Broedvogels in Nederland in 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Broedvogels in Nederland in 2008"

Transcriptie

1

2 Broedvogels in Nederland in 28 Arend van Dijk, Arjan Boele, Fred Hustings, Kees Koffijberg & Calijn Plate met medewerking van Vincent de Boer, Joost van Bruggen, Lieuwe Dijksen, Lara Marx, André van Kleunen, Jan Schoppers, Wolf Teunissen, Chris van Turnhout, Jan-Willem Vergeer & Dirk Zoetebier SOVON-monitoringrapport 21/1 Deze rapportage is samengesteld in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring. Het Meetnet Broedvogels vindt plaats in opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en wordt uitgevoerd door SOVON Vogelonderzoek Nederland in samenwerking met onder andere Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat Waterdienst en de provincies.

3 Colofon SOVON Vogelonderzoek Nederland Tekst: Arend van Dijk (hfst. 6), Arjan Boele (hfst. 1, 3 en 6), Vincent de Boer (hfst. 6), Joost van Bruggen (hfst. 6), Lieuwe Dijksen (hfst. 5.1), Fred Hustings (samenvatting, hfst. 6), André van Kleunen (hfst. 5.2), Kees Koffijberg (summary, hfst. 2, 3, 4.5 en 5.1), Jan Schoppers (hfst. 6), Wolf Teunissen (hfst. 5.3), Chris van Turnhout (hfst. 6), Jan-Willem Vergeer (hfst en 6) (alle SOVON). Gegevensbewerking, tabellen en figuren: Arjan Boele, Joost van Bruggen, Arend van Dijk, Kees Koffijberg, Lara Marx, Jeroen Nienhuis, Dirk Zoetebier (alle SOVON), Adriaan Gmelig Meyling, Calijn Plate, Marcel Straver & Arco van Strien (alle CBS). Redactie: Fred Hustings & Kees Koffijberg Lay-out: John van Betteray (binnenwerk) & Peter Eekelder (foto s) Omslagontwerp: Van Groot tot Klein, Elden Foto s omslag: Arie Ouwerkerk (Dwergstern), Marnix Jonker (Ruigpootuil), Harvey van Diek (Graszanger), Peter Eekelder (Noordduinen N-H) & Hans Gebuis (Roerdomp) Foto s binnenwerk: André Eykenaar (p.3), Marnix Jonker (p. 5), Pim Wolf (p. 1), Arie Ouwerkerk (pp. 56, 7 & 82), Mark Hoekstein (p. 63), Harvey van Diek (pp. 75 & 9), Roy Slaterus (96), Peter Eekelder (p. 11), Ran Schols (pp. 14, 18 & 11), Corstiaan Beeke (p. 115) & Hans Gebuis (p. 116) Drukwerk: Ten Brink, Meppel Wijze van citeren gehele rapport: VAN DIJK A.J., BOELE A., HUSTINGS F., KOFFIJBERG K. & PLATE C.L. 21. Broedvogels in Nederland in 28. SOVON-monitoringrapport 21/1. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Wijze van citeren delen hoofdstuk 5: VAN KLEUNEN A. 21. Monitoring Zoete Rijkswateren. pp In: VAN DIJK A.J., BOELE A., HUSTINGS F., KOFFIJBERG K. & PLATE C.L. 21. Broedvogels in Nederland in 28. SOVON-monitoringrapport 21/1. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Dit rapport wordt kosteloos verstrekt aan alle medewerkers die hebben deelgenomen aan het Meetnet Broedvogels in 28. Extra exemplaren kunnen worden verkregen door 15,- (dit is inclusief portokosten) over te maken op giro t.n.v. SOVON, Postbus 6521, 653 GZ Nijmegen, onder vermelding van MON 21/1-broedvogels 28 (of zie de webwinkel op Een pdf-bestand van het rapport is te vinden op ISSN X

4 Broedvogels in Nederland in 28 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding 3 Materiaal en methode 3 Belangrijkste ontwikkelingen in 28 3 Summary 5 Introduction 5 Outline of this report 5 Breeding season 28 and long term trends 5 Dankwoord 7 1. Inleiding 9 2. Methode en materiaal Opzet broedvogelmonitoring Telmethode Organisatie en coördinatie Volledigheid en kwaliteit gegevens Analyses Weer en waterstanden in het broedseizoen Algemene ontwikkelingen in Inleiding Hoogte- en dieptepunten in Ontwikkeling per landschapstype Rode Lijst Natura Speciale projecten Monitoring Waddenzee Monitoring Zoete Rijkswateren Monitoring Weidevogels Soortbesprekingen Inleiding Uitleg bij tekst, figuren en tabellen Futen tot en met reigers Zwanen tot en met eenden Roofvogels tot en met Kraanvogel Steltlopers Meeuwen en sterns Uilen tot en met spechten Leeuweriken tot en met lijsters Zangers tot en met mezen Klauwieren tot en met gorzen 111 Literatuur 117 Bijlagen 123 Bijlage 1. Tellers in Bijlage 2. Berekening van trends en en 128 Bijlage 3. Grafieken van landelijke en 129 Bijlage 4. Soortbesprekingen broedvogelrapporten

5 SOVON-monitoringrapport 21/1 2

6 Broedvogels in Nederland in 28 Samenvatting Inleiding In dit verslag worden de belangrijkste resultaten gepresenteerd van het landelijke Meetnet Broedvogels in 28. De organisatie hiervan is in handen van SOVON Vogelonderzoek Nederland (SOVON) in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het meetnet is een onderdeel van het Netwerk Ecologische Moni toring (NEM) en wordt financieel ondersteund door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (Gegevensautoriteit Natuur). Specifieke onderdelen worden mogelijk gemaakt door Rijkswater staat Waterdienst (voorheen RIZA en RIKZ) en de provincies. Het rapport is het zesde op rij waarin op geïntegreerde wijze verslag wordt gedaan van de verschillende moni toringprojecten voor broedvogels: het Landelijk Soort onderzoek Broedvogels (LSB; kolonievogels en zeld zame soorten) en Broedvogel Monitoring Project (BMP; algemene soorten). In hoofdstuk 5 wordt voorts aandacht besteed aan speciale projecten: het Nationale Weide vogelmeetnet, Broedvogelmeetnet Zoete Rijkswateren en Meetnet Kustbroedvogels Wadden, terwijl in enkele soortteksten (hoofdstuk 6) wordt ingegaan op resultaten van het Nestkaartenproject en het Constant Effort Site project (CES; overigens geen onderdeel van het Meetnet). Gebieds- en soortspecifieke informatie wat betreft Natura 2 (Vogelrichtlijn) en de Rode Lijst is eveneens opgenomen. Materiaal en methode Net als andere jaren is het veldwerk grotendeels uitgevoerd door c. 15 vrijwilligers en enkele tientallen professionele vogelaars, werkzaam voor terreinbeherende instanties, provinciale diensten en Rijkswaterstaat Waterdienst. Het veldwerk geschiedt volgens de richtlijnen in de (per project verschillende) handleidingen. De coördinatie is in handen van SOVON, wat betreft het LSB in nauwe samenwerking met (vrijwillige) Districtcoördinatoren. Bij de trendberekening wordt gebruik gemaakt van het programma TRIM (Trends & Indices for Monitoring Data), waarbij inschattingen worden gemaakt voor ontbrekende data. De en zijn beschikbaar via de website van SOVON ( en CBS/Compendium voor de Leefomgeving ( Belangrijkste ontwikkelingen in 28 De winter van 27/8 was zacht en vormde de elfde (en voorlopig laatste) milde winter op rij sinds de Elfstedenwinter van 1996/97. Vooral januari was opvallend zacht. Het voorjaar kwam langzaam op gang (pas half april temperatuur van 15 C overschreden), maar kende vooral in mei en juni ideale omstandigheden om broedvogels te inventariseren: droog en zonnig. Juveniele Rode Wouw op nest, 14 juli 28 Westerwolde, Oost-Groningen (André Eykenaar) 3

7 SOVON-monitoringrapport 21/1 Over alle 185 soorten waarvoor betrouwbare trends berekend werden, was de aantalsontwikkeling licht negatief ( 28 dalend met 2%, vergeleken met gemiddelde voorgaande vijf jaren), net als een jaar eerder. Desondanks was het aandeel soorten dat een relatief hoge stand had met 28% groter dan het aandeel dat duidelijk lager uitkwam (23%); bij de overige soorten waren de verschillen gering (kleiner dan 1%). Een overzicht van kolonievogels en zeldzame soorten is opgenomen in tabel 6.1. In 28 werd een nieuwe ondersoort als broedvogel vastgesteld (Grote Aalscholver, Neeltje Jans; partner onbekend) en ook een nieuwe exoot (Kokardezaagbek). Bijzonder waren zekere broedgevallen van Rode Wouw (eerste sinds 1988) in Groningen, Ruigpootuil (eerste sinds 1977) en Bijeneter (derde jaar op rij), in beide gevallen in Drenthe. Drie soorten die zich pas sinds de eeuwwisseling als broedvogel vestigden, nestelden ook in 28: Wilde Zwaan (mislukt broedgeval), Zeearend (twee jongen uitgevlogen) en Kraanvogel (twee van drie paren succesvol). Over het broeden van Koereiger en Noordse Kwikstaart (mogelijk hybride vogel) werd geen zekerheid verkregen, terwijl een langdurig aanwezige Dwergooruil ongepaard bleef. Verschillende soorten die zich in de jaren negentig van de vorige eeuw vestigden, of toen hun doorbraak kenden, deden het goed, waaronder Kleine Zilverreiger (16-18 paren), Slechtvalk (5-55) en Middelste Bonte Specht (13-15). Record aantallen werden vastgesteld van Ooievaar (69-7), Lepelaar (19-2), Canadese Gans (42), Brandgans (83), Krooneend (37-42 paren) en IJsvogel (9-15). Cetti s Zanger (9-12 territoria) en Graszanger (7-11) deden het goed dankzij het jarenlange uitblijven van strenge winters, maar waren grotendeels voorbehouden aan de kerngebieden in Zuidwest-Nederland. Purperreiger (c. 7 paren), Grauwe Kiekendief (48), Dwergstern (825-85) en Grauwe Klauwier (33-38) bereikten niveaus die al decennia niet meer gehaald waren. Opmerkelijk was het (begin van?) herstel van de Grauwe Vliegenvanger, een soort die (zoals meer lange afstandtrekkers) een jarenlange afname kende. De toename van Krakeend, Groene Specht en Rietzanger past in de al jaren opgaande lijn. Voor Kwartel en Sijs, twee soorten met grote jaarfluctuaties, was 28 een relatief goed jaar. Zorgwekkend was de aanhoudende daling van een aantal toch al zeldzame soorten, zoals Blauwe Kiekendief (34 paren) en Strandplevier (18-21). Verschillende soorten naderen het punt van uitsterven: de getelde aantallen van Kemphaan (1), Draaihals (3), Kuifleeuwerik (11) en Grauwe Gors (2) zullen niet compleet zijn, maar geven de precaire broedvogelstatus correct aan. Korhoen en Velduil bevinden zich eveneens in de gevarenzone. De kans dat Duinpieper, Klapekster of Ortolaan (alle verdwenen als jaarlijkse broedvogel eind jaren negentig of later) nog eens tot broeden zullen komen, wordt met het jaar kleiner. De eerder gesignaleerde afname van verschillende betrek kelijk recente aanwinsten op de broedvogellijst houdt aan. Wanneer het tempo wordt voortgezet, zullen Brilduiker, Kramsvogel, Buidelmees en Roodmus op af zienbare termijn weer verdwijnen van het toneel. Ook aan de rond 199 begonnen afname van de Kleine Barmsijs lijkt maar geen einde te komen. De Europese Kanarie, die in het kader van de klimaatopwarming goede perspectieven zou moeten hebben, is inmiddels zelfs in het oeroude bolwerk Maastricht verdwenen. De afname van verschillende steltlopers (Scholekster, Kievit, Wulp, Watersnip, Grutto), bosvogels (Matkop, Kuifmees) en Ekster past binnen de trend op lange termijn. Het zal weinig verbazing wekken dat, op landschapsniveau bekeken, de trend van specialisten van agrarisch gebied het ongunstigst is (afname met 44% ten opzichte van 199). De meeste soorten in deze groep nemen langdurig en sterk in aantal af, niet alleen de als kritisch beschouwde soorten, maar ook soorten die lange tijd algemeen waren zoals Grutto en Veldleeuwerik. Bosspecialisten kennen gemiddeld genomen fluctuerende aantallen met een neiging tot lichte toename. Veel ongunstiger is het beeld bij soorten van duinen en kust, die sinds 1998 een gestaag dalende trend kennen. Grootste zorgenkind is de Tapuit, waarvan slechts 13% van de aantallen in 199 resteren. Ook heidevogels nemen gemiddeld genomen structureel af, al is het opmerkelijk hoezeer de Nachtzwaluw zich hersteld heeft van eerdere verliezen. Moerasvogels kennen na een periode van toename nu schommelende aantallen. De negatieve trend van de (ernstig) bedreigde soorten van de Rode Lijst werd in 28 voortgezet, maar enkele soorten (o.a. Purperreiger, Woudaap) vertoonden (enige) tekenen van herstel. Uit een eerste verkennende analyse van de instandhoudingsdoelen voor de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (samen Natura 2) blijkt dat in 62% van de gebieden ten minste de helft van de aangewezen soorten hun instandhoudingsdoel niet bereikte. De cijfers geven aan in welke gebieden veel soorten het minder goed doen, en waar dus extra maatregelen in de inrichting of beheer nodig zijn om het tij te keren. 4

8 Broedvogels in Nederland in 28 Summary Introduction This report presents the results of breeding bird censuses in The Netherlands in 28. National breeding bird monitoring is part of a governmental ecological surveillance programme ( Netwerk Ecologische Monitoring ) that includes national monitoring of various flora and fauna. In the Wadden Sea, monitoring is being conducted as part of the Trilateral Monitoring and Assessment Program (TMAP) carried out in collaboration with Germany and Denmark. Censuses for breeding birds are co-ordinated by SOVON, in close collaboration with Statistics Netherlands and local co-ordinators and specialists. Breeding birds are surveyed by two schemes, one for abundant breeding birds ( BMP ) and one for 78 rare and 17 colonial breeders ( LSB )(Tab. 2). Fieldwork for BMP is carried out in about 15 sample plots well distributed over the country (Fig. 2.1). For colonial breeders (with the exception of Common House Martin), 1% national coverage is aimed for (Fig. 2.3), whilst for rare breeding birds full coverage is at least achieved in all key-sites, including all Natura 2 sites (Fig. 2.2). For a few species, specific schemes are running, co-ordinated by species experts or NGOs (Tab. 2.3). In all species, fieldwork is standardised and conducted according to fixed guidelines provided in manuals. Fieldwork is mainly carried out by 15 dedicated volunteer bird watchers, in some areas also by professional counters. Trends are presented by indices, calculated with the commonly used TRIM package (classification of trends in Tab. 2.4, trends graphs of all species in appendix 3). Outline of this report The major part of this report consists of species-accounts (chapter 6) presenting details on numbers, trends and distribution. Chapter 4 gives a more general overview and a quick access to the most relevant findings, e.g. on trends for habitat specialists (Fig. 4.3), Red List species (Fig. 4.4, 4.5) and Natura 2 sites (Fig. 4.6). Chapter 5 deals with monitoring in the Wadden Sea, national freshwater bodies and meadow birds, are all covered by specific monitoring schemes. National population figures are listed in tab All national trend data and distribution maps of rare and colonial breeding birds are also available online at default.asp?id=233. Breeding season 28 and long term trends The breeding season 28 followed a mild winter, the 11th in succession after 1996/97. However, spring started cold. Suitable weather conditions prevailed in May and June. Calculated over all 185 species for which reliable trends are available, the overall in 28 was 2% lower than in the previous five years. However, 28% of all species occurred in rather high numbers in 28, whereas 23% was less abundant (when regarding annual changes of >1%). Great Cormorant of the race carbo was recorded as a new breeding bird species (partner, however unknown). Hooded Merganser was recorded as a new non-native Ruigpootuil, Drenthe, juni 28 (Marnix Jonker) 5

9 SOVON-monitoringrapport 21/1 breeding species. Other rare breeding birds in 28 were Red Kite (first since 1988), Tengmalm s Owl (first since 1977) and European Bee-eater (4 th year in succession). Newcomers like Whooper Swan (non-successful pair), White-tailed Eagle (2 young fledged) and Common Crane (2 out of 3 pairs successful) continued to breed in 28. Thriving numbers were observed in other species that settled in the past decades, like Little Egret (16-18 bp), Peregrine Falcon (5-55 bp) and Middle Spotted Woodpecker (13-15 bp). All-time high numbers were counted in White Stork (69-7 bp), Eurasian Spoonbill (19-2 bp), Red-crested Pochard (37-42 bp) and Common Kingfisher (9-15 bp). The latter species benefited from the long series of mild winters, a phenomenon that has also pushed numbers of Cetti s Warbler (9-12 territories) and Zitting Cisticola (7-11 territories), though mainly in some strongholds in the SW-Netherlands. Purple Heron (c. 7 bp), Montagu s Harrier (48 bp), Little Tern ( bp) and Red-backed Shrike (33-38 bp) bred in numbers unknown in the past decades. Numbers of Common Quail were higher than in previous years. Among the more common species, Gadwall, Green Woodpecker and Sedge Warbler continued the increase recorded in past years. Contrary to these thriving species, full coverage of Ruff (1 females), Eurasian Wryneck (3 territories), Crested Lark (11 territories) and Corn Bunting (2 territories) becomes increasingly difficult, as these species are still on the brink of extinction without signs of recovery. It is likely that these species will follow Tawny Pipit, Great Grey Shrike and Ortolan Bunting, for which breeding belongs to history by now. For Hen Harrier (34 bp) and Short-eared Owl (2 bp), both mainly confined to the Wadden Sea Islands, the risk of extinction also approaches. Previously expanding species like Fieldfare, Eurasian Penduline Tit and Common Rosefinch have contracted their range in the past decade and might desert the country in near future. Common species that continued their downward trends in 28 include Eurasian Oystercatcher, Northern Lapwing, Eurasian Curlew, Common Snipe, Black-tailed Godwit and Eurasian Magpie. On landscape levels, farmland birds have (as in many countries) suffered major losses (44% decline since 199; Fig. 4.3). Forest-breeding species generally show fluctuating numbers but generally tend to increase (Willow Tit and Crested Tit being exceptions). Coastal breeding birds, on the other hand, experienced declines over a wide range of species, notably in Northern Wheatear, of which in 28 only 13% of the population in 199 remained. Species nesting in heathland generally show downward trends as well, European Nightjar being one of the few exceptions. This species has recovered from previous declines. In marshland birds, previous increases seem to level off now. 6

10 Broedvogels in Nederland in 28 Dankwoord Broedvogelinventarisaties worden in Nederland veelal door vrijwilligers uitgevoerd. Zonder hun inzet is het onmogelijk uitspraken te doen over het wel en wee van vrijwel alle Nederlandse broedvogels. Ze worden daarom hartelijk bedankt voor hun werk. Een overzicht van de bijna 15 tellers en contactpersonen staat in bijlage 1. In hoofdstuk 2 zijn de namen opgenomen van de soortgerichte werkgroepen, provincies en organisaties waarmee wordt samengewerkt en waardoor het landelijke beeld in belangrijke mate gecompleteerd wordt. De terreinbeherende instanties in het bijzonder Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Provinciale Landschappen vullen een belangrijke rol bij de completering van het landelijke beeld. Districtscoördinatoren zorgen voor de regionale aansturing van de waarnemers in de 2 districten en zijn daarmee absoluut onmisbaar. Een speciaal woord van dank gaat daarom uit naar Jan-Joost Bakhuizen, Patrick Bergkamp, Diny Buisman, Martijn Bunskoek, Jan van Diermen, Lieuwe Dijksen, Bert Dijkstra, Gertrude van den Elzen, Ria Heemskerk, Henk-Jan Hof, Ben Hulsebos, Geert Lamers, René Oosterhuis, Wiel Poelmans, Jelle Postma, Harold Steendam, Wilco Stoopendaal, Rudi Terlouw, Hans-Peter Uebelgünn, Rogier Verbeek, Jaco Walhout en Ria Winters. De aansturing van het Meetnet Broedvogels wordt verzorgd door een begeleidingscommissie in het kader van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), een samenwerkingsverband van overheidsinstellingen bij de monitoring van de natuur. Deze begeleiding vindt plaats door Ruud Bink (Gegevensautoriteit Natuur van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), Calijn Plate en Arco van Strien (CBS), Bas van den Boogaard / Mervyn Roos en Ruurd Noordhuis (Rijkswaterstaat Waterdienst) en Kees Scharringa (provincies). Rob Vogel onderhield vanuit SOVON de contacten met de NEM-partners en verzorgde de sturing van het meetnet op hoofdlijnen. Vanuit het CBS werden trendberekeningen mede uitgevoerd door Marcel Straver en Adriaan Gmelig Meyling. Van het SOVON-bureau worden in het bijzonder Joost van Bruggen, Lara Marx en Dirk Zoetebier bedankt voor hun bijdrage aan de coördinatie, controle, bewerking van telgegevens en databeheer. Gerard Troost en Yvonne Boesten ontwikkelden de verschillende onderdelen van de online invoer en mede dankzij hen is de online invoer van gegevens een succes geworden! De opmaak van het rapport werd verzorgd door John van Betteray. Mervyn Roos (Rijkswaterstaat Waterdienst) gaf waardevol commentaar op een eerste versie van hoofdstuk 5.2. Allen worden zeer bedankt voor hun bijdrage! 7

11 SOVON-monitoringrapport 21/1 8

12 Broedvogels in Nederland in Inleiding Vanaf 1984 is een deel van het monitoringonderzoek met de komst van het Broedvogel Monitoring Project (BMP) gestandaardiseerd. Later is een specifiek project opgezet voor de monitoring van zeldzame broedvogels en kolonievogels, een voorloper van het huidige Landelijk Soortonderzoek Broedvogels (LSB) dat sinds 1993 wordt georganiseerd. De resultaten van beide projecten zijn vanaf 1992 gepubliceerd in jaarverslagen, aanvankelijk per deelmeetnet maar met ingang van verslagjaar 23 over het Meetnet Broedvogels als geheel. Speciale hoofdstukken zijn gewijd aan broedvogelmonitoring in de Waddenzee en de Zoete Rijkswateren en monitoring van weidevogels. SOVON organiseert het Meetnet Broedvogels in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het meetnet is een onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) en wordt financieel onder steund door de Gegevensautoriteit Natuur van het Minis terie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Specifieke onderdelen worden mogelijk gemaakt door Rijkswaterstaat Waterdienst en de provincies. SOVON stelt zich ten doel om van zo veel mogelijk broed vogelsoorten de aantalsontwikkeling vast te leggen. De opdrachtgevers van het Meetnet Broedvogels hebben vanuit hun werkveld specifieke vraagstellingen, om de resultaten in te kunnen passen binnen het natuurbeleid. Vanuit het Netwerk Ecologische Monitoring zijn de doelstellingen als volgt geformuleerd (CBS 29): bepalen van populatieontwikkelingen van soorten van Natura 2-gebieden (zowel landelijk als in Natu ra 2-gebieden, zo mogelijk op gebiedsniveau); bepalen van landelijke populatieontwikkelingen van soorten van soortbeschermingsplannen; bepalen van de populatieontwikkeling van indicatieve soorten in Zoete en Zoute Rijkswateren per hoofdwatersysteem; bepalen van de trends van soorten die onderdeel zijn van Natuurgraadmeters; bepalen van landelijke trends in broedsucces en/of timing van broeden in verband met voedselvoorziening in de Waddenzee, klimaatverandering en soortbeschermingsplannen. Voor een aantal groepen broedvogels gelden nog aanvullende doelstellingen. Zo dienen voor de weidevogels ook trends bepaald te worden voor agrarisch gebied binnen en buiten de Ecologische Hoofdstructuur, per fysisch-geografische regio en voor diverse typen landgebruik. Voor een aantal (zeer) zeldzame broedvogels is het streven erop gericht om jaarlijks alle broedgevallen te verzamelen, om daarmee ook de landelijke verspreiding in beeld te brengen. Broedvogelmonitoring in het Nederlandse Waddengebied vindt plaats in het kader van het Joint Monitoring Programme for Breeding Birds in the Wadden Sea dat internationaal gecoördineerd wordt door het Common Wadden Sea Secretariat. De inventarisaties zijn onderdeel van het internationale Trilateral Monitoring and Assesment Program (TMAP) in de Nederlandse, Duitse en Deense Waddenzee. De verzamelde gegevens worden ook gebruikt bij andere onderwerpen, zoals de bepaling van landelijke dan wel regionale broedvogelaantallen, of onderzoek naar vogelgemeenschappen. Het voor u liggende jaarverslag biedt een overzicht van de resultaten van het broedvogelonderzoek uit het jaar 28. Naast het BMP en het LSB gaat het om het Natio nale Weidevogelmeetnet, het Meetnet Kustbroedvogels Wadden en het Broedvogelmeetnet Zoete Rijkswateren. Dit rapport heeft dezelfde opzet als het rapport over het seizoen 27 (van Dijk et al. 29). Na de inleiding (hoofdstuk 1), een beschrijving van methode en materiaal (hoofdstuk 2) en een samenvatting van het weer en de waterstanden (hoofdstuk 3), worden in hoofdstuk 4 algemene ontwikkelingen in geheel Nederland besproken. Hierbij komen ook de Rode Lijst en Natura 2-gebieden aan bod. In hoofdstuk 5 worden de speciale projecten behandeld: Waddenzee, Zoete Rijkswateren en Weidevogels. Hoofdstuk 6 bevat de soortteksten die ingaan op zeldzame broedvogels, kolonievogels en algemenere soorten, o.a. soorten die relevant zijn in verband met het beleid betreffende het Natura 2-netwerk en de beschermingsregimes als gevolg van de Natuurbeschermingswet, Flora- en Fauna wet en de Nota Ruimte (EHS). In de soortteksten in dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van resultaten uit het Meetnet Nestkaarten en het Constant Effort Site project (CES, geen onderdeel van Meetnet Broedvogels). In de bijlagen zijn o.a. alle ons bekende waarnemers in 28 te vinden, naast vele en en een overzicht van de soorten die in de broedvogelrapporten over 2-28 besproken zijn. Een rapport als dit, waarin van een groot aantal waarnemers gegevens worden gecombineerd, is nooit volledig. Ontbrekende gegevens blijven altijd welkom en worden alsnog toegevoegd aan de database. Hierdoor kunnen de in dit rapport gepresenteerde aantallen in detail afwijken van die in eerdere rapporten. 9

13 SOVON-monitoringrapport 21/1 Grote Aalscholver op een strekdam in de Oosterschelde 16 mei 28 (Pim Wolf) 1

14 Broedvogels in Nederland in Methode en materiaal 2.1. Opzet broedvogelmonitoring Het broedvogelmeetnet van SOVON bestaat uit twee vaste onderdelen: het Broedvogel Monitoring Project (BMP) en het Landelijk Soortonderzoek Broedvogels (LSB). Beide zijn onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring. De organisatie van beide projecten is afgestemd op de verschillende wijze waarop soorten geteld worden (tabel 2.1). Daarnaast is er het Meetnet Urbane Soorten (MUS) dat in 28 pas zijn tweede jaar draaide en waarvan de resultaten in een volgend broedvogelrapport zullen worden besproken. Samen dekken de drie projecten (vrijwel) alle Nederlandse broedvogelsoorten af. alleen en andere jaren Figuur 2.1. Ligging van de in 28 geïnventariseerde meerjarige proefvlakken van het BMP (stand 1 december 29). / Situation of sample plots of the common breeding bird census in 28. Het Broedvogel Monitoring Project is gericht op algemene en schaarse soorten. Waarnemers kunnen uit afzonderlijke deelprojecten kiezen, gericht op specifieke soorten, bijvoorbeeld weide- en akkervogels, roofvogels of bijzondere soorten (zie default.asp?id=26 voor overzicht en details). Nieuw in 28 was het onderdeel BMP-Enkele soorten, dat onder andere is gericht op soorten die van belang zijn voor de monitoring van Natura 2-gebieden en die tot nu toe niet goed in de bestaande programma s waren ondergebracht. Het richt zich overigens niet alleen op Natura 2-soorten zoals Wespendief en Zwarte Specht, maar ook op andere soorten waarvan de steekproef aan de magere kant is, bijvoorbeeld Houtsnip (zie SOVON- Nieuws 21[4]: 15-16). Elk van de BMP-deelprojecten kent een eigen aanpak wat betreft de te tellen soorten, bezoekschema en grootte van de telgebieden. Alle onderdelen van het BMP volgen een steekproefmethode en worden uitgevoerd in proefvlakken (plots) verspreid over Nederland (figuur 2.1). De ligging van de proefvlakken is niet in alle gevallen representatief. Bos- en natuurgebieden zoals de duinen worden overbemonsterd en agrarisch gebied en steden onderbemonsterd. Bij analyse van trends wordt daarom een weging wordt toegepast (zie bijlage 2). De ligging van de proefvlakken is vastgelegd in een Geografisch Informatie Systeem (GIS) en gekoppeld aan gegevens over landschap en habitat. Het Nationaal Meetnet Weidevogels en het Meetnet Zoete Rijks - wateren zijn onderdeel van het BMP en worden in hoofdstuk 5 afzonderlijk besproken. Het Nationaal Meet net Weidevogels combineert de weidevogelgegevens uit het BMP met die van de weidevogelmeetnetten die de afzonderlijke provincies uitvoeren (tabel 2.2). Het Meetnet Zoete Rijkswateren wordt uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat. De proefvlakken liggen onder andere in het IJsselmeergebied, langs de Randmeren en in de uiterwaarden van de Grote Rivieren. Ze worden deels door professionele karteerders geteld. Tabel 2.1. Opzet van het Nederlandse broedvogelmeetnet, onderscheiden naar Broedvogel Monitoring Project (BMP) en Landelijk Soortonderzoek Broedvogels (LSB). / Organisation of breeding bird surveys in The Netherlands. Abundant species are covered in sample plots in a common breeding bird census scheme; rare and colonial breeding birds are mostly covered by complete national surveys or counts at core breeding sites. Project Telgebieden Bezoekschema Soorten BMP steekproefgebieden 5-1 bezoeken, afhankelijk van onderdeel alle soorten, incl. exoten LSB integraal, kerngebied of telgebied soort-specifiek, meestal 1-5 bezoeken 78 zeldzame soorten LSB integraal, alle kolonies soort-specifiek, meestal 1-2 bezoeken 17 kolonievogels LSB kilometerhok losse meldingen (zeer) zeldzame soorten 11

15 SOVON-monitoringrapport 21/1 Tabel 2.2. Overzicht van instellingen en organisaties die een grote bijdrage leverden aan het broedvogelmeetnet in 28. / Summary of organisations who delivered major datasets for the breeding bird survey 28. Instelling Project Gegevens RWS Waterdienst LSB kustbroedvogels Delta (Strucker et al. 29) Prov. Groningen BMP agrarisch gebied Prov. Friesland/WMF BMP agrarisch gebied (Nijland 29) Prov. Drenthe BMP agrarisch gebied LSB roekenkolonies Prov. Flevoland BMP agrarisch gebied Prov. Overijssel BMP agrarisch gebied Prov. Gelderland BMP agrarisch gebied Prov. Noord-Holland BMP agrarisch gebied Prov. Zuid-Holland BMP agrarisch gebied Prov. Noord-Brabant BMP agrarisch gebied, bos, natuurgebied LSB roekenkolonies Prov. Zeeland BMP agrarisch gebied Prov. Limburg BMP agrarisch gebied, bos, natuurgebied LSB alle LSB-soorten Het Landelijk Soortonderzoek Broedvogels volgt 78 zeldzame soorten en 17 in kolonies broedende soorten. Het gaat in alle gevallen om vogels die zich moeilijk via een steekproefopzet laten tellen. De aanpak binnen het LSB is dan ook gericht op systematische monitoring van vaste kerngebieden of, in geval van erg zeldzame soorten en vrijwel alle koloniebroedvogels, de hele landelijke populatie. De selectie van kerngebieden is gebaseerd op gebieden die elk ten minste 5% van de landelijke populatie herbergen, inclusief alle Natura 2-gebieden. Gegevens uit de kerngebieden worden aangevuld met die vanuit het BMP en (soortspecifieke) inventarisaties van gebieden elders (LSB-telgebieden). De verspreid voorkomende en relatief talrijke Steenuil wordt geheel gevolgd via inventarisaties van BMPproefvlakken en LSB-telgebieden. De ligging van de telgebieden, kerngebieden en de locaties van de kolonies worden in een Geografisch Informatie Systeem opgeslagen. Van hele zeldzame soorten worden ook alle losse meldingen verzameld, bij voorkeur via de online invoer op Daarnaast worden ook gericht waarnemingensites (bijv. en overzichten in rapporten en tijdschriften gecontroleerd. Vooral bij zeer zeldzame soorten wordt extra aandacht besteed aan de documentatie, door middel van navraag bij de betreffende waarnemer en het vastleggen van broedcode, eventuele broedresultaten en andere bijzonderheden, inclusief fotodocumentatie. In de bestanden wordt altijd onderscheid gemaakt tussen gegevens die op systematische wijze zijn verzameld (jaarlijkse inventarisaties, vaste telmethode) en gegevens die als losse melding werden ontvangen. Soortspecifiek (landelijk) onderzoek, uitgevoerd door instellingen, werkgroepen en particulieren, vormt een belangrijke ondersteuning op het LSB (zie tabel 2.3 voor overzicht). Tabel 2.3. Overzicht van werkgroepen en personen die landelijk onderzoek naar soorten of soortgroepen coördineren. / Summary of organisations that co-ordinate national surveys of specific species. Organisatie / coördinator Soort Bron H. van der Kooij Purperreiger van der Kooij 29 Werkgroep Lepelaar / O. Overdijk Lepelaar Werkgroep Ooievaarstelling / R. Rietveld Ooievaar Werkgroep Ooievaarstelling 29 Werkgroep Roofvogels Nederland roofvogels Bijlsma 29 Werkgroep Grauwe Kiekendief Grauwe Kiekendief Werkgroep Slechtvalk Nederland / Slechtvalk P. van Geneijgen SOVON & Vogelbescherming Kwartelkoning Koffijberg & Schoppers 29 Kerkuilenwerkgroep Nederland / Kerkuil de Jong 29 J. de Jong & D. Siccama G. Wassink Oehoe Wassink 28 Steenuilen Overleg Nederland (STONE) / Steenuil R. van Harxen & P. Stroeken Stichting Bargerveen / S. Waasdorp Grauwe Klauwier R.L. Vogel Raaf 12

16 Broedvogels in Nederland in Telmethode Het veldwerk voor zowel het BMP als het LSB volgt een gestandaardiseerde opzet die voor beide projecten is vastgelegd in een handleiding (van Dijk 24, van Dijk et al. 24). Bij het BMP wordt de uitgebreide territoriumkartering toegepast als telmethode; er wordt dus uitgegaan van territoria als maat voor het aantal broedparen (zie verder van Dijk 24 voor details). Voor BMP-R (roofvogels) kunnen ook nestcontroles worden uitgevoerd (Bijlsma 1997). Bij het LSB wordt de methode en het bezoekschema van het telgebied afgestemd op de tellen soorten. Bij veel soorten worden nesten geteld of worden broedparen gevolgd (met indicatie van broedcode; zie van Dijk et al. 24 voor details). Van in kolonies broedende soorten worden doorgaans (bewoonde) nesten geteld, of wordt het aantal in de kolonie aanwezige individuen geteld en omgerekend naar het aantal broedparen. Zangvogels en ralachtigen worden doorgaans met behulp van territoriumkartering vastgesteld, bij zeldzame soorten bij voorkeur met extra informatie omtrent de broedcode. Meestal worden meerdere bezoeken aan een telgebied gebracht, sommige kolonies worden ook éénmalig (in de voor inventarisatie optimale tijd) geteld. Nachtactieve soorten (rallen, Nachtzwaluw, uilen) worden met speciale nachtelijke karteringen gevolgd, waarbij deels gebruik wordt gemaakt van geluidsapparatuur om de roep of zang te stimuleren Organisatie en coördinatie De landelijke coördinatie van het broedvogelmeetnet is in handen van SOVON, in de regio bijgestaan door 2 districtscoördinatoren (zie asp?id=219 voor actueel overzicht) die contact houden met de waarnemers en waken over de volledigheid van de inventarisaties. Daarnaast bestaan samenwerkingsverbanden met instellingen, organisaties of personen die hele regio s op bepaalde soortgroepen tellen, dan wel landelijk onderzoek naar afzonderlijke soorten uitvoeren. Een belangrijke bijdrage wordt ook geleverd door de grote terreinbeherende organisaties zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen, zowel wat betreft het telwerk als de toegang van telgebieden en/of of logistieke ondersteuning bij het veldwerk. Grotere samenwerkingsverbanden zijn die met de provincies en Rijkswaterstaat Waterdienst (integrale kartering van alle kustbroedvogels in het Deltagebied; Strucker et al. 29), zie tabel 2.2 voor een overzicht. Daarnaast wordt de monitoring van kustbroedvogels in de Waddenzee uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van LNV, Directie Regionale Zaken, als onderdeel van het Trilateral Monitoring and Assessment Program (TMAP) dat wordt georganiseerd in samenwerking met Duitsland en Dene marken (Koffijberg et al. 26). Onder andere de Frys ke Feriening foar Fjildbiology (FFF) en Avifauna Groningen leveren hier een belangrijke bijdrage in het veldwerk. Tabel 2.3 geeft een overzicht van alle (landelijke) soortonderzoeken waarvan in dit rapport gegevens zijn gebruikt. Zonder de bereidwillige medewerking van talloze vrijwil ligers en vogelwerkgroepen zou het grootste deel van het veldwerk niet kunnen worden uitgevoerd. Bij lage 1 geeft een overzicht van de betrokkenen bij het broedvogelwerk in Volledigheid en kwaliteit gegevens Broedvogel Monitoring Project In 27 en 28 werden gegevens van 1669 resp proefvlakken ingestuurd, waarvan er 1555 resp meerjarig werden geïnventariseerd (figuur 2.1). Na jarenlange toename tot omstreeks , loopt het aantal proefvlakken de laatste jaren langzaam terug. Deze terugval hangt samen met veranderingen in de bijdrage van provincies in het kader van het Nationaal Weidevogelmeetnet. Tevens lijkt er structurele afname te zijn ingezet doordat tellers op leeftijd afhaken (vergrijzing), terwijl de aanwas van nieuwe tellers achterblijft. Met bijvoorbeeld de organisatie van BMPinventarisatiecursussen wordt hierop ingesprongen. Proefvlakken zijn in het algemeen redelijk over Nederland verdeeld, zij het niet evenredig naar landschapstype. Bos is ondervertegenwoordigd op de noordelijke en centrale Veluwe, in delen van Overijssel, Utrecht en op de Waddeneilanden. Het agrarisch gebied kent enige lacunes in Utrecht en Oost-Drenthe (bouwland), de duinen ontberen proefvlakken op de Waddeneilanden en in de Delta en voor heide/hoogveen is dit het geval in de centrale Veluwe en in delen van Noord-Brabant. Moerasproefvlakken zijn vooral ondervertegenwoordigd in West-Utrecht en de Oostvaardersplassen. Stedelijk gebied wordt thans grotendeels bemonsterd in het kader van het Meetnet Urbane Soorten (MUS). Dat meetnet heeft een nog te korte looptijd om nu al in de trendbepalingen een rol te spelen. Uitgewerkt naar Natura 2-gebieden spitst de BMPbehoefte zich toe op nieuwe proefvlakken in sommige duinen (Ameland, Terschelling), moerassen (Leekstermeer, Zuidlaardermeer, Weerribben, Zwarte Meer, Oostvaardersplassen, Oostelijke Vecht plassen, Zouweboezem) en bos- en heidegebieden (noordelijke en centrale Veluwe, Brabantse Wal, Weer ter- en Budelerbergen, Deurnse Peel & Mariapeel, Maasduinen). Een actuele lijst van gebieden waarvoor BMPtellers gezocht worden, met details over vogelsoorten is te vinden op 13

17 SOVON-monitoringrapport 21/1 Tabel 2.4. Aanduiding van volledigheid van de inventarisatie van LSB-soorten. / Coverage of national census of rare and colonial breeding birds. >95% vrijwel volledige landelijke dekking (voorbeeld: Lepelaar, Korhoen). >9% vrijwel volledige landelijke dekking, enkele gebieden niet (volledig) geteld (Krooneend, Zwarte Stern). 71-9% belangrijke gebieden merendeels geteld, minder belangrijke gebieden deels niet geteld (Grote Gele Kwikstaart). 4-7% belangrijke en overige gebieden slechts ten dele geteld (Bruine Kiekendief). <4% steekproefgewijze aanpak (Steenuil). onbekend volledigheid onduidelijk omdat omvang populatie onbekend is (Kemphaan, Draaihals) of volledige dekking onhaalbaar, aantal meldingen sterk afhankelijk is van inspanning tellers (Rouwkwikstaart) Landelijk Soortonderzoek Broedvogels De volledigheid van het onderzoek verschilt per soort en per district. Sommige soorten zijn lastig te inventariseren of komen voor in landschappen die bij tellers niet erg geliefd zijn. Per district bestaan er dan ook verschillen in volledigheid door variatie in het aantal actieve waarnemers, hun organisatiegraad en de inzet en ervaring van de districtscoördinator. De volledigheid van de inventarisaties is per vogelsoort aangegeven in hoofdstuk 6 (tabel 6.1, hoofdstuk 6.3), volgens de classificatie in tabel 2.4. Het gaat hierbij om een inschatting in hoeverre de landelijke populatie volledig werd geïnventariseerd. In de soorttekst wordt een toelichting gegeven op de mate van volledigheid en worden, indien relevant, belangrijke hiaten genoemd. Daarnaast wordt het getelde aantal vermeld, met zo mogelijk een schatting voor de landelijke populatie in 28. Een populatieschatting wordt bij zeldzame soorten alleen gegeven indien het onderzoek volledig genoeg was. Figuur 2.2. Ligging van in 28 getelde kerngebieden (zeldzame soorten) in het kader van het LSB (stand 1 december 29) / Core breeding areas (all rare species) counted for the national rare breeding bird census. Van kolonievogels wordt altijd het getelde aantal gegeven en de geschatte landelijke populatie. Bij schattingen wordt gebruik gemaakt van aanvullende informatie uit vorige en recente jaren en de (regionale en landelijke) populatie-ontwikkeling. Om mogelijke subjectiviteit (mate van ervaring van de schatter) hierbij uit te sluiten, wordt momenteel nagegaan of het programma TRIM (zie bijlage 2) voortaan objectieve en reproduceerbare schattingen kan maken. Daartoe moet onder andere de kolonievogeldatabase enigszins worden aangepast. In afwachting hiervan zijn in dit rapport geen landelijke populatieschattingen gegeven van de Blauwe Reiger, de meeste meeuwen, Visdief, Oeverzwaluw en Roek. Bij de overige vrijwel volledig getelde kolonievogels is dit wel gedaan. Belangrijke hiaten bij kolonievogels in 28 waren o.a. het ontbreken van goede tellingen van Stormmeeuwen, Kleine Mantelmeeuwen en Zilvermeeuwen op (delen van) Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog, Rottumeroog en Oost-Vlieland. Daarnaast ontbraken bijvoorbeeld gegevens van belangrijke kolonies in Nieuwkoop (Kokmeeuw), delen van Noord- Holland (Stormmeeuw), Alkmaar en Leiden (Kleine Mantelmeeuw en Zilvermeeuw) en het Ketelmeer, Veluwemeer, Den Helder en Balgzand (Visdief). In Natura 2-gebieden was het onderzoek (van soorten waarvoor een instandhoudingsdoel is geformuleerd) in 28 onvoldoende in: Duinen Terschelling (Bontbekplevier), Duinen Ameland (Eider), Duinen Schiermonnikoog (Paapje, Bruine Kiekendief), Noordzeekustzone (Strandplevier, Bontbekplevier), Groote Wielen (Porseleinhoen), Alde Feanen (Bruine Kiekendief), Zuid laardermeergebied (Porseleinhoen), Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht (Grote Karekiet, Porseleinhoen), Uiter waarden IJssel (Porseleinhoen), Veluwe (Draaihals, IJsvogel), Oostvaardersplassen (Porseleinhoen, Woudaap), Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske (Bruine Kiekendief), Oostelijke Vechtplassen (Porseleinhoen), Voornes Duin (Geoorde Fuut), Krammer-Volkerak (Bruine Kiekendief) en Brabantse Wal (Nachtzwaluw). In veel van deze gebieden was ook de inventarisatie van enkele andere zeldzame soorten onvoldoende. Een actuele lijst van gebieden waarvoor LSB-tellers gezocht worden, met details over te verwachten vogelsoorten, is te vinden op 14

18 Broedvogels in Nederland in 28 bezet niet bezet Figuur 2.3. Ligging van alle in 28 getelde kolonies (stand 1 december 29). / Situation of all colonies covered in the national colonial breeding bird census. Van Porseleinhoen en Baardman zijn geen inventarisatiegegevens van 28 voorhanden van het belangrijkste broedgebied, de Oostvaardersplassen (ontbraken ook in 25-7), zodat het onverantwoord is een betrouwbare landelijke trend (bijlage 3) of een landelijk totaal (tabel 6.1) te publiceren. Daarnaast zijn er soorten waarvan het om allerlei redenen niet goed lukt om (jaarlijks) voldoende informatie te verzamelen. Het gaat om soorten die zeldzaam zijn of lastig te inventariseren zoals Geelpootmeeuw (determinatie, mengparen, lastig te vinden in grote kolonies meeuwen), Kleinst en Klein Waterhoen (lage trefkans, gebrekkige documentatie), Smient (overzomerende vogels) maar ook Kemphaan, Oeverloper, Draaihals, Engelse Kwikstaart, Rouwkwikstaart en Europese Kanarie. De lijst kan nog worden uitgebreid met enkele exoten en verwilderde soorten, waaraan vogelaars in doorsnee minder aandacht besteden. De in deze rapportage weergegeven aantallen kunnen in detail verschillen van eerder gepubliceerde. Veranderingen in de begrenzing van telgebieden, het beschikbaar komen van nieuwe aantalsopgaven, een andere toedeling van grensgevallen of fouten in het vorige databestand kunnen hiervan de oorzaak zijn. aantal plots stad kwelder moeras heide duin bos agrarisch Figuur 2.4. Aantal geïnventariseerde BMP-proefvlakken per jaar vanaf 1984, onderscheiden naar landschapstype. / Number of sample plots in the common breeding bird census counted from 1984 onwards. 15

19 SOVON-monitoringrapport 21/1 Tabel 2.5. Klasse-indeling van trendindicatie met gebruikte criteria, omschrijving en symbolen. / Trend classification used in this report. Symbool omschrijving criterium ++ sterke toename significante toename van >5% per jaar (minimaal verdubbeling in 15 jaar) + matige toename significante toename van <5% per jaar stabiel geen significante aantalsontwikkeling - matige afname significante afname van <5% per jaar -- sterke afname significante afname van >5% per jaar (minimaal halvering in 15 jaar)? onzeker geen betrouwbare trendklassificatie mogelijk 2.5. Analyses Het aantal broedparen of het aantal territoria dat per jaar wordt geteld vormt het uitgangspunt voor verdere analyses. Van sommige soorten bestaan inmiddels lange reeksen van het aantal broedparen in Nederland (o.a. Aalscholver, Grote Stern), voor andere soorten is alleen van betrekkelijk recente datum (bijv. vanaf 199) voldoende informatie beschikbaar. De trends in dit rapport worden voor alle soorten gepresenteerd vanaf het moment dat goede gegevens beschikbaar zijn: (meestal) 1984 (landelijke BMP-trends) of 199 (overige). Het jaarlijkse aantal broedparen of territoria wordt daarbij weergegeven als ten opzichte van 199 (het basisjaar, dat op 1 wordt gesteld; zie verder hoofdstuk 6.1). Deze en worden berekend met behulp van het door het CBS ontwikkelde programma TRIM (Pannekoek & van Strien 21) (bijlage 2). Alle trends worden vastgesteld door het CBS. De classificatie van de trends volgt de indeling in tabel 2.5. In bijlage 2 wordt een uitgebreide toelichting gegeven op de trendanalyse en de toegepaste weging. 16

20 Broedvogels in Nederland in Weer en waterstanden in het broedseizoen 28 Het broedseizoen van 28 volgde op de elfde zachte winter op een rij sinds Hieronder wordt per maand een overzicht gegeven van de relevante weersomstandigheden en hun eventuele invloed op de telresultaten. De weersgegevens zijn ontleend aan de maandelijkse weerrapporten van het KNMI (MOW-Bulletin. Figuren 3.1 en 3.2 vatten de weersgegevens en waterstanden samen. temperatuur ( C) gemiddelde etmaaltemperatuur 28 normaal jan feb mrt apr mei jun jul De winter 27/8 was zacht naar IJnsen-terminologie (IJnsen 1991). Na een zachte en sombere november startte december zeer zacht. Van 11 tot en met 24 december hadden we de enige vorstperiode van betekenis van de winter. Januari was nat en grotendeels zeer zacht met opvallend weinig vorstdagen (figuur 3.1). Het zachte weertype zette zich begin februari voort. Vanaf de 7e zette een droge en zonnige periode in, met overdag hoge temperaturen (tot 15 C in het oosten van het land op 11 februari) en s nachts op de meeste plaatsen enkele graden vorst. Eind februari keerde de westelijke stroming terug die in januari het weer bepaalde en dit zorgde ook in de eerste helft van maart voor wisselvallig weer met temperaturen iets boven normaal. In de aanloop naar Pasen werd de stroming noordelijk en daalde de temperatuur sterk met op eerste Paasdag (23 maart) zelfs nog vorst van betekenis (tot -7 C plaatselijk in het oosten). Hierbij viel de neerslag in de vorm van sneeuw wat op veel plaatsen een witte Pasen opleverde. Aan het einde van de maand steeg de temperatuur weer tot boven de normale waarde voor de tijd van het jaar. Ook toen bleef het echter wisselvallig. April startte met relatief koud weer. Bij een overdag meest zonnig weertype koelde het de meeste nachten in de eerste helft van de maand af tot onder het vriespunt. Ook overdag waren de temperaturen aan de lage kant. In De Bilt werd pas op 2 april de grens van 15 C overschreden, iets wat sinds 191 slechts twee maal eerder op een zo laat tijdstip voorkwam. Na 2 april volgde een periode met zacht maar licht wisselvallig lenteweer. Een flink deel van de maand verliep overwegend droog. Van 6 tot en met 22 april viel er gemiddeld over het land slechts 6 mm neerslag. Mei was met een gemiddelde maandtemperatuur van 15,7 C tegen normaal 12,7 C de warmste meimaand in ruim een eeuw. Vooral de eerste helft van de maand verliep droog, warm en zonnig. Er bestond een groot contrast tussen het noorden en zuiden van het land. In het noorden lag de temperatuur c. 2 C boven het langjarig gemiddelde, in het zuiden c. 3 C. Het aantal warme dagen (maximumtemperatuur 2 C of hoger) kwam uit op 19 tegen 9 normaal, een evenaring van het recordaantal uit mei Op 7 mei werd in De Bilt de eerste zomerse dag (maximumtemperatuur 25 C of hoger) genoteerd. Er volgden daarna nog zeven zomerse dagen op rij. De eerste tien dagen van mei waren in tenminste neerslag (mm) zonneschijn (uren) windsnelheid (m/s) aantal dagen neerslagsom jan feb mrt apr mei jun jul zonneschijn jan feb mrt apr mei jun jul gemiddelde windsnelheid jan feb mrt apr mei jun jul vorstdagen (min. temperatuur < C) jan feb mrt apr mei jun jul Figuur 3.1. Samenvatting van het weer gedurende het eerste halfjaar van 28, afgeleid uit gegevens van het KNMI op station De Bilt ( Weergegeven zijn de actuele weersmetingen en de lange termijn waarden ( normalen ) in / Weather characteristics during the breeding season 28. Shown are mean daily temperatures, precipitation, sunshine, average windspeed and the number of days with temperatures below zero. Bars indicate actual values in 28, lines long term averages

21 SOVON-monitoringrapport 21/1 waterstand (meter + NAP) waterstand (meter + NAP) 15 Waterstanden Rijn - Lobith maart 1 april 1 mei 1 juni 3 juni 5 Waterstanden Maas - Borgharen maart 1 april 1 mei 1 juni 3 juni waterstand (meter + NAP) 2,5 2 1,5 1,5 Waterstanden Waddenzee - Lauwersoog 1 1 april 1 mei 1 juni 1 juli 31 juli Figuur 3.2. Waterstanden in Rijn (Lobith) en Maas (Borgharen) in maart-juni 28 en waterstanden in de Waddenzee (Lauwersoog) in april-juli 28 (Rijkwaterstaat, Voor de rivieren zijn actuele metingen (dikke lijn) vergeleken met het lange termijn gemiddelde (stippellijn); voor de Waddenzee is het hoogste tij per dag aangegeven. De stippellijn in de Waddenzee-figuur geeft aan bij welk tij de meeste landaanwinningswerken overspoelen / Water tables in Rivers Rhine (Lobith) and Meuse (Borgharen) and in the Wadden Sea. For the rivers, daily values (solid line) are compared with long- term averages (dashed line). For the Wadden Sea the dashed line marks the tide leading to inundation of (lower) salt marshes. 1 jaar niet zo zonnig geweest. Over het algemeen prima omstandigheden voor broedvogelinventariseerders. Juni was eveneens warm, zonnig en droog met vooral het noorden van het land een groot neerslagtekort. De eerste tien dagen van de maand verliepen warm met soms zware onweersbuien. Daarna volgde een licht wisselvallig en vrij koel tijdvak. De laatste tien dagen van de maand lieten een sterk wisselend weerbeeld zien. Juni was de derde maand op rij die gemiddeld over het land en in De Bilt droog verliep, maar lokaal viel er wel veel neerslag (>1 mm) zoals in Drenthe en Limburg en op de Veluwe. Op 2 juni hadden vooral het zuiden en midden van het land te maken met een actieve onweersstoring en viel op enkele plaatsen ruim 5 mm neerslag. Op de 22e trokken zware buien vergezeld van onweer, windstoten en hagel over het oosten van het land. Juli was warm en nat met een normale zonneschijnduur. Warm was het vooral door zomerse temperaturen in de eerste twee dagen en de laatste week van de maand. De rest van de maand verliep uitermate wisselvallig, met een temperatuur die meestal enkele graden beneden normaal lag. Op 2 juli werd het in een groot deel van het land, waaronder in De Bilt, tropisch warm (maximumtemperatuur 3 C of hoger). Op de meeste plaatsen was dit de eerste tropische dag van het jaar. Het aantal zomerse dagen bedroeg negen tegen zeven normaal. Maar het was soms ook uitermate koel. Op 21 juli werd het in het zuiden bij bewolkt en regenachtig weer niet warmer dan 14 C. In De Bilt werd het neerslagtekort uit april-juni enigszins aangevuld op (vooral) 7-9 juli, 19 juli en 26 juli (25 mm). Rijn en Maas stonden in maart-april hoger dan gebruikelijk (figuur 3.2), maar dit zorgde niet voor uitgebreide overstromingen van de uiterwaarden. In de voorgaande broedseizoenen werden de lage delen van de Waddenzee in het broedseizoen diverse malen door stormvloeden geteisterd. Vooral soorten die laat broeden (o.a. Scholekster, sterns) leden daarbij jongenverliezen. Zulke extreme waterstanden in het broedseizoen bleven in 28 uit. Het hoge water op 2-21 juli kwam te laat om voor grote problemen te zorgen. 18

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland 2 / 23 Boschplaat op reis, 30.05.2017 Vogels zijn belangrijke

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Broedvogels in Nederland

Broedvogels in Nederland Sovon Vogelonderzoek Nederland Postbus 6521 6503 GA Nijmegen Toernooiveld 1 6525 ED Nijmegen T (024) 7 410 410 E info@sovon.nl I www.sovon.nl Broedvogels in Nederland Broedvogelmonitoring wordt door Sovon

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Monitoring van Steenuilen in : een succes!

Monitoring van Steenuilen in : een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Arjan Boele Het zou ideaal zijn jaarlijks alle Steenuil-territoria in ons land in kaart te brengen,

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de betekenis van het gebied Aersoltweerde voor vogels tot en met 2015

Ontwikkelingen in de betekenis van het gebied Aersoltweerde voor vogels tot en met 2015 Rob L. Vogel Ontwikkelingen in de betekenis van het gebied Aersoltweerde voor vogels tot en met 2015 In opdracht van Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport 2015/66

Nadere informatie

Broedvogels in Nederland in 2006

Broedvogels in Nederland in 2006 Broedvogels in Nederland in 26 Arend van Dijk, Arjan Boele, Fred Hustings, Kees Koffijberg & Calijn Plate met medewerking van Vincent de Boer, Loes van den Bremer, Joost van Bruggen, Lieuwe Dijksen, Henk

Nadere informatie

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra Atlasproject 2013-2015 aanleiding en ambities Opkomende wintervogel Hoe gaat het met? Veranderingen in de

Nadere informatie

Analyse meetnet-gegevens Noord-Holland

Analyse meetnet-gegevens Noord-Holland van Turnhout C. & Zoetebier D. Analyse meetnet-gegevens Noord-Holland Analyse meetnet-gegevens Noord-Holland In opdracht van: Chris van Turnhout & Dirk Zoetebier Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl

Nadere informatie

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Het provinciaal weidevogelmeetnet in 7 Uit het Jaarboek Weidevogels 7 Al 21 jaar meetnetwerk Het weidevogelmeetnet Noord-Holland is één van de oudste in ons land. Vanaf 1987 zijn in 51 proefvlakken elk

Nadere informatie

Topjaar soorten overig jarig riet

Topjaar soorten overig jarig riet Beste tellers van zeldzame broedvogels in Gelderland! Het jaar 2018 loopt alweer ten einde. Tijd dus om terug te blikken op het broedvogelseizoen 2018. De terugblik op de koloniebroeders zal nog even op

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Documentnummer AMMD ( )

Documentnummer AMMD ( ) Bijlagenboek 8.4 MEMO Kopie aan x Van x Onderwerp Telgegevens niet-broedvogels Documentnummer AMMD-002853 (17.117038) Datum 6-7-2017 Methoden voor het bepalen van de aantallen watervogels langs de dijk

Nadere informatie

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord De meeste kolonies zijn inmiddels ingevoerd, tijd dus voor een overzicht van het afgelopen jaar in ons district. De gegevens die op 24 januari 2018 zijn ingevoerd,

Nadere informatie

broedvogelonderzoek Handleiding Sovon PDF 3: verschillen met vorige handleiding Centraal Bureau voor de Statistiek

broedvogelonderzoek Handleiding Sovon PDF 3: verschillen met vorige handleiding Centraal Bureau voor de Statistiek Handleiding Sovon broedvogelonderzoek PDF 3: verschillen met vorige handleiding Centraal Bureau voor de Statistiek 1 BMP Handleidingen 2011 en 2016: wat is er veranderd? In dit document zetten we de verschillen

Nadere informatie

Blauwe Reiger. Purperreiger

Blauwe Reiger. Purperreiger Resultaten kolonievogels in Zuid-holland noord Hoe is het met de kolonievogels in Zuid-holland gegaan? Nemen de soorten toe of af? Hoe is dat het afgelopen seizoen vergaan? En hoe ontwikkelen de aantallen

Nadere informatie

Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09

Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09 SOVON Vogelonderzoek Nederland Rijksstraatweg 178 6573 DG Beek-Ubbergen T (024) 684 81 11 F (024) 684 81 22 Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09 E info@sovon.nl

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011 Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011 Dit overzicht bevat bijzondere vogelwaarnemingen die gemaakt zijn op de Strabrechtse Heide. Hieronder vallen fenologische waarnemingen, opmerkelijke trekvogels,

Nadere informatie

Meerjarenvisie 2010-2013. Samenvatting. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Meerjarenvisie

Meerjarenvisie 2010-2013. Samenvatting. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Meerjarenvisie Meerjarenvisie 2010-2013 Samenvatting SOVON Vogelonderzoek Nederland Meerjarenvisie Meerjarenvisie 2010-2013 Colofon Samenstelling: SOVON Vogelonderzoek Nederland Eindredactie: Fred Hustings Lay-out: Peter

Nadere informatie

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de betekenis van het gebied Aersoltweerde voor vogels Monitoring in het kader van een tijdelijke compensatievoorziening

Ontwikkelingen in de betekenis van het gebied Aersoltweerde voor vogels Monitoring in het kader van een tijdelijke compensatievoorziening Rob L. Vogel Ontwikkelingen in de betekenis van het gebied Aersoltweerde voor vogels In opdracht van Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport 2015/19 Postbus 6521 6503

Nadere informatie

Broedvogels in Nederland. Het Meetnet Broedvogels is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring

Broedvogels in Nederland. Het Meetnet Broedvogels is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring Broedvogels in Nederland Het Meetnet Broedvogels is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring 29 SOVON-monitoringrapport 211/1 Broedvogels in Nederland in 29 Arjan Boele, Joost van Bruggen, Arend

Nadere informatie

Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014

Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014 Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014 Foto:%Mark%Collier% Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring

Nadere informatie

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Tellingen 2001 en 2002 B.W.J. Oosterbaan T. Damm 2005 Opdrachtgever Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee Van der Goes en Groot

Nadere informatie

Broedvogels in Nederland in 2007

Broedvogels in Nederland in 2007 Broedvogels in Nederland in 27 Arend van Dijk, Arjan Boele, Fred Hustings, Kees Koffijberg & Calijn Plate met medewerking van Vincent de Boer, Joost van Bruggen, Lieuwe Dijksen, Ronald van Harxen, Henk

Nadere informatie

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen Sinds 2008 voer ik jaarlijks broedvogeltellingen uit in een telgebied op het Leersumse Veld en Ginkelduin volgens de richtlijnen

Nadere informatie

De landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid. Chris van Turnhout

De landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid. Chris van Turnhout De landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid Chris van Turnhout Onze missie: volgen populatie-veranderingen van alle wilde vogels in Nederland Monitoring gebaat bij continuïteit op de lange

Nadere informatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat

Nadere informatie

Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar

Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar Ganzensymposium Fryske Akademy & NOU, 19 mei 2017 Julia Stahl & Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland

Nadere informatie

Handleiding online invoer Broedvogel Monitoring Project met autoclustering

Handleiding online invoer Broedvogel Monitoring Project met autoclustering Handleiding online invoer Broedvogel Monitoring Project met autoclustering Inhoudsopgave 1. Contact leggen 3 1.1 Inloggen op www.sovon.nl 3 1.2 Controleer uw informatie 3 2. Aan de slag 4 2.1 Naar WSN

Nadere informatie

Lepelaar vrij schaars klein aantal klein aantal

Lepelaar vrij schaars klein aantal klein aantal Sectie cursisten In de "nieuwe zakgids vogels" wordt bij veel vogelsoorten helaas verkeerde informatie weergegeven over hun voorkomen in Nederland. In de tabel hieronder vind je de juiste gegevens. Broedvogels

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Broedvogels in Nederland

Broedvogels in Nederland Sovon Vogelonderzoek Nederland Postbus 6521 653 GA Nijmegen Toernooiveld 1 6525 ED Nijmegen T (24) 7 41 41 E info@sovon.nl I www.sovon.nl Broedvogels in Nederland Broedvogelmonitoring wordt door Sovon

Nadere informatie

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen Sovon-rapport 2013/47 Vogels in Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter

Nadere informatie

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

ffi SrnTEN '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter

Nadere informatie

40 jaar vogelonderzoek in de Kempen. door Henk Sierdsema

40 jaar vogelonderzoek in de Kempen. door Henk Sierdsema 40 jaar vogelonderzoek in de Kempen door Henk Sierdsema Onderzoek Broedvogelonderzoek Winter- en trekvogelonderzoek Losse waarnemingen Broedvogelonderzoek Inventarisaties in steekproefgebieden Vlakdekkende

Nadere informatie

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012 Broedvogel Monitoring Project Alle soorten (BMP A) Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg voorjaar 2012 Vogelwerkgroep t Vuggelke, IVN Bakel-Milheeze-Rips Dit rapport is opgesteld op verzoek van

Nadere informatie

Required species Netherlands Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No numbers means not required

Required species Netherlands Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No numbers means not required Required species Netherlands Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No numbers means not required Species Pictures Sounds Dodaars 2 2 Roodhalsfuut 3 Fuut 2 Kuifduiker 3 Geoorde Fuut 3 Kuhls

Nadere informatie

Required species Belgium Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No number means not required

Required species Belgium Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No number means not required Required species Belgium Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No number means not required Species Pictures Sounds Dodaars 2 2 Kuifduiker 3 Geoorde Fuut 3 Kuhls Pijlstormvogel 3 Noordse

Nadere informatie

Jaarverslag Werkgroep Bijeneters

Jaarverslag Werkgroep Bijeneters Jaarverslag Werkgroep Bijeneters Na het succesvol jaar 2015 met 12 broedgevallen van de bijeneters waren wij dit jaar natuurlijk zeer benieuwd of de stijgende lijn van het aantal broedgevallen zou doorzetten.

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Routekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Routekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011 Routekaart 2011 Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Welkom op het Frysk Fûgelpaad 2011 Deze vogelspotwandeling wordt gehouden in Nationaal

Nadere informatie

De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007

De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007 De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007 Lieuwe Dijksen & Frank Willems SOVON-inventarisatierapport 2007/49 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Het Groninger Landschap Colofon SOVON Vogelonderzoek

Nadere informatie

Checklist van de vastgestelde vogelsoorten binnen Blokkersdijk

Checklist van de vastgestelde vogelsoorten binnen Blokkersdijk Checklist van de vastgestelde vogelsoorten binnen Blokkersdijk Gegevens bijgewerkt tot 12.12.2008 1. Toelichting Lijst A: alle soorten, uitgenomen die van Lijst B Lijst B: soorten die mogelijk, waarschijnlijk

Nadere informatie

Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland

Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland Chris van Turnhout (Sovon) Ronald van Harxen, Pascal Stroeken en Theo Boudewijn (STONE) foto: Pete Whieldon Inleiding - Effectieve

Nadere informatie

Monitoring Antwerps Havengebied

Monitoring Antwerps Havengebied Monitoring Antwerps Havengebied 16 november 2017 Geert Spanoghe & Ralf Gyselings Monitoring Antwerps Havengebied Door INBO sinds 2003, coördinerend met hulp van vrijwilligers Met versterkt team sinds 2009

Nadere informatie

Hierbij de nieuwsbrief over de telling van 13 en 14 oktober 2007.

Hierbij de nieuwsbrief over de telling van 13 en 14 oktober 2007. Beste wintervogeltellers en telsters. Moordrecht 1 november 2007 Hierbij de nieuwsbrief over de telling van 13 en 14 oktober 2007. telgegevens In de Waardvogel van september 2007 staat een artikel van

Nadere informatie

Broedvogelmonitoring op Schiermonnikoog in 2015

Broedvogelmonitoring op Schiermonnikoog in 2015 Romke Kleefstra Broedvogelmonitoring op Schiermonnikoog in 2015 Broedvogelmonitoring op Schiermonnikoog in 2015 In opdracht van: Romke Kleefstra Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl

Nadere informatie

Sinds 1970 verdwijnen er in Vlaanderen gemiddeld 2 soorten per decennium.

Sinds 1970 verdwijnen er in Vlaanderen gemiddeld 2 soorten per decennium. Broedvogels Luc De Bruyn 1, Glenn Vermeersch 1 Sinds 1970 verdwijnen er in Vlaanderen gemiddeld 2 soorten per decennium. 24 % van de broedvogelsoorten gingen achteruit, 32 % kenden geen verandering, 45

Nadere informatie

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: 19.227 ha Overzicht verdeling werkgebied in Deelgebieden - Telgebieden KN1 KN2 KN3 KN6 KN5 KN4 GE7 GE6 GE5 GE4 GE2 GE3 GE1 VB11 TE5 TE4 TE3 TE2 TE1 HC5 HC4 HC3 HC2 HC1

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2013 voor CCWO Verslag veldwerk 2013 Inleiding In 2013 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.

Nadere informatie

Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen.

Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen. Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen. Beste mensen, Het MAS+ toegelicht en een oproep tot deelname! De Lente begint - al knipperend - te ontwaken. Het

Nadere informatie

mini BMP-cursus VWG Zutphen 2017 Frank Majoor

mini BMP-cursus VWG Zutphen 2017 Frank Majoor mini BMP-cursus VWG Zutphen 2017 Frank Majoor Hoe zit het Sovon broedvogel-telwerk in elkaar? Aantalsverandering alle broedvogels Totaalaantal Kolonievogels (17 soorten) Zeldzame soorten (160) Steekproef

Nadere informatie

Broedvogels in Nederland 2016

Broedvogels in Nederland 2016 Broedvogels in Nederland 216 Sovon-rapport 218/1 Het meetnet Broedvogels is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring Broedvogels in Nederland in 216 Arjan Boele, Joost van Bruggen, Roy Slaterus,

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214 Er is goed nieuws en er is slecht nieuws WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214: ER IS GOED NIEUWS EN ER IS SLECHT NIEUWS Sinds 211 telt DNatuur voor ANV Lopikerwaard hoeveel Grutto

Nadere informatie

Aantal gevonden legsels in 2008

Aantal gevonden legsels in 2008 10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:

Nadere informatie

BMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

BMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 BMP rapport Gat van Pinte 2014 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 1 van 10 BMP Gat van Pinte 2014 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden...

Nadere informatie

Vogels van soortbeschermingsplannen,

Vogels van soortbeschermingsplannen, Indicator 1 november 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Voor lepelaar, grauwe kiekendief,

Nadere informatie

Vogels van het boerenland

Vogels van het boerenland Indicator 6 maart 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door veranderingen in de landbouw

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2010/2011

Landelijke klapekstertelling winter 2010/2011 Landelijke klapekstertelling winter 2010/2011 Eindresultaten & een overzicht door de jaren heen Foto J. Schwiebbe http://www.birdphoto.nl Maart 2011, Matthijs Broere & Hisko de Vries (Waarneming.nl) 1.

Nadere informatie

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 André van Kleunen en Gert Ottens Een paar jaar geleden hebben we in de Provinciale Nieuwsbrief van SOVON en in de Kruisbek aangekondigd

Nadere informatie

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Martin Heinen Vogelwerkgroep Oost-Veluwe, Apeldoorn 1 1. Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft Vogelwerkgroep Oost-Veluwe gevraagd een inventarisatie

Nadere informatie

Vogels van soortbeschermingsplannen

Vogels van soortbeschermingsplannen Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Voor lepelaar, grauwe kiekendief,

Nadere informatie

Jaaroverzicht 2012 Bron: KNMI Ed Aldus

Jaaroverzicht 2012 Bron: KNMI Ed Aldus Jaaroverzicht 2012 Bron: KNMI Ed Aldus Januari: 2012 is uitzonderlijk zacht begonnen met in het Zeeuwse Westdorpe en het Limburgse Ell op Nieuwjaarsdag een maximumtemperatuur van maar liefst 14,1 C. Pas

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Broedvogels in Nederland 2015

Broedvogels in Nederland 2015 215 Sovon Vogelonderzoek Nederland Postbus 6521 653 GA Nijmegen Toernooiveld 1 6525 ED Nijmegen T (24) 7 41 41 E info@sovon.nl I www.sovon.nl Broedvogels in Nederland Broedvogelmonitoring wordt door Sovon

Nadere informatie

Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen

Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Tim Termaat Libellenstudiedag Vlaanderen 15 februari 2014 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Hoe gaat

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Vogels van het boerenland,

Vogels van het boerenland, Indicator 18 januari 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door veranderingen in de landbouw

Nadere informatie

Big Days Groot-Amsterdam

Big Days Groot-Amsterdam Fuut 1 1-2 1-2 1-4 1-4 1-5 x 7 Roodhalsfuut x 1 Geoorde Fuut 1-2 x 2 Dodaars 1 1-2 1-2 1-4 1-4 1-5 x 7 Aalscholver 1 1-2 1-2 1-4 1-4 1-5 x 7 Roerdomp 4 1 Groene Reiger 2-3 1 Kleine Zilverreiger 4 1 Grote

Nadere informatie

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in Olaf Klaassen Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in 2011-2015 In opdracht van: Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport 2015/47 Postbus 6521

Nadere informatie

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016 Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016 Mark Hoekstein & Sander Lilipaly Delta ProjectManagement (DPM)

Nadere informatie

Belang van het Nederlandse duin- en kustgebied voor broedvogels

Belang van het Nederlandse duin- en kustgebied voor broedvogels Belang van het Nederlandse duin- en kustgebied voor broedvogels Frank Willems, Chris van Turnhout, Willy-Bas Loos & Dirk Zoetebier SOVON-onderzoeksrapport 26/7 Deze rapportage is samengesteld in opdracht

Nadere informatie

Nieuwsbrief PTT December 2013

Nieuwsbrief PTT December 2013 Nieuwsbrief PTT December 13 Beste tellers, Vanwege de start van het veldwerk voor de nieuwe atlas, was ik als coördinator een jaar geleden best benauwd voor verminderde belangstelling voor het PTT. Afgelopen

Nadere informatie

Broedvogels in Nederland 2017

Broedvogels in Nederland 2017 Broedvogels in Nederland 217 Sovon-rapport 219/4 Het meetnet Broedvogels is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring Broedvogels in Nederland in 217 Arjan Boele, Joost van Bruggen, Fred Hustings,

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Grote zilverreiger (Egretta alba) 9 A027 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De grote

Nadere informatie

Vogels in Nederland: toelichting op de vogelgegevens per soort, per provincie en per gebied op https://www.sovon.nl/nl/content/vogelinfo

Vogels in Nederland: toelichting op de vogelgegevens per soort, per provincie en per gebied op https://www.sovon.nl/nl/content/vogelinfo Vogels in Nederland: toelichting op de vogelgegevens per soort, per provincie en per gebied op https://www.sovon.nl/nl/content/vogelinfo 1. Algemeen Sovon organiseert samen met haar partners en met behulp

Nadere informatie

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013 1 WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013 TOTALE KENGETALLEN 50,000 45,000 40,000 35,000 30,000 25,000 20,000 15,000 10,000 Lepelaarsplassen: Totaal aantal vogels per jaar 5,000 Aantal Zonder wilgenbos

Nadere informatie

Indexen en trends van een aantal weidevogelsoorten uit het Weidevogelmeetnet. Periode

Indexen en trends van een aantal weidevogelsoorten uit het Weidevogelmeetnet. Periode Indexen en trends van een aantal weidevogelsoorten uit het Weidevogelmeetnet. Periode 1990-2004 a SOVON Vogelonderzoek Nederland b Centraal Bureau voor de Statistiek Wolf Teunissen a & Leo Soldaat b Inleiding

Nadere informatie

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Erratum Bijlage 9 Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Onderstaande tekst vervangt bijlage 9 bij het

Nadere informatie

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren De Zwarte Sterns hebben alweer jongen. Het is dan nu ook weer de juiste tijd om de nesten van deze stern te tellen. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met de Zwarte Stern als broedvogel in het Sovon Grote

Nadere informatie

BMP rapport Gat van Pinte 2012

BMP rapport Gat van Pinte 2012 BMP rapport Gat van Pinte 2012 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Juli 2012 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2012 Inhoud: Pagina 1. Inleiding 3 2. Gebiedsbeschrijving 3 3. Telrondes 3 4. De looproute 4 5.

Nadere informatie

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2014 voor CCWO Verslag veldwerk 2014 Inleiding In 2014 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Weidevogels van Vereniging boerenbelang Schiermonnikoog in 2009

Weidevogels van Vereniging boerenbelang Schiermonnikoog in 2009 Weidevogels van Vereniging boerenbelang Schiermonnikoog in 2009 Jelle Postma & Klaas Jager SOVON-inventarisatierapport 2009/59 Dit rapport is opgesteld in opdracht van BoerenNatuur Colofon SOVON Vogelonderzoek

Nadere informatie