Kwartaalblad nr.50

Page 1

Kwartaalblad juni 2006 no. 50

Diependal

50


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen Omslag Diependal (foto Jaap de Vries)

3

Van de redactie

4

Laagveenmoerassen

10 12

Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting Het Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële acte toezegt. Voor bijdragen van € 50 en hoger per jaar regelt en betaalt de stichting de acte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van Het Drentse Landschap. Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomsten­belasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Vanaf 1 januari 2006 is Het Drentse Landschap vrijgesteld van schenkingsrecht. Legaten of erfstellingen  U kunt de Stichting Het Drentse Landschap ook in uw testament begunstigen. Vanaf 1 januari 2006 is Het Drentse Landschap vrijgesteld van successierecht.

Geert de Vries

Aleid Rensen De Geelgors

— fauna

ISSN 1380-3263 Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting Het Drentse Landschap.

— terreinbeschrijving

Bertil Zoer

14

Michiel van Maarseveen

15

De natuur wederom

— gedicht

16

Rutger Kopland

Het kerkje van Zweeloo

— Stichting Oude Drentse Kerken

Olav Reijers

18

Ultsje Hosper

19

Vlees van het Landschap

20

WMD

21

De Stroeten

— wandelroute

25

Bertus Boivin/Eric van der Bilt

Een eeuw boerenerven

— historisch onderzoek

Simone Bakker

28

Alfred van Hall

29

Waarvan akte . . .

— aankopen

30

Melle Buruma

Onkruid of akkerkruiden

— flora

Hester Heinemeijer

32

Herzer van Houten

33

NPL / Te huur

34

Anneke Haarsma

35

Kortweg

41

Agenda

— berichten

Interview Maarten Meester


Aleid Rensen verlaat het bestuur

No. 50, een jubileum waard

“Kom er even voor zitten…” Met deze gastvrije oproep heeft voorzitter Aleid Rensen u 10 jaar lang op deze pagina uitgenodigd om bij haar aan te schuiven en kennis te nemen van haar persoonlijke ontboezemingen over natuur en cultuur in Drenthe en Het Drentse Landschap in het bijzonder. Daarbij werden vaak maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in het natuur- en landschapsbeleid op milde toon kritisch tegen het licht gehouden. Bij haar aantreden in 1996 was de verwachting dat zij vooral Het Drentse Landschap een gezicht naar buiten zou kunnen geven. En dat heeft ze met verve gedaan. Ze liet geen gelegenheid voorbij gaan om zich als enthousiaste ambassadrice van de stichting te presenteren. Ze houdt van mooie dingen.Vandaar haar ambitie om kunst en cultuur meer erkenning te geven in de natuur- en landschapsbescherming. Met het versterken van de combinatie van deze mooie dingen heeft Het Drentse Landschap inmiddels enkele resultaten geboekt. Dit zal ongetwijfeld verder worden uitgebouwd. Voortaan zult u de stukjes met het portretje van Aleid moeten missen. Maar de onderwerpen die haar zo na aan het hart liggen, zullen op een andere plaats in het kwartaalblad aandacht blijven krijgen. Het Drentse Landschap is Aleid Rensen bijzonder dankbaar voor haar gedreven inzet.

No. 50, prijkt op de voorkant van dit kwartaalblad. Een prachtige mijlpaal voor een blad dat 12 ½ jaar geleden heel bescheiden met een oplage van 3000 stuks begon. Wat waren we trots! Inmiddels is de oplage bijna vervijfvoudigd en is het gemiddelde aantal pagina’s gestegen van 24 naar 40. Een toename die mede komt doordat Het Drentse Landschap haar werkveld heeft verbreed en meer dan voorheen aandacht besteedt aan het culturele erfgoed. 50 nummers is dus niet niks. Daarom heeft de redactie dit nummer een bijzonder tintje willen geven. Zeven betrokken organisaties waar Het Drentse Landschap vaak samenwerkt, geven hun visie op de verstreken periode. Daarnaast wordt het jubileum op diverse pagina’s aangestipt. Overigens is dit in feite het 51e nummer. Het eerste nummer verscheen vlak voor de kerstdagen in 1993. De toenmalige redactie wilde naar jaargangen van vier nummers en besloot het eerste nummer van een 0 te voorzien. Geruststellend is overigens dat sommige zaken van het kwartaalblad nog steeds hetzelfde zijn: het formaat, het lettertype en de vormgeving die nog steeds in handen is van de ontwerper van het 1e nummer Albert Rademaker. Bijzonder is dat de auteurs en fotografen van het blad bijna uitsluitend vrijwilligers zijn die zich erg betrokken voelen bij het Drentse landschap. De redactie wil hen dan ook heel erg bedanken voor hun enthousiaste inzet bij de totstandkoming van vele nummers. Mede door deze inspirerende samenwerking is het mogelijk een gevarieerd en fraai vormgegeven blad te maken. Een belangrijke verandering heeft zich wel voorgedaan op de achterzijde van het blad: de lijst van sponsors die het ons mogelijk maken het blad in deze vorm en met deze kwaliteit uit te geven, is sterk gegroeid. Het Drentse Landschap is hen daarvoor zeer erkentelijk.

Op 22 mei j.l. heeft ze de voorzittershamer overgedragen aan Martin Verhagen, die al enige jaren secretaris en plaatsvervangend voorzitter was.

We wensen u alvast heel veel leesplezier toe. De redactie


4

Terreinbeschrijving

Ooit was een groot deel van Nederland bedekt met ondoordringbare laagveenmoerassen in vele soorten en maten. In de afgelopen eeuwen zijn deze honderdduizenden hectares zo systematisch ontwaterd of verveend dat er geen enkel goed ontwikkeld laagveensysteem meer in Nederland te vinden is. Uiteindelijk is er slechts zo’n 25.000 ha laagveenmoeras bewaard gebleven.

Laagveenmoerassen Geert de Vries*

Lage delen van de Drentse beekdalen bestonden in de middeleeuwen nog uit onbegaanbare laagveenmoerassen, zoals riet- en zeggenmoerassen en elzenbroekbos. Sindsdien hebben boeren deze moerassen ontwaterd en veranderd in hooiland. Door verdergaande ontwatering zijn de meeste hooilanden nu omgevormd tot weilanden. De veldnamen broek en wold duiden op de ontginning van het laagveenmoeras. Wat eeuwenlang het domein was van Krabbenscheer en Zwarte stern, veranderde in grasland. Het veen is als grond-

soort nog wel aanwezig, maar de moerassen die dit veen hebben gevormd zijn verdwenen. Turfwinning was ook een reden om veel veenmoerassen te ontwateren. Aan het eind van de middeleeuwen ontstond in ons land een toenemende behoefte aan turf als brandstof. In de laagveengebieden ontwikkelde men een techniek om veen onder het water weg te halen. Hierbij ontstonden duizenden open watergaten, trek-of petgaten genoemd. Tussen de petgaten spaarde men stroken uit, waar de veenbagger te drogen werd gelegd. Dat waren de legakkers. Tijdens stormen zijn vele legakkers weggeslagen waardoor plassen en meren ontstonden. De meeste meren in Nederland zijn dan ook door turfwinning ontstaan.Vanaf de achttiende eeuw zijn veel meren drooggemalen en voornamelijk als landbouwgrond in gebruik genomen.

Boeren veranderden de moerasgebieden in hooilanden.

Foto: Geert de Vries

Verlanding

Veen ontstaat omdat in stilstaand water op de bodem nauwelijks zuurstof beschikbaar is. Hierdoor verteren afgestorven planten niet en hopen zich op tot veen. In Drenthe was meer hoogveen dan laagveen. Een hoogveen wordt gevoed door regenwater en is daardoor voedselarm. De vegetatie bestaat uit veenmossen en andere planten uit voedselarme milieus, zoals zonnedauw en Veenpluis. Een laagveen daarentegen wordt gevoed door oppervlaktewater en/of grondwater en is daardoor voedselrijker. De vegetatie bestaat vooral uit riet en zeggensoorten, vergezeld door Gele lis, Waterlelie en vele andere fraaie moerasplanten. Het proces waarbij water dichtgroeit met moerasplanten en geleidelijk indikt, heet verlanding. Die verlanding kan vanaf de oever plaatsvinden door riet en andere oeverplanten. De

Foto: Geert de Vries

Oeverlanden bij het Zuidlaardermeer. >



6

Terreinbeschrijving

verlanding kan ook worden ingezet vanuit het open water door fonteinkruiden en Krabbenscheer. Die vormen dan geleidelijk aan een soort drijvend vegetatiedek op het water. Na enige tientallen jaren kan men daar overheen lopen. Omdat het veen bij betreding heel sterk in beweging komt, noemt men dit dikwijls trilveen. Afhankelijk van het gebruik van deze trilvenen ontstonden er verschillende vegetaties. Wanneer men het riet in de winter maaide ontstond er een rietveld. Maaide men de begroeiing van het trilveen in de zomer dan ontstond hooiland. Bij niets doen verandert een rietveld meestal binnen vijftig jaar in een moerasbos.

en verbost. Riet groeit zowel in het water als langs de oever. Met name riet dat in het water staat (waterriet) is in ons land verdwenen.Vooral door een combinatie van te voedselrijk water en te veel ophoping van strooisel in de wortelzone is veel waterriet afgestorven. In het verleden zorgden natuurlijke schommelingen in de waterstand ervoor dat het strooisel tussen de wortels van het riet werd opgeruimd. In natuurlijke situaties was de waterstand ‘s zomers laag en ‘s winters hoog. Riet ontkiemt alleen maar in de nazomer op kale modderige plekken. Zulke plekken zijn nu schaars omdat een constant waterpeil wordt nagestreefd. Riet heeft als rasechte pionier dynamische milieus nodig.

Pioniers

Rietvelden zijn pioniersvegetaties die slechts tijdelijk aanwezig zijn. Geleidelijk aan groeit een rietveld dicht met bos, tenzij de mens ingrijpt. Door elke winter het riet te oogsten verhindert men de natuurlijke ontwikkeling naar elzenbos. Door turfwinning ontstonden in het verleden zoveel nieuwe petgaten en plassen dat overal nieuwe vitale rietvelden geëxploiteerd konden worden. Nu zijn vele rietvelden vergrijsd

Moerasplanten

Moerasplanten zijn zowel water- als oeverplanten. Waterplanten halen hun voedingsstoffen uit het water en niet uit de bodem. Daardoor stellen waterplanten meestal hogere eisen aan de waterkwaliteit dan oeverplanten die hun voedingsstoffen uit de bodem halen. Krabbenscheer is een echte waterplant. Hij haalt op een heel

Foto: Geert de Vries

Waterriet wordt zeldzaam.


Terreinbeschrijving

Foto’s: Geert de Vries

Van links naar rechts: Gele lis, Groot blaadjeskruid en Krabbenscheer.

efficiĂŤnte manier zijn voedingsstoffen uit het water.Vroeger haalden boeren enorme hoeveelheden Krabbenscheer uit de sloten en petgaten en deponeerden dit voedselrijke plantenmateriaal als een soort bemesting op hun hooilanden. Een verlanding van open water naar land begint vaak met Krabbenscheer. Een sloot of een petgat kan in enkele jaren dichtgroeien met Krabbenscheer. Ook Kikkerbeet groeit bijna altijd in deze prille verlandingsvegetaties. In schoon water is het Groot blaasjeskruid te bewonderen. Het is net als zonnedauw een vleesetende plant. Met blaasjes die als een soort fuik fungeren, vangt hij watervlooien en ander klein grut. Oeverplanten groeien vanaf de oever het water in en maken de plas of sloot steeds smaller. Riet is een van de bekendste verlanders. In de herfst slaat riet zijn voedingsstoffen op in wortelstokken. Het snijden van riet in de winter heeft dan ook geen nadelig effect op deze oeverplant. Tussen het riet groeien vele andere oeverplanten zoals Pluimzegge, die met zijn reusachtige pollen eveneens een belangrijke bijdrage levert aan de verlanding.

Veel soorten oeverplanten zijn gemakkelijk te herkennen zoals Gele lis, Kattenstaart, Pijlkruid en Egelskop. Sommige planten vertellen iets over de eigenschappen van het moeras: zo duidt de aanwezigheid van Holpijp en Grote boterbloem op grondwater dat een eeuwenlange ondergrondse reis achter de rug heeft. Lidsteng is dikwijls een teken dat in het verleden de zee haar sporen heeft achtergelaten. De Watergentiaan vertelt dat de bodem uit klei of keileem bestaat. Insecten

De meest aansprekende dagvlinder van laagveenmoerassen is ongetwijfeld de Grote vuurvlinder. De rups leeft op Waterzuring die op beschutte plekken in jonge verlandingsstadia groeit. Dit soort milieus is door een algehele vergrijzing van moerasvegetaties zeldzaam geworden. In de laagveenmoerassen van Noordwest-Overijssel komt de Zilveren maan nog veel voor. De rups van deze parelmoervlinder eet Moerasviooltjes. De laagveenmoerassen herbergen ook een karakteristieke

7


Terreinbeschrijving

Foto: Geert de Vries

8

Groene glazenwasser.

groep libellen die afhankelijk is van jonge verlandingsvegetaties. Zo kan de Groene glazenmaker haar eitjes alleen maar kwijt op Krabbenscheer. De larven leven 2 tot 3 jaar onder water en worden beschermd door de stekelige bladeren van Krabbenscheer. De Vroege glazenmaker en de Glassnijder zijn eveneens afhankelijk van jonge verlandingsvegetaties. Nergens ter wereld komen zoveel Variabele waterjuffers voor als juist in onze laagveenmoerassen. Vogels

Ook moerasvogels zoals de Grote karekiet, Zwarte stern en Roerdomp stellen hoge kwaliteitseisen aan een laagveenmoeras. Ze behoren tot de meest bedreigde vogelsoorten van ons land.Veel moerasvogels hebben waterriet of andere jonge verlandingsstadia nodig. Uitgerekend deze twee biotopen zijn heel hard achteruitgegaan. De Grote karekiet bouwt zijn nest in waterriet. Met de verdwijning van het waterriet kelderde ook het aantal broedparen van de Grote karekiet van duizenden broedparen naar slechts 250 broedparen. Grote rupsen en libellenlarven staan bovenaan zijn menulijst.

Het aantal libellenlarven in laagveenmoerassen is echter nog maar een fractie van wat het geweest is. Gebrek aan voedsel maakt zo’n soort kwetsbaar. Dat geldt ook voor de Zwarte stern. Die pikt kleine visjes uit het water. Bij harde wind kan hij die visjes niet ontdekken en moet dan uitwijken naar bijvoorbeeld hooiland, waar hij op jacht gaat naar grote insecten. Daarnaast heeft hij jonge verlandingsvegetaties nodig voor de bouw van zijn nest. Waar vindt de Zwarte stern nog jonge verlandingsvegetaties in combinatie met helder water en hooiland met grote insecten? De Roerdomp is nog zo’n voorbeeld van een moerasvogel die hoge eisen stelt aan zijn woongebied. Zijn nest bouwt hij in waterriet, waar hij weinig last van predatoren heeft. Dat waterriet mag de afgelopen jaren niet gemaaid zijn. Het merendeel van zijn voedsel zoekt hij in jonge verlandingsvegetaties. Bij langdurige vorst moet hij kunnen overschakelen op het vangen van muizen, in ruig grasland. Gelukkig is er ook een moerasvogel waar het heel goed mee gaat. De Grauwe gans die de vorige eeuw als broedvogel uit Nederland verdween, is nu bezig met een spectaculaire

Foto: Geert de Vries

Zwarte stern.


Terreinbeschrijving

9

comeback. In dertig jaar steeg het aantal broedparen van 100 naar maar liefst 10.000. Problemen

De problemen om de eens voor Nederland zo karakteristieke laagveenmoerassen duurzaam in stand te houden zijn legio. De verdroging van de moerassen is een groot probleem. De natte moerassen liggen nu dikwijls als eilandjes temidden van diep-ontwaterd landbouwgebied. De veenbodem van de landbouwgronden oxideert en klinkt nog verder in. Daardoor komt het landbouwgebied steeds lager te liggen. Het water uit de moerassen stroomt dan weg naar de lager gelegen omgeving. Plaatselijk heeft men geprobeerd dit probleem te ondervangen door oppervlaktewater vanuit de omgeving naar de laagveenmoerassen te pompen. Helaas is een groot deel van het oppervlaktewater vervuild en erg voedselrijk. De tragiek is dat gebiedseigen water van goede kwaliteit uit het moeras verdwijnt en er gebiedsvreemd water van een andere en ongewenste kwaliteit voor terugkomt. En dan kan het middel de kwaal onomkeerbaar verergeren. Een ander probleem is de vermesting van het water. Veel water is met name door fosfaat zo voedselrijk geworden dat specifieke waterplanten verdwijnen. Daardoor vindt nu bijna geen verlanding meer plaats vanuit open water. Een van de grootste problemen is echter het gebrek aan dynamiek in onze laagveenmoerassen. De kracht en kwaliteit van moerasvegetaties zit hem in de dynamiek. In het verleden zorgden overstromingen en dijkdoorbraken ervoor dat op de ene plek oude verlandingsvegetaties werden opgeruimd en dat op andere plekken open water ontstond waar de verlanding weer kon beginnen. Nu ligt alles vast en zijn de laagveenmoerassen verstard en vergrijsd.Via natuurontwikkelingsprojecten stelt de overheid terreinbeherende instanties zoals Het Drentse Landschap in staat nieuwe moerassen te ontwikkelen in bijvoorbeeld het Hunzedal en langs de oevers van het Zuidlaardermeer. Zo krijgt een heel karakteristiek oud Hollands landschap nieuwe kansen om een eigentijds hoofdstuk aan het spannende laagveenverhaal toe te voegen. * G.W. de Vries is werkzaam bij het IVN Consulentschap Drenthe en is bestuurslid van Stichting Het Drentse Landschap.

121/2 jaar Drents Landschap in vogelvlucht.


Aleid Rensen vertrekkend voorzitter Het Drentse Landschap

Complexe materie

Toen ik aantrad als voorzitter had ik geen

duidelijk beeld van wat ik wilde bereiken, ik was niet eens lid. Dat ben ik onmiddellijk geworden. Ik heb een jaar meegelopen met de vorige voorzitter. De materie is zeer complex. Ik kreeg alleen al vijf velletjes met afkortingen en drie bladzijden met organisaties waar Het Drentse Landschap in was vertegenwoordigd. Grote veranderingen wilde ik niet aanbrengen; het belangrijkste is dat je je inzet voor wat eigen is aan Drenthe en naar mijn mening deed dat Het

Foto: Harry Cock

“U bent toch de directeur van het Dierenpark Emmen?’ zei een receptioniste tegen me, toen ik met directeur Eric van der Bilt kennismakingsbezoeken bracht aan belangrijke relaties. Ik antwoordde: ‘Nu ben ik voorzitter van Het Drentse Landschap.’ Het leek haar een grote overgang: een dierentuin moet je mooi maken, een landschap is al mooi. Zij heeft wel een beetje gelijk, dacht ik. Stichting Het Drentse Landschap moet in de eerste plaats conserveren, behouden. Een tijdje later nam Eric me mee naar een natuurontwikkelingsproject. Ik schrok me dood: ik zag alleen bulldozers, die er een kale vlakte van maakten. Zo ben ik pas langzaam gaan inzien wat beheer is. Natuur is iets geworden waar mensen zich heel hard voor moeten inzetten, althans in dit deel van de wereld, in Nederland. Als je aan de heide niets doet, staat er binnen de kortste keer een bos. Je moet de natuur de kans geven zichzelf te zijn. Zo begon ik langzaam in te zien dat Het Drentse Landschap toch in zekere zin op een dierenpark leek. Want ook in een dierenpark moet je de natuur de kans geven zichzelf te zijn.Vroeger kreeg een olifant in een zoo een klein stukje grond, met een namaaktempel erop. Dat maakte er een bespottelijk beest van. Wij hebben de dieren weer de ruimte gegeven en in een omgeving geplaatst die lijkt op hun natuurlijke leefwereld. Maar in tegenstelling tot een olifant is Drenthe lief en kleinschalig, en dat maakt het landschap kwetsbaar. Vorig jaar was ik in Noorwegen. Een enorm machtig, imposant landschap met hoge rotspartijen en gigantische meren. Een fabriek daar – hoe slecht ook geplaatst aan de oever van zo’n meer – gaat er zelf bespottelijk uitzien maar heeft geen invloed op het landschap. Dat is in Drenthe wel het geval, hier tasten grote, lelijke gebouwen het landschap aan.

Drentse Landschap dat goed. Hoogstens heb ik wat andere kleine accenten gelegd. Groei achterban

Toch is er in de tien jaar dat ik voorzitter was waanzinnig veel gebeurd – ik denk dat er in ons bestaan nog nooit zo veel is veranderd. In 1995 hadden we 4.500 hectare, nu meer dan 7.000. We hadden 4.000 begunstigers, nu meer dan 12.000. Ik weet niet hoeveel gebouwen we toen hadden,


maar nu hebben we er 250. Orvelte is erbij gekomen. Het takenpakket is steeds uitgebreid. Daar zitten nu alle elementen in die Drenthe tot Drenthe maken: landschappen, archeologische monumenten, boerderijen, molens, oude kerkjes – we zijn ons steeds meer op cultuur en erfgoed gaan richten. Dat is logisch want van echte natuur in Drenthe is geen sprake meer. Ik ben het er ook mee eens dat we de Stichting Drentse Boerderijen hebben overgenomen en de Werkgroep Boerenerven helpen. Die zocht onderdak, een postadres, en wat praktische hulp. Aan die wens voldoen we met plezier. De werkgroep dient een goed doel. Het is triest te zien hoe ‘Drenteniers’ buxushagen en Romeinse beelden op het erf plaatsen en betonnen leeuwtjes op sokkels bij de oprijlaan. Je hebt ook de groep die denkt dat ze het goed doen door een kruiwagen met afrikaantjes en een oude kar met rode geraniums erin neer te zetten. De grote veranderingen bij Het Drentse Landschap schrijf ik niet op mijn conto. We hebben een progressieve directeur die altijd volop plannen zit. Als voorzitter was ik het praktisch altijd, althans in grote lijnen met zijn visie eens. Maar de ideeën om bij Lemferdinge de havezate te reconstrueren, gingen me te ver.Van die havezate was werkelijk niets te vinden, geen steen, geen fundament, alleen wat vage schetsen. Hoe kun je dan nog van reconstrueren praten? Kunst en landschap

Mijn taak is klein geweest: stimuleren, soms sturen en mogelijkheden scheppen waar tegenstand was. Door eigentijdse kunstwerken in het landschap op te nemen, liepen we voorop. Niet veel landschappen doen dat. Zo stond er eens een soort iglo van ijzerdraad met plastic zakjes water eraan op het Hijkerveld. Dat schitterde, prachtig. Enkele bestuursleden plaatsten daar kritische kanttekeningen bij. Ik heb kunst in het landschap altijd prima gevonden: daardoor ga je anders nadenken over de

kunst én over het landschap. Het is ook goed dat Het Drentse Landschap participeert in de beeldentuin bij De Havixhorst. En de monumentale kunst van zwerfkeien bij Borger-Odoorn vind ik prachtig in het landschap geplaatst. Het Drentse Landschap heeft begunstigers en geen leden, en daardoor zijn in die tien jaar mijn contacten met de begunstigers niet zo frequent geweest. Ik heb een enkele keer een lezing gehouden. Ik bereikte hen vooral via mijn stukjes in het kwartaalblad. Soms kreeg ik een brief. Ik werd wel vaak op straat aangesproken. Ik was voor veel mensen niet het gezicht van Het Drentse Landschap, maar wel een van de gezichten. Ja, ik werd ook aangesproken door boze mensen als er gekapt werd op een van onze terreinen. Hun woede kan ik me levendig voorstellen; ik heb dezelfde verbazing gekend. Maar soms zijn stevige ingrepen nodig. Waarom ik opstap? Ik kan nog twee jaar door; ik zit hier nu tien jaar en de maximale zittingsduur is drie maal vier jaar. Ik heb het gevoel dat ik geen extra dingen meer kan toevoegen aan Het Drentse Landschap, dus is het tijd om plaats te maken. Ik wil niet zo iemand worden die bij alles denkt: dit heb ik al eerder meegemaakt. Wat ook meespeelt is dat mijn man bijna 77 is. De tijd die ons samen rest willen we zoveel mogelijk samen doorbrengen, en met de kinderen en de kleinkinderen. Het voorzitterschap van Het Drentse Landschap is tijdrovend, het kost me anderhalve dag per week. Daarnaast zit ik nog in veel andere besturen. Ik heb er ook alle vertrouwen in dat mijn opvolger het goed zal doen.

‘Nederlandse natuur’ noemen. Er groeien andere plantensoorten, er lopen andere dieren rond, het water geeft grote problemen. Ook ingrijpend – zeker voor Drenthe – is dat elke dag elf boeren in Nederland hun bedrijf sluiten. Daar komt wel grootschalige landbouw voor terug, maar ik had altijd gehoopt dat juist in onze provincie biologisch boeren een plaats zou krijgen. Je kunt zeggen: veranderingen horen bij de natuur. Alleen niet in het tempo waarin ze zich nu voltrekken. Met water is Nederland altijd bezig geweest, daar ben ik niet zo bang voor. Maar de komst van andere dieren plantensoorten is ingrijpend. In elk geval moet de ecologische hoofdstructuur gerealiseerd zijn, zodat de vele diersoorten die er bijkomen kunnen trekken. Onbegrijpelijk genoeg wordt de EHS juist steeds weer uitgesteld. Die geeft de natuur meer rek, rek die absoluut noodzakelijk is om alle komende veranderingen op te vangen. Het milieu en de natuur komen de laatste tijd wel weer een beetje terug op de politieke agenda. Terug van weggeweest. De koningin heeft een aantal jaren die woorden niet in de troonrede genoemd. Nu wijdde ze er wel weer een paar zinnetjes aan, maar het is nog altijd mager. Daarin ben ik wel teleurgesteld; ik hoop dat ook klimaatsverandering een plaats op de politieke agenda zal krijgen. Die krijgt het onderwerp nog niet voldoende, ook niet binnen Het Drentse Landschap. Terwijl we nu al Flamingo’s hebben in Nederland. Terwijl de Koereiger oprukt. Terwijl je in zee al tropische krabachtigen ziet.

Zorg voor de toekomst

Nu ik vertrek, geeft het me veel voldoening te zien dat de kale vlakte die ik in het begin van dit interview noemde een schitterend natuurgebied geworden is. De toekomst van Het Drentse Landschap zal ik via dit prachtige en boeiende kwartaalblad gretig blijven volgen.”

Toch zijn er zaken waar ik me zorgen over maak. Ik lees net een boek over klimaatsverandering: Opgewarmd Nederland. Waarschijnlijk zal aan het eind van deze eeuw in veel van onze natuurgebieden niets meer te vinden zijn van wat we nu


De Geelgors

Als er een verkiezing zou worden gehouden voor de meest markante Drent onder de zangvogels gooit de Geelgors ongetwijfeld hoge ogen. Ooit was dit kanariegele vogeltje ook in westelijk Nederland zeer algemeen. Vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw vertoonde zijn leefgebied een dramatische inkrimping richting oosten. De soort kwam daardoor zelfs tijdelijk op de Rode lijst van bedreigde vogelsoorten terecht.

Genomineerd als “idol”  onder de Drentse zangvogels

Foto: Eelke Schoppers

Bertil Zoer*

Drenthe is, in landelijk opzicht, een echt geelgorzenbolwerk. Hier is de ietwat melancholische zang - kenners leggen onmiddellijk een link met de openingsnoten van Beethovens 5e symfonie - nog volop te horen. Omdat ze zich bovendien graag de hele zomer door laten horen, behoort hun zang tot de meest vertrouwde achtergrondmuziek bij zomerse wandelingen door het Drentse land. Geelgorzen zijn dan ook in alle reservaten van Het Drentse Landschap opvallend aanwezig. Maar dè geelgorzenparadijsjes bij uitstek zijn toch echt de houtwallenrijke beekdalletjes zoals de Hondstong bij Yde en de Stroeten bij Zweeloo. Om van de zang van Geelgorzen te genieten hoef je niet vroeg uit de veren. Op mooie zomerse dagen zingen ze gewoon de hele dag door. Vooral in gebieden waar ze in hoge dichtheden voorkomen. Het karakteristieke si-si-si-si-si-èèèèèèèh dient dan ook vooral als signaal naar de buurman: “Dit stukje houtwal is van mij, hier heb jij dus niets te zoeken”.Veel buurmannen in de buurt betekent dan ook veel zangactiviteit. Alleen in de winter zijn de vogeltjes wat zwijgzamer van aard.Vaak vormen ze dan losse groepjes


Foto: Johan Vos

Fauna

met ander klein grut zoals Vinken en Ringmussen waarmee ze gezamenlijk akkers en wegbermen afzoeken naar zaden.

vrij snel geacht voor zich zelf te zorgen. Als het even meezit concentreren pa en moe zich dan alweer op een tweede legsel.

Familieleven

Streektaal

In februari zoeken de mannetjes soms alweer een zangstekkie uit in de houtwal en klinkt, zodra de zon doorbreekt, hun markante roep. Maar al te vaak jaagt de kille staart van maart ze vervolgens toch weer van hun zangpost terug naar de zwerm. Geelgorzen zijn vooral in de winter zaadeters. In de zomer staan er ook veel insecten en spinnen op het menu die voor de opgroeiende jongen zelfs onmisbaar zijn. De eitjes, meestal vier stuks, worden gelegd in een eenvoudig nestje met een kommetje van gras, vlak bij de grond in een heg, struik of graspol. Het is het vrouwtje dat de nestplek heeft geselecteerd en de eitjes bebroedt. Pa Geelgors heeft het druk met het territoriaal verbaal vertoon en het aanslepen van voedsel voor het broedende wijfje. De eitjes komen na een kleine twee weken uit waarna nog zo’n periode volgt met het voeren van de jongen op het nest. Wanneer de jongen het nest verlaten hebben, worden ze

Onze Geelgorzen zingen heel anders dan Geelgorzen uit bijvoorbeeld Zwitserland. Niet dat die laatste nu meer jodelend klinken, maar de verschillen zijn heel wezenlijk en ook voor niet geoefende vogelaars duidelijk waarneembaar. Geelgorzen doen namelijk aan streektaal. Deense biologen hebben aangetoond dat het geelgorzendialect niet erfelijk is maar aangeleerd wordt. Dat elk vogeltje zingt zoals het gebekt is, is voor Geelgorzen dan ook maar zeer betrekkelijk, want aan de buitenkant, laat staan aan de snavel, is geen verschil te ontdekken. De taalgrenzen zijn op veel plekken, net als bij mensen, duidelijk aan te wijzen en blijken bovendien zeer stabiel te zijn door de jaren heen. Dat is opmerkelijk omdat Geelgorzen uit verschillende taalgebieden vaak wel samen met elkaar overwinteren. Dit soort losse gelegenheidsvriendschap leidt echter zelden tot ware liefde omdat geelgorzenvrouwtjes zich vooral aangetrokken

13

voelen tot de kereltjes die hun eigen taal zingen. Op zich weer heel bijzonder omdat de vrouwtjes zelf die taal niet zingen. Ze laten het zingen helemaal aan de mannetjes over. Biologen zouden geen echte wetenschappers zijn als ze dit ook niet verder zouden uitzoeken en dat is inderdaad gebeurd. Wanneer de zwijgzame vrouwtjes mannelijke hormonen toegediend krijgen blijken ook zij de baard in de keel te kunnen krijgen. Ze beginnen na verloop van tijd te zingen in hetzelfde dialect als hun vader deed. Het taaltje hebben ze al opgedaan in de nestfase. Het dialect is niet erfelijk omdat bij verwisseling van eitjes tussen de dialectgroepen de vogeltjes het dialect van hun pleegouders blijken over te nemen. Overigens zijn er heel soms Geelgorzen die niet al te vastgeroest zitten in hun eigen cultuurtje. Het is waargenomen dat er ook ‘tweetalige’ mannetjes bestaan. Deze diertjes kwamen waarschijnlijk uit het ei vlak bij een taalgrens en kregen van beide talen een deuntje mee. Zulke mannetjes hoppen als ze groot zijn regelmatig heen en weer tussen beide kanten van de taalgrens om aan aantrekkelijke dames in hun eigen taal een aubade te kunnen presenteren. Multiculti-geelgorzen zogezegd. * B. Zoer is ecologisch medewerker van de sector Onderzoek en Planning van Het Drentse Landschap.


Michel van Maarseveen directeur Drents Museum

Foto: Harry Cock

“Toen ik in Drenthe kwam wonen heb ik een stapel oude afleveringen van het kwartaalblad gekregen, en daar was ik zeer blij mee. Nog steeds bewaar ik alle nummers. De cultuurhistorische artikelen spreken mij het meest aan – ik ben historicus van huis uit. Ik vind het een prachtig, kleurrijk en professioneel tijdschrift. De artikelen zijn gevarieerd en voor een breed publiek toegankelijk. Daardoor past het kwartaalblad bij Stichting Het Drentse Landschap. Die buigt zich niet over elk bijzonder insect, maar staat midden in de samenleving en is daardoor in staat de liefde die de Drent heeft voor de natuur te bundelen. Dat zie je aan de grote achterban. De stichting durft daarbij haar verantwoordelijkheid te nemen, ook voor cultuurhistorie. Ze combineert natuur en cultuur goed. Je moet je realiseren dat het landschap in Drenthe in hoge mate cultuurlandschap is, dus de verbinding met cultuur

is een logische. Het Drentse Landschap blijft niet zitten binnen een doelstelling, maar heeft zich juist zeer verbreed, bijvoorbeeld door de Stichting Oude Drentse Kerken op te richten, en door prachtige initiatieven als De Eeuwigheid, een natuurlijke gedenkplaats voor onze doden. Dat getuigt van durf om een nieuw, romantisch natuurgebied te creëren. De samenwerking tussen het Drents Museum en Het Drentse Landschap is goed. We zitten letterlijk op een steenworp afstand van elkaar. De archeologen werken veel samen, net als onze pr-afdelingen. Als wij een grote tentoonstelling hebben, wordt er in het kwartaalblad extra aandacht aan geschonken. Zowel in de professionele samenwerking als privé heb ik Het Drentse Landschap leren kennen als een professionele en plezierige organisatie met veel hart voor de zaak. De gebieden zien er goed uit, de informatievoorziening is keurig, met bordjes met heldere informatie over de

geschiedenis. Ik wandel veel in Drenthe, mijn lievelingsge­bied is Kampsheide. Een Pareltje. Daar zie je het Drentse landschap in een notendop: grafheuvels, een hunebed, oud agrarisch gebied en stroomdallandschap. Ik betreur het dat het Drentse landschap de afgelopen jaren in hoog tempo is aangetast, denk aan de bedrijventerreinen die je overal ziet verrijzen. Ik mis een integrale, bovengemeentelijke afstemming. Toch zal de uitdaging de komende tijd voor natuurorganisaties zijn om op een positieve manier in het nieuws te komen, niet alleen met het waarschuwend vingertje. Het Drentse Landschap slaagt daar meestal in, wat een hele prestatie is. Het is pragmatisch, en dat bedoel ik positief. Zo boek je de meeste resultaten. Je moet de dialoog aangaan met de bedreigingen, dus ook met recreatie-ondernemers die willen uitbreiden in kwetsbare natuurgebieden. Het is een kwestie van geven en nemen.Vroeger was gekozen voor de juridische strijd, voor procedures, nu gebeurt er steeds meer in goed overleg. Wel vind ik het jammer dat je slechts op een beperkt aantal plekken je hond mag laten loslopen in de gebieden van Het Drentse Landschap, helemaal omdat ik zelf twee kleine sportieve hondjes heb, die netjes bij me blijven wandelen. Dat is te rigide, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten zijn daarin ruimdenkender. Ik zou het van het gebied af laten hangen of het mag. Als er veel schapen zijn of in een beschermd broedvogelgebied spreekt het voor zich dat je het niet toelaat. Maar waarom zou je het verbieden in gebieden waar ze niet voor overlast zorgen?”


DE NATUUR WEDEROM

Het gras is gemaaid en de lucht is gelukkig, duidelijk vrede. Volkomen doorzichtig maar even aanwezig als de jenever. Het geweldige rund in de tuin waar het ruikt naar opgeboerd gras.

Foto: Joop van de Merbel

Rutger Kopland

Uit: Alles op de fiets Uitgeverij GA van Oorschot Amsterdam, 13e druk 1994


16

Stichting Oude Drentse Kerken

Het kerkje van Zweeloo Olav Reijers*

Slechts een dag was Vincent van Gogh in Zweeloo. Hij hoopte er de kunstenaar Max Liebermann te treffen die echter al een jaar eerder was vertrokken. Om de tijd te doden maakte hij een schets van de kerk. Het gebouwtje had namelijk veel indruk op hem gemaakt, zoals hij zijn broer Theo schreef, zeker omdat er net een herder met schapen voorbij liep. Ruim honderd jaar later kan iedere bezoeker zich nog steeds herkennen in het beeld dat Van Gogh heeft opgeroepen. Voor de ingang van de kerk ligt een grote steen. Hij is lang geleden onder het altaar gevonden en zou wijzen op een heidense offerplaats als voorganger van de christelijke kerk. De eerste christenen probeerden namelijk zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de rituelen en heilige plekken van de plaatselijke bevolking. In Drenthe is echter geen enkele kerk aan te wijzen die boven een heidense tempel of offerplaats is gebouwd. Ook is niet bekend of grote stenen als die van Zweeloo wel een rol hebben gespeeld in een of ander vroeg-christelijk ritueel. De buurt was in ieder geval al lang bewoond want vlakbij is het graf gevonden van de zogenaamde prinses van Zweeloo, een voorname dame uit de 5e eeuw. Zaalkerk

Het kerkje ziet er bijzonder gaaf uit en lijkt wel in een keer te zijn neergezet, zo stijlvast toont het zich. Schijn bedriegt echter want het huidige kerkgebouw is het resultaat van meer dan zevenhonderd jaar bouwen en verbouwen. Eerst heeft op deze plaats een oudere kerk gestaan. Bij opgravingen in 1976 kwam een fundering van zwerf-

keien te voorschijn waarop een houten kerkje heeft gestaan, gebouwd in de 12e eeuw. Het houten kerkje paste precies binnen de muren van de huidige kerk. Ongetwijfeld heeft men de bakstenen kerk om het oude kerkje heen gebouwd en het pas afgebroken toen het nieuwe omhulsel klaar was en als kerk in gebruik kon worden genomen.

Van de kerkbouw zijn geen dateringen bekend maar aan de bouwstijl te zien, een overgang tussen romaans en gotisch, zal het eind 13e eeuw zijn gebouwd. Het was een eenvoudige zaalkerk waarbij het koor, de plaats van het altaar, werd afgesloten met een rechte wand. Pas in de 17e eeuw kreeg het koor zijn huidige vorm toen het naar de mode van die tijd een zeshoekige afsluiting kreeg. Dit gaf het kerkje van buiten meer allure en vormde binnen een mooi decor voor de preekstoel. Het kerkbestuur waakte er echter zorgvuldig voor dat de verbouwing in de stijl bleef van de oorspronkelijke kerk. Aan de kleinere maat baksteen is wel te zien dat het later is toegevoegd.


Foto: Drents Plateau

Moderne ingrepen

In de jaren ’20 van de 20e eeuw vond wederom een ingrijpende verbouwing plaats, nogal misleidend aangeduid als restauratie. Met name de ingangsmuur en de zuidmuur aan de wegzijde kregen feitelijk een nieuw uiterlijk. Naast het venster boven de ingang werden aan weerszijden gaten in de metersdikke muur gehakt om twee extra ramen aan te brengen. Ook in de zuidmuur werd schuin boven de deur een nieuw venster geplaatst zodat vanaf de weg een mooi symmetrisch geheel ontstond. Het is nauwelijks meer na te gaan of de bouwers zich bij deze ingrepen baseerden op nog zichtbare bouwsporen maar het resultaat was dat de kerk een regelmatiger en minder gesloten uiterlijk kreeg en van binnen beter werd verlicht. Ook deze verbouwing respecteerde de stijl van het oorspronkelijke gebouw zodat het kerkje nog steeds zijn middeleeuwse uitstraling heeft bewaard. Bij deze laatste verbouwing werd het interieur ook ingrijpend gewijzigd. Het kerkje had tot dan zijn oorspronkelijke vlakke zoldervloer behouden inclusief handbekapte gebinten. Om de kerk ook van binnen ruimer te maken werd deze vervangen door het huidige houten tongewelf. Bovendien was enkele jaren daarvoor het orgel in de kerk geplaatst dat letterlijk tussen de zolderbalken door naar boven stak. Het tongewelf maakte het orgel beter zichtbaar en zorgde voor een mooie akoestiek. Pronkstukken

De cultuurhistorische betekenis van

het kerkje wordt versterkt door een aantal bijzondere voorwerpen zoals het middeleeuwse doopvont, een prachtig bewerkt en uiterst zeldzaam smeedijzeren deurtje uit ca. 1500, en de met vijf levendige panelen versierde preekstoel uit 1702. De geschiedenis van het doopvont illustreert hoe in de loop der eeuwen is omgesprongen met het kerkelijk erfgoed. Het doopvont dateert uit de 13e eeuw en is gehouwen uit Bentheimer zandsteen. Het verloor zijn functie na de reformatie en werd in het weiland gezet als voederbak of regenton. Aan de fors beschadigde bovenrand te zien werd het ook gebruikt om messen te slijpen! Pas eind 19e eeuw werd het door het Drents Museum uit het weiland geplukt en aangekocht voor het toen niet onaanzienlijke bedrag van 60 gulden. Honderd jaar later is het weer terug in de kerk, na vele dringende verzoeken van het kerkbestuur. Misschien komt er binnenkort nog een topstuk bij. Het Drents Museum bezit namelijk nog een staander met een smeedijzeren collectebus uit de 17e eeuw, compleet met hangsloten, die afkomstig is uit de kerk. Het kerkbestuur had dit kunstwerk in een gulle bui aan het museum geschonken maar zou het nu, 110 jaar later, wel graag weer terug willen hebben. Het vormde waarschijnlijk een koppel met een doopbekken dat op een vergelijkbare stander staat en eveneens uit de 17e eeuw stamt. Dit bevindt zich nog steeds in de kerk. Gelukkig is de kerk van Zweeloo nog volop in gebruik. Naast de kerkdiensten worden er regelmatig tentoonstel-

Foto: Drents Plateau

De ingang aan de noordkant heet de Weerdinger deur. Het lijkt onwaarschijnlijk dat bewoners helemaal vanuit Weerdinge hier te kerke gingen. Wellicht verwijst het naar de landerijen die de kerk bij Weerdinge bezat.

lingen, orgelconcerten en lezingen georganiseerd zodat dit kerkje met deze voor Drenthe zo bijzondere voorwerpen door iedereen te bewonderen is. Elders in het blad is een wandelroute opgenomen die langs de kerk in Zweeloo komt.

* Drs. O. Reijers is directeur van het Drents Plateau.

Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van de Stichting Oude Drentse Kerken.


Ultsje Hosper directeur van

It Fryske Gea

Foto: Harry Cock

“De samenwerking tussen Groningen, Drenthe en Friesland is de beste die er is in De Landschappen. Wij treden als een van de weinige clusters daadwerkelijk als een eenheid naar buiten. Zo trekken we duidelijk een lijn in wat wij zelf doen en wat de landelijke vereniging van landschappen en het Ministerie van LNV uitvoeren. We trekken ons dan ook minder aan van de Haagse regelzucht. Zoals bekend heeft het Rijk weer een nieuwe financieringsstructuur bedacht voor beheer van de terreinen en de realisering van natuurdoelen. Daar kijken wij met noordelijke nuchterheid naar: we hebben ons eigen standpunt en gaan gestaag door om onze eigen doelen te bereiken. We laten ons niet te veel beïnvloeden door beleidsbeslissingen, want elke zoveel jaar komt er weer een nieuwe minister die het beleid voor de komende twintig jaar vaststelt. Ook hechten we alle drie sterk aan onze provinciale identiteit en waken we ervoor dat de manier waarop

we onze gebieden beheren aansluit bij het karakter ervan en bij de volksaard. Dat zie je ook terug in onze publiciteit en fondsenwerving. Tot zoverre het beleid. Nu het beheer. Ook daar werken we zeer prettig samen. De Friese beken hebben of hadden hun oorsprong in het Drents Plateau. We proberen samen om die, waar dat kan, weer te laten stromen. Heidebeheer is een ander voorbeeld; voor sommige van onze gebieden halen we ook heideschapen uit Drenthe. Zelf ben ik begunstiger van Het Drentse Landschap, hoewel ik op-en-top Fries ben. Ik lees het uitstekende kwartaalblad met veel plezier. Drenthe is buiten Fryslân namelijk de enige provincie waar ik gewoond heb, toen ik er voor de Heidemij werkte. Bovendien vind ik het landschap prachtig. Toen we in Assen woonden gingen we de hei op, voor mijn studie ben ik later veel in het Drentse Aa-gebied geweest. Die brinkdorpen vind ik prachtig, met dat

uitgekiende systeem om zoveel mogelijk uit de grond te halen waarbij de heide in stand blijft. Orvelte is ook uniek. Goed dat Het Drentse Landschap dat heeft aangekocht. Een prachtig initiatief, waarmee het vooropliep. It Fryske Gea is zich pas later met cultureel erfgoed in bredere zin gaan bezighouden, toen we de Slachtedyk aankochten. Ik bewonder ook zeer de manier waarop Het Drentse Landschap een platform biedt voor organisaties met verwante doelen, daar zijn wij nog iets minder goed in geslaagd. Toch kan het nog wel iets van ons leren: wij zijn van begin af aan een vereniging geweest. Waarom vormt Het Drentse Landschap zich niet ook om tot een vereniging? Dat brengt wel extra inspanningen met zich mee – je moet een algemene ledenvergadering organiseren en dergelijke – maar doordat de leden nauwer betrokken zijn bij een vereniging dan de begunstigers bij een stichting, krijg je nog meer draagvlak onder de Drentse bevolking.”


19

Biologisch vlees van het Landschap Ook dit jaar kunnen begunstigers van de Stichting Het Drentse Landschap biologisch vlees van het Landschap kopen. Zoals wellicht bekend, is het vlees afkomstig van de – overtollige - grazers die de terreinen beheren. Het gaat hierbij om Schotse Hooglanders, Limousins en heideschapen. Het Drentse Landschap zet de dieren in voor het beheer omdat ze zorgen voor een gevarieerd landschap waar ook andere planten en diersoorten zich thuisvoelen. De grazers van de Stichting lopen in de vrije natuur en hebben veel bewegingsruimte. Ook wordt er goed op toegezien dat de dieren gezond zijn. Deze omstandigheden maken dat de dieren weinig last van stress hebben. Het biologische vlees is kwalitatief hoogwaardig en op verantwoorde wijze bewerkt. Een prettige gedachte in een tijd waarin we steeds vaker geconfronteerd worden met de risico’s van ons voedsel.

Foto: Jaap de Vries

Er zijn pakketten van 15 of 30 kilogram vlees verkrijgbaar van de Limousin of de Schotse Hooglander. De pakketten bestaan uit verschillende soorten vlees, zoals biefstuk, lende, braad- en stoofvlees. Ook bestaat elk pakket voor ongeveer één derde deel uit gehakt. Belangstellenden kunnen ook afzonderlijk gehakt bestellen in porties van 5 kilogram. Lamsvlees wordt aangeboden van de Schoonebeker of het Drentse heideschaap. Een lam wordt als één pakket verkocht.

Het is mogelijk de vleespakketten en het lamsvlees voorverpakt te bestellen. Het vlees wordt dan in porties van circa 500 gram op schaaltjes voorverpakt. Op veler verzoek zijn er ook dit jaar weer beefburgers, saucijzen en verse worst. Nieuw in het aanbod zijn de droge worsten. Heeft u belangstelling? Stuur dan zo snel mogelijk de bestelbon in want het aanbod is beperkt (het liefst voor 1 oktober). Alle aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst en zolang de voorraad strekt. Tussen september en december zullen wekelijks afhaaldata worden ingepland. U krijgt vooraf een factuur met datum, plaats en tijd voor afhalen toegestuurd. Om de planning goed te laten verlopen, stellen wij het zeer op prijs als u zich aan de opgegeven afhaaldatum houdt. Voor nadere informatie kunt u telefonisch contact opnemen met het rentambt van dinsdag tot en met vrijdag tussen 14.00 en 16.00 uur (0592-304177) of via e-mail: vleesactie@drentslandschap.nl.


Zuinig met water door hergebruik

Recyclen van water

Voor drinkwaterproductie gebruikt Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) grondwater, omdat het bacteriologisch betrouwbaar en van een constante kwaliteit en temperatuur is. Ook is de zuivering van grondwater eenvoudiger en minder duur dan andere vormen van drinkwaterproductie. Echter grondwateronttrekkingen kunnen ook bijdragen aan verdroging. Daarom streeft de WMD naar duurzame winningen en bewust gebruik van grondwater. Recycling van water draagt hieraan bij.

Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe

Recyclen Het Dierenpark Emmen is een grootverbruiker van water. Tegelijk met de bouw van het nieuwe gedeelte van het park bouwde de WMD een zuivering, de Waterfabriek. Het overgrote deel van het drinkwater dat het dierenpark vóór de bouw van de Waterfabriek afnam werd gebruikt als bedrijfswater. Water om de toiletten mee te spoelen en water om gebouwen en dierenverblijven mee schoon te maken. Maar ook om de ruim 40 dierenbassins mee te vullen. Door het recyclen van water is het drinkwaterverbruik gedaald van 180.000 m3 naar 30.000 m3 per jaar. Met de nieuwe zuivering is ook de kwaliteit van het water in de bassins en vijvers aanzienlijk verbeterd. Biologische zuivering Het afvalwater, het water van de dierenbassins, het rioolwater en het regenwater wordt biologisch gezuiverd in de Waterfabriek. Onderdeel van de Waterfabriek is De Living Machine, het hart van de biologische zuivering. In een tropische kas circuleert het afvalwater door ronde betonnen bakken waarin waterplanten groeien. De bacteriën in het actieve slib nestelen zich aan het oppervlak van de plantenwortels en zorgen voor de afbraak van organische stoffen. Daarnaast onttrekken de planten voedingsstoffen als stikstof en fosfaat aan het actieve slib. Door middel van membraanfiltratie vindt een

laatste zuiveringsstap plaats, waarmee ook bacteriën en virussen worden tegengehouden. Na zuivering wordt het water hergebruikt voor het vullen van bassins en als schoonmaakwater voor sanitair. De zuivering vormt een vrijwel gesloten duurzame waterhuishouding. Gescheiden kringlopen In de Waterfabriek wordt het water van de pinguïns, nijlpaarden en soepschildpadden in gescheiden systemen gezuiverd. Het gaat om zoete, zoute, warme en koude waterstromen. Alleen het spoelwater - met reinigingsvloeistoffen en concentraat - van de membraanfiltratie komt terecht in de Living Machine. De uitbreiding van het Dierenpark Emmen ligt op de Noordbargeres in een grondwaterbeschermingsgebied. Daarom is onder de infrastructuur en dierenverblijven een beschermende laag folie aangebracht die geen water doorlaat. Zo wordt het grondwater beschermd tegen verontreinigingen.

Kijk voor meer informatie op www.wmd.nl


Een eindje om met Het Drentse Landschap

Bertus Boivin / Eric van der Bilt

Wandelroute

Foto: Joop van de Merbel

De Stroeten bij Zweeloo

30


De Stroeten Verstopt tussen de hoge essen van Zweeloo en Benneveld bloeien de graslandjes van het unieke natuurgebiedje de Stroeten. De naam stroet gebruiken de Drenten voor lage natte stukken in de heide. Vroeger waren het geliefde plekken om als eerste tot hooiland te ontginnen. Al zo’n veertig jaar is Het Drentse Landschap bezig de Stroeten te verschralen door het gebied regelmatig te maaien. Steeds meer van de oorspronkelijke planten keren terug. De mooiste tijd om deze wandeling te maken is in juni en juli als de landjes volop in bloei staan tegen het onvergetelijke decor van het middeleeuwse kerkje van Zweeloo. Tijdens een groot deel van de wandeling volgt u de houtwallen aan weerszijden van de Stroeten.

1 START

2

8

7

3 9 4 5

3 Neem het wandelpad van Natuurmonumenten rechtsaf dat u naar de oever van de Westerstroom brengt. Bij het water aangekomen neemt u voor de brug het schouwpad linksaf. De normalisatie van de Westerstroom heeft weinig van het oorspronkelijke karakter van een kronkelende beek overgelaten. In het kader van de ruilverkaveling Mars- en Westerstroom zijn plannen ontwikkeld om een deel van het gebied voor waterberging te kunnen gebruiken. In dit deel van het beekdal ligt bij de landinrichting de nadruk op beekherstel en natuurontwikkeling. U kunt er al het een en ander van zien langs een deel van de oevers.

6

foto: Bertus Boivin

2 Vóór Restaurant Idylle neemt u linksaf het zandpad. Het pad vormt de scheiding tussen de Zuidesch van Zweeloo en het groenland in de Grootmaten langs de Westerstroom. Een zandpad als dit langs de grens van het beekdal is honderden

jaren oud. Langzamerhand zijn dergelijke zandpaden op het Drentse platteland een zeldzaamheid geworden. Links, aan de kant van de es, overheersen grillige eiken het laantje, rechts, aan de ‘natte’ kant, staan voornamelijk elzen.

© Topografische Dienst Emmen

1 Vanaf het kerkje van Zweeloo loopt u het dorp in. Loop links van de straat. Steek de weg naar Benneveld over. De romaanse dorpskerk van Zweeloo werd halverwege de dertiende eeuw gebouwd op de resten van een waarschijnlijk 12de-eeuws houten kerkje. Daarmee is de kerk van Zweeloo één van de oudste Drentse kerken. Heel bijzonder is het torentje dat gedekt is met eikenhouten plankjes (‘schaliën’). Deze waren destijds voor een arme parochie een goedkoop alternatief voor leien of gebakken pannen. Met name aan de rechterkant van de weg ziet u tussen de bebouwing nog steeds enkele ‘huisweitjes’ die in de meeste Drentse dorpen verkocht zijn als bouwkavels. Heel bijzonder is de smederij met boven de deur een fraai houten bord met daarop ‘Rijksonderwijzer in Practisch Hoefbeslag’. Kijk niet vreemd op als u in het voorbijgaan nog steeds het kloppen van de hamer op het metaal hoort. De smederij is inmiddels bijna een eeuw in gebruik.

De oude smederij in Zweeloo.


De Stroeten Lengte route 5,5 km.

Startpunt Hervormde kerk aan De Wheem in Zweeloo.

Benodigde tijd Circa 1,5 uur. Begaanbaarheid paden Redelijk te belopen in alle jaargetijden.

Archief: HDL

Honden Toegestaan mits aangelijnd.

Openbaar vervoer Buslijnen Assen-Zweeloo of EmmenHoogeveen, uitstappen halte Markstraat/Klooster in Zweeloo. Zie www.9292ov.nl of bel (0900) 9292.

< Situatie rond 1900.

foto: Jaap de Vries

Weidebeekjuffer

4 Bij de brug gaat u linksaf en vervolgens neemt u bij de Bennevelderstraat het fietspad rechtsaf. (Voor de wat avontuurlijker aangelegde wandelaar is er een alternatieve route mogelijk. U moet dan bij de brug rechtdoor het schouwpad blijven volgen en vervolgens loopt u bij de sloot linksaf over de rechter slootoever naar het fietspad. Het gras kan hier flink hoog staan.) Het fietspad en de weg kruisen de Stroeten. Dit gedeelte van het terrein is relatief het kortst in het bezit van Het Drentse Landschap. Begin jaren negentig waren dit nog netjes gedraineerde aardappelakkers. Het beheer van de stichting is erop gericht de grond natter te maken en de bodem te verschralen. Eigenlijk hoort de sloot middenin de stroet er niet te liggen. U moet zich een stroet in de tijd van vóór de ontginningen en ruilverkaveling voorstellen als een natte spons waaruit aan de laagste kant een waterstroompje tevoorschijn kwam dat de beek in stroomde. Om hier in de Stroeten het water langer vast te houden is een groot deel van de dwarsslootjes inmiddels afgedamd. Door het grasland consequent te laten begrazen en te maaien verschraalt de bodem op den duur. 5 Neem het eerste zandpad links dat de grens van de Stroeten en de Bennevelder esch volgt. Het pad buigt naar rechts, van de stroet vandaan. Vanaf het zandpad heeft u een schitterend uitzicht op de Stroeten met het kerkje van Zweeloo op de achtergrond. U ervaart een opmerkelijk hoogteverschil tussen de Stroeten en de hoge Zuidesch van Zweeloo aan de overkant en de Bennevelderesch rechts van het pad. Hoe verder u langs het pad komt, hoe langer de groenlanden in het bezit

van Het Drentse Landschap zijn. U ziet dus de verschillende stadia van verschraling. Brandnetels worden na verloop van tijd opgevolgd door Pitrussen die op hun beurt een paar jaar later ook weer zijn verdwenen. Als u ter hoogte van het hakhoutbosje aan de rechterkant van het pad bent, loop dan even naar het hek van de Stroeten. Hier ziet u hoe uiteindelijk het hele gebiedje eruit zal zien: groene madelanden met hier en daar wilgenstruiken en Elzen en een paar hoge oude eiken langs de beekdalrand. Dit is het gebied waar in juni en juli op tal van plaatsen de lichtpaarse bloemen van de gevlekte orchis te zien zijn. Na de bocht vormt het pad de grens van de Bennevelder esch en het Noorderveld dat halverwege de vorige eeuw werd ontgonnen. Op het laatste stuk van het pad is aan de kant van de es goed te zien hoe de moderne landbouw het landschap op zijn kop kan zetten. Hier lag van oudsher een behoorlijke laagte in de es waar vroeger eigenlijk niemand iets mee kon. Een diepe waterlossing loste dit ‘probleem’ op. 6 Aan het eind van het pad neemt u linksaf het klinkerweggetje. Na ruim honderd meter in oostelijke richting gaat u linksaf de Turfweg op. Hoog tijd om even een blik op het dorp Benneveld te slaan. Is het een wonder dat reizigers vroeger naar huis schreven dat Drentse dorpen zich op afstand voordeden als groene eilandjes in het uitgestrekte veld? De Turfweg kwam al op 19de-eeuwse kaarten voor. Langs dit pad brachten de boeren van Benneveld karrenvrachten turf uit de veentjes van het Noorderveld naar hun dorp. Op de Turfweg ervaart u de rechtlijnigheid van het ontginningslandschap. Het Drentse Landschap heeft het gebied tussen de Turfweg en


7 Ruim vóór de verharde weg van Zweeloo naar Noord-Sleen neemt u het zandpad linksaf. 8 U passeert de noordelijke uitloper van de Stroeten en gaat linksaf het pad op. Ook op deze plaats is heel mooi te zien dat de essen en het veld allemaal een flink stuk hoger liggen dan de Stroeten

en dat zonder ingrijpen van de mens het water vanzelf de groenlandjes in zal stromen. 9 Na de bocht neemt u het klinkerweggetje rechtsaf dat u met een wijde boog over de es naar het kerkje van Zweeloo terugbrengt. De Zuidesch van Zweeloo is een eeuwenoud cultuurlandschap. Sinds de vroege middeleeuwen is de es als akkerland in gebruik. Maar ook daarvoor waren hier al mensen actief. Tegenover het kerkje werd in 1952 een rijengrafveld gevonden met meer dan honderd graven uit de periode van 400 tot 800 na Chr, ofwel de tijd vlak vóór het christendom in deze streken zijn intrede deed en dus vóór de bouw van het eerste

houten kerkje van Zweeloo. In een van de graven lag een vrouw begraven die een snoer van 130 kleine glazen kralen en een snoer van 100 barnstenen kralen droeg.Verder bleek ze een groot aantal grafgiften meegekreden te hebben, zoals een zilveren ringetje met een amulet

foto: Bertus Boivin

de Stroeten de laatste jaren in eigendom verworven en probeert hier de komende jaren weer iets van het oude Noorderveld terug te krijgen. Op deze manier zou de functie van het veld als ‘inzijggebied’ van de Stroeten enigszins kunnen worden hersteld. Het betekent onder andere dat de diepe sloten de komende jaren zullen worden gedempt.

De orchideeën van de burgemeester Het verhaal wil dat Het Drentse Landschap de Stroeten te danken heeft aan burgemeester Hugo Greebe van de toenmalige gemeente Zweeloo, die tevens jarenlang bestuurslid van Stichting Het Drentse Landschap was. Het ging Greebe aan het hart dat de orchideeën in de Stroeten ten onder dreigden te gaan aan de zegeningen van de moderne landbouw. Zou het iets voor Het Drentse Landschap zijn om de laatste orchideeën van de Stroeten te redden, opperde hij met enige volharding tijdens de rondvraag van de bestuursvergaderingen. Zijn medebestuursleden besloten de burgemeester uiteindelijk zijn zin maar te geven en in 1969 kocht de stichting haar eerste vijf hectare in de Stroeten. Het plantje waar het burgemeester allemaal om te doen was, is de Gevlekte orchis, een typerende soort voor het schrale grasland. Inmiddels gaat het weer goed met de Gevlekte orchis in de Stroeten. De afgelopen jaren werden er al weer enkele honderden exemplaren geteld.

foto: Johan Vos

De Stroeten

van bevertand, een zilveren toiletgarnituur, een bronzen speld in de vorm van een vlinder, dertig grote glazen kralen, een bronzen armband en twee bronzen sleutels. Is het een wonder dat we de vrouw de ‘Prinses van Zweeloo’ gingen noemen?

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (juni 2006) Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen


Historisch onderzoek

Een eeuw boerenerven

en de tijd stond niet stil

in Drenthe en Ooststellingwerf Simone Bakker*

De Werkgroep Boerenerven Drenthe maakt zich sterk voor het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed van het Drentse platteland. Ter onderbouwing van haar activiteiten heeft de werkgroep onderzoek laten doen naar de opbouw van het Drentse boerenerf. Op 2 maart werden de resultaten tijdens een symposium gepresenteerd. Belangrijkste conclusie: boerenerven veranderen mee met het tijdsbeeld. Het onderzoeksgebied betrof delen van de gemeenten De Wolden, Westerveld, Midden-Drenthe, Odoorn, Tynaarlo en Aa en Hunze en de Friese gemeente Ooststellingwerf. In het onderzoek zijn in ‘het Drentse’ de volgende landschapstypen onderscheiden: het esdorpen- en esgehuchtenlandschap met daarin de essen, de beekdalen en de heideontginningen, de ontginningskoloniën, gevormd door de Maatschappij van Weldadigheid en de landschappen van de veenontginningen met inbegrip van de wegdorpen van het randveen en het laagveen. De op het kaartje genoemde woudontginningen komen alleen in Friesland voor. De vraagstelling voor het onderzoek was of er een verschil is aan te geven tussen de erven in deze verschillende landschapstypen.

steekproefsgewijs geselecteerd. Per erf is een schets gemaakt van de aanwezige bebouwing met de beplanting, bestrating, sloten en greppels. Bewoners is gevraagd om een vragenlijst in te vullen zodat zoveel mogelijk informatie kon worden verzameld over onder andere het bouwjaar en de bedrijfsvoering.

Voor het onderzoek zijn in de verschillende landschapstypen 160 erven geïnventariseerd. De opnamen zijn verspreid over de gemeenten in het onderzoeksgebied én over de onderscheiden landschappen. Om te voorkomen dat slechts ‘de parels’ zouden worden bestudeerd zijn de erven

Foto: Simone Bakker

Informatie verzamelen

Tenslotte zijn er verspreid over het onderzoeksgebied en over de landschapstypen 26 interviews met bewoners afgenomen. De keuze hiervan werd mede bepaald door de mate waarin bewoners of oud-bewoners nog iets over vroeger konden vertellen. Hiervoor is menig familiearchief overhoop gehaald. Foto’s, diploma’s,

25


Een onderzoeksvoorbeeld Net na de oorlog, in de jaren vijftig, zijn er nog al wat luchtfoto’s gemaakt. Deze periode is een keerpunt in sociaal-maatschappelijke omstandigheden geweest. De afbeelding met de luchtfoto van een erf in Ansen geeft een goed beeld van een erf uit die jaren. Er zijn een stookhok, een varkenshok en een kippenhok te zien en er was ook nog een schaapskooi aan de overzijde van de weg: in deze periode heeft men naast rundvee veel kleinvee als bijverdienste. Er staan fruitbomen aan de voorzijde van de boerderij. Alles is ingesteld op het nut. Wat er niet gebruikt wordt voor opslag of als werkplek wordt gebruikt als kampje (weitje) voor het vee. De siertuin ligt op een klein overhoekje bij het voorhuis.

aktes, van alles kwam boven tafel.Van elk geïnterviewd erf is bovendien aan de hand van historische kaarten de ontwikkeling van het omringend landschap vastgelegd. Hieruit blijkt hoe Drenthe door ontginning van heide en woeste grond, door ontwatering en bosaanleg, in de afgelopen eeuwen volledig op de kop is gezet. Deze veranderingen hebben zich in alle hierboven genoemde landschappen voltrokken. De wijzigingen in de agrarische bedrijfsvoering en de ontwikkelingen in de welvaart hebben duidelijk hun impact gehad op de levens van de bewoners, zo bleek uit de interviews. Functionele veranderingen

Hoe een erf was opgebouwd werd in sterke mate bepaald door de bedrijfsvoering. Bij veranderingen in de bedrijfsvoering werd ook het erf aangepast. Zo werd de groentetuin vaak verplaatst. De opslag van veevoer neemt in de loop van de tijd een steeds grotere plaats in. De bleek, meestal nog onderdeel van het erf in de jaren vijftig, wordt al gauw overbodig door de komst van de wasmachine en betere wasmiddelen. De komst van waterleiding maakt een einde aan de centrale

positie van de pomp(straat). De siertuin krijgt een steeds belangrijker plaats. Werden aanvankelijk de sierplanten voornamelijk in de groentetuin geplaatst, langs de paden of als randje langs het voorhuis, in veel gevallen krijgt deze in de loop der tijd een voornamere plek aan de voorzijde. De sociale welstand van de bewoners is eveneens bepalend voor de opbouw van het erf geweest. De rijkere boeren konden zich al vroeg een siertuin permitteren of zij experimenteerden met bijzondere fruitrassen als perzik, mispel of druiven. Er zijn enkele voorbeelden van erven in het onderzoeksgebied met een Engelse landschapstuin, de tuinmode van de 19e eeuw. Ook zijn er erven aangetroffen met stijlkenmerken van de interbellumperiode. Deze stijl wordt getypeerd door niveausprongen, ligusterhagen en paardekastanjes. Bomen

De eik is de meest voorkomende boom op het Drentse erf. Deze boom leverde vroeger het hout voor de gebinten. Op de oudere erven staan deze bomen meestal willekeurig geplaatst. Dit in tegenstelling tot de eiken op de jongere

(ruilverkavelings)erven waar eiken vaak als singels rondom het erf zijn aangebracht. Na de eik is de linde de meest voorkomende boom. Deze boomsoort staat nu nog op één derde van de geïnventariseerde erven. De linde werd vooral geplant als schaduwboom rond het voorhuis.Voordeel van deze boom is dat je hem zo gemakkelijk kunt snoeien, hetgeen dan ook veel werd gedaan. Meestal werden ze door knotten in toom gehouden maar er zijn uit onze interviews ook enkele gevallen bekend van linden die tot een leivorm (een haag op pootjes) werden gesnoeid. Fruitbomen waren vroeger op alle erven aanwezig. Niet zozeer in grote boomgaarden, zoals je die wel tegenkomt in het rivierengebied. Meer in hoekjes die over waren of in combinatie met de dierenweitjes. Pruimenbomen staan vaak in rijtjes langs de perceelsgrens. De keuze voor de soort haag wordt in sterke mate bepaald door de mode. De meidoorn werd vroeger gebruikt als veekering, maar de toepassing stopte door de uitvinding van het prikkeldraad aan het einde van de 19e eeuw. Al in het begin van de 20ste eeuw wordt de beukenhaag op erven toe-


Historisch onderzoek

gepast, zo bleek uit de interviews. De ligusterhaag wordt veel in de 30-er jaren geplant. Tegenwoordig komen op driekwart van de erven nog hagen voor. De beukenhaag is weer sterk in de mode en wordt het meest toegepast als afscheiding. Kwam de groentetuin vroeger op alle erven voor, nu is er op één derde van de geïnventariseerde erven nog een groentetuin te vinden. De meeste van deze erven-met-groentetuin zijn in bezit van een agrariër of rustende boer. De verwachting is dan ook dat het aantal erven waarop een groentetuin voorkomt binnen korte tijd nog sterk zal afnemen.

De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat vooral de tijd, waarin de erven opgezet zijn, bepalend is geweest voor de opbouw. Daarnaast speelt de sociale welstand van de eigenaren mee en hun al of niet aanwezige belangstelling voor tuinieren.Verder is gebleken hoe de erven continu werden veranderd en aangepast aan de eisen van de tijd; een erf is geen statisch gegeven.Vandaar dat we de subtitel ‘En de tijd stond niet stil’ aan de titel van ons onderzoek hebben toegevoegd.

De tijd stond niet stil...

Uit het onderzoek werd duidelijk dat per landschapstype niet veel karakteristieke erfkenmerken te ontdekken zijn. Enkele landschapsgebonden kenmerken waren er wel uit te halen. Zo behoren de boerderijen met de hoge rieten kap duidelijk bij het esdorpenlandschap. Het straatwerk met vlinten (Drentse keien) is eveneens gebonden aan het landschap van de esdorpen. De erven in de veenkoloniale ontginningen in het onderzoeksgebied onderscheiden zich als groep weinig van erven elders in Drenthe. Ze hebben niet die karakteristieke voortuinen met schuine lijnvoering die je in het veenkoloniale gebied van Groningen kunt aantreffen. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de ontginningen in Drenthe tot de armere gedeelten van de veenkoloniën behoren. In de Drentse veenkoloniën komen wel relatief meer boerderijen met een krimp (verspringing achter het voorhuis) voor dan in de rest van Drenthe.

* Mevrouw S. Bakker-Weenink is tuin- en landschapsarchitect. Samen met Lon Schöne heeft zij het onderzoek naar de boerenerven in 2005 uitgevoerd.

Het Boerenervenonderzoek kon worden uitgevoerd dankzij bijdragen van EOGFL/Leader+, Provincie Drenthe (SGM en NME krediet),VSB fonds en Stichting Het Drentse Landschap. De boerenervenfietsroutes konden worden uitgegeven dankzij bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds Drenthe en Drents Goed. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van de Stichting Drentse Boerderijen en ondersteunt de Werkgroep Boerenerven Drenthe.

27

Fietsen langs boerenerven Stap eens op de fiets met een boerenerfroute. Er zijn vijf verschillende tochten. Elke route leidt u door een ander cultuurlandschap en laat u de meest bijzondere plekken in het Drentse landschap ontdekken: unieke boerderijen en hun boeren, bijzondere dorpen en karakteristieke landschappen. Fiets een route en maak zo kennis met het prachtige erfgoed van het Drentse platteland. De Boerenerfroutes zijn te koop bij VVV-kantoren en boekhandels in de provincie, slechts € 4,00 per boekje. U kunt ze ook rechtstreeks bestellen via de bestelbon in het hart van dit kwartaalblad.


Alfred van Hall dijkgraaf van Waterschap Hunze en Aa’s

Foto: Harry Cock

“Het tijdschrift is zo mooi van lay-out, samenstelling en vorm dat ik het niet weggooi maar in de kast bewaar. Ik vind het ook goed dat er mensen uit de praktijk in schrijven. Ik ben blij dat ik het elk kwartaal in de bus krijg. Natuurbehoud heeft per definitie iets conservatiefs, maar Stichting Het Drentse Landschap weet toch goed mee te bewegen met de tijdgeest. De tijdgeest wil nu samenwerking, meervoudig grondgebruik en maatwerk, ook op lokaal niveau. Think globally, act locally. Dat alles zie je terug bij de stichting, die zeer pro-actief en coöperatief is, met een grote realiteitszin. Zij weet op een goede manier verbindingen te leggen en is niet bang om de kop te stoten. Het Drentse Landschap is altijd uit op wat partijen bindt, terwijl het niet het doel uit het oog verliest waarvoor het is opgericht. De stichting is een kritische polderaar, wat niet betekent dat zij alleen maar doet wat anderen willen. Nee, Het Drentse

Landschap benut kansen optimaal. De grote opgave waar het waterschap op dit moment voor staat is steeds grotere hoeveelheden water te bergen. In Groningen doen we dat in bergingspolders, maar in het kleinschalige Drenthe past dat niet. Het Drentse Landschap denkt constructief mee over de vraag hoe we in de haarvaten van het systeem water kwijt kunnen. We herstellen nu oude water- en landsystemen in ere. Je zou misschien zeggen dat ’t niet zoveel oplevert, maar het tegendeel is waar. Daarbij vergeten we de belangen niet van het landschap en van de boeren, de tijd van frictie is voorbij. We slagen erin ook voor anderen duidelijk te maken waar kansen liggen. Boeren hebben ook belang bij een goede wateropslag en bij water van hoge kwaliteit. Bewonderenswaardig aan Het Drentse Landschap vind ik ook de bereidheid om kleine stappen te nemen die pas op langere termijn tot iets groots zullen leiden.

Een voorbeeld is het stroomgebied Hunze. Ideaal zou zijn om daar van bovenaf te beginnen bij het schoonmaken van de stromen, maar dat kan niet altijd. Een andere partij zou zeggen: ‘Als dat niet kan, begin ik er helemaal niet aan. Ik ga niet beneden in de oude staat herstellen als het bovenstrooms nog niet aan de eisen voldoet.’ Maar Het Drentse Landschap werkt wel mee, waarbij het altijd het eindconcept in het oog houdt. Laatst liep ik met directeur Eric van der Bilt door het Hunze-gebied. Als je dan het enthousiasme ervaart waarmee hij over de meandering spreekt… Mijn jubileumwens voor het kwartaalblad is dat het zich blijft inzetten om het waardevolle van het Drentse landschap te behouden.Voor mij is dat het kleinschalige, overzichtelijke, gevarieerde landschap, toegesneden op de menselijke maat. In een tijd van globalisering en grenzenloosheid zie je dat mensen steeds meer behoefte hebben aan een veilige plek. Je ziet meer behoefte aan authenticiteit, meer belangstelling voor de eigen historie. Het Drentse Landschap beweegt ook hier weer goed mee met de tijdgeest.”


Aankopen

29

Waarvan akte . . . Melle Buruma*

Ondanks het beperkte aankoopbudget heeft Stichting Het Drentse Landschap recent toch een aantal aankopen kunnen realiseren. Voor een deel konden deze worden gefinancierd uit het aankoopbudget. Een tweetal grotere aankopen waren mogelijk zonder dat een beroep op een subsidie hoefde te worden gedaan. Een opvallende aankoop was de overdracht van bijna 21 hectare door Rijkswaterstaat, langs de snelweg Hoogeveen-Emmen, ter hoogte van het Bosgebied Hollandsche Veld. Hier heeft de stichting indertijd een kleine oppervlakte bos verkocht aan Rijkswaterstaat ten behoeve van de verdubbeling van de snelweg. Rijkswaterstaat heeft de verplichting op zich genomen om de natuur- en bosgebieden die zijn verdwenen of versnipperd, te compenseren. Hiervoor is landbouwgrond aangekocht die deels is bebost, geheel in aansluiting op het karakter van het landschap rond Hollandscheveld. Deze gronden zijn aan de stichting overgedragen om ze blijvend als natuurgebied in stand te houden. In het Hunzedal kon ter hoogte van Torenveen/Gasselterboerveen een aanzienlijke oppervlakte worden verworven door Het Drentse Landschap en het Bureau Beheer Landbouwgronden. Onder andere met inbreng van door de stichting in het verleden aangekochte ruilgrond, bleek het mogelijk hier een grote kavelruil op te zetten waarbij in totaal 125 hectare betrokken was. Hierdoor kon de landbouwkundige situatie worden verbeterd en kon in totaal ca 35 hectare worden vrijgemaakt voor natuurontwikkeling langs de Hunze. Door de aankoop komt de realisatie van het nat uurontwikkelingsgebied Torenveen binnen de mogelijkheden te liggen. Alles is erop gericht om dit project eind 2006 te kunnen starten. Van twee eigenaren konden graslandpercelen worden verworven in Kampsheide, het oudste reservaat van de stichting. De percelen cultuurgrond liggen in het beekdalletje tussen Kampsheide en het landgoed Kamps. Jarenlang waren de percelen niet te verwerven, maar dit voorjaar is het dan toch uiteindelijk gelukt. Nu alle gronden zijn verworven wordt het mogelijk de waterhuishouding van het totale gebied af te stemmen op de natuurfunctie, waardoor een kansrijke situatie ontstaat voor herstel van natuurwaarden. Met de aankoop van een oud esbosje kon een kleine, maar bijzondere aankoop worden gerealiseerd in de buurt van Gieten. In dit bosje is een heuvel gelegen die archeologisch gezien erg waardevol is. * M. Buruma is rentmeester van Stichting Het Drentse Landschap.

Belangrijkste aankopen uit de afgelopen periode Hunzedal • 0,78.25 ha bouwland Torenveen • 19,56.20 ha bouwland Torenveen • 6,16.19 ha bouwland Mandelanden • 3,18.15 ha grasland Achterste Diep Exloo • 6,38.30 ha bouwland, ruilgrond Gieterveen • 1,50.25 ha bouwland Buinen Oude Diep • 2,51.20 ha grasland bovenloop Oude Diep Bosgebied Hollandsche Veld • 20,95.82 ha nieuw natuurgebied en bos Esbosjes Zuidwolde • 1,69.50 ha bos Kampsheide • 1,86.05 ha grasland • 0,73.23 ha grasland


30

Flora

Onkruid of akkerkruid Hester Heinemeijer*

Kruiden en grassen in akkers zijn cultuurvolgers. Dit betekent dat

Drenthe was door de kalkarme, zure en voedselarme zandgronden en het voor Nederland relatief koele klimaat eigenlijk alleen maar geschikt voor de verbouw van Rogge. Begin twintigste eeuw was op ruim 60% van de essen Rogge het dominante gewas.Voor het behoud van de bodemvruchtbaarheid werd gebruik gemaakt van diverse technieken zoals heideplaggen, mest uit de potstallen, groenbemesters, braaklegging, begrazing van stoppelvelden en soms compost uit steden. Een hele reeks kruiden en grassen had zich in de loop der eeuwen aan dit milieu aangepast. Het betreffen vooral winterannuellen. Deze kiemen, net als Rogge, in de herfst bij 1 tot 2 ° Celsius. Ze bloeien vroeg in het voorjaar voor het graan hoog op het veld staat of tijdens de bloei van de roggehalmen eind mei en juni.

ze zich optimaal hebben weten aan te passen aan het dynamische milieu dat de mens gemaakt heeft. Eenjarigen, die hun hele levenscyclus van kieming tot rijp zaad in één jaar volbrengen, zijn in de meerderheid. Er zijn echter ook soorten met ondergrondse overwinteringstechnieken, zoals bollen (Roggelelie) en wortelstokken (Kweek). Korenbloemen en Kamille.

Foto: Jaap de Vries

Kleurenpalet

Kruiden in akkers was normaal. Zelfs in kinderliedjes, zoals De drie kleine kleutertjes, werden korenbloempjes blauw bezongen, iedereen wist waar het over ging. Allereerst vielen de kleurige planten in de wintergraanakkers op: Korenbloem, Roggelelie,Valse kamille, Bleekgele hennepnetel, Ringelwikke en de ijle graspluimen van Windhalm en de meer gedrongen Dreps die hoog boven de akker uitstaken. Op kalkrijke plaatsen werden ze soms vergezeld door het fraaie rood van Klaprozen en op humeuze, voedselrijkere locaties, de helder paarse Bolderik. Minder in het oog springend, laag bij de grond, groeiden de voorjaarsbloeiers. Kleine leeuwenklauw, Eenjarige hardbloem, Klein tasjeskruid en Gewone spurrie


met zeer kleine of kleurloze bloempjes en verder onder andere het fijne grasje Slofhak, Akkerviooltje, Klimopereprijs, Schapenzuring en Korensla met de kleine helder gele bloemhoofdjes op de bol toelopende stengels. De forse Gele ganzenbloem en Glad biggenkruid waren beperkt tot akkers met zomergranen. Groei

Na de intrede van de kunstmest, machinaal schonen van zaad, toepassing van drijfmest en het toenemende gebruik van bestrijdingsmiddelen nam de graanproductie per hectare fors toe waardoor de meeste kruiden uit de akkers verdwenen. Daarnaast konden door de intrede van de kunstmest andere gewassen worden verbouwd en werd steeds meer gebruik gemaakt van vruchtwisseling. Geleidelijk aan kromp het areaal Rogge en groeide de verbouw van aardappels, suiker- en voederbieten, en later snijmaïs. Ook is de laatste 10 jaar de teelt van lelies in Drenthe enorm toegenomen.Voor het winstgevend verbouwen van granen bleken andere delen van Europa geschikter; de ‘ouderwetse’ roggeakkers verdwenen hierdoor. Akkergemeenschappen zijn nog in kleine omvang in Drenthe aanwezig. Een deel van de akkerkruiden is uitermate zeldzaam geworden en staat inmiddels op de Rode lijst. Natuurbe­ schermingsorganisaties hebben daarom akkerreservaten ingesteld. Het Drentse Landschap beheert ruim 100 hectare akkers op biologische grondslag met af en toe ruige stalmest. Soms worden groenbemesters toegepast. Een aantal akkers wordt beheerd als ‘eeuwige’ rog-

geakker. Er wordt zaaizaad van de eigen akkers gebruikt. Naast de productie van graan en stro, voor het vee op de eigen beheerboerderijen, is de doelstelling productie van akkerkruiden.Vooral Korenbloem, Windhalm, Slofhak,Valse kamille, Ringelwikke en Kleine leeuwenklauw zijn nu weer regelmatig op de akkers te vinden. Landschappelijk hebben de akkers bovendien ook een grote meerwaarde. Uitzetten

Beheer van graanakkers is niet eenvoudig. De gronden zijn momenteel door voormalig intensief landbouwkundig gebruik en de depositie van stikstof uit de lucht veel voedselrijker dan vroeger. Hierdoor treden vaak woekeringen op van soorten, zoals Smalle wikke, distels en Kweek. Zeker bij massale groei van de wikkes gaat het graan snel plat liggen (legeren), waardoor oogsten niet meer mogelijk is. Ouderwetse zaai- en oogstmethoden zijn technisch en financieel niet meer uitvoerbaar. Ook de aan- of afwezigheid van de zaden van de akkerkruiden speelt een rol. Sommige soorten hebben zich weten te handhaven in vergelijkbare milieu’s. Denk hierbij aan schrale bermen en taluds van wegen, vuilstortplaatsen en tuinen.Van anderen lijken de zaden inmiddels verdwenen. Bolderik, Dreps en Glad biggenkruid zijn niet meer op de akkers te vinden. Van de uitgestorven gewaande Roggelelie is vanuit één oorspronkelijke groeiplaats materiaal uitgezet op een aantal akkers. De bolletjes worden tijdens ploegwerkzaamheden aangetroffen maar komen zelden tot bloei. Korensla en Bleekgele hennepnetel worden zel-

Foto: Geert de Vries

Gele ganzenbloem.

den gevonden. Hopelijk dat op termijn mede door het gevoerde akkerbeheer ook de zeldzame soorten weer vaste voet op Drentse bodem krijgen. De algemene soorten akkerkruiden zijn nu al zomers te bewonderen op De Wildenberg (Reestdal), Hijkerveld, Landgoed Rheebruggen of bij Doldersum. Ook bij het fietspad ten zuiden van het Hijkerveld liggen prachtige graanvelden. Het beeld wordt vooral bepaald door de goudgeel rijpende Rogge met een overvloed van blauw en wit, Korenbloemen en Kamille.

* Drs. H.D. Heinemeijer is hoofd van de sector Onderzoek en Planning van Stichting Het Drentse Landschap.


Hedzer van Houten algemeen directeur Woonconcept

Foto: Harry Cock

“De watertoren van Meppel heeft ons in contact gebracht met Stichting Het Drentse Landschap. We gaan buiten Meppel vijfduizend woningen bouwen in het gebied waar die toren tegenaan ligt. Doordat die cultuurhistorisch waarde heeft, is het onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om hem te behouden. Wij wilden er een bod op uitbrengen, net als de gemeente en Het Drentse Landschap. Toen kreeg ik een telefoontje van de stichting. Uiteindelijk hebben we samen een bod gedaan en dat is het begin geweest van onze relatie. Zo heb ik ook kennisgemaakt met directeur Eric van der Bilt. Ik heb hem uitgenodigd hier eens langs te komen en heb hem wat van onze organisatie laten zien. Daarop heeft hij mij uitgenodigd en heeft hij me rondgeleid door zijn schitterende natuurgebieden. Ik heb gezegd: ‘Beheer is onze core business. Laten we zien waar we kunnen samenwerken.’ Dat heeft concreet geleid tot de afspraak

dat Het Drentse Landschap ons kan bellen als er panden met cultuurhistorische waarde te koop zijn waarvoor de stichting onvoldoende liquide middelen heeft. Het Drentse Landschap is immers voor aankopen voor een groot deel afhankelijk van giften en fondsen. Zo hebben we een aantal boerderijen aangekocht.Voor het behoud is het belangrijk die een herbestemming te geven. We gebruiken ze als huisvesting voor mensen met een verstandelijke handicap. Ze vinden daar ook in veel gevallen hun dagbesteding, bijvoorbeeld op een paardenhospice, een champignonkwekerij, een atelier voor houtbewerking. Woonconcept heeft inmiddels een monumenten-BV opgericht, daarin gaan we waarschijnlijk in de toekomst nog meer samen met Het Drentse Landschap doen. De stichting is nog op een andere manier belangrijk voor ons. Woonconcept is ook actief in Meppel, Hoogeveen en Assen, dus ons werkgebied overlapt voor een deel.

Door de manier waarop het haar gebieden beheert, draagt Het Drentse Landschap in sterke mate bij aan de woonkwaliteit. Dat is voor ons weer prettig omdat die kwaliteit voor veel mensen een belangrijke reden is om hier te komen wonen. Door de inzet van de stichting is Drenthe een zeer aantrekkelijk gebied voor wonen en recreatie, de marktwaarde van onze woningen stijgt door de omgeving. De strijd die Stichting Het Drentse Landschap voert tegen de aantasting van de ruimtelijke kwaliteit heeft zeker mijn sympathie. Tegelijkertijd vind ik het sterk dat zij het landschap niet wil bevriezen. Daar waar ze geen bedreiging vormen, staat de stichting ook vakantiehuisjes toe. Of ik dan helemaal geen kritiek heb op Het Drentse Landschap? Nee, hoogstens is het nog te sterk georiënteerd op het platteland, binnenstedelijk zijn er ook wel panden met cultuurhistorische waarde die aandacht behoeven.Verder vind ik het ontzettend goed wat de stichting doet. Ga vooral zo door! Wij willen graag een partner blijven op het gebied van verwerving en beheer, beide vanuit onze gedeelde maatschappelijke betrokkenheid.”


Meer aandacht voor klimaat dankzij

De Nationale Postcode Loterij en veertig goede doelen hebben de handen ineengeslagen om het wereldwijde klimaatprobleem aan te pakken. De 12 provinciale Landschappen en Landschapsbeheer Drenthe doen ook mee aan deze campagne. Door het hele land worden notenbomen geplant. Deze bomen zullen minstens 100 jaar lang CO2 binden en zo een bijdrage leveren aan het oplossen van het klimaatprobleem. Kijk op www.hier.nu voor meer informatie over deze actie. Het realiseren van de klimaatbosjes betekent winst voor onze leefomgeving. Maar u kunt ook winnen door mee te doen met de Postcode Loterij. Hier maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Bovendien steunt u met uw lot de projecten van Het Drentse Landschap. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun. Bel (0900) 300 1500

T E H UUR B E D R I J F S PA N D IN ORV E LT E Stichting Orvelte heeft aan de Schoolstraat 1 een monumentaal bedrijfspand te huur. De boerderij is vrijstaand en gelegen op een royale kavel met boomgaard van ca. 2000m2 op een zeer goede plek aan de rand van het dorp. De boerderij is traditioneel gebouwd en opgetrokken in gemetselde (hoofdzakelijk) steensmuren en heeft een rieten dak. Bij het pand behoren ook nog een stookhut en schuren. Het hele complex is in 1998 grondig gerenoveerd en ge誰soleerd. Orvelte heeft het uiterlijk bewaard van de boerendorpen zoals die in de 19e eeuw in Drenthe konden worden aangetroffen. Het vormt een museaal dorp dat veelvuldig bezocht wordt in het kader van het Drents dagtoerisme. Onze voorkeur gaat het liefst zoveel mogelijk uit naar een ambachtelijke invulling passend binnen de sfeer van het dorp.

Ge誰nteresseerden kunnen voor meer informatie terecht bij de heer Eppinga, hoofd gebouwen van de Stichting Orvelte, telefoon: 0592-313552 of jh.eppinga@drentslandschap.nl


Anneke Haarsma gedeputeerde RO van Drenthe “Hier op het provinciehuis hoor ik wel eens over Het Drentse Landschap: wij financieren die club voor een deel en dan zitten ze ons nog dwars ook. Ik vind juist dat de stichting die functie van luis in de pels moet hebben. Het Drentse landschap is de drager van onze economie, ons kapitaal. Als je in het Nationaal Park Drents FrieseWold door het Doldersummerveld en het Wapserveld loopt, tref je ongeschonden horizonnen aan. Dat is een essentiële ruimtelijke kwaliteit. Stichting Het Drentse Landschap houdt ons politici steeds bij de les: Let op dat Drenthe niet verrommelt.

Foto: Harry Cock

In verband met de uitplaatsing van de laatste boerderijen uit onze dorpen verschijnen er agrarische gebouwen van zeer forse omvang. Die zijn noodzakelijk voor de economie. Als ze planologisch gezien op de juiste plaats terechtkomen is er ook niks mis mee. Bij de ruilverkavelingen die de laatste vijfentwintig jaar werden uitgevoerd,

was het een goede gewoonte om bij dit soort bebouwing een passende beplanting aan te brengen. Een vorm van beschaving die men anno 2006 in bijna alle gevallen achterwege laat.Verkeerde beplanting in de vorm van coniferen of zogenaamde laurier is zo mogelijk nog storender. Probeer er traditionele beplanting neer te zetten. Zo moet je ook kritisch kijken naar bedrijventerreinen. Niet ieder dorp hoeft een eigen terrein te hebben. Hetzelfde geldt voor het landje pikken door aan de randen van gemeentes woonwijken neer te zetten, de witte schimmel. We willen Drenthe absoluut niet op slot zetten maar als het nodig is moet je gemeenten wel op hun gedrag aanspreken. Het is hier geen Oranje Vrijstaat. Uiteraard proberen we zo veel mogelijk in goed overleg te doen, maar ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Het Drentse Landschap moet daarbij vooral blijven doen wat het doet. Het is een niet weg te denken fenomeen.

Wel zou het kunnen proberen om het publiek nog meer te betrekken bij de omslag van object- naar gebiedsgerichte benadering. Drenthe moet van het imago af, alsof hier niets gebeurt. De hunebedden zijn fantastisch maar we hebben veel meer. Hoe Het Drentse Landschap dat moet uitdragen? Niet met te veel bordjes. Je zou je meer op de jeugd moeten richten en al in het basisonderwijs les moeten geven over de historie van dorpen en landschappen. Overigens doet de stichting hier al veel aan. Kiek op Drenthe is fantastisch. Het is ook geweldig zoals oude boerderijen weer in ere hersteld worden. Het Drentse Landschap kan nog meer doen door oude gebouwen her te gebruiken voor exposities en culturele bijeenkomsten. Natuurlijk is het kwartaalblad in tekst en beeld een uitstekende verteller over waar de stichting voor staat. Wanneer het op mijn deurmat valt, dan lees ik het met groot plezier. Met deze 50e uitgave feliciteer ik Het Drentse Landschap dan ook van harte. Wat me zorgen baart, is de politieke discussie over windenergie. In ons Provinciaal Omgevingsplan staat de afspraak met het rijk dat het Drentse aandeel in de realisering van windenergie 15 megawatt zal zijn. In Nederland is inmiddels een discussie ontstaan, of de KYOTO-doelstellingen wel worden gehaald. Provinciale Staten vinden dat Drenthe ambitieuzer moet zijn. Als het aan mij ligt, komen er niet meer molens dan met het rijk is afgesproken. Dit is ook de opvatting van het voltallige college van gedeputeerde staten. Het Drentse landschap is uniek en laten we ons daar goed van bewust zijn.”


Kortweg

35

Kortweg 3-Takkenhoogte

2-Hunzedal

Een groep jeugdleden van de Natuurwerkgroep Zuidwolde heeft dit voorjaar de wand van de zandbult weer geschikt gemaakt voor het broedseizoen van Oeverzwaluwen. De werkzaamheden bestonden uit het aanvullen van de nestgaten met schoon zand. Oeverzwaluwen broeden in holen. Ze graven bij voorkeur elk jaar opnieuw een gang uit voor ze hun eieren gaan leggen. Oude gangen moeten daarom eerst dichtgestopt worden. Op 7 april namen de eerste Oeverzwaluwen alweer een kijkje bij de wand. Het werk van de jeugdgroep werd kennelijk goedgekeurd want het graafwerk begon direct. Het is er een drukte van belang. Een schitterend gezicht hoe de ouderdieren af en aan vliegen bij de wand.

Foto: Bastiaan Walpot

Recentelijk is door Grontmij Nederland BV de toelichting bij het eindrapport ‘Ontwikkelingsplan en definitief ontwerp Torenveen –Bonnerklap’ uitgebracht. De visie en het ontwerp zijn financieel mogelijk gemaakt door een bijdrage van ICES Natte Natuur en gelden uit de ‘Agenda voor de Veenkoloniën’. Het project is genoemd naar de streeknamen Torenveen en Bonnerklap en omvat het gebied tussen Gasselternijveen en de N33.

1-Doldersummerveld Op het Doldersummerveld kwamen de slangen in 2005 vanwege de kou wat later dan anders tevoorschijn uit hun winterverblijven. Hierbij werden de slangen dit jaar min of meer persoonlijk begroet door twee inventarisatievrijwilligers, de heer Walpot en mevrouw Verver. Deze twee reptielenspecialisten zochten in de eerste voorjaarsdagen het veld af om in kaart te brengen waar de slangen overwinteren. Goede overwinteringsplekken, meestal een hol in een droog deel van het terrein, zijn schaars. Ze

worden daarom vaak door meerdere dieren gedeeld. Op de meeste plekken werden dan ook veel slangen bij elkaar gevonden. In totaal werden er 12 verblijfplaatsen van Adders en 6 van Ringslangen gelokaliseerd. Door op kaart te zetten waar die verblijven liggen, kan het heidebeheer beter afgestemd worden op de belangen van deze kwetsbare diergroep.

2 4 ASSEN

2 1

EMMEN

HOOGEVEEN MEPPEL 3


Kortweg

4-Gasterse duinen De Gasterse duinen was één van de terreinen die door de heer Schinkel geïnventariseerd zijn op libellen. Ook in 1975 werd dit al eens grondig gedaan. Bij vergelijking van deze inventarisaties valt op dat het terrein een rijke en vrij stabiele libellenbevolking kent. De meeste soorten uit 1975 konden dertig jaar later weer teruggevonden worden. Helaas werd de als vrij kritisch bekend staande Venglazenmaker niet teruggevonden. Daar tegenover staat dat de Koraaljuffer en de Noordse witsnuitlibel ondertussen het gebied wel hebben weten te vinden. Bijzonder was ook de waarneming van de Gevlekte witsnuitlibel. Een soort die weinig in Drenthe wordt waargenomen, maar zich de laatste jaren wel geleidelijk lijkt uit te breiden. Al met al blijkt het terrein een goede plek te zijn om veel soorten libellen te bewonderen. In totaal werden er bij deze inventarisatie 20 soorten aangetroffen.

Diversen

Mariëlle de Das overleden In maart is er ter hoogte van Eleveld, even onder Assen, een Das doodgereden. Het dier bleek een nummer in de lies te hebben staan. Bij Het Drentse Landschap en de Vereniging Das en Boom staat dit dier bekend als Mariëlle. Mariëlle werd in het voorjaar van 1998 geboren bij Ravenstein in Noord Brabant. Helaas kwam haar moeder kort na de geboorte om in het verkeer. Mariëlle kwam als wees terecht in het opvangcentrum van Das & Boom. Hier werd ze liefdevol met de fles grootgebracht en nog datzelfde jaar verhuisde ze, in gezelschap van een groep van 11 eveneens verweesde soortgenoten, naar Drenthe. Ze kreeg de vrijheid terug in een uitzetproject op Landgoed Vossenberg. Dit project verliep bijzonder succesvol. Tot op de dag van vandaag leeft er in de buurt van de uitzetlocatie een grote dassenfamilie. Ook hebben ze zich goed verspreid over de directe omgeving. Mariëlle was een van de dieren die hun

geluk een flink eind verderop beproefden. Zeer waarschijnlijk heeft ze zich vrij vlot aangesloten bij een dassenclan rond de plek waar ze nu gevonden is. Toen ze gevonden werd had ze opgezwollen tepels wat er op duidt dat ze, net als haar moeder, een nestje jongen verweesd heeft achtergelaten. Haar jongen hebben in dit geval minder geluk. Moeder Das verongelukte te vroeg in het jaar om nog wat voor de, op dat moment nog pasgeboren, jongen te kunnen doen. De dieren zitten dan nog diep onder de grond in de burcht en zijn nog te hulpeloos om naar buiten te komen. Bovendien is het tegenwoordig niet meer gebruikelijk om de jongen met de fles op te voeden omdat uitzetprojecten, vanwege de algehele verbetering van de dassenstand, niet meer worden gedaan. Mariëlle is acht jaar geworden. Helaas niet van ouderdom gestorven maar ze heeft toch een, voor een wilde Das, respectabele leeftijd bereikt.

Bijeenkomst VNO-NCW Op 5 april heeft Het Drentse Landschap op het landgoed De Havixhorst met het VNONCW een bijeenkomst gehouden voor Noord-Nederlandse ondernemers. De middag stond in het teken van de economische betekenis van natuuren landschapsbeheer en het behoud van het monumentale erfgoed. Dagvoorzitter Aleid Rensen leidde de ondernemers langs diverse aspecten van het werk van Het Drentse Landschap. Eric van der Bilt verschafte de aanwezigen een beeld van de rol van de stichting in economische processen, terwijl door Tom Bade van KPMG aandacht werd gevraagd voor de onverwacht grote economische bijdrage van natuur en cultuur aan de Nederlandse samenleving. Te vaak wordt natuurbehoud als kostenpost gezien, terwijl het netto juist een verrassend hoog rendement kan hebben. Tot slot werd door ons bestuurslid Han van Hagen een toelichting gegeven op de ontwikkelingen rond het Nationaal Beeldenpark De Havixhorst. De insteek van de bijeenkomst was om begrip te kweken tussen Het Drentse Landschap en ondernemend Drenthe. De bijeenkomst werd als zeer geslaagd ervaren.

Foto: Jaap de Vries

36


Kortweg

Schenkingen/giften Van mw. A.J.G. Klunder werd een legaat van € 4.540,-- ontvangen. Uit de gemeente Noordenveld werd door een particulier een periodieke schenking van € 1.360,-- gedaan. Door een elftal particulieren en bedrijven werd ruim € 800 overgemaakt, waaronder een eenmalige gift van de Nederlandse Bank. De familie Haseloop uit Rolde heeft ter nagedachtenis van de heer H.Vos een bedrag van € 20,-- aan de stichting overgemaakt. Het Drentse Landschap is alle schenkers bijzonder dankbaar.

FSC-keurmerk Stichting Het Drentse Landschap heeft haar bossen en bosjes, totaal 1647 hectare, via een groepscertificaat van de Bosgroep Noord Oost Nederland gecertificeerd. Het betreft een gecombineerd certificaat gebaseerd op de criteria Forest Stewardship Counsel (FSC) voor een goed en duurzaam bosbeheer en de handelsketen voor hout. Hout uit de bossen van Het Drentse Landschap zal vanaf nu verkocht worden met het FSC-logo. Het bosbeheer van Het Drentse Landschap is gericht op het instandhouden, ontwikkelen en indien gewenst omvormen

tot natuurlijk inheems bos. De stichting beheert haar bosgebieden zodanig dat ecologisch waardevol, inheems en gevarieerd bos tot ontwikkeling kan komen. Een visie die volledig aansluit bij de gestelde criteria voor goed en duurzaam bosbeheer. Uit een externe audit van de Unie van Bosgroepen bleek Het Drentse Landschap tevens te voldoen aan alle andere gestelde eisen en voorwaarden van het FSC-keurmerk. Het gaat hier om wettelijke regelingen, veiligheidsvoorschriften voor de medewerkers en informatieverstrekking aan het publiek.

Foute verzending wervingsbrief In april heeft Het Drentse Landschap via een grote mailing nieuwe begunstigers proberen te werven. Tot onze grote spijt hebben zo’n 3700 begunstigers ook de wervingsbrief ontvangen. Dit heeft geleid tot tientallen telefoontjes en emailtjes. Wij betreuren het zeer dat onze donateurs deze brief hebben ontvangen en bieden onze welgemeende excuses hiervoor aan. Stichting Het Drentse Landschap gaat altijd zeer zorgvuldig en discreet om met haar adressenbestanden. De fout is ontstaan doordat de adressenleverancier verzuimd heeft om het mailbestand te ontdubbelen met het gehele begunstigersbestand van Het Drentse Landschap. Wij zullen er in de toekomst nog nadrukkelijker op toezien dat dergelijke fouten niet meer gemaakt worden.

37


38

Kortweg

Stichting Ooievaarsbuitenstation viert jubileum Stichting Ooievaars­ buitenstation De Lokkerij heeft op 20 mei 2006 in schouwburg Ogterop te Meppel, haar 25-jarig jubileum gevierd met een symposium “Verdwenen dieren terug in de natuur”. Het buitenstation, grenzend aan De Havixhorst, werd op 22 mei 1981 door Vogelbescherming Nederland ingericht om een bijdrage te leveren aan de herintroductie van Ooievaars in het Reestal. Sinds 1974 was Drenthe al geen broedplaats meer voor de Ooievaar. Een belangrijke oorzaak voor de terugloop van de ooievaarsstand vormden de veranderingen in het agrarische grondgebruik. Hierdoor raakte de vogel

zijn voedselbronnen kwijt. Het open landschap met veel afwisseling in grondgebruik en begroeiing was inmiddels grotendeels verdwenen, waardoor er steeds minder plekken waren waar de Ooievaar voedsel kon vinden. Bovendien werden er overvloedig bestrijdingsmiddelen aangewend, die de ooievaarsstand negatief beïnvloedden. Hoogspanningskabels en de intensieve jacht langs de traditionele trekroutes kosten ook veel Ooievaars het leven. In een poging het tij te keren zette Vogelbescherming Nederland, naar Zwitsers voorbeeld, in 1969 het project ‘Herintroductie van de ooievaar in Nederland’ op. In het Liesvelt in Groot-Ammers werd begonnen met een spe-

ciaal fokprogramma waarvoor 28 Ooievaars uit diverse landen werden gehaald. Die eerste projectooievaars vertoonden geen serieus trekgedrag. Hun nakomelingen wel, die trokken weg naar vooral Frankrijk en Spanje. In de periode 1981 tot 1988 werden de Ooievaars uitgezet naar De Lokkerij en elf andere zogenoemde buitenstations in voor Ooievaars geschikte leefgebieden. Daar kregen ze de kans om onder toezicht zelfstandig te worden en werd zonodig zorg verleend. Het totaal aantal broedparen en jongen nam na 1980 aanzienlijk toe, buiten de buitenstations vooral vanaf de jaren negentig. De Lokkerij ontwikkelde zich tot het meest succesvolle ooie-

vaarsstation van Nederland. Het intacte en natuurlijke beekdal van de Reest zal daar zeer zeker een belangrijke bijdrage aan geleverd hebben, maar ook de enorme betrokkenheid en inzet van Frits en Els Koopman en hun vrijwilligers heeft de Ooievaar geen windeieren gelegd. In de 2005 broedden maar liefst 162 paren in het Reestgebied. Tijdens bovengenoemd symposium werd door de Burgemeester van Meppel, de heer Mr. Joh. C. Westmaas, aan Frits en Els Koopman voor hun bijzondere verdiensten een Koninklijke Onderscheiding uitgereikt. Bij Koninklijk Besluit van 13 april 2006 werden zij n.l. benoemd tot lid in de Orde van Oranje Nassau.


Foto: Joop van de Merbel

Kortweg

Noorderbreedte 30 jaar! Niet alleen het Kwartaalblad van Het Drentse Landschap heeft iets te vieren, maar ook het tijdschrift Noorderbreedte dat al 30 jaar bestaat. Zes keer per jaar belicht Noorderbreedte de karakteristieke landschappen, de ontstaans- en bewoningsgeschiedenis, de kwaliteiten en de grote verscheidenheid van landschappen en regio’s. De artikelen zijn goed geschreven, perfect gedocumenteerd en fraai geïllustreerd. Een tikkeltje eigenzinnig, maar dat past wel bij het noorden. Het Drentse Landschap feliciteert redactie en medewerkers van Noorderbreedte dan ook graag met dit mooie jubileum. Noorderbreedte organiseert in het jubileumjaar tal van activiteiten.Vrijdag 30 juni en zaterdag 1 juli zijn bezoekers van 11.00 tot 16.00 uur welkom in het Strokasteel van Veenhuizen. Daar presenteert Noorderbreedte twee dagen lang bijzondere activiteiten rond de landbouw in Noord-Nederland. Bezoekers kunnen in en

om het Strokasteel genieten van een uitvoerig programma met onder meer film, muziek, voordracht, demonstraties, streekproducten, tentoonstellingen en workshops. Natuurlijk is het uit ruim tienduizend strobalen opgetrokken Strokasteel al een bezienswaardigheid op zich. Meer informatie over het programma is te vinden op: www.noorderbreedte.nl Tijdens het weekend in Veenhuizen reikt Noorderbreedte ook de Noorderbreedteprijzen uit aan een aantal individuen, organisaties en bedrijven die zich verdienstelijk maken voor landschap, cultuurhistorie en natuur.

Nieuw boek over overleven op de rand van de Hondsrug Op 19 mei is het boek Vijfduizend jaar overleven op de rand van de Hondsrug van Marianne van Albada (kinderboekenschrijfster en psychologe) verschenen. Tijdens een speurtocht naar de geschiedenis van de Hondsrug ontdekte de schrijfster dat de eerste huizen rond het Heijveen in Midlaren pas rond 1850 verrezen. Dat maakte haar nieuwsgierig. Zo begon een zoektocht naar de historie van dit deel van de Hondsrug en daarmee naar die van heel (Noord-) Drenthe. Zeven jaar lang verdiepte Marianne zich in oude landkaarten, reisverslagen, archiefstukken, wetenschappelijke

39

studies, verhalen van oude bewoners en andere bronnen. Zo ontstond een verhaal, dat kundig werd ineengevlochten tot een boeiend boek van 480 pagina’s met vele illustraties in kleur. Het boek geeft een interessant en levendig beeld van de wisselwerking tussen mens en landschap en de wijze waarop de bewoners van de Hondsrug zich onderling organiseerden met regels, wetten en traditionele gebruiken. Door de toegankelijke schrijfstijl en het spannende avontuur van de speurtocht naar het verleden ontstond zowel in woord als in beeld een bijzonder boeiend boek. Het boek kost € 45,00. U kunt uw bestelling mailen naar info@uitgeverijpassage.nl of per post sturen naar Uitgeverij Passage, Postbus 216, 9700 AE Groningen. Meer informatie is te vinden op www.midlaren.net

Kaartfragment uit: “Vijfduizend jaar overleven op de rand van de Hondsrug”.


40

Kortweg

Foto: Harry Cock

Keramische werken in Museum Galerie Campis Het keramisch werk van Claire Poutsma kenmerkt zich door de veelal vrolijke vogelfiguren [à la Reinhoud d’Haese, lid van de Cobra groep] en expressief dapper ogende draakjes. Onder haar handen lijken de beelden als vanzelf te zijn ontstaan en geven haar zo een eigen handschrift. Onmiskenbaar is de vaak humoristische invalshoek omdat haar dierfiguren veelvuldig menselijke karaktertrekken weerspiegelen waardoor expressie en emotie zichtbaar worden. Deze vreemde wezens worden in groepsvorm voorgesteld zodat er een kleurrijk geheel wordt geformeerd.

In tegenstelling tot ondermeer schilderkunst of fotografie speelt bij keramiek het aanraken een niet te onderschatten rol in de beleving ervan. Een kunstwerk van keramiek omvat een zekere omvang en is – eventueel – met beide handen te omvatten. Dit geldt ook voor het ruimtelijk effect dat een keramisch object met zich meebrengt, men kan er immers ‘omheenlopen’. Een overzicht van het keramisch werk van Claire Poutsma is te zien in Museum Galerie Campis in Rolde van 8 juni t/m 28 juli. Openingstijden: woensdag t/m vrijdag 13.0017.00 uur en op afspraak. Telefoon 0592-248350 of galerie. campis@planet.nl.

Expositie in Lemferdinge Tot en met 6 augustus hebben Marion Kraus en Gonny Visscher een expositie in galerie Lemferdinge. Marion Kraus toont schilderijen met allerdaagse dingen die niet allerdaags worden weergegeven. Gonny Visser maakt sieraden van materialen uit de natuur, vaak afkomstig uit het buitenland. De expositie is te bezichtigen op vrijdag t/m zondag van 12.00 tot 17.00 uur. Galerie Lemferdinge is gelegen aan de Lemferdingelaan 2 in Paterswolde.Vanuit het dorp wordt de route met bordjes aangegeven.

Galerie Campis in Rolde.

Neanderthalers in Drents Museum Deze zomer strijkt vanaf 15 juli een groep Neanderthalers neer in het Drents Museum in Assen. In de grote tentoonstelling ‘Neanderthalers in Europa’ zetten zij hun dagelijkse leven voort in aangrijpende realistische scènes. Meer dan twintig levensechte figuren, aangevuld met prehistorische dieren én originele voorwerpen vertellen het verhaal van het dagelijks leven van deze aparte mensensoort. De gepresenteerde figuren maken een bijzonder levendige indruk. Ze zitten rond het vuur te eten en maken werktuigen, gaan op jacht, lachen, huilen, spelen. Ze kijken je aan. Maar wie waren ze? Kenden ze vuur? Konden ze spreken? Joegen ze op mammoeten? Verzorgden ze ouderen en zieken? ‘Neanderthalers in Europa’ toont de mens achter de vondsten (óók Drentse!) en is de eerste grote overzichtstentoonstelling over deze vroegste Europese prehistorische cultuur. De tentoonstelling is te zien van 15 juli tot en met 29 oktober 2006. In het septembernummer van het kwartaalblad wordt uitgebreid stilgestaan bij dit thema. Stichting Het Drentse Landschap zal dat nummer samenstellen met het Drents Museum, het Drents Archief en het Drents Plateau.


Knapzakroutes het vervolg In navolging van de herziene Knapzakroutes K1 Gasteren, K2 Buinen en K3 Ees zijn nu ook de routes K4 Orvelte, K5 Elp en K6 Grolloo-Schoonloo in een nieuw jasje gestoken. De routes K7 Wapserveen, K8 Hoogersmilde en K9 Wijster zullen binnenkort van de persen rollen. In totaal worden dit jaar vijftien Knapzakroutes heruitgegeven. Knapzakroutes kosten € 5,25 per stuk en u vindt ze in de schappen van de regionale boekhandel en het VVV-kantoor. Daar vindt u nu ook het Knapzak ABC, een handig naslagwerkje waarin de belangrijkste termen uit de Knapzakroutes worden uitgelegd. Onmisbaar voor elke enthousiaste Knapzakwandelaar. Het Knapzak ABC kost € 8,50 (ISBN 90 77 989 08 0). Kijk voor de speciale actie voor begunstigers van Het Drentse Landschap in het hart van het kwartaalblad.

Agenda

41

Agenda Algemeen

Vertrek schaapskuddes De schaapskuddes van het Hijkerveld en het Doldersummerveld vertrekken met herder om 9.30 uur naar de heide. De kuddes zijn rond 16.30 uur weer terug bij de kooi. Zie voor routebeschrijving bij Informatiecentra. Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft.Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranje­ kanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten doet er goed aan een verrekijker mee te nemen! Lemferdinge Op landgoed Lemferdinge in Paterswolde zijn in de galerie regelmatig exposities te bezichtigen. De galerie is open van vrijdag t/m zondag 12.00-17.00 uur. Informatiecentra

Verrekijker aan te bevelen

Laarzen gewenst!

Spiegeltje en loep aanbevolen

Eigen fiets meenemen

De Blinkerd Vamweg te Wijster Het hele jaar open van 10.00 uur tot zonsondergang

Hijkerveld Bij de schaapskooi. Route: vanaf Hijken aangegeven met bordjes Het hele jaar open van 9.30 tot 16.30 uur

’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Huenderhoeve Huenderweg 1. Dit is de weg tussen Wateren en Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Activiteiten speciaal gericht op kinderen

vr 23 juni 19.00 uur Wandeling in het beekdal Oude Diep Gidsen laten u zien wat natuurontwikkeling heeft bereikt. Dit in het kader van campagne 2 Nieuwe Natuur*. Start: parkeerplaats De Blinkerd aan de VAM-weg. Deze is vanaf Drijber en Wijster met bordjes aangegeven. vr 23 juni 19.00 uur De spechten van Kampsheide Een zomeravondwandeling in dit mooie gebied dat onder meer bekend staat om zijn spechten. Start: informatiepaneel aan het Van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo. zo 25 juni 10.00 uur Kano-excursie door de nieuwe meanders van het Annermoeras In het kader van campagne Nieuwe Natuur* krijgt u vanuit de kano uitleg over de natuur in ontwikkeling. 2 Telefonische opgave tijdens kantooruren bij Het Drentse Landschap: 0592-313552. Max. 20 deelnemers. Kosten € 10,--. zo 25 juni 14.00 – 16.00 uur Schaapscheren op het Hijkerveld en het Doldersummerveld Demonstratie schaapscheren en activiteiten voor kleine en grote kinderen. Locaties: schaapskooi Hijkerveld is vanaf Hijken met bordjes aangegeven. Schaapskooi Doldersummerveld is gelegen aan de Huenderweg 1, Doldersum.


Gele ganzenbloemen.

zo 16 juli 14.00 uur Een wandeling over de Noordes van Orvelte Gidsen laten u het esdorpenlandschap rondom Orvelte zien. Start: VVV-Orvelte, Dorpsstraat 1a, Orvelte.

Foto: Jan Winters

vr 21 juli 19.00 uur Het nieuwe Nuilerveld Op zoek naar specifieke pioniersflora in een mooi natuurgebied. Dit in het kader van campagne 2 Nieuwe Natuur*. Start: informatiepaneel parkeerplaats noordzijde Pesse, 1e weg rechts na Wok-palace. Na 1,5 km ziet u de parkeerplaats.

zo 2 juli 06.00 uur Vroege vogelexcursie nabij het Oude Diep In de vroege ochtenduren zijn de meeste vogels actief. Tip: Neem, als het even kan, een verrekijker en een vogelboek mee. Start: parkeerplaats De Blinkerd aan de VAM-weg. Deze is vanuit Drijber en Wijster met bordjes aangegeven. zo 2 juli 14.00 uur Gasterse Duinen Een zomerwandeling in een golvend heidelandschap met forse stuifduinen en mooie vennen. Start: informatiepaneel van Het Drentse Landschap op de parkeerplaats aan de Oudemolenseweg te Gasteren.

do 6 juli 09.00-18.00 uur (t/m 26 augustus) Tentoonstelling Kiek oet Drenthe! In warenhuis Vanderveen in Assen is een tentoonstelling te zien over de veranderingen in het Drentse landschap. Door middel van foto’s, filmmateriaal en schilderijen over heden en verleden krijgt de bezoeker een illustratief beeld van Drenthe. De tentoonstelling vindt plaats in het CBK Drenthe galerie/Vanderveen op de tweede etage van het warenhuis. Bezoekers aan de tentoonstelling ontvangen gratis een fietsroute die ze voert langs de mooiste en lelijkste plekjes in Noord-Drenthe. zo 9 juli 14.00 uur Fietstocht Emmen e.o. Gidsen laten u de rijke geschiedenis van het landschap in de buurt van Emmen zien.Telefonische opgave bij Wolter ter Steege: 0591-648141.

zo 9 juli 14.00 uur Akker(on?)kruiden Gidsen gaan met u op zoek naar de inmiddels zeldzaam geworden akkerkruiden. Start: Sophiahoeve aan de Huenderweg 2, Doldersum. do 13 juli 20.00 uur Workshop ‘Hoe herken ik libellen?’ Natuurfotograaf Jan Visser laat aan de hand van dia’s zien waaraan je de verschillende soorten kunt herkennen. Plaats: informatiecentrum ‘t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel nabij De Wijk. Telefonische opgave tijdens kantooruren bij Het Drentse Landschap: 0592-313552.

do 3 augustus 19.30 uur De Schotse Hooglanders van 2 Hondstong In het kader van campagne Nieuwe Natuur* verhalen gidsen over buitenlandse runderen en natuurbegrazing als beheersvorm. Start: parkeerplaats aan de noordzijde van het reservaat. Deze is te bereiken door vanaf de weg tussen Vries en Donderen de Veenweg in te slaan. Na twee kilometer bereikt u de parkeerplaats. za 5 augustus 14.00 uur Wandelen over het Holtherzand Vroeger maakte dit gebied deel uit van het uitgestrekte Scharreveld. Start: grote wildrooster van het Holtherzand aan de Oude Beilerweg bij Holthe. di 8 augustus 14.00 uur Een wandeling vol zand Een excursie naar het stuifzand van het Drouwenerzand. Start: parkeerplaats bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg 7, Drouwen.


* Twee thema’s uitgelicht

za 19 augustus 14.00 uur De legende van het Zwarte Gat Een excursie met een donker verhaal. Start: vanaf de weg HoogeveenOmmen de afslag AlteveerKerkenveld nemen. Daarna 1e weg rechts (De Egge). Deze weg volgen tot einde verharding. do 24 augustus 19.30 uur Natuurontwikkeling in het Bongeveen Dwalen door een overblijfsel uit de ijstijd. Start: vanaf rotonde tussen Donderen en Peize richting Lieveren.Vervolgens 1e weg (Scheperijen) linksaf tot zuidelijke ingang reservaat. Waterdicht schoeisel is aan te bevelen. za 26 augustus 14.00 uur. De heide bloeit op het Doldersummerveld Maar er is nog zoveel meer. Gidsen vertellen erover. Start: schaapskooi aan de Huenderweg 1, Doldersum. zo 27 augustus 14.00 uur Kampsheide en omgeving Archeologische fietstocht langs sporen uit een ver verleden. Dit mede in het kader van project “Hunebedden: een wereld te winnen”*. 1 Start: informatiepaneel aan het Van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo.

do 31 augustus 19.45 uur Een geschiedenis van Drenthe. Al verhalen vertellend geeft Theo Dijkstra zijn visie op de geschiedenis van Drenthe. Tevens laat hij vondsten zien uit eigen collectie. Locatie: informatiecentrum ‘t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel bij De Wijk. vr 1 september 20.30 uur Vleermuizen nabij het Oude Diep Met batdetectors op zoek naar vleermuizen. Start: parkeerplaats De Blinkerd aan de VAM-weg. Deze is vanuit Drijber en Wijster met bordjes aangegeven. za 9 september 14.00 uur Open monumentendag Onder andere lezing over de ‘Geschiedenis van boerderij ’t Ende’ door Lammert Huizing Locatie: informatiecentrum ’t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel bij De Wijk. Voor meer inlichtingen: Het Drentse Landschap tel. 0592313552 of www.drentslandschap.nl. za 9 september 10.00-16.00 uur Open monumentendag synagoge Zuidlaren De Vereniging Behoud Synagoge Zuidlaren organiseert op deze dag diverse activiteiten in en rond de synagoge. Meer informatie via pers en vanaf juli op de website www. drentslandschap.nl. De synagoge is gevestigd aan Zuiderstraat 1 in Zuidlaren. zo 10 september 14.00 uur Kampsheide: Drenthe in het klein Een wandelexcursie door dit oude en zeer interessante landschap. Start: informatiepaneel aan het Van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo.

zo 10 september 14.00 uur Fietstocht langs zuidelijke hunebedden op de Hondsrug. Met archeologische gidsen op zoek naar de oudste graven van Nederland. Mede in het kader van project “Hunebedden: een wereld 1 te winnen”*. Telefonische opgave bij Wolter ter Steege: 0591-648141

Nieuwe 2 Natuur Op veel plekken gaan natuurgebieden of voormalige akkerbouwgebieden in de buurt ervan letterlijk op de schop. Er wordt nieuwe natuur ‘gemaakt’ en de bestaande natuur wordt gevarieerder. Veelal gebeurt dit in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur, waarbij geprobeerd wordt om de verschillende kleine natuurgebiedjes met elkaar te verbinden. Wat zijn nu de successen van deze natuurontwikkeling? Tijdens enige excursies wordt dit duidelijk gemaakt.

zo 17 september 14.00 uur Klokjesgentiaan en zonnedauw Wandelen langs enkele bijzondere planten van de Boerenveensche Plassen. Start: achter de hervormde kerk die ligt aan de weg Hoogeveen-Pesse. zo 17 september 14.00 uur Fietsexcursie langs de Hunze Een interessante fietstocht langs nieuwe natuurgebieden van het Hunzedal. Start: parkeerplaats café ’t Keerpunt te Spijkerboor. zo 24 september 11.00 en 14.00 uur Lopen in het Landschap Op stap in vier mooie natuurgebieden van Het Drentse Landschap: De Kleibosch, Annermoeras, Landgoed Rheebruggen en Stapelerveld (Reestdal). Voor meer informatie kunt u terecht bij het Drentse Landschap tel. 0592-313552 of www.drentslandschap.nl

Nieuwe natuur in het Hunze Project (Anner Moeras)

Foto: Geert de Vries

zo 13 augustus 18.00 uur Steltlopers op Diependal Met een vogelaar op zoek naar trekvogels die tijdelijk op Diependal zijn neergestreken. Start: vogelkijkhut. Deze is te bereiken door in het dorp Oranje vlakbij Speelstad Oranje de Zwarte Weg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven.

Hunebedden: 1 een wereld te winnen Verloederen onze hunebedden? Hoe gaan we met deze archeologische monumenten in de toekomst om? Doet hun omgeving nog wel recht aan de bijzondere betekenis van deze overblijfselen uit een ver verleden? Sommige hunebedden staan tegen een flatgebouw, bij een bushalte of aan de rand van een akker. Ze zijn als het ware vervreemd geraakt van hun oorspronkelijke omgeving. Enkele erfgoedorganisaties waaronder Stichting Het Drentse Landschap, willen hier iets aan doen. Het project ‘Hunebedden: een wereld te winnen’ heeft als doel om hunebedden beter te beschermen en om ze een omgeving te geven die meer recht doet aan hun bijzondere historische waarde.


44

Agenda

Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw ROYAL HASKONING Nijmegen (024) 328 42 84 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) Hulzebosch grondwerken B.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed christiaan deN DEKKER b.v. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering Quercus Boomverzorging en Advisering Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe,TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau Wouda & van der schaaf Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties JBF multi media Communicatie Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk VAN DER ZEE Vleesgrootverbruik Emmen (0591) 63 70 01 Leverancier van vlees, vleeswaren, kaas, wild en gevogelte WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen EELERWOUDE Oosterwolde (0516) 52 30 62 Natuurlijk ruimte voor groen HERFST en HELDER b.v Lelystad (0320) 26 06 16 Verf van goede huize KAMER van KOOPHANDEL Meppel (0522) 26 56 00 Staat voor ruimte om te ondernemen ASTRON/LOFAR Dwingeloo www.astron.nl www.lofar.nl WARENHUIS VANDERVEEN ASSEN Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis

Stichting Het Drentse Landschap zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting Orvelte • Stichting Lemferdinge


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.