoogdieren<br />
81.704 kippen<br />
20.296 ratten<br />
285.215 muizen<br />
Top 3 Meest gebruikte proefdieren<br />
1<br />
2 3<br />
Ratten<br />
21%<br />
Muizen<br />
50%<br />
Welke dieren worden gebruikt<br />
<strong>voor</strong> proeven?<br />
Kippen<br />
14%<br />
De muis en de rat zijn de meest gebruikte proefdieren (71%). De muis is een populair<br />
proefdier, omdat het in genetisch opzicht voldoende overeenkomt met de mens en eenvoudig<br />
te houden en te fokken is. Daar komt bij dat onderzoekers het erfelijk materiaal van de muis<br />
relatief eenvoudig kunnen veranderen en bestuderen.<br />
Waarom kiest een onderzoeker<br />
<strong>voor</strong> een bepaalde diersoort?<br />
Onderzoekers streven ernaar dierproeven<br />
zo <strong>voor</strong>spellend mogelijk<br />
te maken. De resultaten van dierproeven<br />
moeten vertaald kunnen<br />
worden naar:<br />
● andere diersoorten en/of<br />
de mens<br />
● andere omstandigheden dan<br />
die waaronder de dierproef is<br />
uitgevoerd<br />
Je zou kunnen zeggen dat een<br />
proefdier als het ware ‘model’<br />
staat. Daarom noemen we proefdieren<br />
ook wel een ‘diermodel’.<br />
Hoewel een diermodel vrijwel nooit<br />
alle kenmerken heeft van de dieren<br />
of mensen die het nabootst, is het<br />
streven: zo groot mogelijke fysiologische<br />
en anatomische overeenkomsten.<br />
Daarom worden operatietechnieken<br />
<strong>voor</strong> de mens nooit<br />
getest op kleine dieren (zoals knaagdieren),<br />
maar op bij<strong>voor</strong>beeld varkens.<br />
Een diersoort die qua grootte meer<br />
overeenkomt met de mens.<br />
Lees waarom ratten,<br />
honden, vissen en andere<br />
dieren geschikt zijn als<br />
proefdier
Toestand dieren<br />
na de proef<br />
De meeste dieren (86%) worden ten behoeve van de proef<br />
gedood. Dit is nodig omdat de meeste informatie waarnaar<br />
de onderzoeker speurt, opgeslagen ligt in het lichaam van<br />
het proefdier. Deze informatie is alleen te achterhalen door<br />
de weefsels en organen van het dier te bestuderen.<br />
Uiteraard kunnen proefdieren ook worden onderzocht<br />
zonder ze te doden:<br />
● observeren van gedrag, uiterlijk en voedinginname<br />
● metingen van temperatuur, bloed en urine<br />
● het inwendige lichaam scannen (MRI-scan)<br />
De dieren die na het einde van de proef in leven zijn gelaten,<br />
kunnen worden ingezet bij een tweede proef. De meeste<br />
dieren gaan terug naar de stal of boerderij waar ze vandaan<br />
komen. Een klein gedeelte wordt bij particulieren ondergebracht.<br />
foto E. Spaargaren<br />
Resusapen van Universiteit Utrecht naar <strong>Stichting</strong> AAP<br />
De Universiteit van Utrecht doet<br />
sinds januari 2011 geen onderzoek<br />
meer met primaten. Vijf resusapen<br />
die daar jarenlang zijn gebruikt als<br />
proefdier <strong>voor</strong> gedragsexperimenten<br />
en hersenonderzoek, genieten sinds<br />
april 2011 van hun welverdiende<br />
pensioen bij <strong>Stichting</strong> AAP. Dit<br />
is mogelijk dankzij bemiddeling van<br />
de Dierenbescherming.<br />
><br />
Bekijk een filmpje over<br />
de verhuizing van de resusapen<br />
naar <strong>Stichting</strong> AAP.<br />
>
Welzijn proefdieren<br />
De meeste proefdieren verblijven in een gebouw dat speciaal<br />
<strong>voor</strong> hen is gemaakt. We noemen dit een proefdierfaciliteit.<br />
Er gelden strenge regels <strong>voor</strong> het huisvesten en verzorgen<br />
van proefdieren. De Nederlandse Voedsel en Waren<br />
Autoriteit (NVWA) ziet daarop toe.<br />
Ook onderzoekers zijn gebaat bij het welzijn van hun proefdieren.<br />
De betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten is<br />
ervan afhankelijk: als er goed <strong>voor</strong> de proefdieren wordt<br />
gezorgd, wordt de kwaliteit van de onderzoeksresultaten ook<br />
beter. En vergeet niet dat verzorgers en onderzoekers vaak<br />
bewust kiezen <strong>voor</strong> dit beroep, omdat zij graag met dieren<br />
werken.<br />
Kooiverrijking<br />
Een manier om de omgeving van<br />
proefdieren aan te passen op hun<br />
behoefte, is door gebruik te maken<br />
van kooiverrijking. De grootte en<br />
inrichting van de verblijven moeten<br />
de dieren zo veel mogelijk in staat<br />
stellen hun natuurlijke gedrag uit<br />
te voeren.<br />
Ook worden dieren – als de proef het<br />
toelaat – zo veel mogelijk bij elkaar<br />
gezet, zodat zij elkaar gezelschap<br />
kunnen houden. Daarbij wordt wel<br />
rekening gehouden met de aard van<br />
foto E. Spaargaren<br />
het dier. Is het een sociaal dier of<br />
verblijft het liever alleen? Hetzelfde<br />
geldt <strong>voor</strong> de inrichting van de kooi.<br />
Deze wordt eveneens afgestemd op de<br />
diersoort.<br />
Ter verrijking kunnen de kooien<br />
bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong>zien worden van:<br />
● airco<br />
● lichtdimmers<br />
● luchtbevochtigingsinstallaties<br />
● speeltjes<br />
● verwarming<br />
● muziek<br />
In gesprek met…<br />
Marit (25 jaar), diertrainer<br />
Marit (25 jaar) is werkzaam als diertrainer bij <strong>Stichting</strong><br />
Biomedical Primate Research Centre (BPRC). BPRC doet<br />
onderzoek met apen om nieuwe medicijnen en therapieën te<br />
ontwikkelen. Het gaat met name om onderzoek naar<br />
infectieziekten als malaria, AIDS en hepatitis. BPRC beschikt<br />
over 1.200 resusapen, 200 java-apen en 300 marmosets.<br />
Wat doet een diertrainer?<br />
Ik ben verantwoordelijk <strong>voor</strong> het<br />
trainen van de dieren, het opleiden van<br />
dierverzorgers om apen te trainen en<br />
het coördineren van alles op het gebied<br />
van voedsel- en kooiverrijking.<br />
Moeten proefdieren worden getraind?<br />
Dit is een manier om het werken met<br />
proefdieren te verfijnen en vergemak-<br />
kelijken. Als we onze apen bij<strong>voor</strong>beeld<br />
leren naar een specifieke ruimte in hun<br />
verblijf te gaan, wordt het makkelijker<br />
<strong>voor</strong> de dierverzorgers en minder<br />
stressvol <strong>voor</strong> de apen om ze hierin<br />
op te sluiten tijdens de schoonmaak<br />
van hun verblijf. Ditzelfde geldt <strong>voor</strong><br />
medische behandelingen. Als een aap<br />
ziek is en een arts het dier moet<br />
behandelen, werkt het prettig als de<br />
apen gewend zijn dichtbij mensen te<br />
komen. Door training worden situaties<br />
<strong>voor</strong>spelbaar en minder stressvol.<br />
Bovendien vergroot je hiermee het welzijn<br />
van je proefdieren. Het uiteindelijke<br />
doel van het trainingsprogramma<br />
is de apen optimaal <strong>voor</strong> te bereiden<br />
“Door training worden<br />
situaties <strong>voor</strong>spelbaar en<br />
minder stressvol”<br />
op toekomstige experimentele handelingen.<br />
Daarmee beginnen we al op<br />
jonge leeftijd, als de apen nog in de<br />
fokgroep zitten. Door hen te trainen<br />
om uit je hand voedsel aan te nemen,<br />
>>>
water of siroop uit een spuit te drinken<br />
en op een weegschaal te klimmen,<br />
bereid je ze als het ware <strong>voor</strong> op een<br />
proef. Als je ze dan tijdens de proef<br />
vraagt om op een weegschaal te gaan<br />
zitten, kun je eenvoudig hun gewicht<br />
bepalen.<br />
“We verstoppen graan tussen<br />
het zaagsel op de bodem<br />
van verblijven”<br />
Wat doen jullie aan kooiverrijking?<br />
Vergunninghouders zijn verplicht<br />
kooiverrijking toe te passen, maar de<br />
invulling is vrij. BPRC is op dit gebied<br />
erg actief. Onze apen verblijven een groot<br />
deel van de tijd in de zogenaamde fokgroep.<br />
Daar is de situatie zo natuurlijk<br />
mogelijk. Zo zitten de resusapen, net<br />
zoals in de natuur, met een aantal<br />
volwassen mannen en vrouwen en hun<br />
kinderen in één verblijf. Marmosets<br />
leven meer zoals mensen: één vader,<br />
één moeder en kinderen. Zoals ze in<br />
de natuur leven, zijn ook hun verblijven<br />
ingericht. Daarnaast is er volop aandacht<br />
<strong>voor</strong> kooiverrijking:<br />
● zaagsel op de vloeren<br />
● zitbalken<br />
● ramen<br />
● ringen<br />
● ladders<br />
● autobanden<br />
● brandslangen<br />
● geluid<br />
● touwladders<br />
● klimrekken<br />
● boomstammen en takken<br />
● zwembaden<br />
Ook zorgen we <strong>voor</strong> een vaste looproute<br />
in het verblijf. Die blijft in de<br />
basis altijd hetzelfde en is daardoor<br />
<strong>voor</strong>spelbaar. Als de apen een keer<br />
ruzie hebben, weten ze altijd hoe ze zich<br />
kunnen verschuilen.<br />
Er bestaat ook voedselverrijking. Hierover<br />
heb je samen met een collega een<br />
boek geschreven: “Resus Recepten, een<br />
verrijkingshandboek <strong>voor</strong> Resusapen”.<br />
In het <strong>voor</strong>woord staat dat je hoopt dat het<br />
boek stimulerend werkt <strong>voor</strong> het uitdelen<br />
van verrijking aan dieren. Waarom vind je<br />
dit zo belangrijk?<br />
Ik zie het als een manier om het de<br />
dieren zo aangenaam mogelijk te maken.<br />
Met voedselverrijking stimuleer je de<br />
dieren te zoeken naar voedsel, iets wat<br />
ze in de vrije natuur een groot deel van<br />
de dag doen. Wij stimuleren dit gedrag<br />
door bepaalde ‘voerpuzzels’ <strong>voor</strong> de<br />
apen te maken. We verstoppen graan<br />
tussen het zaagsel op de bodem van de<br />
verblijven of op de bodem van het<br />
zwembad. Of we vullen een pvc-buis<br />
met voedsel en stro. Alleen via de gaten<br />
aan de zijkant van de buis kunnen de<br />
apen bij het eten komen. Een ander<br />
<strong>voor</strong>beeld is een ijsje dat we maken van<br />
kleurrijke vruchten. De apen moeten<br />
eerst flink knagen, <strong>voor</strong>dat ze door het<br />
ijs bij de vruchten komen. In ons boek<br />
staan nog veel meer tips en recepten.<br />
Hoe is het verblijf van de apen tijdens<br />
een experiment?<br />
De dieren zitten dan meestal met<br />
z’n tweeën in een kooi. Vanwege de<br />
hygiëne<strong>voor</strong>schriften zijn de mogelijkheden<br />
<strong>voor</strong> kooiverrijking dan iets<br />
beperkter. We hangen daarom vaker<br />
dingen áán dan ín de kooi. Denk aan<br />
rammelaars en spiegels. Ook staat er<br />
achtergrondmuziek aan. In het wild<br />
worden apen ook blootgesteld aan een<br />
grote variatie aan geluiden. Bovendien<br />
zorgt het er<strong>voor</strong> dat ze niet van elk<br />
geluid schrikken.<br />
“Met voedsel- en kooiverrijking<br />
kunnen we het<br />
werken met proefdieren<br />
verfijnen”<br />
Jullie geven regelmatig rondleidingen<br />
aan scholieren?<br />
Ja, dat klopt. We willen zo veel mogelijk<br />
openheid geven over wat er binnen<br />
onze stichting gebeurt. Dit doen we<br />
door regelmatig klassen rond te leiden<br />
op ons terrein en stagiaires aan te<br />
nemen. We hebben niets om ons <strong>voor</strong><br />
te schamen: we doen onderzoek naar<br />
levensbedreigende ziektes. Apen zijn<br />
hierbij essentieel.<br />
Rondleiding<br />
bij BPRC<br />
Belangstelling in een rondleiding<br />
of stageplaats bij BPRC?<br />
Ga naar www.bprc.nl<br />
of mail naar website@bprc.nl
Proefdieren en pijn<br />
In Nederland spreken we bij proefdieren niet over pijn, maar<br />
over ‘ongerief’. Daarmee bedoelen we meer dan alleen pijn.<br />
Ook stress, alleen-zijn, angst en ziekte worden meegerekend.<br />
We hanteren een schaal van 1 tot en met 6 om ongerief te<br />
meten. Onderzoekers zijn verplicht pijn zo veel mogelijk<br />
tegen te gaan, op <strong>voor</strong>waarde dat de pijnbestrijding geen<br />
invloed heeft op het experiment.<br />
Onderzoekers kunnen pijn bestrijden door:<br />
● plaatselijke of algehele verdoving of pijnbestrijding<br />
te geven (zalf, pillen, injecties of warmtelampen)<br />
● het experiment te stoppen<br />
● onderzoeksparameters te ontwikkelen die geen pijn geven<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld afgaan op de aanwezigheid van antistoffen<br />
om te bepalen of een dier beschermd is tegen een ziektekiem,<br />
in plaats van het dier bloot te stellen aan de<br />
ziektekiem)<br />
● het dier te doden als het ernstig lijdt (humane eindpunten)<br />
Bekijk de mate van<br />
ongerief per diersoort<br />
in 2010<br />
Proefdierdeskundige<br />
Vergunninghouders zijn verplicht<br />
het toezicht op het welzijn van<br />
proefdieren uit te besteden aan een<br />
proefdierdeskundige.<br />
Die kijkt regelmatig bij de proefdieren<br />
en bij de uitvoering van de<br />
proef.<br />
Als het nodig is, geeft de proefdierdeskundige<br />
aanwijzingen<br />
om de uitvoering te verbeteren.<br />
Werken met<br />
proefdieren<br />
De Wet op de dierproeven<br />
stelt strenge eisen aan de<br />
deskundigheid van mensen<br />
die met proefdieren werken.<br />
Laboratoriummedewerker,<br />
onderzoeker, dierverzorger<br />
en biotechnicus word je niet<br />
zomaar. Voor elk van deze<br />
functies is een gerichte en<br />
erkende opleiding vereist.<br />
Voor sommige specifieke<br />
functies is daarnaast een<br />
cursus Proefdierkunde<br />
verplicht. Tijdens de cursus<br />
Proefdierkunde leer je naast<br />
onderzoekstechnische vakken<br />
ook alles over zorgvuldig<br />
en verantwoord proefdiergebruik.
In gesprek met…<br />
Steffi (21 jaar), biotechnicus<br />
Steffi (21 jaar) is sinds een jaar biotechnicus bij een proefdierinstelling.<br />
Welke opleiding heb je gevolgd?<br />
Na de mavo heb ik twee jaar de<br />
opleiding Dierverzorging gedaan aan<br />
de Helicon in Boxtel (Noord-Brabant).<br />
Ik heb daar geleerd over de verzorging,<br />
huisvesting en voeding van dieren,<br />
maar ook over verschillende rassen.<br />
Alle diersoorten kwamen aan bod. In<br />
het derde en vierde jaar heb ik gekozen<br />
<strong>voor</strong> de specialisatie Biotechniek aan<br />
de Heliconopleiding in Nijmegen.<br />
Wat leerde je daar?<br />
Je wordt opgeleid als biotechnicus:<br />
iemand die met proefdieren werkt. Je<br />
leert over de verzorging en het welzijn<br />
van proefdieren. Over de wetgeving, de<br />
geschiedenis van dierproeven en ethiek.<br />
Ook kreeg ik praktijklessen om handelingen<br />
met proefdieren te oefenen, zoals<br />
bloedafname, doseringstechnieken<br />
en operatietechnieken. Hier<strong>voor</strong> konden<br />
“Uit bloed en urine kunnen<br />
we afleiden wat het effect is<br />
van een middel”<br />
we gebruikmaken van een ruimte in<br />
het Centraal Dieren Laboratorium in<br />
Nijmegen. Daar hadden we eigen proefdieren<br />
tot onze beschikking waarop<br />
we mochten oefenen.<br />
Hoe vond je dat?<br />
Docenten zeiden al dat er na de eerste<br />
praktijkles veel leerlingen zouden<br />
afvallen. Dat bleek ook het geval. Zelf<br />
vond ik het in het begin ook moeilijk.<br />
Je geeft om die dieren. Maar ik heb<br />
altijd in mijn achterhoofd gehouden<br />
“Ik maak de verblijven<br />
schoon, weeg de dieren en<br />
controleer hun drinknippels”<br />
waar<strong>voor</strong> ik het doe. Dat blijf ik tegen<br />
mezelf zeggen. Ook nu tijdens mijn werk.<br />
Hoe ziet een dag werken er <strong>voor</strong> jou uit?<br />
Mijn dag begint met een ‘ochtendcheck’<br />
bij de dieren. Dan loop ik bij<strong>voor</strong>beeld<br />
naar de honden, katten of varkens en<br />
controleer het water en de voeding in<br />
hun verblijven. Ik maak de verblijven<br />
schoon, weeg de dieren en controleer<br />
hun drinknippels. De rest van de dag<br />
werk ik aan een studie. Voor de studie<br />
moet ik dieren bij<strong>voor</strong>beeld bepaalde<br />
doseringen van een medicijn of stof<br />
toedienen, urine en bloed afnemen en<br />
ECG-scans maken. Daaruit kunnen<br />
we afleiden wat het effect is van een<br />
middel. Aan het eind van de studie<br />
lever ik de resultaten aan bij de studieleider.<br />
Werk je met een welzijnsdagboek?<br />
Ja, alles wat we doen, staat daarin<br />
opgeschreven. Bij iedere kamer ligt zo’n<br />
dagboek. Daarin houd je bij wat je hebt<br />
gedaan. Heb je bij<strong>voor</strong>beeld de ochtendcheck<br />
gedaan, dan noteer je dit en zet<br />
er je paraaf bij. Wat er in het boek<br />
staat, geldt <strong>voor</strong> alle dieren in de<br />
kamer. Als er iets bijzonders is met één<br />
dier, noteer je dat apart in het boek.<br />
Heb je er moeite mee dat je proeven met<br />
dieren doet?<br />
Helaas is het nog steeds noodzakelijk<br />
dierproeven uit te voeren <strong>voor</strong> de<br />
medische ontwikkeling. Af en toe is dit<br />
best lastig. Ik geef om dieren: ik zie ze<br />
het liefst buiten rennen en wil ze geen<br />
pijn doen. Maar aan de andere kant wil<br />
ik graag medicijnen als ik ziek ben.<br />
Gelukkig weet ik door mijn werk dat<br />
er goed met de dieren wordt omgegaan<br />
en dat ze de aandacht krijgen die ze<br />
nodig hebben.<br />
“Ik zie de dieren het liefst<br />
buiten rennen”<br />
De meeste dieren overleven de proef niet?<br />
Dat klopt, dit blijft moeilijk. Wij hebben<br />
altijd een aantal honden langere tijd in<br />
huis, zodat we deze dieren regelmatig<br />
kunnen inzetten <strong>voor</strong> korte studies<br />
waarvan de dieren weinig last hebben.<br />
Sommige honden heb ik drie jaar<br />
geleden, toen ik hier als vakantiekracht<br />
werkte, binnen zien komen. Met deze<br />
honden heb ik inmiddels een hechte<br />
band en met één hond in het bijzonder.<br />
Die hond gaat binnenkort deelnemen<br />
aan een grote studie, die ze niet zal<br />
overleven. Dat maakt me verdrietig.<br />
Wat vinden je vrienden van jouw werk?<br />
De meningen over dierproeven zijn erg<br />
verdeeld. Sommige vrienden zijn fel<br />
tegenstander, anderen hebben er minder<br />
moeite mee. Op verjaardagen vragen<br />
mensen wel eens wat ik doe. Als ik niet<br />
goed weet hoe ze gaan reageren, zeg ik<br />
dat ik dierenartsassistente ben of in<br />
een laboratorium werk.
De helft van de<br />
jongeren weet niet<br />
dat het verboden is<br />
dierproeven te doen<br />
<strong>voor</strong> cosmetica<br />
Wetgeving<br />
De Wet op de dierproeven<br />
De Wet op de dierproeven (Wod) is sinds 1977 van kracht.<br />
De wet is er om:<br />
● het welzijn van dieren te beschermen<br />
● kaders te stellen waaraan een proef moet voldoen<br />
● alleen deskundige mensen met proefdieren te laten<br />
werken<br />
Europa heeft sinds september 2010 een vernieuwde<br />
Richtlijn <strong>voor</strong> dierproeven. Daarin zijn minimumeisen<br />
vastgelegd, waaraan de nationale wetgeving moet<br />
voldoen. In 2012 wordt de Nederlandse wet op de<br />
Europese Richtlijn aangepast.<br />
<strong>Dierproeven</strong> zijn verboden, tenzij:<br />
● er geen proefdiervrije methode <strong>voor</strong>handen is<br />
● je een vergunning hebt om dierproeven uit te voeren<br />
● je het onderzoeksprotocol ter advisering aan een<br />
Dierexperimentencommissie (DEC) hebt <strong>voor</strong>gelegd<br />
● een art. 12-functionaris de handelingen uitvoert<br />
● een art. 9-functionaris de leiding heeft bij de uitvoering<br />
van het onderzoek<br />
● een art. 14-functionaris het welzijn van de dieren<br />
waarborgt<br />
<strong>Dierproeven</strong> en cosmetica<br />
In Nederland wordt geen enkel cosmeticaproduct getest op dieren. Dit is sinds<br />
1997 verboden. Sinds 2004 geldt dit verbod <strong>voor</strong> alle Europese landen.<br />
De ingrediënten van cosmeticaproducten worden nog wel getest op dieren.<br />
Dat stelt de overheid verplicht, om de veiligheid te garanderen. Vanaf 2013 is<br />
ook dit verleden tijd. In de Europese Cosmetica Richtlijn staat dat ingrediënten<br />
van cosmeticaproducten vanaf dan niet meer op dieren mogen worden getest.<br />
Lees meer over<br />
dierproeven en<br />
cosmetica
Een dierproef in<br />
drie stappen<br />
Een dierproef doe je niet zomaar. Onderzoekers moeten<br />
daar<strong>voor</strong> een heel traject doorlopen: van vergunningaanvraag,<br />
inspectie tot verslaglegging. Hier lees je stap<br />
<strong>voor</strong> stap hoe dat gaat.<br />
1 Vergunningaanvraag bij overheid<br />
Bedrijven of instellingen die dierproeven willen doen, moeten<br />
hier<strong>voor</strong> een vergunning aanvragen bij de Nederlandse<br />
Voedsel en Warenautoriteit. Die controleert vervolgens of<br />
de aanvraag aan de eisen voldoet:<br />
● er zijn adequate <strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> de dieren<br />
(huisvesting, verzorging en behandeling)<br />
● het personeel is deskundig in het verzorgen en behandelen<br />
van dieren<br />
● het onderzoek wordt volgens de wetten en regels<br />
uitgevoerd<br />
● er wordt intern toezicht gehouden door een proefdierdeskundige<br />
● een Dierexperimentencommissie doet een ethische<br />
toetsing<br />
Instelling doet<br />
vergunningaanvraag<br />
bij de overheid<br />
Ministerie van<br />
Volksgezondheid,<br />
Welzijn en Sport (WVS)<br />
verleent vergunning<br />
Vergunninghouder<br />
schrijft<br />
onderzoeksplan<br />
Na toetsing geeft een<br />
Dierexeperimentencommissie<br />
(DEC)<br />
een positief advies<br />
> > > ><br />
Nederlandse Voedsel en Waren<br />
Autoriteit (NVWA) kijkt of alle<br />
regels worden nageleefd. Indien<br />
een overtreding wordt geconstateerd,<br />
krijgt de vergunninghouder<br />
een waarschuwing en moet de<br />
overtreding worden opgeheven.<br />
><br />
Uitvoering dierproef<br />
door vergunninghouder
2 Dierexperimentencommissie toetst onderzoeksplan<br />
Als de vergunning is verleend, maakt de onderzoeker namens de vergunninghouder een<br />
onderzoeksplan. Dit plan moet ter toetsing worden <strong>voor</strong>gelegd aan een Dierexperimentencommissie<br />
(DEC). In Nederland zijn er ongeveer 20 DEC’s. Jaarlijks toetsen zij ruim 4000<br />
onderzoeksplannen. In het onderzoeksplan gaat de onderzoeker in op:<br />
● de vraagstelling van het onderzoek<br />
● het belang van het onderzoek <strong>voor</strong> de gezondheid van mens of dier<br />
● het maatschappelijke en wetenschappelijke belang<br />
● deskundigheid van de onderzoeker<br />
● proefdierkundige kwaliteit<br />
- keuze, aantal en herkomst<br />
- ingrepen en behandelingen<br />
- verdoving en pijnstilling<br />
- verzorging en huisvesting<br />
- eindbestemming en de wijze waarop de dieren eventueel worden gedood;<br />
- verwachte ongerief<br />
● of de proef ook zonder dieren kan worden gedaan<br />
● of de proef met minder dieren kan worden uitgevoerd<br />
● of het ongerief van de proefdieren kan worden beperkt<br />
Op basis van het onderzoeksplan beoordeelt een DEC of het maatschappelijke belang van de<br />
proef opweegt tegen het ongerief dat de proefdieren mogelijk gaan ondervinden. Het advies<br />
van een DEC is in principe bindend. Bij positief advies mag de vergunninghouder de dierproef<br />
uitvoeren. Bij negatief advies kan de vergunninghouder het onderzoeks<strong>voor</strong>stel nog<br />
<strong>voor</strong>leggen aan de Centrale Commissie <strong>Dierproeven</strong> (CCD). Als ook deze commissie met een<br />
negatief oordeel komt, mag de dierproef niet worden uitgevoerd.<br />
Instelling doet<br />
vergunningaanvraag<br />
bij de overheid<br />
Ministerie van<br />
Volksgezondheid,<br />
Vergunninghouder<br />
schrijft<br />
> Welzijn en Sport (WVS) > > commissie (DEC) ><br />
verleent vergunning<br />
onderzoeksplan<br />
Na toetsing geeft een<br />
Dierexeperimenten-<br />
een positief advies<br />
Nederlandse Voedsel en Waren<br />
Autoriteit (NVWA) kijkt of alle<br />
regels worden nageleefd. Indien<br />
een overtreding wordt geconstateerd,<br />
krijgt de vergunninghouder<br />
een waarschuwing en moet de<br />
overtreding worden opgeheven.<br />
><br />
Uitvoering dierproef<br />
door vergunninghouder
Instelling doet<br />
vergunningaanvraag bij<br />
de overheid<br />
Ministerie van<br />
Volksgezondheid,<br />
3 Nederlandse Voedsel en<br />
Warenautoriteit houdt toezicht<br />
De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)<br />
houdt toezicht op de Wet op de dierproeven. Daar<strong>voor</strong> heeft de<br />
NVWA een inspectieteam dat bestaat uit vier personen. Zij<br />
controleren alle locaties van vergunninghouders ten minste<br />
één keer per jaar. In 2010 zijn er in totaal 550 inspecties<br />
verricht.<br />
Op hoofdlijnen inspecteert de NVWA:<br />
● de huisvesting en verzorging van proefdieren (denk<br />
aan: onderkomens, kooiverrijking, hygiëne, ventilatie,<br />
temperatuur, licht en de verzorging)<br />
● de zorgvuldigheid van verrichte handelingen<br />
● of de handelingen worden verricht zoals omschreven<br />
in het onderzoeksplan<br />
● de juistheid van de vereiste administratie<br />
Vergunninghouders zijn verplicht jaarlijks een rapportage te<br />
maken van de dierproeven die zij hebben uitgevoerd. De<br />
NVWA ontvangt deze rapportage. Daarin staat onder andere<br />
een inschatting van de mate van ongerief bij de dieren, welke<br />
bijzondere technieken zijn toegepast en wat de bestemming<br />
van de dieren was na de proef. De NVWA vat deze gegevens<br />
en de resultaten van de inspecties samen in Zodoende, het<br />
jaarverslag over dierproeven en proefdieren in Nederland.<br />
Vergunninghouder<br />
schrijft<br />
> Welzijn en Sport (WVS) > > commissie (DEC) ><br />
verleent vergunning<br />
onderzoeksplan<br />
Na toetsing geeft een<br />
Dierexeperimenten-<br />
een positief advies<br />
Nederlandse Voedsel en Waren<br />
Autoriteit (NVWA) kijkt of alle<br />
regels worden nageleefd. Indien<br />
een overtreding wordt geconstateerd,<br />
krijgt de vergunninghouder<br />
een waarschuwing en moet de<br />
overtreding worden opgeheven.<br />
><br />
Uitvoering dierproef<br />
door vergunninghouder
3V-beleid<br />
In Nederland geldt het ‘nee, tenzij..’-principe als het gaat om<br />
dierproeven: een dierproef is niet toegestaan, tenzij er geen<br />
proefdiervrije methode beschikbaar is en er geen alternatieve<br />
methode is die het gebruik van dieren vermindert of verfijnt.<br />
Onderzoekers zijn verplicht rekening te houden met<br />
de 3 V’s:<br />
● Vervanging: een proef (gedeeltelijk) uitvoeren zonder<br />
proefdieren<br />
● Vermindering: een proef uitvoeren met minder proefdieren<br />
● Verfijning: een proef zodanig opzetten en uitvoeren dat de<br />
proefdieren zo min mogelijk ongerief ondervinden<br />
Vervanging<br />
Kunstrat<br />
Speciaal <strong>voor</strong> de opleiding van<br />
(dieren)artsen is er een kunststof<br />
rat ontwikkeld. Studenten kunnen<br />
operatietechnieken op deze rat<br />
oefenen.<br />
Bekijk het filmpje over de kunstrat<br />
van Proefdiervrij maar eens:<br />
><br />
Meer <strong>voor</strong>beelden<br />
Vermindering<br />
Bestuderen tumorgroei<br />
Om de groei van een tumor in het<br />
lichaam van een proefdier te<br />
volgen, waren vroeger meerdere<br />
proefdieren nodig. Een proefdier<br />
moest immers worden gedood om<br />
de tumor in het lichaam te kunnen<br />
bestuderen.<br />
Een MRI-scan is een techniek die<br />
het inwendige lichaam in beeld<br />
brengt. Dankzij deze methode zijn<br />
<strong>voor</strong> kankeronderzoek minder<br />
proefdieren nodig, want de tumorgroei<br />
kan nu bij één proefdier in<br />
verschillende fasen in beeld worden<br />
gebracht. Ook is deze methode<br />
minder belastend <strong>voor</strong> het dier.<br />
Meer <strong>voor</strong>beelden<br />
Verfijning<br />
Het zal nog lang duren <strong>voor</strong>dat<br />
we dierproeven totaal kunnen<br />
vervangen door proefdiervrije<br />
methoden.<br />
Daarom wordt veel aandacht<br />
besteed aan de verfijning van het<br />
dierexperimenteel onderzoek,<br />
waardoor de mate van ongerief bij<br />
de proefdieren zo laag mogelijk is.<br />
Dit geldt zowel <strong>voor</strong>, tijdens als na<br />
afloop van het experiment.<br />
Voorbeelden van verfijning zijn:<br />
● aandacht <strong>voor</strong> de huisvesting<br />
(kooiverrijking)<br />
● alleen bevoegd en bekwaam<br />
personeel mag met proefdieren<br />
werken<br />
● toepassen van pijnbestrijding<br />
Meer <strong>voor</strong>beelden
Bezwaren tegen<br />
dierproeven<br />
Er kleven veel bezwaren aan dierproeven. De grootste<br />
bezwaren zijn van ethische aard. Daarnaast zijn er<br />
wetenschappelijke en economische bezwaren.<br />
Wat vind jij van<br />
dierproeven?<br />
Doe de test en<br />
kom erachter<br />
Ethische<br />
bezwaren<br />
Ethiek heeft te maken met<br />
de manier waarop we<br />
vinden dat we ons behoren<br />
te gedragen. Is het te<br />
rechtvaardigen dat dieren<br />
in wetenschappelijk onderzoek<br />
lijden of worden<br />
gedood om het lijden van<br />
mensen en andere dieren te<br />
<strong>voor</strong>komen?<br />
Een Dierexperimentencommissie<br />
houdt zich met deze vraag bezig.<br />
Zij maakt de volgende afwegingen:<br />
● Hoe belangrijk is de dierproef<br />
<strong>voor</strong> mens, dier of<br />
maatschappij?<br />
● Is de wetenschappelijke kwaliteit<br />
van de proef gewaarborgd? Is de<br />
proef goed opgezet?<br />
● Kan de proef met minder dieren<br />
worden uitgevoerd? Of zelfs<br />
helemaal zonder dieren?<br />
● Hoe vervelend is de proef <strong>voor</strong> de<br />
proefdieren? Hoe erg is het<br />
ongerief, hoe lang duurt dit en<br />
hoe vaak komt het <strong>voor</strong>?<br />
● Kan je de pijn van de dieren<br />
tijdens de proef verminderen?<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld door ze te<br />
verdoven?<br />
Wetenschappelijke<br />
bezwaren<br />
Ook vanuit wetenschappelijk<br />
oogpunt zijn er bezwaren<br />
tegen dierproeven.<br />
Ondanks de overeenkomsten<br />
tussen mens en dier,<br />
zijn er ook grote<br />
verschillen.<br />
De stofwisseling van dieren is<br />
bij<strong>voor</strong>beeld anders dan die van<br />
mensen. Het is daarom altijd de<br />
vraag of de resultaten van proeven<br />
met dieren ook gelden <strong>voor</strong> mensen.<br />
Daarbij komt dat proefdieren vaak<br />
genetisch identiek zijn. Resultaten<br />
van onderzoek met één bepaalde<br />
muizenstam, hoeven niet te gelden<br />
<strong>voor</strong> álle muizenstammen, laat<br />
staan <strong>voor</strong> andere mensen of dieren.<br />
Economische<br />
bezwaren<br />
<strong>Dierproeven</strong> zijn zeer<br />
kostbaar en tijdrovend.<br />
Niet alleen het uitvoeren van de<br />
experimenten, maar ook het fokken,<br />
de verzorging en huisvesting van<br />
proefdieren. Methoden waar<strong>voor</strong><br />
geen dieren worden gebruikt, zijn<br />
vaak goedkoper.
Belangengroeperingen<br />
In Nederland zijn er verschillende organisaties en partijen die zich bezighouden met de<br />
rechten van dieren of dierproeven. Ontdek hier hun standpunten.<br />
<strong>Stichting</strong><br />
<strong>Informatie</strong><br />
<strong>Dierproeven</strong><br />
“<strong>Dierproeven</strong> zijn – onder<br />
strikte <strong>voor</strong>waarden – aanvaardbaar<br />
<strong>voor</strong> het verwerven<br />
van fundamentele kennis,<br />
onderzoek ter bevordering<br />
van de gezondheid van mens<br />
en dier en de bescherming van<br />
het milieu.”<br />
Proefdiervrij Partij <strong>voor</strong> de<br />
Dieren<br />
“Wij trekken ons het lot van<br />
proefdieren erg aan. Daarom<br />
stimuleren we de ontwikkeling<br />
van alternatieve, proefdiervrije<br />
methoden.”<br />
“Een einde aan alle dierproeven.<br />
Daar gaan wij <strong>voor</strong>.<br />
Daarom is de ontwikkeling<br />
van alternatieven van groot<br />
belang. Niet alleen in Nederland,<br />
maar in heel Europa.”<br />
Nationaal<br />
Kenniscentrum<br />
Alternatieven <strong>voor</strong><br />
dierproeven<br />
“Door goede communicatie<br />
tussen onderzoekers, beleidsmakers<br />
en samenleving willen<br />
wij de toepassing van 3Valternatieven<br />
bevorderen.”<br />
Dierenbescherming<br />
“<strong>Dierproeven</strong> zijn altijd een<br />
aantasting van de integriteit<br />
van het dier. Ook al wordt de<br />
gezondheid en het welzijn<br />
van het dier zo min mogelijk<br />
geschaad. Daarom moet er alles<br />
aan worden gedaan ze te stoppen<br />
en overbodig te maken.”<br />
Lees over<br />
dierenrechtenactivisme
Spreekbeurten en<br />
werkstukken<br />
Ga je een spreekbeurt houden over dierproeven of hierover een werkstuk maken?<br />
In ‘<strong>Dierproeven</strong> <strong>voor</strong> <strong>dummies</strong>’ vind je alle achtergrondinformatie over dit onderwerp.<br />
Wat zijn dierproeven, waarom doen we ze, wat zijn de regels en wat de bezwaren?<br />
Heb je na het lezen nog vragen, mail dan naar de <strong>Stichting</strong> <strong>Informatie</strong> <strong>Dierproeven</strong><br />
via info@informatiedierproeven.nl. Je krijgt snel antwoord.<br />
Deel onze brochure uit in de klas<br />
Je kunt kosteloos de brochure <strong>Dierproeven</strong>. Zo doen ze dat! aanvragen via e-mailadres<br />
info@informatiedierproeven.nl In deze brochure staan alle belangrijkste feiten<br />
en cijfers over dierproeven. Er zit ook een informatieve poster bij.<br />
Speel met de hele klas de dierproevenquiz<br />
Heb je tijdens je spreekbeurt een computer met internet tot je beschikking, speel dan de<br />
dierproevenquiz met je hele klas. De quiz bestaat uit tien meerkeuzevragen. Jij leest de<br />
vragen en antwoordmogelijkheden hardop <strong>voor</strong>. Je vraagt aan je klasgenoten of zij hun<br />
vinger willen opsteken bij het antwoord dat zij denken dat goed is. Het antwoord dat de<br />
meeste klasgenoten kiezen, vink jij aan op de computer. Dit doe je bij alle tien vragen.<br />
Aan het eind volgt een rapportcijfer. Dit cijfer geeft aan hoeveel jouw klas weet over<br />
dierproeven. De quiz kan een leuke start zijn van je spreekbeurt. Je klasgenoten zullen<br />
nooit een tien halen, dus dan kun je zeggen dat jij er<strong>voor</strong> gaat zorgen dat ze de volgende<br />
keer een hogere score halen.<br />
Download een basispresentatie<br />
Download een power point presentatie die je als basis kunt gebruiken <strong>voor</strong> je spreekbeurt.<br />
Natuurlijk kun je er zelf dingen aan toevoegen en uithalen.<br />
Rondleiding bij een instelling die dierproeven doet<br />
Onder meer bij BPRC en de dierenfaciliteit van het Universitair Medisch Centrum Groningen<br />
kun je een rondleiding aanvragen.<br />
Deze uitgave is tot stand gekomen<br />
dankzij financiële steun van de<br />
<strong>Stichting</strong> Proefdierkundige <strong>Informatie</strong><br />
en Astellas Pharma B.V.<br />
Productie en eindredactie:<br />
Van Luyken Communicatie Adviseurs